j. R. KEU SS TABAK jtAfitit I9e Jaargang Vrijdag 16 November 1928. No. 91. NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR Bib' WIERINGEN EN OMSTREKEN Tabaksfabriek De Wakende Leeuw J. R. KEUSS Laat 125 - ALKMAAR. WIERIMGER COURAHÏf UITGEVER CORN. J. BOSKER, WIERINGEN VERSCHIJNT ELKEN DINSDAG en VRIJDAG. ABONNEMENTSPRIJS per 3 maanden 1. ADVERTENTIëN Van 1—5 regels 0.50. Iedere regel meer 0.10. BUREAU: HIppolytnshoei Wierlngen. Teleioon Intercomm. No. IS. een waarborg voor de kwaliteit. binnenl. nieuws. ZIJN EIGEN KIND GERED. Woensdagmiddag was een bewoner van den Amsteldijk (onder de gemeente Nieuwer Am- stel) in zijn schuur aan het houtzagen, toen zijn aandacht werd getrokken door het geweldig tumult dat zijn eenden in de kooi maakten. Hij snelde naar buiten en ontdekte dat midden in de achter zijn woning gelegen wetering een handje boven water stak. Hij begaf zich onmid dellijk te water en mocht het genoegen smaken den drenkeling, die tot zijn ontsteltenis zijn 5- jarig zoontje bleek te zijn, op het droge te brenr gen. Het kind dat reeds veel water had binnenge kregen verkeerde in bewutsloozen toestand doch kwam spoedig weer bij. de verkeerde boomen gesloten. Woensdagmiddag omstreeks half een werd de sneltrein komende uit Amersfoort aan den spoorwegwachter van het station Muiderpoort te Amsterdam gesignaleerd. Inplaats Van die aan de zijde van de.Celebesstraat te sluiten, liet hij die van de Pontanusstraat neer, ofschoon er geen trein moest passeeren en de signalen voor de treinen een onveiligen stand aanwezen. Even later kwam de sneltrein met donderend geweld voorbij. Karren en voertuigen bevonden zich gelukkig niet op den overweg, wel een aantal voetgangers, doch deze, die den trein hoorden naderen, waren verschrikt uiteen gestoven. De ter plaatse geposteerde politie-agent heeft het gebeurde aan den commissaris van het bureau Linnaeusstraat gerapporteerd en deze zal pro cesverbaal tegen den overwegwachter laten op maken. Gebleken is, dat de trein naar behooren gesignaleerd is en dat de signalen hebben ge werkt. in een vischgraat; gestikt. Het kindje van den heer M. H. Hoeven slikte een vischgraatje in. Ijlings ontboden medische hulp mocht niet meer baten. Korten tijd later overleed de kleine. fraude op een suikerfabriek. Het was den laatsten tijd verschillenden land bouwers opgevallen, aldus wordt aan het Vad. gemeld, dat het gewicht van hun karren bieten, die zij afleverden aan de suikerfabriek te Stand daarbuiten, gaandeweg minder en minder werd Dikwerf verschilde het gewicht van twee zelfde ladingen zeer aanmerkelijk. De gedupeerde boeren deden mededeeling aan den marechaus see te Oudenbosch. Deze hield daarop een oogje in het zeil. Toen dezer dagen een patrouille op het fabrieksterrein rondneusde, zag zij in don vroegen morgen een kleine kar bieten op een weegbrug staan, die daarop snel werd wegge reden. De marechaussee hield den wagen aan en liet deze opnieuw wegen. Nu bleek, dat het wicht heel wat minder was dan bij de eerste weging. Uit het register van den weger bleek tevens, dat dit boertje dien morgen al meer kar ren zou hebben gebracht wat, gezien het zeer vroge uur, niet mogelijk was. Een verder inge steld onderzoek bracht aan het licht, dat de we ger sommige landbouwers bedroog en voor hun minder gewicht noteerde en voor anderen weer veel hooger gewicht invulde. Zoodoende werd in deze campagne al voor ruim 4000 verkwan seld. Dit geld deelde de weger met eenige boe ren. In verband hiermede zijn nu aangehouden de weger C. de M. en de landbouwers J. Iv., J. G en C. L., uit Gastel, D. O., uit Oudonbosch en C S. uit Fijnaart. De meesten hebben al bekend en verklaard, dat het aldus „gewonnen" geld gelijkelijk tusschen hen gedeeld werd. KIND DRINKT KOKEND WATER. Het 2-jarig kindje van den landbouwer H. te Lufmel, nabij Bergeijk, dronk uit een met ko kend water gevulden theepot. Medische hulp mocht niet meer baton. Het kind overleed spoe dig onder hevige pijnen. EEN 5000ste, DIE GEEN 5000ste WAS. Men leest tegenwoordig telkens van gemeen ten, waar de zooveel duizendste inwoner wordt verwacht en men zich met prijzenswaardigen ijver opmaakt, om den wereldburger, die het gewenschte getal vol moet maken, te verwelko men. Enkele jaren geleden kwam in Groningen de 100.000e voor enkele weken was het Eindho ven, die zijn 75.000en spruit begroette, gisteren was het Goirle, dat zijn 5000cn inwoner boekte. 5000 Nu ja, het is niet veel, maar het kleine, nijve re grensdorp is er toch maar wat trotsch op. Dat bleek voldoende uit het feit, dat het gemeente bestuur een spaarbankboekje van 50 disponi bel stelde en dat van particuliere zijden de ca deau x in grooten getale binnenkwamen. Nu beeft zich echter in deze zaak een merkwaardig geval voorgedaan. De gelukkige vader van het kind, dat de 5000 volmaakte, bleek te zijn de kantoorbediende, de heer Appels. Aan hem zijn dan ook de verschillende cade- aux overhandigd. Maar, nauwelijks had de heer A. het gemeentehuis verlaten, of er vervoegde zich een andere vader, die een kind kwam aan geven, dat.eerder geboren was dan de spruit van den heer A. Helaas, deze zag het fortuin voor zijn neus voorbijgaan. Immers, men hoort eerst dan tot de bevolking, wanneer men officieel op den FEUILLETON. No. 116. Ik zal u aanstonds helpen, mijnheer. De hotelhoudster nam'een boek uit een kast, bladerde erin en zei Mr. de baron De Reiss woont te Parijs, ruc de Vintimille 19. De kunstenaar bedankte de vrouw, en schreef het adres in zijn zakboek. De dienstbode bracht de koffie. Etienne dronk ze en keerde naar het station terug. Hij had haast om naar Parijs terug te keeren, waar hij te elf uur 's morgens aankwam. Zonder een oogenblik te verliezen liet hij zich naar de rue de Vintimille rijden, om de juist heid. te onderzoeken van het' adres van Aman da's vriend, waaraan hij onwillekeurig twijfelde. Baron De Reiss was volstrekt onbekend op nummer 19, evenals op nummer 17 en op num mer 21, waar de kunstenaar inlichtingen inwon om zeker te zijn. Hoe meer Etienne Castel de zaak poogde op te helderen, hoe duisterder zij werd. Wie kon die man zijn, die voorzeker een val- sche naam droeg, die te Joigny de schulden van Duchemin" betaald had, en die kennis had aan een vriendin van deze laatste 't Was aan hem Etienne Castel twijfelde er niet aan dat Duchemin het stuk gegeven had, uit de archieven van het stadhuis gestolen. En de valsche baron had dit stuks slechts ge kocht om het aan Paul Hermant te geven of te verkoopen, dat leed insgelijks geen twijfel. Doch waar de oplossing gezocht van het raad sel, dat nu in dier voege gesteld werd Drie personen konden ze mij geven Duche min, mejuffrouw Amanda en baron De Reiss. Alle drie waren onvindbaar. Wie mag die baron De Reiss zijn riep George uit, na het verhaal van zijn voogd aan gehoord te hebben. Dat is juist dc vraag, welke ik mij onop houdelijk stel en waarop het mij onmogelijk is te antwoorden. Welke onbekende, onverklaar bare banden verecnigcndon baron De Reiss met den millionnair Paul Harmant, met den gewe zen stadhuisbediende Duchemin en met die me juffrouw Amanda Dat zou ik moeten weten en Burg. Stand is ingeschreven. En zoo kon het dan ook gebeuren, dat de fei telijke 5000e officieel de 5000e niet was. Wat zal die teleurgestelde vader het land heb hen ongelukkig zie ik er geen licht in. HOOFDSTUK XVIII. Kecren wij naar Raoul Duchemin terug. Het bezoek van den gewezen voogd van Geor- ges Darier te Bois-le-Roi heeft ons het vertrek naar Parijs doen kennen van den gewezen stad huisbediende van Joigny. Volkomen genezen en voorzien van de vijf duizend francs als schadevergoeding betaald door de spoorwegmaatschappij, had Duchemin zich gehaast het doel zijner reis te bereiken. Den vorigen dag had hij aan Amanda Rógamy geschreven, dat hij van haar aanbod zou ge bruik maken en haar gastvrijheid zou komen vragen. Hij had zich inderdaad naar de rue dc Damar in de Batignolles begeven, waar Amanda Réga my hem wachtte. Noch Duchemin, noch hel meisje vergaten de plannen van wraakneming die zij heiden tegen Ovide Soliveau, den val schen baron De Reiss, koesterden. Zij verlangden vurig te weten wie die man was, om uit zijn handen de gevaarlijke stukkei te rooven, die hij tegen veel geld had weten te verkrijgen. Den avond van de aankomst van Duchemin te Parijs, wierp Amanda de kwestie op, die haar zoozeer bezighield. Zijt gij bereid om tegen onzen gemeen- schappelijken vijand te handelen vroeg zij hem. Wat moeten wij doen Vooreerst dien man op de hielen volgen zoodra wij zijn spoor ontdekt hebben, hem stap voor stap nagaan, hem volgen als zijn schaduw om te weten waar hij woont. Ik ben bijna zeker dat Ovide Soliveau in betrekking staat met den vader van Mary Har- mant. Het bewijs daarvan is, dat hij aan den industrieel vana Courbevoie het stuk heeft bezorgd, dat gij hem gegeven hadtHet is dus te Courbevoie, in den omtrek der fabriek of te Parijs, nabij het huis in de rue de Marillo dat wij ons op de loer moeten leggen. Den volgenden dag, in de vroegte, na zijn snor afgeschoren te hebben, wat Soliveau moest be letten hem bij den eersten oogopslag te herken nen, in geval hij hem ontmoette, ging Raoul Duchemin post vatten in de rue de Murillo te genover het huis van den millionnair. Den avond van don dag, toon Jeanne bijna verongelukt was, had Paul Harmant de fabriek BUITENLAND. MOORDENAAR ASFALT. Men overweegt te Berlijn, het asfalt ruw te maken en daardoor het slippen van automobie len, waardoor haast eiken dag ongelukkon voor komen, te verminderen. Het is echter geon klei nigheid. Van de totaal 25.5 millioen vierk. me ter straatoppervlakte te Berlijn bestaat 6.5 mil lioen vierk. meter uit asfalt. Het is dus een to tale oppervlakte van 650 H.A., die ruw zou moeten worden gemaakt en daar dit vooral dc drukke straten zijn, waarin grootondeels slechts 's nachts kan worden gewerkt, is het een dure grap. VROUW TER DOOD VEROORDEELD. T,e Parijs is een vrouw ter dood veroordeeld Zij had ruzie met een huurling en stak uil wraak een natte spon in den mond van het C maanden oud zijnde kind van den huurling. Het ongelukkige kind stukte. Als deze vrouw geen gratie krijgt doch zal worden terechtpe steld, is zij in Frankrijk de eerste vrouw, die 11 de vrouwelijke slechtoffers der Fransche revo lutie, wordt geguillotineerd. IN EEN IJZEREN KOOI OPGESLOTEN. In een woning in een dorp in Trient deden carabiniere, door geroep om hulp opmerkzaam gemaakt, een merkwaardige ontdekking. Aan het einde van een donkere gang bevond zich een ijzeren kooi, waarin een volkomen verwaar loosde en vermagerde vrouw weeklaagde. Uit haar gevangenschap bevrijd, deelde de ongeluk kige mede, dat zij door haar zwager en haar zus ter sedert Juli was opgesloten. Men had haar door de tralies slechts spaarzaam voedsel ver strekt en haar verder aan haar lot overgelaten Uit het verhoor dat onmiddellijk werd afgeno men, bleek, dat de ongelukkige vrouw in Juli teekenen van zinsverbijstering had gegeven en dat haar familieleden haar opsloten om de 011- aangeneamheden en vooral de kosten van een verpleging in een krankzinnigen gesticht te ver mijden. DE ONDERGANG VAN DE „VESTRIS." De geredden naar New York. Het Duitsche stoomschip „Berlin" heeft met 22 overlevenden van het gezonken Britsche stoomschip „Vestris" weer koers naar New-York' gezet. Volgens de mededeelingen van de geredden aan boord van de „Berlin" geraakte de „Ves tris" Zondag in een vreeselijken storm. Het schip had zeer veel te lijden. Maandag werden de vrouwen en kinderen van het aanbreken van den dag tot den middag, toen de reddingsbooten uitgezet werden, op het bovendek in koude regen heen en weer geslingerd. Tijdens den storm helde het schip steeds meer naar stuur- boordzijde over. Het schip zonk zeer snel, zon der dat een ontploffing plaats had. Een der ge redden verklaarde, dat het stoomschip „Ves tris" reeds slagzij maakte, toen het schip de ha ven verliet. Een gedeelte der lading werd ovei boord geworpen om het schip te redden. Ook dit bleek echter vergeefsche moeite. Het marineradiostation te Washington deelt mede, dat de „Myriam" meldt 54 geredden aan boord te hebben. Het schip bevindt zich thans ook op weg naar New York. Waarschijnlijk 125 slachtoifers. De laatste berichten over de redding van de schipbreukelingen van de „Vestris" laten nau welijks twijfel over of het aantal om het leven gekomen personen is vrij belangrijk. Gered wer den door het Amerikaansche stoomschip „Ame rican Shipper" 123 personen, door het Fransche tankschip „Maryam" 53, door het Duitsche stoomschip „Berlin" 22 en door het Amerikaan sche slagschip „Wyoming" 8, in totaal dus 206. Vermist worden nog 125 passagiers en leden der bemanning. De reederij van het, gezonken schip deelt me de, dat de „Vestris" dertien reddingsbooton aan boord had en geen vlot. Op het oogenblik be vindt zich nog een groot aantal schepen op de plaats van de ramp en het Amerikaansche mi nisterie van marine heeft alle maatregelen ge nomen en zoo mogelijk nog meer schipbreuke lingen te redden. WAAR BLIJVEN DE OOIEVAARS Het aantal ooievaars in Europa wordt steeds kleiner. Men schrijft dit toe, aan de omstandig heid, dat in Egypte, waar zij overwinteren, ar- sennicum op de akkers wordt gestrooid, om de sprinkhanen te bestrijden. De sprinkhanen eten het arsenicum en de ooievaars eten dc sprink hanen, waardoor zij samen omkomen. Men nu een middel te vinden, om de ooievaars te beveiligen tegen het vergiftigingsgevaar. SNEEUW IN HET ERTSGEBERGTE. In het Ertsgebergte is Zaterdag de eerste sneeuw gevallen, die op heuvels 3 c.M. hoog ligt. f 50.000 VOOR EEN GEDICHT! In New.-York is het handschrift van het we reldberoemde gedicht van Edgar Allan Poe ..De Raven" voor 50.000 aangekocht voor het Britsch Museum te Londen. Poe kreeg in 1845 van een tijdschrift 25 voor zijn gedicht. DROEVIG ONGEVAL. De 38-jarige J. Oudenhoven te Hoogeloon, die Zaterdagmorgen onder de gemeente Vessem op jacht was, wilde, blijkbaar om zijn hond te la ten drinken, een gat in het ijs van een water plas stampen. Hij deed dit met den kolf van een geweer, waarvan de hanen waren overgehaald. Het geweer ging af en een schot hagel trof den man in 't hoofd. De ongelukkige was op slag dood. NA 14 UUR ZWEMMEN GERED. De kapitein van het Italiaansche s.s. „Lian- na" meldt, dat hij in de golf van Aden een 17- jarigen Duitschen scheepsjongen oppikte, die overboord was geslagen van het Duitsche s.s. niet op het gewone uur verlaten. Aan den kant der Seine gezeten, bleef Duchemin dan ook uren en uren lang wachten Het was halfacht 's avonds. De werklieden waren alle vertrokken. Duchemin, ten zeerste vermoeid en verveeld, vroeg zich af of een oogenblik onoplettendheid van zijnentwege den fabrikant niet in staat ge steld had, onopgemerkt te vertrekken. Eens klaps hield een rijtuig, dat van den kant der brug Bineau langs de kade gereden was, stil tegenover de kade der fabriek. Een man stapte er uit. Het rijtuig verborg hem ten halve. Raoul deed eenige stappen voor uit om het gelaat te zien van den laten bezoc ker, die aan de deur belde. Hij zag hem en had had moeite om een kreet van verrassing te weerhouden. Hij had dien bezoeker herkend Het was de man, wien hij het stuk ter hand had gesteld, uit de archieven van het stad hu L van Joigny, ontvreemd, het was Ovide Soliveau baron De Reiss. De poort ging open om. hem doorgang te verleenen en werd achter hem ge sloten. Terzelfder tijd keerde het rijtuig om, daf hem gebracht had. Eindelijk, mompelde Duchemin verheugd. Amanda had gelijk. Liet is niet zonder moeite gegaan, maar nu heb ik hem en dezen avond zal ik weten waar deze man woont. Duchemin keerde terug naar zijn koetsier, die in de herberg aan tafel zat en gaf hem een teeken. De koetsier kwam aanstonds buiten Stap op uw bok, zeide hem de jonge man. geef acht en wanneer ik zachtjes klop op hei vensterraam achter u, volg op een afstand, het zij het te voet zij of in een rijtuig, den- man, die uit de fabriek zal komen. Zijn er twee, in plaat? van één, dan zult gij niettemin volgen. Maar, zeide de koetsier, de nacht is nogal donker. Het zal niet gemakkelijk gaan. Twintig francs voor u, als gij slaagt. 't Is goed, stap maar in, mijnheer. Ik zal mijn paard keeren, zoodat ik even goed als gij zal kunnen zien, wie daar zal uitkomen. Duchemin nam plaats in het rijtuig, dat de koetsier deed omkeeren, om post te gaan vat ten op tien schreden aan den anderen kant der fabriek, zoodat hij de poort in het gezicht had. Een gaslantaarn die pas aangestoken was, wierp een helder licht op die poort. Duchemin had niets meer te doen dan te wachten. De bezoeker was inderdaad Ovide Soliveau- die aan Paul Harmant rekenschap kwam geven van hetgeen er gebeurd was en wat onze lezers weten. 's Morgens had hij hem een telegram gezon den, hem verzoekend tot half acht 's avonds te wachten. Hij kwam juist aan op het vastgestelde uur. Paul Harmant huiverde van afschuw, terwijl hij het verhaal aanhoorde van de misdaad door zijn medeplichtige gepleegd.. De dood van den armen jongen, die terzelfder tijd als Jeanne het slachtoffer der misdaad was geworden, kwam hem vooral afschuwelijke voor en hij verborg dat niet. 't Is Jammer, ik weet het wel, antwoordde Soliveau, doch wij moeten tot het uiterste gaan Zijt gij tenminste zeker, dat Jeanne werke lijk dood is Hoe zou zij niet dood zijn, na op het hoofd een stelling gekregen te hebben, wegende vijf- of zeshonderd kilo. Ik heb haar gezien, zooals ik u zie, levenloos uitgestrekt op den grond met gekloofd voorhoofd. Wees maar gerust, kame raad, ge kunt in vrede slapen. Zij zal er niet af komen zooals Lucie. Paul Harmant was doodsbleek. Een zenuw achtige siddering bewoog zijn geheele lichaam. Zooveel misdaden, stamelde hij met gebro ken stem. Zooveel misdaden om mijn veiligheid te verzekeren. Zoo gaat het, jongen, hernam Soliveau. Eenmaal den vinger er in gestoken, is het als eén raderwerk, dat u niet meer loslaat. Na den vinger, de hand, na de hand den arm, na den arm, het hoofd. Dat woord deed den millionnair nog meer ontstellen. Hij dacht eensklaps aan het schavot en met een geheel werktuiglijke beweging, bracht hij zijn twee handen aan den hals. Hij dacht, dat hij het driehoekig mes der guillotine zijn hals voelde aanraken. Ovide bemerkte de ontroering van zijn ge- waanden neef. Wat gedaan is, is gedaan, zeide hij. Onnoo- dig om u daarover muizenissen in het hoofd te halen. Laat ons er niet meer aan denken en o- ver wat anders, spreken. Waarover vroeg de millionnair. Wel, mijn allen-beste vriend, waarover zou den wij spreken, zoo niet over zaken Over zaken herhaalde de millionnair. Natuurlijk, antwoordde Ovide. Maar welke zaken I "7 (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Wieringer courant | 1928 | | pagina 1