J.R. KEUSS TABAK EERLOOS. 20e Jaargang Vrijdag 1 Maart 1929. No. 17. NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR WIERINGEN EN OMSTREKEN Tabaksfabriek De Wakende Leeuw J. R. KEUSS Laat 125 - ALKMAAR. ■■■■HEJKiB k iWIERINGER COURANT» UITGEVER CORN. J. BOSKER, WIERINGEN VERSCHIJNT ELKEN DINSDAG en VRIJDAG. ABONNEMENTSPRIJS per 3 maanden 1. ADVERTENTIëN Van 15 regels Iedere regel meer 0.50. 0.10. BUREAU: Hlppolytnshoei Wierlngen. Telefoon Intercomm. No. 11. een waarborg voor de kwaliteit. LAND- en TUINBOUW. De winter van 1929. Neen, lezer het ligt niet in onze bedoeling te schrijven over bevroren en gesprongen waterlei dingbuizen, noch over het ijsvermaak of het har de stoken en evenmin over de geledon ellende, hoe treurig die ook voor velen moge zijn geweest Onze bedoeling is de strenge vorst en de langdu rige koude te beschouwen uit een oogpunt van land- en tuinbouw en de goede zijde, zoowel als den nadeeligen kant daarvan te bespreken. Laten we beginnen met de lichtzijde van dezen strengen winter, die wij thans hopen, dat hij wel haast voorbij is, al moge hij nu en dan nog n om den hoek kijken, als het maar bij kijken blijft. De vorst dan heeft een zeer gunstigen invloed op de structuur van den grond. Min of meer stij ve en stugge kleigronden worden door invloed van vriezend weer in meerdere of mindere mate rul en fijn en wanneer geen overvloedige regen valt dan zullen de gunstige gevolgen van het doorvriezen het geheele jaar, althans een grooi deel daarvan merkbaar blijven. Dit is in niet mindere mate het geval met de in het najaar go trokken ^bagger, die én is opgedroogd én is door gevroren, tengevolge waarvan de bagger niet al leen gemakkelijk kan worden verdeeld, doch ook in waarde wint, omdat de lucht goed kan toe (ro den en zoodoende schadelijke stoffen in nuttige stoffen veranderen. Ook zullen vele veldmuizen en sommige scha delijke insecten door de koude het leven gelat om hebben, een niet te onderschatten voordeel, d if zich meermalen na strenge winters heeft, geopen baard. Ook in dit opzicht heeft de winter ons geen kwaad gedaan. De koude heeft, echter ook nad'eelige gevolgen. Wij denken aan de eerste plaats aan de poota ir:l- appelen, de ingekuilde consumptie-aardappelen de bewaarkool e.d. Hoevelen zullen er niet zijn bij wie een grooter of kleiner deel hiervan als verloren kan worden beschouwd. Het is ons he kend, dat ingekuilde keukenbieten en uien in meerdere mate door de strenge' koude hebb« i geleden. De schade, hierdoor veroorzaakt zal me nigeen niet meevallen. Wij hopen er echter hef beste van. Er valt verder niets aan te doen. FEUILLETON. No. 7. Maar mevrouw, gij begrijpt toch, niet waar hernam Lacroix met zeer veel gemoedelijkheid, dat ik in deze duistere zaak allereerst naar licht zoek en dat ik alle getuigenissen tracht bij een te brengen, die, zoo al niet tot overtuiging, dan tenminste tot een gegrond vermoeden kun nen aanleiding geven. Iedereen, niemand uitge zonderd is verplicht om tegenover de justitie de geheele waarheid te zeggen, niet één getuige kan de belangrijkheid van zijn eigen verklaring beoordeelen en een geringe aanwijzing zoo ge ring, dat men ze in het eerst kwalijk telt, heeft dikwijls het spoor aangegeven, waarlangs de moordenaar moest worden gezocht. Waarlijk, gij moet u alles goed herinneren, mevrouw, als ik het noodig mocht vinden, 11 voor do tweede maal te ondervragen. Hij groette koel, maar beleefd. Na zijn vertrek bleef Henriette alleen in (hu- salon onbeweeglijk staan met het hoofd op de borst. Wat moest er gedaan worden Wat zou er gebeuren Hoe te ontkomen aan de justitie, waarmede zij zoo herhaaldelijk was bedreigd O, weldra zou men haar mét vragen overstel pen. Die commissaris vermoedde nu reeds, dat zï getuige was geweest van het mcordtooneel. Men zou haar dwingen om te spreken. Men zou haar strikvragen doen, haar met zichzelf in tegen spraak trachten te brengen. Zij zou in voortdurenden angst verkeeron. O maar zou zij die strikvragen wel ontwijken, zij zou wel zorgen, dat ze zichzelf gelijk bleef, maai als Susanne nu eens in het verhoor werd geno men Zou het kind, gescheiden van haar moeder, in staat zijn, om weerstand te bieden aan al de be dreigingen, de vleierijen, ja zelfs de leugens, waarmede men haar zou trachten te vangen. Susanne was nog zoo'n klein meisje. Ze zon gaan aarzelen, in de war raken. Was het Hen riette niet zelf gebeurd Zij zou gaan schreien, ze zou misschien alles bekennen. En met haar bekentenis, neen, een vreeselijkcr toestand was Iets anders is het met de te veld staande gewas sen, b.v. onze wintergranen, winterkoolzaad, kar- wij. Deze zullen ongetwijfeld den nadeeligen in vloed van de vorst vertoonen, te meer omdat zij weinig door sneeuw beschermd zijn geworden. Wie de weidevelden aanschouwt, kan uit de kleur reeds opmaken, dat ook hier een terugzet ting van het gras heeft plaats gehad. Zoodra het weer wat zachter is geworden en deze gewassen tol nieuw leven geroepen worden, zullen wij moe ten trachten den groei te bevorderen. Is dit mo gelijk, zal men wellicht, vragen. Wij antwoorden hierop bevestigend. Wij kunnen in dit. opzicht nog veel redden door een bemesting met. Chili- salpeter te geven, natuurlijk in de veronderstel ling, dat, voldoende kali- fosformest is toegepast. Wat toch is het geval De voorraad stikstof is uit deh aard der zaak gewoonlijk zeer klein, zoo dat de planten in het voorjaar daaraan in de eer ste plaats behoefte hebben en dit jaar in grootc mate. Het Chilisalpeter heeft dit groole voordeel dat het. dadelijk werkt, omdat de planten het direct kunnen gebruiken, wat met verschillende andere stikstofmeststoffen niet het geval is. De ze moeten eerst veranderen, wat alleen kan ge schiedon door voldoende warmte. Bovendien maakt Chili kalk vrij, vooral op die gronden wel ke kalkarm zijn. Geef én Uw wintergranen én Uw weiden 200 - 300 K.G. Chilisalpeter en Gij zult daardoor vee' achterstand bij die gewassen inhalen. Reeds ja ren geleden is door den toenmaligen Rijksland bouwconsulcnt, C. Nobel, hierop met nadruk ge wezen. Ook anderen hebben dezen raad gegeven en wij herhalen dien. Ook ten opzichte van de vroege groenten ondeï glas of in don vollen grond bevelen wij een over bemesting met Chili ten zeerste aan. Met name noemen wij spinazie, sla. vroege wortelen, aard beien enz. Wij hebben bij ondervinding waarge nomen, dat een matige gift Chilisalpeter d m groei niet alleen bevorderde, doch ook tengevolge had. dat deze producten eerder verkocht konden worden, en daardoor de hoogste priizen maakten P. PROVINCIALE „VAN WEEK TOT WEEK RUBRIEK." Wat de winter op zijn geweten heeft. Zelfs een graag geziene gast kan vervelend worden, als hij zijn visites te lang maakt. Nie mand is erg op dat soort bezoekers gesteld, dat nog blijft zitten, als de geheele familie geeuwt en rekt van verlangen naar bed. Een dergelijk plakkerig bezoeker hebben we thans in den winter. Met open armen is hij in gehaald, er is bijna gehuild, toen hij van plan scheen weer spoedig te vertrekken en nu Nu zal zelfs de meest hardnekkige schaatsen rijder er geen tra,an meer om laten, als hij zijn biezen pakt. Als hij dat tenminste ooit. gaat doen. Wie daar zeker ook verlangend naar uitzien. dat zijn de talloozen, aan wie de winter werk niet denkbaar, zou zij haar vader beschuldigen van een moord. En Victoire pleegde het verraad, zij stortte haar, Henriette en Susanne, in het ongeluk, want Victoire was in Henriette's kamer geweest op het oogenblik, dat het schot werd gelost. Zij was het vergeten. De hémel wist, wat zij nu reeds gezegd had O, als zij kon zwijgen, zij ook Dan was Roger gered. En straffeloos konden Henriet te en Susanne alles heeten liegen. Maar waarom zou Victoire zwijgen Slechts twee dageri was zij in dienst. Zij kon geen gene genheid hebben voor haar meesteres. Zij moest, zoodra de commissaris haar ernstig onder han den nam, dadelijk het spoor bijster raken en al les, ja alles bekennen, Indien Henriette de stilzwijgendheid van dit meisje eens kon koopen Ja, dit was mogelijk, daartoe bestond althans eenige kans. O, zij zou haar alles geven wat zij zelf bezat. Zij zou haar juweelen verkoopen desnoods. Zij wil haar vijf, tienduizend francs beloven, maar Victoire' zal zwijgen het moet tot eiken prijs moet haar stilzwijgen worden gekocht. En onmiddellijk, in de koortshitte van haar besluit, belt zij om haar kamenier. Zachtkens nadert Susanne haar moeder. Mama, zegt ze, hebt ge gehoord, wat ik daar straks gezegd heb Henriettö kuste haar hartelijk. Ja, mijn engel, antwoordde zij met gedemp te stem, zoo moet je altijd zeggen. Weet je wel wat je mij hebt beloofd Ja, mama, ik weet het. En als er mannen, mannen met nijdige ge zichten, u ondervragen, u dreigen zal je dan sterk kunnen blijven Zal je dan niet bang wor dern f.' Neen, mama, ik zal altijd maar aan u den ken. En mara belooft niet, dat ze meer van ie zal houden, dan ze nu doet, mijn schat, want da' is onmogelijk, maar mama blijft je liefhebben meer dan zij je zeggen kan. Victoire kwam niet, toen er om haar gebeld was. Henriette drukte nogmaals op den belknop nu-veel langer. Victoire kwam nog niet. 't Was de koetsier die binnentrad. Waar is Victoire toch vroeg mevrouw La- roque. Zij is uitgegaan, mevrouw, maar zij zal we' op den weg zijn, denk ik, bij al die menschen, die maar altijd door dat huis staan aan te gapen en loosheid, zorg en armoede gebracht heeft. Dat zijn ook de gemeentebesturen en andere autori teiten, vakvereenigingsleiders en armbesturen, die in deze dagen voor de taak geplaatst zijn, zooveel mogelijk de gevolgen var* den strengen winter te bestrijden. Wat dat laatste betreft, we zijn toch wel een heel stuk verder gekomen sedert den vorigen gelijksoortigen winter, die van 1890. We willen altijd zoo graag vergelijken, welnu, hier is een vergelijking, die wel eens gemaakt mag worden. In dien tijd was de stand zoo, dat ieder maar moest zorgen, hoe hij door don moeilijken tijd heenkwam. Van een behoorlijke zorg voor dc getroffene was geen sprake dat was een zaak, die eigenlijk heelemaal overgelaten was aan kerken en aan particulieren, die wel eens edel moedig wilden wezen. Ja, er was één geval, dat de gemeente mocht bijspringen, dat was niet als de toestand zeer ernstig was, daar gaf de wet niet om, maar als men bang was voor de gevolgen, m.a.w. als men vreesde voor opstoot jes. En als men daarmee vergelijkt de toestand van thans, dan ziet men toch wel vooruitgang Wel is alles ook nu nog lang niet zooals het we zen moest, wel is ook de tegenwoordige wet lang niet in orde, wel zijn er ook nu nog gemeentebe sturen, die niet het minste begrip van de noodi- ge maatregelen toonen, maar we zijn toch hoe- wat vooruitgegaan. Als men leest, hoe overal zelfs in kleine plaatsen, maatregelen worde genomen, hier op initiatief van de gemeente zelf daar op aandrang van vakvereonigingen of raadsleden, als men leest, hoe alom de vaak aanzienlijke bedragen worden toegestaan, stemt dit tot tevredenheid. Tevreden, maar niet voldaan. Dit geldt ook hier. Want er is nog heel wat te verbeteren in dit opzicht. Een groot bezwaar bij eiken vorm van ondersteuning is nog altijd, dat de brutaal ste schreeuwers het meest krijgen en de stiller, in den lande, die er vaak het slechts aan toe ziin heelemaal niet of achteraan komen. Dat is ee; niet te vermijden bezwaar. Velen zien nu een maal tegen een gang naar gemeente- of armbe stuur op, terwijl ze het toch heusch hard noodig hadden. Wat dat betreft, lijkt ons de regeling uitstekend, die in Alkmaar is ingevoerd, waar men zich niet rechtstreeks tot het armbestuur hoeft te wenden, doch bij bepaalde „vertrou wensmannen" terecht kan, die dan verder de zaak verzorgen. Dit zal menigeen een zwarcr gang kunnen besparen. En ook al in verban met dat eergevoel was het niet bepaald eet practisch voorstel van een raadslid in Schagen. die in navolging van de groote steden, do ge meente aan het erwtensoepkoken wou zetten Wat in de steden een goede maatregel is. waar de gemeentesnert uitstekend voldoet, is daarom nog niet geschikt voor een kleine plaats, waar menigeen zich voor de buren zou schamen, als hij van die gelegenheid gebruik moest maken. Neen, alle maatregelen ziin niet even goed geschikt, al zijn ze goed bedoeld. Net zoo mm b.v. het houden van een hardrijderij om snek voor werkloozen. Hier in onze provincie zijn we tot nog toe van een dergelijke vertooning ver niet uitgepraat raken over de vrecselijke moord geschiedenis. Ga haar roepen. Ik moet haar hier hebben, dadelijk De koetsier haastte zich, om aan het ontvan gen bevel te voldoen. Er verliepen eenige minu ten. Eindelijk kwam de koetsier terug. Hij was alleen. Net zooals ik dacht, zei hij. Victoire stond daareven met al,de andere menschen bij het huisje van mijnheer Larouette te pratten. Ze is dus gezien. Ze hebben met haar gesproken. Maar nu is zij weg. Den kant uitgegaan van Ville-d% Avray. Mevrouw had haar zeker een boodschap meegegeven Neen, neen, dat had ik nietLoop, wat je loopen kuntBreng haar mee Verlies geen se conde. Zoek haar in het dorp overal. Zij kan nog niet ver weg wezen. De koetsier spoedde zich weder weg. Er verliep een half uur, een heel uur. Er kwam nigmand Henriette durfde niet meer op het balkon ko men, want telkens, als zij maar bij het venster kwam, zocht haar blik, tegen wil en dank, daar ginds, in die kamer met haar meubels van ma honiehout., naar de voeten van Larouette, bij de omvergeworpen tafel Voir de tweede maal kwam do koetsier thuis. Henriette durfde geen vraag tot. hem richten Bevend wachtte zij op hetgeen hij haar zeggen zou. Ik breng, zooals mevrouw ziet, Victoire niet mee, zei de koetsier, maar ik weet toch, waai zij is. De menschen hebben haar het politiebure au zien binnengaan, naar de kamer, waarin de commissaris van Versailles voorloopig zijn bu reau gevestigd heeft. Zij moet daar heel wat te vertellen hebben, want zij is er al een uur ge weest en zij was er nog, toen ik weer terugging om het u te zeggen, mevrouw. 't Is goed, antwoordde Henriette met een zwakke stem. Wat ik haar te zeggen had, zai ik dan maar doen, als zij thuis komt. De koetsier ging heen. Henriette zonk dood vermoeid in een leunstoel. De gebeurtenissen volgden zoo vreeselijk snel op elkander. Eenige uren slechts was het geleden, dat de misdaad werd gepleegd en nu reeds moest zij Roger als verloren beschouwen. Toen voor het eerst barstte zij in tranen los. Met haar vroegtijdig begrip, plotseling ontwik schoond gebleven, maar in het Noorden, speci aal in Groningen, is het al enkele keeren voor gekomen. We bedoelen hier niet een wedstrijd, waar voor de armen gereden wordt, maar door de armen zelf. Een verheffend geval lijkt het ons niet, noch voor de toeschouwers, noch voor de deelnemers. Een schoolkameraad uit onze prille jeugd stopte geregeld spinnen in een doos, in de hoop, dat ze mekaar van honger zouden vermoor den. Op een dergelijke hoogte staat ook zoo'n spekrijderij En dan nog, wat betreft de particuliere liefda digheid, dat is een heel mooi ding, maar men moet zich daar toch niet te veel van voorstellen. In de huidige omstandigheden kan het particu liere werk slechts een heel bescheiden handje helpen, de voornaamste steun moet van gemeen te of rijk komen. Wat weer niet wil zeggen, dal voor goedgeefsche burgers geen mooi werk is te doen. Integendeel, wanneer b.v. die particu lieren zich bezighouden met de verzorging van stille armen, dan is dat heel nuttig. Maar geen in weldadigheid liefhebberende oude dame moet zich thans voorstellen, dat ze de toestand wel eventjes kan opknappen. Tot slot van dit weldadigheidspraatje mogen we U nog wel even herinneren aan onze vogels, die er minstens even beroerd aan toe zijn als de menschen. Allerlei afval kan menigen vogel in het leven houden. Het ziet er tocli al naar uit, dat onze vogelstand geweldig gedund zal wor den. Zeg nu niet, die vogels zijn toch onnut of schadelijk, want als het daarover ging, kon men negen en negentig procent van de menschen zoowel ondersteunden als ondersteuners ook met een gerust geweten laten dood gaan De eenigen, die van den tegenwoordigen toe stand profiteeren, dat zijn de krantenmenschen. Wij vertelden reeds van de twee journalisten, die per ijsvlet naar Schiermonnikoog gingen, thans hebben wij concurrentie gekregen van een andere krantenschrijver, die met de M.U.Z.- menschen naar de Oude Zeug is getrokken, om de menschen af te halen. Het resultaat is ge weest een paar koude voeten en twee kolom men reisverhaal. Den volgenden avonturier zou den we aanraden, om b.v. per prikslee naar Nova-Zembla te gaan. Dat verandert weer eens en op zoo'n manier blijft ook de spanning er in. BINNENL. NIEUWS. ANGSTIGE OOGENBLIKKEN. De 16-jarige mej. B. en de 17-jarige mej. D., uit Made, gingen een kijkje nemen over het ijs in den Biesbosch. Ze liepen verschillende kanaal tjes en grachten over tot zij moe waren. ,Tben gingen zij in het 9troo zitten tegen rietschelven, in het warme zonnetje en vielen in slaap. Tjegen half zes ontwakend zagen zij zich geï soleerd, doordat de snel opkomende vloed wa ter over het ijs had gestuwd. Op haar hulpge roep kwam zekere v. d. B. met hooge laarzen aan en droeg de meisjes een voor een over den plas, waar het water ongeveer 70 c.M. op het ijs stond. Laat in den avond kwamen ztj te Made keld, peilde Susanne al de smart harer moeder. Schrei niet, mama, zei ze, ik heb u zoo lief! Zij wrong zich tusschen Henriette's knieën en omhelsde haar met een eindelooze teederheid. Maar met verdubbelde snelheid vielen de tra nen uit moeders oogen op het hoofd van het kind, als een noodlottige dauw, die de vruchten van wanhoop en martelaarschap zou doen rij pen. II Mijnheer Lacroix was reeds op het bureau, toen Victoire het gebouw binnen ging. Hij had juist getelegrafeerd naar het parket van Versailles. Hij zat nu met de papieren voor zich* die hij bij Larouette gevonden had, in de hoop, dat het een of ander van hetgeen hij daar vond, hem zou kunnen inlichten, omtrent de belangrijkheid van den diefstal. Goed op uw tijd gepast, Victoire zei hij tegen de binnentredende kamenier. Ga daar zit ten, meisje, dan zullen we eens bedaard samen praten. Ja, mijnheer, begon Victoire, die niet op haar gemak scheen te zijn, ik ben hier, omdat mijnheer het mij gelast heeft, maar ik weet niet waarvoor. Ik heb thuis, bij mevrouw Laroque, u reeds alles gezegd, wat ik wist. Alles, kindlief vroeg de commissaris mees muilend. Ja, mijnheer, alles Hoor eens, meisje, ik merk wel, dat me vrouw Laroque, met zoo hardnekkig te zwijgen, u een slecht voorbeeld heeft gegeven. Het is in uw belang, haar daarin niet na te volgen, dat raad ik u Ge moet mij opbiechten, wat ge weet, alles, wat ge weet, begrijpt ge Doet ge dat niet, weigert gij een volledige verklaring af te leggen, dan Victoire begon al te schreien en verborg haar gelaat achter haar boezelaar. Dan, vervolgde de commissaris op strengen toon, dan roep ik een van de gendarmes en ik neem n mee naar Versailles, waar ik u ter be schikking stel van den procureur der Republiek Hij belde. Onmiddellijk vertoonde zich een gendarme. Houd u gereed om deze vrouw naar Ver sailles te geleiden, beval de commissaris. Victoire schreide nog heviger. Mijnheer, ik bid \i, laat niemand mij kwaad doen. (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Wieringer courant | 1929 | | pagina 1