J. R. KEU SS TABAK IEANNE Vrijdag 23 November 1928 NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR WIERINGEN EN OMSTREKEN Tabaksfabriek De Wakende Leeuw J. R. KEUSS Laat 125 - ALKMAAR. HEEREN-BAAÏ I9e Jaargang. No. 93. WIERINGER COURANT» UITGEVER CORN. J. BOSKER, WIERINGEN VERSCHIJNT ELK EN DINSDAG en VRIJDAG. ABONNEMENTSPRIJS per 3 maanden 1. ADVERTENTIëN: Van 15 regels 0.50. Iedere regel meer 0.10. BUREAU: HIppolytushoef Wlerlngcn. Telefoon Intercomm. No. 19. een waarborg voor de kwaliteit. BINNENL. NIEUWS. VAN EEN DAK GEVALLEN. De 30-jarige loodgieter L. de \Y. uit Ouden- bosch, die op het dak van de Coop. Beetwortel suikerfabriek te Roosendaal herstellingen ver richtte, stortte, doordat de ladder wegschoof, naar benedon. In bewusteloozen toestand werd de man naar het Ziekenhuis vervoerd. Hij bleek, behalve vleeschwonden aan gezicht en handen, een bek kenbreuk te hebben bekomen, terwijl ook zijn rechtervoet-wortelbeentjes verpletterd waren. Zijn toestand is levensgevaarlijk. NA 14 JAAR. Een Oostenrijksche dame mej. Olga Zlatolaw- eck, die te Bergen op Zoom woont, werd Woens dag verrast met een bezoek van haar broer, van wien zij sinds het uitbreken van den wereldoor log niets meer gezien of gehoord had. De man had na jaren onderzoekingen de verblijfplaats zijner zuster achterhaald en had nu don afstand van Oostenrijk naar Nederland te voet afgelegd. Dat het weerzien hartelijk was laat zich begrij pen. BEDRIEGLIJK „OOGARTS" INGEREKEND. De politie te Weert heeft een koopman inge rekend, die zich geruimen tijd in Limburg op hield en zich overal als „oogarts" liet aandienen Deze „oogarts" was zoo welbespraakt, dat tal van ingezetenen er zich toe lieten overhalen gra tis onderzocht te worden en als dan bleek, dat de patiënten hulp noodig hadden, stond de arts met een grooten voorraad middelen gereed, die tegen een zoet prijsje beschikbaar waren 011 ab soluut als „afdoende" golden. Tal van goedgeloovigen zijn het slachtoffer van deze bedrieglijke praktijken geworden. Eenige jaren geleden heeft de man zijn bedrijf uitgeoefend in Asten en Deurne. waar hij zich uitgaf voor oogspecialist van de Utrecht scha Universiteit. Toen was hij erin geslaagd te ont vluchten, vóórdat de politie tot zijn arrestatie kon overgaan. fbliiLLËTON. Thans is de pseudo-oogarts in het huis van bewaring te Roermond opgesloten. NET! OP TIJD. De heer N. Verhoeven, landbouwer te Lage Mierde (N.Br.) die reeds te bed lag, werd Zater dag door de buren geklopt hij kon zich nog bij tijds uit de hoeve redden, die uit elkaar woei, nadat de asbestplaten door den storm van het dak waren gerukt. OVERSTROOMD. Tengevolge van den Noord-Westerstorm is de Eem in den nacht van Zaterdag op Zondag bui ten haar oevers getreden, waardoor verschillen de landerijen rondom Baarn onder water zijn geloopen. A.TLO.-BUS RIJDT EEN TUIN IN. In de Spoorstraat te Boxmeer werd een paard schichtig bij het naderen van een A.T-O.-bus. Het dier kwam te vallen en lag dwars over den weg. De chauffeur wilde een aanrijding voorkomen en gooide derhalve zijn stuur om. Hierdoor kwam de bus, na eerst eenige palen en een heg te hebben vernield, in een tuin terecht. Wonder boven wonder liep niemand echter verwondin gen op. De bus werd echter zwaar beschadigd. HET WRAK VAN DE „SHONGA" bij IJmuiden. De beide wrakstukken van de „Shonga" heb ben het tijdens den storm van j.1. Vrijdag hard te verantwoorden gehad. De komende branding sloeg gedurende vele uren onophoudelijk over de overblijfselen van het gestrande vaartuig. De gevolgen zijn dan ook duidelijk zichtbaar. Van het voorschip, dat het dichtst bij het strand zit, is de zware ijzeren mast verdwenen, zoodat thans nog slechts een vormelooze massa zicht baar is. Hetachterschip is thans geheel verdwenen. Tot vóór den storm staken de zware ijzeren laadmaston nog boven het water uit, doch thans is er niets meer te zien, zoodat dit deel van het schip vermoedelijk door de kracht der golven is omvergevallcn. Het is juist dit achterschip, dat het meest zeewaarts is gelegen, op een plaats waar de kustvisschers bij een hoogen wind meermalen naar toe worden gedreven. Voorheen waren de laadmaston uitstekend de bakens, zoo dat zij de gevaarlijke plaats konden mijden. Thans, nu niets meer de ligging van dit wrak stuk aanduidt, is het gevaar niet denkbeeldig, dat op den een of anderen dag een kustvaarder op het wrak stoot. Vermoedelijk zal de Rijksbetonninssdiensf wel eenige tonnen bij het wrak plaatsen de meest radicale oplossing is echter -om de heele zaak met dynamiet in de lucht te doen springen. Do stoomtrawler Gesiena strandde in de on middellijke nabijheid van het wrak. Indien de trawler op een der wrakstukken was gestooten. dan was het vaartuig in de branding ten onder gegaan en zeer zeker waren dan menschenle- No. 118. Duchemin had bemerkt, hoe de man gekleed was, dien hij volgde, en toen hij Paul Harmant zag uitstappen, gekleed met de donkerkleurige jas en met den kleinen ronden hoed op, zag hij nem aan voor baron De Reiss. Blijf hier, zeide hij tot zijn koetsier, de an dere mag vertrekken, als hem dat bevalt het is allen met dezen persoon dat ik iets te maken heb. Het rijtuig met Ovide erin, verwijderde zich snel. Jacques Garaud keek het na, tot het zich ver loor te midden van andere rijtuigen, cn ging toen in het koffiehuis plaats nemen aan een ta fel, goed in het licht geplaatst. Hij had het gelaat gekeerd naar de place de TOpéra en bijgevolg naar Raoul Duchemin. Deze laatste kon een gebaar van woede niet weerhouden. Ik heb mij laten beetnemen gelijk een dom kop mompelde. Die kerels hebben bemerkt dat men hen volgde, en zij zijn van costuum verwis seld. Ha schurk van een Soliveau. Duchemin gaf aan den koetsier bevel hem naar de rue de Damas terug te rijden. Amanda verwachtte hem met ongeduld. De jongeman kwam verlegen terug. Toen zij hem zag, begreep Amanda, dat er iets buitengewoons gebeurd was. Zij ondervroeg hem nieuwsgierig. Duchemin verhaalde zijn wederwaardigheden. Ondanks de volkomen mislukking van haar bondgenoot, kon Amanda zich niet weerhouden te lachen. Duchemin maakte een gebaar van woede. Van morgen af, ga ik weer op de loer liggen Dat zou tot niets dienen. Morgen is het Zon dag en zij zullen dan elkander niet bezoeken. Onnoodig u te vermoeien. Zoo wij eens naar Bois-le-Roi gingen Ik wensch niets liever, 't Is een goede ma nier om den dag door te brengen. Maar ziet ge, ik zal noch rust noch duur hebben, zoolang ik het adres van onzen gemeenschappelijkcn vijand niet zal ontdekt hebben. Wat drommelmag hij met dien Paul Harmant beramen Ik heb het u gezegd, misschien een andere misdaad en deze moeten wij trachten te beletten HOOFDSTUK XIX. Raoul Duchemin en mejuffrouw Amanda wa ren 's morgens naar Bois-le-Roi vertrokken. Etienne Gastel, de gedragslijn volgend, welke wij kennen, reisde met denzelfden trein, en in het station afgestapt, begaf hij zich langzaam naar de uitspanning „De Bijeenkomst der Ja gers" zonder er eenige gedachte op te hebben, dat het paar, dat hij zocht, eenige schreden voor hem uitging. W ij zullen hem aan zijn kunstbeschouwin gen overlaten en Amanda met Raoul volgen. Zij waren vroolijk en opgeruimd. Het was Ma- deleine, de dienstbode der uitspanning, die hen ontving. Dat wil nog iets zeggen riep de boerin met een vroolijken lach. Dat zijn brave Parijzenaars, die de menschen niet vergeten, die hen goed ge- .oed en verzorgd hebben. Madame zal uiterst tevreden zijn u te zien En gaat nu alles goed, mijnheer Raoul, sedert den dag dat gij ons verlaten hebt Alles gaat zeer goed, meisje. Van het ver schrikkelijk ongeluk, waarbij ik gevaar geloopen heb er niet meer heelhuids af te komen, blijft mij nog alleen de herinnering over. Mijnheer Raoul, men heeft hier veel over u gesproken, hernam de dienstbode. Over mij gesproken herhaalde Raoul ver baasd. Een heer die opzettelijk naar hier gekomen was om u te spreken en die zelfs zeer verstoord scheen omdat hij u niet vond. Het was een man van zekeren ouderdom reeds, met een rood lintje in zijn knoopsgat. Dan is het mijn oom niet. Hij wilde u volstrekt spreken. Hij heeft ge vraagd of men uw adres wist te Parijs, alsook dat van mejuffrouw. Het mijne ook Hij heeft het mijne ge vraagd riep Amanda, zeer bleek wordend. Er werd gebeld om Madeleine, die de twee jon gelieden moest verlaten, om haar werk te gaan verrichten. Wie zou die heer zijn Wat moet hij van ons hebben mompelde Amanda. Ik weet er niets van en dat maakt mij onge rust, zooals alles, wat geheimzinnig en onver klaarbaar is. Een half uur later zetten de twee jongelieden zich aan tafel in een zaal op de eerste verdieping waar hun ontbijt opgediend was. Madeleine was ermee belast hen te bedienen. Juist op dat oogenblik trad Etienne Castel de groote benedenzaal binnen. De hotelhoudster herkende hem en ging hem vens te betreuren geweest. DE VANGST VAN DE „GEZIENA." Strandjutters. Bij het stranden van den stoomtrawler „Ge- ziena" nabij IJmuiden had het vaartuig volgens opgave van den schipper 200 manden visch aan boord, w.o. 160 manden tong, tarbot en griet. Men heeft de visch zoo spoedig mogelijk uit de gestrande boot gelost en naar den Rijksvisehaf- slag vervoerd, waar slechts 100 kisten d.i. onge veer 140 manden zijn aangekomen, zoodat een groote partij spoorloos is verdwenen. De 100 kisten brachten in den afslag 1830 op. Door den reeder is bij de politie aangifte ge daan, dat uit den trawler een zeekijker, een scheepsklok en een barometer zijn verdwenen. BOTSING TUSSCHEN TREIN EN WAGEN. Nabij de Jan Gijsenvaart is op de spoorlijn Haarlem—Velsen een met paard bespannen wa gen beklemd geraakt tusschen de rails. De voer lieden konden de kar niet bevrijden en poogden vergeefs een naderenden trein te doen stoppen. De wagen werd bij de aanrijding geheel versplin terd en het paard gedood. ST1EIGER INGESTORT. In de Frans Halsstraat te Arnhem moesten 3 metselaars een zware ijzeren balk op den stei ger van een_ in aanbouw zijnd huis 'brengen. Op den steiger stond een bak met metselspecie, ter wijl daar bovendien metselsteenon bij lagen. De werklieden vereenigden zich bij het ophalen van den balk op het punt waar de materialen lagen. De steiger werd daar te zwaar belast, de kerto- ling welke de planken ondersteunde brak en de drie metselaars vielen met de materialen en hef steigerhout van 'zeven meter hoogte op den grond. Een hunner bekwam inwendige kneuzingen, de tweede brad een rib en had bovendien een voetfractuur, de derde had alleen lichte verwon dingen. DÉ GEESTfELIJKE VERZORGING DER ZUIDERZEE-ARBEIDERS. Woensdag is onder voorzitterschap van ds. W. Pothoven te Leeuwarden een buitengewone ver gadering der classis Leeuwarden van de Ned. Herv. Kerk gehouden, waar gesproken werd o- ver het toekomstig Zuiderzeegebied en de gees telijke verzorging der Zuiderzee-arbeidcrs. Ds. B. Klein Wassink uit Bathmcn, lid der Zuiderzee-commissie, behandelde het onderwerp „De Hervormde Kerk en de Zuiderzee." In den Wieringer polder, aldus spr. na een uitvoerige inleiding, zullen 35.000 en in al de pol ders te zamen 300.000 menschen komen te w; - nen, die allen bij den landbouw betrokken zim Komt er industrie in het nieuwe gebied, dan zal dit getal nog veel grooter worden. Zal er nu straks voor hen geen kerk zijn Zij zullen daar behoefte hebben, gelijk overal elders. Wel is waar zijn er ook in de bestaande dorpen wel die De alom gewilde pijptabak ECHTE FRIESCHE Melange van rijpe tabakken T^eeds vanaf 50 cl. per '2 pond 20 cl. per ons - 10 cl. per ons N.V. D0UWE EGBERTS TABAKSFABRIEK 10URE - UTRECHT - AMSTERUAH - OEM HA.tJ Opgericht 1753 met de Kerk hebben afgerekend, doch zou men daaruit vrijmoedigheid durven putten om, ge lijk de bolsjewistische leiders in Rusland het zonder Kerk te doen, en den godsdienst als opi um te beschouwen Dat durven wij niet aan, en zoo komt hier de roeping vooral van de oude Volkskerk uit. Als straks eens 150.000 menschen in het te verove ren gebied Ned. Herv.' zijn, zullen er tenminste 30 nieuwe gemeenten moeten worden gesticht, waarvan elke gemeente dus 5000 leden groot is. Een grootsch werk en een geweldige taak. die voorbereiding eischt. Daarom moet de Kerk aan het werk. Spr. betoogde verder, dat niet kan worden ge wacht. Op de „Oude Zeug" is reeds een R. K. kerk gebouwd, weliswaar voor de arbeiders al daar, maar dit feit heeft toch iets te zeggen. Ds. Klein Wassink betoogde dat er drie dinge n moe ten gebeuren. Ten eerste moet de kerk in haar geheel wakker worden geschud voor baar taak, ten tweede moet. er organisatie van hei. werk komen, ten derde geld. Nadat over een en ander van gedachten was gewisseld, trad als tweede spreker op de lieer J. K. Lofvers te Hippoiytushoef, die verhaalde van het werk der geestelijke verzorging van de Zuiderzeearbeiders, waarin hij een werkzaam aandeel heeft. NOG EEN SCHIP MET MAN EN MUIS VERGAAN. De kapitein van de te Zoutkamp binnen geko- men stoomtrawler „Alida" rapporteerde een glimlachend tegemoet. Gij komt dus nog eens terug, mijnheer zei de zij tot hem. Zoo-als gij ziet, madame ik kom hier eten. Zeer goed ik zal zorgen, dat gij tevreden zijt. Welnu, mijnheer, hebt gij, zooals gij ver langde, mijnheer baron De Reiss gevonden Etienne Castel antwoordde, de vraagster aan ziende Welzeker, ik dank u, mij zijn adres gegeven te hebben. En gij, madame ging hij voort, hebt gij nog hooren spreken over mr. Raoul Duche min sedert zijn vertrek uit Bois-le-Roi Het was de beurt aan de liotelhoudster om Etienne aan te zien. Kent ge dan mr. Duchemin vroeg zij. Neen, madame, doch ik heb gewichtige re denen hem te willen spreken, en daar uw dienst bode mij gezegd, heeft, dat hij op den een of an deren Zondag naar hier zou komen, ben ik ook, op goed geluk af, naar hier gekomen, in de hoop, hem te ontmoeten, en ik zal eiken Zondag terug komen, tot ik hem zal gezien hebben. Dan, mijnheer, moogt ge van geluk spreken. Hij is thans bezig te ontbijten, en na een wande ling in het bosch zal hij komen middagmalen. Gij hebt gelijk, madame, ik mag van geluk spreken. Is mr. Duchemin alleen Neen, mijnheer, hij is met een jongedame. Mejuffrouw Amanda zeker Juist, een zeer lieve juffrouw. Een vroolijke glimlach verscheen op de lippen van Etienne Castel. De hotelhoudster hernam Zoo gij wilt, mijnheer, zal ik hun verwitti gen, dat er iemand is, die gaarne mr. Duchemin zou spreken. Zeer gaarne, en wel onmiddellijk Etienne Castel, geleid door Madeleine, en den hoed in de ahnd, verscheen aan den ingang der zaal. De kunstenaar groette. Amanda en Raoul stonden haastig van hun stoelen op en groetten op hun beurt. Gij zult mij, mijnheer en madame, zoo be gon de nieuw aangekomene, vergeven, hoop ik, dat ik mij zoo zonder plichtplegingen aandien, doch ik zou volstrekt eenige minuten met mijn heer Duchemin willen spreken. Men heeft het mij gezegd, mijnheer, sta melde Raoul, en ik heb u doen verzoeken, hier te willen komen. Kan ik een woordje met u spreken 1 Welzeker, mijnheer. Etienne wierp een veel beteekenenden blik op mejuffrouw Amanda. Raoul verstond dien blik cn haastte zich er bij te voegen Gij moogt spreken in het bijzijn van mejuf frouw. Ik heb voor haar geen geheimen. De kunstenaar boog. Amanda schoof hem een stoel bij. Hij zette zich neer, en de geweldige ontroering van den jongeman bemerkende, zeide hij Mijn tegenwoordigheid schijnt u te ontstol len. Er bestaat'daartoe geen reden. Herstel u alstublieft. Wat ik u ook moge zeggen, wat ik u ook moge bekend maken, zie in mij geen vijand, maar integendeel iemand, die bereid is u de hand toe te steken, zoo gij, bij geval, een steun noodig hadt. Inplaats van Duchemin gerust te stellen, ver dubbelden die woorden zijn angst. Als antwoord stamelde hij slechts eenige on verstaanbare zinnen. Amanda luisterde toe, zeer ontroerd, zeer ge- jaagd. Etienne Castel ging voort Vooreerts moet ge weten wie ik ben. Ia hoof Etienne Castel ik ben kunstschilder en woon in de rue d'Assas. ^Nu, opdat ge zoudt begrijpen, waarom ik u hier kom opzoeken, hetgeen u onverklaarbaar moet schijnen, moet ik u verklaren, dat men mij j te Joigny gezegd heeft, dat gij gekwetst waart; bij een spoorwegramp, en dat gij te Bois-lè-Roi' verpleegd werd. Ha, zeide Raoul, het is te Joigny, dat gij vernomen hebt. Ja, mijn beste heer. En door wien Door den gemeentesecretaris. Duchemin werd doodsbleek. Etienne Castel ging voort Ik ben vóór drie dagen hier geweest, in de hoop u te ontmoeten. Gij waart vertrokken, heeft, men mij gezegd, doch gij zoudt den een of anderen Zondag terug komen. Ik besloot onmid dellijk, zelf eiken Zondag terug te keeren, ten einde u hier te zien, want ik had geen middel, om uw adres te Parijs te ontdekken. Gij moet hegrijpen, dat ik, om zoo fe handelen, u volstrekt [moest spreken. Ge begrijpt dat, nietwaar Zeker, mijnheer. Ik heb u spoediger ontmoet, dan ik had dur ven hopen. 'Thans zal ik u de reden doen kennen waarom ik naar liet stadhuis van Joigny ge weest ben, waar gij, naar het schijnt, vertrok ken zijt, wegens gedwongen ontslag. Is dat zoo? Helaas Ja mijnheer, het is zoo. I j ,_i (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Wieringer courant | 1928 | | pagina 1