].R. KEUSS TABAK
EERLOOS.
20e Jaargang;.
Vrijdag 15 Februari 1929.
No. 13.
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR
WIERINGEN EN OMSTREKEN
Tabaksfabriek
De Wakende Leeuw
J. k. KLUSS
Laat 125 - ALKMAAk.
m b iy i i i
■W1ERINGER COURANT
■iSS
UITGEVER
CORN. J. BOSKER, WIERINGEN
VERSCHIJNT ELKEN
DINSDAG en VRIJDAG.
ABONNEMENTSPRIJS
per 3 diaanden 1.
ADVERTENTIëN
Van 15 regels 0.50.
Iedere regel meer 0.10.
BUREAU:
Hippolytnsboet W leringen.
Telefoon Intercomm. No. 11.
een waarborg™ voor de kwaliteit.
PROVINCIALE
„VAN WEEK TOT WEEK RUBRIEK."
Brand, brand en nog eens brand. Onze
eilanden in de eenzaamheid. Journalisten
op avontuur.
We zijn deze week tot de ontdekking gekomen,
dat er to/h één zaak is, waar alle menschen hei
hartroerend, over eens zijn, n.1. dat het tegen
woordig erg koud is. En daarom is het gelukkig,
dat we een zeer verwarmend onderwerp vooi
onze rubriek bij de hand hebben, en wel een hee-
le serie branden. Wat er de laatste dagen niet al
lemaal afgebrand is, is fabelachtig. In de kranten
van twee dagen tijd komen maar eventjes twaali
gevallen voor, allen uit ons eigen land. En geen
kleintjes ook, denk maar aan het Leidschc stad
huis, waar we ons hier overigens niet verder
mee bemoeien, en aan Flora in Amsterdam. Ver
moedelijk zal de kou wel heel wat op zijn gewe
ten hebben bij een paar gevallen wordt tenmin
ste al gesproken van te hard opgestookte kachels
zoo b.v. bij dat van een kapperszaak in Purme-
rend, waar de kapper 's avonds al te flink had
opgepookt. Het brandje werd hier nog stevig aan
gezet door de aanwezige eau de cologne, zoodat
er van de winkel niet veel overbleef. Te hard sto
ken schijnt ook de oorzaak geweest te zijn van
het afbranden eener boerderij in de Purmer,
waar bovendien niet minder dan twintig koeien,
twee paarden en een paar kalveren omkwamen,
terwijl een blusscljer door vallende steer.en vrij
ernstig werd gewond. Om nog eventjes in dezelf
de buurt te blijven te Krommenie zijn twee hui
zen afgebrand, terwijl tot vermeerdering van de
vroolijkheid ook nog een spuit bevroren was. In
Zaandam was het ook al niet pluis hier moest
een woon- en winkelhuis, waarin een sigaren
zaak was gevestigd, hét ontgelden. Men zegt,
dat er niets is overgebleven dan een partijtje
vijf-cents-9igaren, die het hardnekkig vertikten
om te branden. En dan tenslotte ons laatste ge
val te Bergen is (maar dit is al vaneen paar
dagen terug) een schildersatelier met complete
inventaris (behalve den schilder natuurlijk) af
gebrand. waar er heel wat schilderijen aanwezig
waren, is dit voor den armen kunstenaar, Leo
Gestel, zeker een ramp te noemen.
FEUILLETON.
No. 3.
Met een woeste smart sloot Henriette het kind
in haar armen en droeg het weg, terwijl zij haar
klamme hand op de wijd geopende oogjes legde.
Je hebt niets gezienzei zij, trillend van
aandoening, verward van geest.... je hebt niets
gezien je hebt niets gehoord Luister
goed en begrijp me goed. Je mag niets gezien, je
mag niets gehoord hebben.
Neen mama, ik heb niets gezien, ik heb niets
gehoord.
Die stem had niet meer dat gelud van zuiver
kristal, dien helderen zilverklank, het was na
genoeg het diepe stemmegeluid van de moeder
door het ontzettende schouwspel plotseling groot
geworden, had het meisje helder doorzicht gekre
gen in hetgeen er verder zou plaats hebben.
Je zult nooit iets zeggen
Neen nooit
Dat beloof je me stellig, nietwaar, als je mij
een weinig lief hebtals ge uw moeder niet wilt
doen sterven
Ik beloof het u.
Je zult nooit zeggen, wat je gezien hebt
nooit, wat je hebt gehoordhoe men je ook
dreigt of plaagt of smeekt
Nooit, dan op uw last, moeder.
't Is goed Dat God u de smart bespare
Laat Hij mij treffen, maar laat Hem mededoogen
hebben met uw zwakheid en met uw onschuld
Zij schreide niet, maar de zenuwachtige snik
ken, die opwelden uit haar borst, versmoorden
bijwijlen haar stem.
Zij had nochtans de kracht om naar het ven
ster te gaan en dat te sluiten. Toen, wederom bij.
het bed komend, zag zij, dat de kamenier nog al
toos in de kamer was, sprakeloos en ontdaan.
Henriette vreesde, dat zij het bewustzijn zou ver
liezen. Zij had niettemin nog de tegenwoordig
heid van geest, om sschijnbaar kalm te zeggen
't Is goed, Victoire, ik zal zelf Susanne wel
helpen.
Heeft mevrouw dan niets gehoord niets
gezien daar vlak bij'
Hoe Wat ls er dan
Een schot mevrouw Een schot van een ge
weer of een pistool
Och, je droomtGa maar gerust heen.
Nu we dan onze plicht betreffende al die bran
den hebben gedaan (dat moest natuurlijk eerst
gebeuren, omdat brandende kwestie altijd de
voorrang hebben), moeten we toch nog even op
de kou en het ijs terugkomen. Hoe het ijs in
Burgerbrug bijna een binnenlandsche oorlog
heeft veroorzaakt, heeft men reeds In ons vorig
nummer kunnen lezen. De grootere kanalen, het
Noordhcllandsch en het Noordzeekanaal zijn tot
heden toe, althans volgens onze laatste berich
ten, nog opengehouden. Hier zou voor de Burger
bruggelingen dus nog dankbaar werk te verrich
ten zijn. Wat onze eilanden betreft, die we hier
zeker niet mogen vergeten, kon in het algemeen
gezegd worden, dat ze tamelijk geïsoleerd zijn.
Uitgezonderd Marken natuurlijk, dat altijd een
beetje verwend wordt. Daar de heele Gouwzee
dichtgevroren is, leeft men op datgelukkige ei
land zonder zorgen en krijgt men bovendien nog
drie kwart van Amsterdam bij op visite.
Overigens is het op al de eilanden misère.
Urk was er al heel slecht aan toe, want daar zit
men zonder bier, wat niet minder dan een ramp
is. Inmiddels heeft 'n vliegmachine 't er gebracht.
Ook hebben Urkers een poging gewaagt van Enk
huizen over zee te voet hun eiland te bereiken.
Tot. half twaalf kon men hen nog van Enkhuizen
met een kijker waarnemen, zich nog steeds voort
bewegende in de richting van Urk. Daarna zijn
zij uit het gezicht verdwenen. Van deze zes Ur
kers zijn Woensdagmiddag te half vier drie te
Urk aangekomen. De andere drie LTrkers hebber,
den tocht halverwege opgegeven en zijn naar
Enkhuizen teruggekeerd.
Reeds dikwijls heeft men geprobeerd dezen
tocht over het ijs te doen, maar zelfs de oudste
bewoners van Urk herinneren zich niet dat het
ooit gelukt is, aangezien in het Val van Urk een
zeer sterke stroom staat.
Texel zat sedert Zondagmorgen zonder verbin
ding en dus zonder post echter is 't nu na drie
dagen de „Marsdiep" weer gelukt er te komen
Vlieland is heelemaal onbereikbaar Terschel
ling heeft Dinsdag nog verbinding gehad met
Harlingen door middel van een sleepboot Ame
land zit weer in de eenzaamheid en krijgt gebrek
aan steenkolen, wat met de kou erg onplezierig
is. Volgehs de laatste berichten is een vliegma
chine van de K. L. M. er in geslaagd, Terschelling
en Ameland te bereiken. De burgemeester van
Ameland heeft tijdens het korte verblijf van het
vliegtuig op het eiland den piloot Sillevis en-
beiden mecaniciens een zilveren dasspeld met
het wapen van Ameland ten geschenke aangebo
den. Ja, die vliegmachines vormen in dergelijke
misère een uitkomst. Dat ondervond men Woens
dagmiddag weer op Texel. In de Koog was een
patiëntje, een meisje van negen jaar, ernstig ziek
aan buikvliesontsteking. Een opératie was drin
gend noodig. Maar hoe het kind in Den Helder
te krijgen De marine-vliegdienst bood uitkomst
Hoewel natuurlijk de marine-vliegtuigen niet op
het vervoer van zieken zijn ingericht en er ook
nog wel technische bezwaren waren op te los
sen, heeft men alle bezwaren weten te overwin
nen. Het patiëntje werd per auto van haar woon-
Neem mij niet kwalijk mevrouw, maar ik
meende zoo zeker
Bevend verliet Victoire het vertrek.
Henriette, die toevallig het eigen gelaat in het
spiegelglas van een bonheur-dujour zag, ontstel-
ce van zich zelf.
Een plotseling uitgestooten gil deed haar tril
len van angst.
Zij zag om. Daar lag Susanna bewusteloos op
den grond, in een hevigen toeval, zich wringend
als van pijn, alleen zichtbaar het wit der oogon
en met saamgetrokken lippen.
Zij hief het kind in haar armen op, terwijl ze
bij haar nederknielde zij streelde haar voor
hoofd, oógen en wangen en bedekte het gelaat
met brandende, koortachtige kussen.
Mijn kind, mijn lieve, beste Susanne, kom
tot uzelf Wees toch bedaard Houd u toch goed
ik smeek het je, mijn engeltje Wees niet bang
Ik b enimmers bij je Zie mij maar eens aan,
mijn eenige schat
Maar Susanne zag of hoorde niets in haar be-
wusteloozen toestand.
T-oen legde Henriette behoedzaam het hoofdje
weder neder, bevochtigde haar zoekdoek met het
wattert uit een waschkan en bette het gelaat dei-
kleine, het voorhoofd en den hals.
Eindelijk scheen het kind dan toch tot meerde
re kalmte te geraken. De stuiptrekkingen hielden
op. Zij kwam tot zich zelf.
Gedurende een geruimen tijd bleef zij haar
moeder aanzien en toen, als antwoordde zij op
de onuitgesproken bede, die zij op Henriettes ge
laat meende te hebben gelezen, herhaalde zij
nogmaals
Neen, mama, ik heb niets gezien.Ik heb
niets gehoord.
Bitter schreiend sloot Henriette het lieve kind
in haar armen en zoo bleven zij lang ineen ge
strengeld, doch het kleine meisje weende niet.
Borst aan borst, doodelijk beangst, bevend bij
het minste gerucht, hadden beiden voortdurend
het schrikkelijk tooneel, in al zijn ontzetting, le
vendig voor oogen.
Eensklaps voer een huivering moeder en kind
door de leden en gelijktijdig stonden zij van de
rustbank op, maar Susanna liet haar mama niet
los en hield nu de kleine armpjes om haar mid
del geslagen.
Het hek, dat het grasveld van den straatweg
scheidde, ging krakend open.
Men hoorde schreden op het kiezelpad, en werd
een sleutel in de huisdeur gestoken.
Hij is 'tHij is 'tmompelt Henriette m
Susanne klemt zich nog dichter aan haar vast.
plaats naar het dichts bij het vliegkamp De Mok
gelegen boerderij van den heer Lap vervoerd.
Het kind werd om te voorkomen, dat het tij
dens den overtocht in het open vliegtuig kou zou
vatten en ook dat geen wapperende uiteinden
van de dekens in aanraking zouden kunnen ko
men met de stuurraden van het vliegtuig ge
heel in dekens genaaid.
Om twee uur was inmiddels een vliegtuig van
de marine, bestuurd door den chef-instructeur
van het vliegkamp De Kooy, met een ziekenver
pleger naar Texel vertrokken. Op het landings
terrein waren eenige manschappen aanwezig om
het vliegtuig op te vangen, zoodat het met draai-
enden motor vöor de blokken kon blijven staan.
Van het starten en vervoeren van het patiëntje
verwachtte men geen nadeel, wel echter bij den
schok bij het landen. Om dezen zooveel mogelijk
te breken nam de ziekenverpleger het kind op
den schoot. Aan het vliegkamp De Kooy stond
een ziekenauto gereed, waarmede de zieke direct
naar het marine-hospitaal werd getransporteerd.
Het patiëntje werd direct geopereerd.
En wat Schiermonnikoog betreft hierom
trent is nog een bijzonderheid te vertellen. Do
'ijsvlet. van Oostmahorn is er in geslaagd dit ei
land te bereiken met post, gist plus een paar
journalisten. Wat die krantenmenschen daar
wilden uitvoeren, mag Joost weten. In ieder ge
val heeft het een onderhoudend reisverhaal opge*
leverd. Toen de heeren eenmaal op Schiermon
nikoog waren, konden ze er niet meer vandaan
komen, zoodat het eenige resultaat vana de on
derneming was, dat er twee opeters meer waren.
Gelukkig kwam er toen een vliegmachine, die
de avonturiers oppikte en netjes in Amsterdam
terugbracht. Ja, die journalisten zijn altijd raic
zwalkers. Een goed journalist behoort tot hetzelf
de soort avonturiers, die vroeger op een schip
stapten om de heele wereld rond te zwerven. Nu
daar heelemaal geen gevaar meer hij is, en er
ook geen nieuwe werelddeelen meer te ontdek
ken zijn, nu worden zulke avonturiers kranten-
schrijver. Er is-maar één verschil die vroegere
zwervers liepen altijd het risico, óm ergens door
een stel kannibalen te worden opgegeten die
van tegenwoordig hoeven daar niet bang meer
voor te zijn. Tenzij men de eilanden nog een poos
je in de eenzaamheid laat zitten cn de eetwaren
opraken. Want dan zou het nog niet zoo onmo
gelijk zijn, dat de Urkers of Vlielanders brutale
journalisten tot soep gingen verwerken. Men zij
dus gewaarschuwd
BINNENL. NIEUWS.
MEISJE BEWUSTELOOS OP DEN WEG
GEVONDEN. Door auto overreden.
Woensdagavond omstreeks 8 uur vonden twee
heeren, die op den Rijksstraatweg onder Oegst-
geest met een auto reden, een meisje bewusteloos
langs den weg liggen, dat door een auto was ó-
verreden.
Nadat de politie gewaarschuwd was, stelde
'deze vast, dat het meisje de 16-jarige dochter
Ja, het was inderdaad Boger Laroque, die thuis
kwam.
Henriette had hem reeds herkend aan zijn
stap.
Zij blaast de lamp uit, laat alleen het nacht
lichtje branden en doet de kamerdeur op slot.
Zij beefde voor een ontmoeting met haar echt
genoot.
En zij luisteren in spanning naar de schreden,
die naderbij komen, die de trap opgaan, die den
salon betredendie blijven stilstaan.
Moeder en dochter durven geen adem halen.
Roger is bij de kamer zijner vrouw.
Voor haar deur is hij blijven stilstaan. En te
midden van die doodelijke stilte hooren zij duide
lijk, hoe hij hijgt, als iemand die hard heeft ge-
loopen.
Wat zou hij doen Zou hij binnen gelaten wil
len worden Neen, hij luistert, om te weten of
zijn vrouw al dan niet naar bed is gegaan. Men
hoort zelfs zijn vingers, die naar den deurknop
tasten en vervolgens zaclitkens tegen de deur
kloppen.'En een zeer zachte stem zegt
Henriette Henriette Ben je nog op
Ziet gè haar, die moeder en die dochter, elkan
der innig vastklemmend, de oogen op de deur
gericht, alsof de dood haar bedreigde van dien
kant Zij wachten zich wel, eenig taal of teeken
te geven. De moeder heeft noodelooze voor
zorg haar hand tegen de lippen van het kind
gelegd
Roger is overtuigd, dat beiden in diepen rust
zijn. Voorzichtig verwijderd hij zich, het geluid
zijner schreden dempend in het dikke tapijt, uit
vrees voor iemand wakker te maken.
tegenover de kamer zijner vrouw en aan den
anderen kant van den salon is zijn kamer. Hij
treedt binnen. Niets verstoort de stilte. Alles
schijnt in slaap te zijn.
En nauwelijks een kwartier is het geleden, dal.
zij beiden op het balkon stonden, gelukkig, ver
langend naar de terugkomst van Roger. En
thans
In een kwartier zijn drie menschenlevens ver
woest
Zeker, de gelukkigste van die drie is hij aan
den overkant, die daar dood ligt in de kleine ka
mer met haar meubels van mahoniehout, cn
wiens naar wraak dorstende ziel ongetwijfeld op
dit uur reeds boven het huis van Roger zweeft.
een somberen dag van morgen voorspellend.,
stormen op stormen stapelend voor de toekomst.
Het slaat twaalf uur.het middernachtelijk
uur., het uur der misdaden., vervolgons kwart
over twaalven, halféén en éen uur.
was van den caféhouder Van Leeuwen uit Oegst-
geest.
Zij werd naar het Academisch Ziekenhuis te
Leiden overgebracht, doch bij aankomst aldaar
bleek zij reeds te zijn overleden.
Hét vorige jaar is bij een auto-ongeluk onder
Sassenheim eveneens een dochter van den heer
Van Leeuwen om het leven gekomen.
DE STRENGE WINTER.
WERKLOOZENKASSEN.
De minister van Arbeid, H. en N. heeft goedge
keurd, dat van werkloozenkassen in bedrijven,
die op het oogenblik van zeer buitengewone werk
loosheid door vorst te lijden hebben, de uiekee-
ringsduur voor tengevolge van den min. van
Binnenl. zaken en Landbouw vallen, met twaali
dagen wordt verlengd, indien een verzoek daar
toe hem van de zijde der betrokken kassen be
reikt.
Hij richt zich ter zake tot de inaanmerkng ko
mende kassenbesturen.
KOLENDAMPVERGIFTIGING IN EEN SCHOOL
Dinsdagmorgen hebben zich in de vierde klasse
der O. L. School te Moordrecht gevallen van ko
lendampvergiftiging voorgedaan. Bij den aan
vang der lessen, des morgens 9 uur wilde de ka
chel in die klasse niet doorbranden. TJijdens de
lessen werden verschillende kinderen onwel en
werden naar huis gezonden. Verschillende kin
deren begonnen thuis te braken, klaagden over
hoofdpijn en vermoeidheid. Het gevolg was, dat
eenige ouders naar de school gingen om inlich
tingen in te winnen. Toén bleek dat zich in het
lokaal kolendamp had verzameld. De kinderen
kregen allen vrijaf.
TWEE KINDEREN VERDRONKEN.
Uit Sliedrecht wordt gemeld
Woensdagmiddag te drie uur zijn de 14-jarige
Van Heukelom en de eveneens 14-jarige Vervo
ren, beiden afkomstig uit Sliedrecht, terwijl zij
aan het schaatsenrijder waren op de rivier, in
een wak geraakt. Zij verdwenen onmiddellijk in
de diepte en dadelijk toegesnelde hulp kon niet
meer baten.
Hun lijken zijn nog niet gevonden.
GRIEP TE ARNHEM.
De griep-epidemie grijpt te Arnhem zóó snel
om zich heen, dat tal van zaken ernstige moeilijk
heden gaan ondervinden. Van het gemeentetper-
soneel, bestaande uit 1800 man, is meer dan 20
pCt. ziek. Op de kunstzijdefabriek ontbreken al
leen van het kantoorpersoneel meer dan 60 per
sonen, van het fabriekspersoneel ontbreken een
kleine 500 man. Verschillende scholen, o.a. alle
r.k. scholen op de Geitenkamp, zijn gesloten, om
dat alleen daar pl.m. 350 leerlingen lijdende zijn
aan griep. Verschillende scholen hebben tijdelijk
klassen gecombineerd, niet alleen wegens het
groote aantal zieke kinderen, maar ook wegens
het afwezig zijn van onderwijzers. De wethouder
van onderwijs heeft gisteren in overleg met den
controleerenden geneesheer bepaald, dat die
Zij zitten nog altijd gedoken in haar hoekje, de
armen om elkander gestrengeld.
Zij slapen niet.hoe hadden zij kunnen slapen?
Henriette legt Susanne geheel gekleed in haar
bed en werpt luchtig eenig dek over haar heen.
Duizend denkbeelden, het een al ongerijmder
als het andere, bestormen haar brein.
Wat te doen Roger een moordenaar Wat
moet er van haar worden Als zij eens met Su
sanne wegvluchtte
Maar vluchten stond gelijk met hem te beschul
digen of zou althans een kwaad vermoeden op
wekken Onmogelijk Haar leven was hier, bij
dien man
Bij den man, dien zij zoo zeer had bemind, die
haar eerste, haar eenige liefde had bezeten.
Die man, gisteren haar afgod, was nu een mon
sters geworden in haar oogen Henriette nadert
behoedzaam het bed en kijkt naar Susanne. Het
kind heeft haar oogjes toe. Henriette verbeeldt
zich dat zij slaapt.
Des te beter, mompelt zij. O, God, bewaak
die onschuld
Zij opent voorzichtig de deur en luistert.
Niets, 't Is alles stil, overal stil.
Zij gaat den salon in en doet daar een paar
schreden.
Opeens blijft zij stilstaan en schuilt weg ach
ter de piano.
De deur van Rogers slaapkamer staat wagen
wijd open.
Op zijn lessenaar staat een brandende lamp en
Laroque zit nadenkend en bleek, met beide han
den onder het hoofd.
Henriette beschouwt hem met schrik.
De hooge hoed, dien zij daareven bij de worste
ling met het ongelukkig slachtoffer op den grond
heeft zien vallen, de grijze hoéd met den breeden
zwarten band, hij staat nu bij Roger op zijn les
senaar. Dat bruine gelaat met dén vollen, zwar
ten baard, kort te voren door haar waargenomen
duidelijk waargenomen, ziet zij vyederom voor
zich, 't is het gelaat van Roger.
Alles, alles heeft zij onderscheiden van den
moordenaar in een van die blikken, waarin men
met een wonderlijke juistheid alle kleine bijzon
derheden zelfs opmerkt. Roger heeft nog zijn dun
ne zoaaerjas aan van lichtgrijze kleur, met het
kleine manteltje op den sihouders, dat zij even
eens heeft gezien, toen hij het huisje van Larou-
ette binnensloop, een stofjas, die in den avond
stond aoo gemakkelijk te herkennen viel.
(Wordt vervolgd.)