JtArthL
20e Jaarjjang.
Dinsdag 15 Januari 1929.
No. 4.
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR
WIERINGEN EN OMSTREKEN
WIERINGER COURANTS
UITGEVER
CORN. J. BOSKER, WIERINGEN
VERSCHIJNT ELKEN
DINSDAG en VRIJDAG.
ABONNEMENTSPRIJS
per 3 maanden 1.—.
ADVERTENTlëN:
Van 15 regels 0.50.
Iedere regel meer 0.10.
BUREAU:
Hippolytushoef Wieringen.
Telefoon Intercomm. No. 19.
PARIJSCHE MODEBRIEVEN.
van
aan
wor-
ziju
VOLANTS.
VolantsVelen willen ze dragen, velen
zullen ze dragen, maar weinigen kunnen
ze dragen. Onze huidige korte rokken met hun
nog altijd iets te lage taillelijn, bieden heusch
te weinig ruimte om er volants op aan te bren
gen. Men moet al zeer lang en zeer slank zijn
om zoo'n volants -japonnetje te kunnen dragen,
zonder er als een suikerbrood uit te zien. Met
de avondtoiletten, die tot op den grond tippen,
is dit nog een ander geval. Maar met de japon
netjes, die men overdag draagt, moet men
hoogst voorzichtig zijn. Wat schoonheid
lijn betreft, zijn op zeer vele waar iets op
te merken valt. In verschillende vormen
den de volants ons aangeboden. Sommige
breed, andere smal. Er zijn platte, gefronste en
in voren geknipte volants. Dan zijn er nog ge-
pliseerde volants. Deze vallen meestal nog het
slankste en een rok, bestaande uit twee breede
plissee-volants boven elkaar, kan door de mees
te dames met succes gedragen worden. Een an
dere manier om de slanke lijn te bevorderen
bestaat in het in-diagonaal-lijn opzetten der
strookjes, schuin over den rok. Als deze diago-
naallijn nu maar niet in een spiraallijn ont
aardt, kan het effect dikwijls heel aardig zijn.
Bij een gekleed japonnetje vindt men dikwijls
ook aan de pelser. of de mouwen dezelfde vo
lants terug, terwijl de blouse soms een volants-
garneering heeft in den vorm van een jabot,
ben strookje langs den kraag, of heel eenvoudig
een serie van twee, drie of meerdere strookjes
recht of schuin over het lijfje.
KRAAGJES.
Kraagjes, dassen, guimps, strikken, vestjes
en zakken zijn de meest gebruikte garneering
voor een eenvoudig japonnetje. Practisch zijn
deze kleine versierselen, die zoo gemakkelijk
en goedkoop zelf te maken zijn en toch zoo veel
jeu aan een toiletje geven. We zagen nog juist
dezer dagen een alleraardigst lichtbruin wollen
japonnetje, met geen andere garneering dan
een plat liggend kraagje en manchetten van
negerbruin suéde. Het kraagje was van voren
afgewerkt met een zijden strik in dezelfde
kleur. De musketiers-manchetten stonden wijd
van de mouw af, wat aardig en apart deed. In
de keuze van stof en kleur hebben we voor de
ze toilet-onderdeelen een vrijwel onbeperkte
vrijheid. De een verkiest lichte, kleurige orna
mentjes, een andere donkere, stemmiger. De
een houdt van een eenvoudig kraagje, een
tweede van luxueus, een derde voelt meer voor
het artistieke genre. Wanneer we er een beetje
moeite en werk voor over hebben, kunnen we
ook door het inzetten van deeltjes in andere
kleur, iets bijzonders maken, b.v. een wit zijden
kraagje met roode hoekjes, waaronder een smal
rood lint wordt gestrikt, of een zwart kraagje
met een groen driehoeksrandje, enz.
WILHELMINE
BINNENL. NIEUWS.
BRIEFOMSLAGEN MET EEN ZEGEL.
Met ingang van 1 Januari a.s. zullen op de
postkantoren weder briefomslagen met een ze-
gelafdruk van 7cent verkrijgbaar' worden
gesteld. De verkoopprijs zal 8% cent bedragen.
Het ligt eveneens in het voornemen eerlangs
weder tot uitgifte van postbladen over te gaan;
deze zijn echter nog niet gereed.
DOODGEVROREN.
Sedert eenige dagen was te Nieuw-Helvoet
een veertienjarige jongen verdwenen. Men ver
moedde, dat hij op een ijsschots het Haringvliet
was afgedreven. Het broertje van den vermisten
jongen heeft nu, naar de „Tel." meldt, dezen op
het Groene Strand bij Rapange dood gevonden.
De jongen is weerschijnlijk door de koude over
vallen en doodgevroren.
KOLENDAMPVERGIFTIGING.
Een gevaarlijke kamerverwarming.
fl^e Zelhem is Donderdag het geheele gezin
van een landbouwer, bestaande uit drie perso
nen, door kolendamp bewusteloos gevonden.
Nadat geneeskundige hulp was ingeroepen,
kwamen vrouw en dochter vrij spoedig tot be
wustzijn. Bij den man kon dit eerst gelukken
met behulp van een zuurstofapparaat.
Het ongeval is veroorzaakt door de gewoonte
de slaapkamer te verwarmen met een emmer
gloeiende briketten.
EEN DIENSTPLICHTIGE VAN... 80 JA,',R T
Een inwoner van Amsterdam, schrijft de Tel.
de heer J. Torenburg, Tuinstraat 35, heeft in
No. 132.
Lucie werd doodsbleek en voelde al haar bloed
naar haar hart stroomen en haar bijna verstik
ken.
Maar waarom Waarom stamelde zij
met benauwde stem.
Niets, mompelde zij, terwijl zij zich verwij
derde, ik weet nog niets Waar nu Moeder Lize
gezocht Waar ze gevonden Het s onmogelijk,
dat zij waarlijk gezocht werd door de politie.
Zij heeft nooit iemand kwaad gedaan. De meid
heeft verstaan En ik sta nu alleen voor dat
schrikkelijk geheim Ik kan niets doen ter red
ding der arme vrtrnw, die ik zoo teeder bemin.
Lucien heeft mij verlaten, hij zou voor mij een
steun geweest zijn Hij ook beminde Moeder
Lize, hij zou haar raad gegeven, haar beschermd
hebben Ach, God heeft mij wreed getroffen
Aan wien nu raad gevraagd
Eensklaps bleef Lucie staan.
Zij dacht, aan Luciens vriend aan den advo
caat, bij wien Moeder Lize geweest was om vooi
haar te spreken, kortom, aan George Darier.
Nauwelijks was dit denkbeeld in haar geest
opgekomen, of zij begaf zich naar de rue de
Bonaparte, waarvan Zij niet ver verwijderd was.
In minder dan twintig minuten bereikte zij
het huis, waar de jonge man woonde en waar
van zij het nummer kende.
Tegenover de deur van Georges' kabinet, voel
de zij zich overvallen door een zooderlinge ont
roering, het was haar, als of haar hart ophield
met kloppen.
Na verloop van eenige seconden, kreeg zij
haar stoutmoedigheid terug.
De oude Madeleine kwam opendoen en ont
ving haar met deze vraag
Wat verlangt u, mejuffrouw t
Ik kom om mijnheer den advc-cat Darier
Dat is hier.
Zou ik hem kunnen spreken
Ik denk het wel, mejuffrouw. Gelieve bin
nen te komen. Mijnheer is in zijn kabinet. Ik
zal hem verwittigen.
En Madeleine geleidde het meisje naar den
salon, waar, nog ingepakt, de schilderij stond,
welke Etienne Castel hem gezonden had.
De oude dienstbode begaf zich vervolgens
naar naar het kabinet van haar meester.
Deze was bezig met de stukken te bestudee-
ren van het proces, waarin hij den volgenden
dag voor Paul Harmant moest pleiten.
De brief, dien de rijke fabrikant hem geschre
ven had, lag open voor hem op zijn schrijfbu
reau.
Bij het binnentreden van Madeleine, lichtte
Georges het hoofd op en vroeg
Wat is er
Mijnheer er is een juffrouw die u verlangt
te spreken.
Breng haar binnen.
Madeleine leidde Lucie binnen en verwijder
de zich.
Georges zag met den eersten oogopslag de
ontroering op het zachtzinnig gelaat zijner be
zoekster.
Ga zitten, mejuffrouw, zeide hij, een stoel
bijschuivend, waarop het meisje zich liet neer
vallen.
Ach, mijnheer, riep zij vervolgens, in snik
ken losbarstend. Geef mij raad, bescherm mij,
red haar.
Verrast door die losbarsting van wanhoop,
wist Georges eerst niet hoe het gesprek aan te
knoopen, doch hij kreeg spoedig zijn koelbloe
digheid terug en vroeg
Wat is er gebeurd, mejuffrouw Wat is de
oorzaak van uw droefheid
Mijnheer, antwoordde Lucie, ik had bij mij
een brave en waardige vrouw, die ik beminde
als ware zij mijn moeder. Ik ben ziek geweest,
zeer ziek, zij betoonde mij al de liefde, zij gal
mij al de zorgen welke een moeder zou geven
aan haar dochter. Eenige dagen geleden is zij
bijna verongelukt. Gisteren is zij naar een feest
maal gegaan, haar aangeboden door menschen
van haar beroep, om haar wonderbare redding
te vieren. Zij zou 's avonds thuis komen. De a-
vond en de nacht zijn verloopen, zij is niet te
ruggekeerd.
Zeer ongerust, vol angst, een ongeluk vree-
zend, ben ik dezen morgen naar het huis ge
gaan, waar het feestmaal had plaats gehad.
Dat huis was gesloten op bevel der iustitie en
het toeval heeft mij doen vernemen, dat dit be
vel gegeven was, omdat de vrouw, die ik zocht,
na gisteren gevaar te hebben geloopen vergif
tigd te worden, zich door de vlucht onttrokken
had aan een aanhouding, waarvan ik de oor
zaak niet ken. Die aanhouding was belet door
den tegenstand der bakkersgezellen, die haar
het feestmaal aanboden.
Sedert dat oogenblik is zij niet weers-ekeerd
in het huis, waar zij werkzaam was en ik weet
niet tot wien mij te wenden, om haar spoor te
rug te vinden.
Mij alleen op de wereld ziende, kom ik u,
behoorlijken vorm een oproep ontvangen om
zich Dinsdag 15 Januari te laten inschrijven
voor de nationale militie.
Er ontbreekt niets aan de kaart en niets aan
het adre9. Het is toegerust met de strenge waar
digheid, die al onze officieele paperassen plegen
te sieren.
Deze officieele deftigheid zou dit papier vol
strekt niet tot een merkwaardigheid stemmen.
En toch is het merkwaardig.
De jongeman n.1. tot wien deze oproep is ge
richt heeft den aanvalligen leeftijd van 80 jaar
bereikt.
De zonderlinge vergissing is te verklaren uit
het feit dat de oproep was bedoeld voor den
zoon, die ook den naam J. Toorenburg droeg,
maar..reeds negen jaar dood is.
De oude man zal zich correct den vijftienden
naar de Lauriergracht begeven. Met belangstelr
ling mag men afwachten bij welk wapen hij zal
worden ingedeeld. Misschien zou hij bij de gele"
rijders geen kwaad figuur maken.
In elk geval is hij van plan om, wanneer hl)
voor „de hooge heeren" verschijnt, naar het wa
pen, waarbij hij zal worden ingedeeld, zeer in-
sfantelijk te informeeren.
KIND DOOR EEN RAT GEBETEN.
In den nacht van Maandag op Dinsdag is ten
huize van een bewoner der gemeente te Nieu
wer Amstel een 1^-jarig knaapje, dat op een
z.g. kermisbed op den grond sliep, in zijn slaap
aangevallen door een rat en zoodanig gebeten,
dat het ter behandeling naar een ziekeninrich-
ting te Amsterdam moest worden overgebracht.
Het dier werd door den vader, die op 't ge
schreeuw van het ventje toesnelde, met een ha
mer afgemaakt, toen het van angst in de gordij
nen was gevlucht. Het was een buitengewoon
groot exemplaar.
EEN ALPENAREND GESCHOTEN.
In de bosschenvan het Kon. Domein te Gortel
onder Epe, heett boschbaas J. Cpek een Alpen
arend geschoten.
Het dier, dat een vlucht heeft van 2.25, M. en
éen lengte van 98 c.m., is door den heer C. van
der Zande, portier van het Paleis op Het Loo,
opcezet.
Alpen-arenden, als de nu geschotene, komen'
in ons land zeer zeldzaam voor. De laatst be
kende vangst dateert uit 1851, toen een Alpen-
Arend in Friesland geschoten werd.
EEN WIEG IN BRAND.
Door onoplettendheid van de dienstbode ge
raakte Dinsdagavond in een woning te Buitenr
veldert, een wieg in brand, waarin een ll/> jarig
meisje lag te slapen.
Het dienstmeisje, dat gedurende de afwezig
heid der familie op zou passen, was in slaap
gevallen en had tijdens den slaap met haar han
den een petroleumlampje omgestooten tenge
volge waarvan de wiegbekleeding vlam vatte.
Ze had echter de tegenwoordigheid van geest
het kind onmiddellijk uit haar brandend bedje
te nemen en luidkeels om hulp te roepen, waar
op buren toesnelden die er in slaagden het
vuur te dooven met een brandbluschapparaat.
Het kind dat reeds brandwonden over het ge
heele lichaam had bekomen, kon echter thuis
worden verpleegd. Ook het dienstmeisje had
brandwonden aan de handen bekomen, die door
een ontboden geneesheer werden verbonden.
EERSTE OPENB. SCHOOL IN nieuw GEBIED.
Naar de „N. Rott. Crt. bericht, zal te Kornwer-
derzand de eerste openbare school in het droog
te leggen Zuiderzeegebied worden gesticht in
het dorpje, ontstaan op dè opgespoten Zuider-
zeeterrein zijn ongeveer 30 leerlingen. Het ge
meentebestuur van Wonseradeel heeft hiervoor
de zorg en roept gegadigden voor de functie van
hoofd op.
DIEFSTAL DOOR EEN MARECHAUSSEE.
De marechaussee te Deventer heeft gearres
teerd een opperwachtmeester der huzaren, die
bekend heeft zich schuldig te hebben gemaakt
aan diefstal met braak in het huis van den
garnizoenscommandant, waar hij een bedrag
van ruim 200 heeft gestolen.
ZIJN ZUSTER DOODGESTOKEN.
Zondagmiddag één uur heeft de mijnwerker
Josef van Eis tijdens een twist zijn zuster Elis
met een broodmes in den rug gestoken. De dood
trad spoedig in. De dader is gearresteerd.
INBREKER AANGEHOUDEN.
Dezer dagen trachtte een man in te breken
op de boerderij van den heer Spierts te Onder-
Spekholz-Kerkrade. De opzet werd evenwel op
gemerkt en de inbreker werd verjaagd met een
schot hagel, dat de zoon van Spierts hem na
zond.
Vrijdag vervoegde zich een man aan het zie
kenhuis te Kerkrade, die niet minder dan ne
gentig hagelkorrels in zijn zitvlak had. Een en
ander werd direct met bovengenoemda inbraak
poging in verband gebracht en het resultaat
van het onderzoek was, dat is gebleken, dat de
betrokkene inderdaad de schuldige was. De man
wordt nu van andere inbraken, die in den laat-
sten tijd onder Kerkrade werden, verdacht. Hij
is ter beschikking van de politie te Kerkrade
gesteld.
mijnheer, hulp en raad vragen. Steun mij, mijn
heer, help mij, want zonder u, ik gevoel het wel,
zou Moeder Lize voor altijd voor mij verloren
zijn.
Bij het hooren dier laatste woorden sprong
Georges op.
Moeder Lize riep hij uit. Lize Perrin. Die
brave vrouw, die mij eenige dagen geleden is
komen raadplegen en mij de papieren terug
bracht, die zij gevonden had Het is van Lize
Perrin, dat gij spreekt
Ja, mijnheer I
En gij heet Lucie, nietwaar, mejuffrouw
Ja, mijnheer, herhaalde het meisje.
Eensklops stiet Georges een doffen kreet uit.
Hij herinnerde zich de bedreigingen, in zijn
tegenwoordigheid door Paul Harmant tegen de
brooddraagster uitgebracht.
Wat is er, mijnheer, stamelde het meisje
BUITENLAND.
HOOFD DER SCHOOL SCHIET OP EEN
LEERLINGE.
Omdat zij zijn liefde niet beantwoordde.
fl]e Weenen heeft zoo juist het hoofd der
school, Franz Hoditsch uit Unterloisdorf in
Burgenland, terecht gestaan wegens poging tot
doodslag op een zijner vrouwelijke leerlinge de
18-jarige Victoria Unger. Hoditsch had liefde
opgevat voor het meisje, zoo vertelt de Tel., er.
u nooit gezegd wie zij was
Lucie zag den jongen advocaat geheel ontsteld
aan.
Ik begrijp u niet, mijnheer, zei zij vervol
gens.
Zij heeft u haar waren naam niet gezegd
Tjoch wel, mijnheer.
Hoe is die naam
Lize Perrin.
Dat was haar echte naam niet.
Haar echte naam niet herhaalde Lucie.
Ja mejuffrouw. Het is bij de prefectuur van
politie, dat gij moet zoekenhet is daar al
leen, dat gij uw oude gezellin kunt terugvinden.
Gij maakt mij bang, mijnheer riep het
meisje uit. Heeft Moeder Lize dan waarlijk een
misdaad begaan
Ik weet het niet, doch Lize Perrin is- een-
en-twintig jaar geleden, onder een anderen
versteld. Gij schijnt een ongeluk te vreezen, wij nta^ Je™?r.de!;1J*
hebben alles te vreezen, nietwaar
Neen, mejuffrouw, neen, antwoordde de
advocaat de handen zijner bezoekster vriende
lijk in de zijne nemend. Wees kalm en laat ons
rustig praten. Dus gij komt mij raad en hulp
vragen.
Ja, mijnheer, en dien raad en die hulp zult
gij mij verleenen, nietwaar
Zeker, het is mijn plicht, en ook mijn ver
langen. Maar eerst eenige vragen.
Spreek mijnheer.
Gij hebt gesproken van een poging tot ver
giftiging, gepleegd op de vrouw, die gij Moeder
Lize noemt
Ja, mijnheer.
Door wien is die poging gepleegd
Door een man.
Welken man
Hij is aangehouden, naar het schijnt en
het is daarna indien het waar is, wat men
verteld heeft dat men ook Moeder Lize heeft
willen aanhouden, doch dat zij beschermd werd
door degenen, die haar een feestmaal aanboden
Welke was de reden of het voorwendsel
dier aanhouding
Ik weet het niet. Men vertelt, dat de arme
vrouw gezocht \^erd door de politie.
Paul Harmant had haar aangeklaagd, zei-
de Georges bij zichzelf en de ongelukkige, in de
val geloopen, is zonder twijfel aangehouden in
haar vlucht.
Welnu, mijnheer zeide Lucie, met saam-
gevouwen handen.
Welnu, mejuffrouw, ik heb u nog een of
twee vragen te stellen, hernam Georges.
Ik ben bereid er op te antwoorden.
Heeft de vrouw, die gij Moeder Liize noemt,
sluiting. Zij is ontvlucht uit de gevangenis van
Clermont. Zij heet eigenlijk Jeanne Fortier.
Lucie wankelde.
Jeanne Fortier, stamelde zij met gesmoor
de stem. Gij zegt Jeanne Fortier
Ja, mejuffrouw.
Lucie stiet een kreet van wanhoop uit.
Mijn moeder zeide zij vervolgens handen
wringend. Het was mijn moeder, mijn moeder,
onrechtvaardig veroordeeld. Lucien heeft het
mij gezegd, mijn moeder die voor eens anders
misdaad boette Ach, het was daarom, dat ik
haar zoo zeer beminde. Daarom, dat zij mij met
zulke teedere zorgen omgaf, mij zulke grooie
liefde betoonde Moeder, mijn arme moeder
mijn geliefde moederEn zij hebben haar op
nieuw aangehouden en naar de gevangenis ge
bracht, ik zal haar niet meer zien O dat is
afschuwelijk, mnijheer! Er moet een middel zijn
om haar onschuld te bewijzenom haar te
reddenMijnheer, gij zijt advocaat, gij zijt
goedhartig, ik zie het wel, want uw oogen zijn
gevuld met tranen. Mijnheer, ik smeek u. Doe
een wonder. Geef mij mijn moeder weer.
Op dat oogenblik ging de deur van het kabi
net open.
Etienne Castel, Lucien Labroue en Raoul
Duchemin kwamen verschenen.
Mijn voogd riep Georges verwonderd uit.
Lucien stamelde het meisje, verschrikt
achteruitwijkend.
De zoon van Jules Labroue snelde naar het
meisje toe, nam haar in zijn armen en drukte
haar tegen zijn borst, terwijl hij haar Uoefluis-
terde
Hoop, Lucie Hoop
(Wordt vervolgd.)