EERLOOS.
20e Jaargang.
Dins dag 9 April 1929.
No. 27.
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR
WIERINGEN EN OMSTREKEN
■WIER1NGER COURAÜT
UITGEVER
CORN. J. BOSKER, WIERINGEN
VERSCHIJNT ELKEN
DIN8DAG en VRIJDAG.
ABONNEMENTSPRIJS
per 3 maanden 1.
ADVERTENTI8N
Van 15 regels
Iedere regel meer
0.50.
0.10.
BUREAU:
Hipfolytnshoaf Wlerinfen.
Telefoon Intercomm. No. 19.
BINNENL. NIEUWS.
EERVOLLE BENOEMING.
De heer Jb. ter Hall te Den Helder, ex-kapei-
meester der Kon. Ned. Marine, is met ingang van
1 Mei a.s. benoemd tot Kapelmeester der Haag-
eche Tramharmonie.
In verband met deze eervolle benoeming heeft
de heer Ter Hall ontslag aangevraagd als diri
gent van het Sted. Muziekkorps te Den Helder
en de Chr. Muziekvereeniging „Soli Deo Gloria"
te Alkmaar.
EINDE SCHOOLKWESTIE ENGWIRDEN.
De schoolkwestie in de gemeente Engwirden
(Fr.) Is geëindigd. De Vereeniging voor een bij
zondere school voor neutraal onderwijs te Luin-
jeberd heeft zich thans bereid verklaard de aan
geboden lokalen in de nieuwe school te Spitsen-
dijk te aanvaarden en zoo mogelijk in eigendom
over te nemen.
GROOTMOEDER GEZOCHT EN GEVONDEN.
Een jonge vrouw te Amsterdam vervoegde zicli
op het spreekuur van de Commissie uit den Ar
menraad aldaar voor de plaatsing van kinderen
in gezinnen, zoo lezen wij in „De Schakel." Haar
man was een maand geleden aan tuberculose ge
storven, zij was onverzorgd achtergebleven met
een kind van vier jaar en voorzag nu in haai
onderhoud met het schoonmaken van kantoorlo
kalen. Hierdoor was zij genoodzaakt het kind
tweemaal per dag bij de buren te geven, juist in
de uren dat de kinderbewaarplaatsen nog niet
en niet meer geopend zijn. Zij zag in, dat dit dit
niet langer zoo ging. En nu meende zij dat er dan
geen andere uitweg te vinden zou zijn dan liet
uit te besteden. En dat vond zij verschrikkelijk
„Leefde mijn moeder nog maar," zuchtte ze, „die
eou bij mij hebben kunnen inwonen en op het
kind passen.
Zou er geen grootmoeder voor hem te vinden
eijn opperde de amtenares en, toen de ander
haar ongeloovig aankeek „geen echte natuurlijn,
maar een bejaarde vrouw, die tegen betaling van
kostgeld bij u kan inwonen en als u niet thuis
bent voor het kind zorgen. Hebt u een kamertje
over Ja, een kamertje had zij, een aardig kamer
tje zelfs en netjes gemeubeld, maar hoe nu aan
zoo'n grootmoeder ta komen Het adres van
de Jonge weduwe werd doorgegeven aan de Com
missie inzake oudeliedenzorg. Bij het onderzoek
bleek, dat er geen enkel bezwaar tegen bestond
dat een oude vrouw in dit gezin zou worden op
genomen. fToevallig meldde zich enkele dagen
later een krasse, vriendelijke oude vrouw bij de
Commissie aan, die een goed kosthuis zocht,
daarvoor 7 per week kon betalen en die wel te
vinden was voor de grootmoeder. Èn het duurde
niet lang of deze had haar intrek genomen in
het kamertje van de weduwe.
De beide vrouwen konden gelukkig best. samen
'opschieten en de kleine jongen had met zijn nieu
we grootmoeder al spoedig een hechte vriend
schap gesloten.
FEUILLETON.
OP STAP.
De recherche te 's-Hertogenbosch heeft daar
ter stede drie meisjes aangehouden van.acht
en twaalf jaar, die uit Amsterdam naar het Zui
den waren gereisd en te Den Bosch in een hotel
overnachten. Zij beweerden, dat hun vader den
volgenden dag eveneens zou komen hij had in
die gemeente een betrekking gekregen en de
meisjes moesten maar alvast vooruitgaan. Van
het geheele verhaal bleek geen woord waar te
zijn. Zij zijn dan ook op transport gesteld naar
Amsterdam.
DE WINTERGRANEN.
Nu de natuur opnieuw herleeft, blijkt dat de
schade, welke de langdurige strenge vorst aan
te velde staande wintergranen heeft veroorzaakt,
over 't algemeen in den Ilaarlemmermeerpolder
vrij aanzienlijk is.
HOE HET EEN JEUGDIGEN ROOKER
VERGING.
Een jongmensch te Stellendam, dat nog niet
aan het rookverbod was ontgroeid, vertoonde
zich niettegenstaande dat verbod op straat met
een sigaar in den mond, dapper dikke wolken
uitpuffend. Toen hij echter den veldwachter zag
aankomen, zonk hem de moed in de schoenen en
stopte hij vlug de brandende sigaar in een broek
zak. De gevolgen bleven niet uit, zoowel in bo
ven- als onderkleeding brandde een flink gat,
een straf, die wellicht nog heilzamer zal werken
dan een flink standje of een bekeuring.
TREIN EN AUTO-BOTSING.
Te Castricum is op den onbewaakten overweg
een auto door den trein kon stoppen. Door krach
tig remmen heeft de machinist ernstiger ongeluk
kunnen voorkomen. Nu werd de auto geheel ver
nield de bestuurder, afkomstig uit Zaandijk,
bleef ongedeerd. Hij zette met den trein zijn reis
voort.
VLOEKVERBOD EN ZONDAGSLUITING.
Bij de behandeling van een nieuwe politiever
ordening besloot de Gemeenteraad van Vriezen-
veen tot algeheele sluiting van alle café's enz.
op Zondag, terwijl tevens het vloekverbod werd
aangenomen.
BUITENLAND.
VECHTENDE WERKLOOZEN.
Ruim 500 werkloozen, die te Lieverpool Vrij
dagmorgen opkwamen voor de vervulling van
200 dagbaantjes als vruchtendrager,1 geraakten
onder elkaar slaags, zoodat een sterke politie
macht moest optreden om de vechtenden te
scheiden. Daarna werden er 200 uitgekozen voor
het werl^, de anderen trokken met kneuzingen en
blauwe oógen af.
NA DROOGTE REGEN.
In geheel Italië zijn processies en gebeden om
regen gehouden, daar door de wekenlange droog
te de oogst dreigde te mislukken. Vrijdag is na
een storm plotseling overvloedig regen beginnen
No. 17.
En zijwaarts buigend in het zadel strekte hij
naar hem zijn beide armen uit.
In het bijzijn van al hun krijgsmakkers van wie
zelfs niemand glimlacht, want allen zijn ernstig
en nadenkend, allen begrijpen, dat zij hun leven
moeten geven, vallen de beide vrienden aan el
kanders borst en omhelzen elkaar.
Generaal Marqueritte galoppeert langs het
front der troepen.
Hij ziet het tooneel der omhelzing, grootsch in
al zijn eenvoud.Hij neemt zijn steek af en zwaait
er mede in de lucht, terwijl hij uitroept
Leve Frankrijk
Hij zelf sneuvelde.
De Fransche artillerie ondersteunt de bewe
ging, die een aanvang neemt. De eerste batterijen
treden er voor in de plaats.
Generaal Marqueritte gaat het terrein verken
nen, waarop hij met zijn ruiters de charge wil
doen.
Hij valt, getroffen door het moordend loo£.
Generaal Gallifet neemt het commando over.
Ducrot stelt zich aan het hoofd der chargeeren-
de troepen.
Huzaren, jagers, Afrikaansche jagers heffen
zich in het zadel op, buigen over den hals hun
ner paarden en klemmen hun sabel vaster in de
vuist.
Het is een woeste stortvloed, die daar tusschen
het bosch van la Garenne in het dorp Floing
komt nedervallen op zeventien Duitsche batail-
lons.
De tirailleurs worden met het zwaard neerge
veld, verjaagd, maar de bataillons houden stand.
Een regen van kogels daalt op de Fransche rui
ters neer.
Geheele gelederen worden weggemaaid, de sa
menhang wordt verbroken er ontstaan overal
groote ruimten, waarin menschen en paarden
door elkander heen worstelen in een allerver
schrikkelijkst bloedbad.
Men wijkt.
De escadrons moeten zich achter de infanterie
opnieuw weder opstellen, in allerijl de ontstane
■ruimten weder aanvullen.
Roger en Lucien zijn nog sterk en ongedeerd,
te vallen.
DE MAN MET 30 NAMEN.
Een neger in Daboucey stond terecht, omdat
hij 30 chéques met 30 verschillende namen had
onderteekend. Hij verklaarde, dat hij alle nemen
terecht voerde, den een door den doop, den twee
den door zijn familie, den derden door zijn stam
enz. Het geding werd verdaagd, totdat een wet
zal zijn aangenomen waarbij een neger niet meer
dan 3 namen tegelijk mag hebben.
DE LENTE WINTER.
Uit talrijke deelen van Duitschland wordt we
der sneeuwval gemeld, gepaard met voor dezen
tijd felle kou. Zoo vroor het Zaterdagochtend m
de vroegte in de nabijheid van Berlijn 8 graden
Celsius terwijl de temperatuur in enkele berg
streken, zelfs tot 14 graden Celsius onder het
vriespunt daalde.
Te Neurenberg is het 6.2 graden Celsius vorst
gaan sneeuwen. Tegen den middag had de
sneeuwlaag in de binnenstad reeds een hoogte
van 10 c.M. bereikt. De thermometer stond toen
nog altijd 1 graad onder 0.
Boven Weenen heeft een hevige sneeuwval
gewoed, zoodat de straten enkele centimeters
hoog met sneeuw bedekt waren. De temperatuur
is onder het vriespunt gedaald.
In het gebied van Philippopel, waar ook verle
den jaar een aardbeving woedde, zijn opnieuw
aardschokken gevoeld.
T&smanië is door ongekend groote overstroo
mingen geteisterd. Hobart is van het overige
deel van het land geisoleerd. Alle verbindingen
langs de wegen en de spoorwegen zijn verbroken,
evenals die per telegraaf en telefoon. Er zijn vijf
personen verdronken, doordat hun auto door hot
water werd meegesleurd. Het aantal dooden, ten
gevolge van het onder water loopen van een tin
mijn door het bezwijken van een dam, is tot veer
tien gestegen.
TRAGISCHE DOOD.
[Te Herne in Westfalen is een 7-jarige jongen
op tragische wijze om het leven gekomen. Het
kind had zijn hoofdje over den rand van een
waschmachine gebogen, 4oen plotseling het dek
sel omlaag viel, waardoor het hoofd van het kind
zoo bekneld geraakte, dat het was gestikt, alvo
rens hulp kwam opdagen.
EEN KERNACHTIG WOORD.
Minder dansen en geen vakvereeqlgingen.
Aan het verslag van een onderhoud, dat een
redacteur van „Het Nieuws v. d. Dag v. N. I." had
met den tijdelijk te Batavia toevenden heer E. A.
Zeilinga, oud-president van de Javasche Bank,
ontleenen wij deze teekenende uitspraak
„Ziet u ook gevaren voor het bedrijfsleven
Ja. Van den kant der Europeesche werkne
mers. Zeker, er komen tegenwoordig een hoop
geleerde Pieten uit, maar ze hebben dikwijls geen
liefde voor hun werk en het land waar ze hun
carrière moeten maken.
Ze komen tegenwoordig zonder illusies, hebben
veel pretenties, sn&kken naar het eerste verlof
en dansen veel te veel, zoodat ze niet fit zijn
vreeselijk opgewonden, de sabels rood van bloed;
die van Roger is gebroken.
Een half uur gaat voorbij.
Gailifet waagt een tweede charge met zijn ge
decimeerde escadrons, wijkt nogmaals en valt
voor de derde maal uit, maar ditmaal keert hl;
slechts met een verminkt en rampzalig overschat
van zoo veel dappere mannen uit den strijd.
Roger Laroque is alleen, Lucien is op het slag
veld gebleven, daarginds, bij la Garenne.
Roger heeft nog een bloedig visioen voor oo-
gen, iets afgrijselijks.
Een kogel heeft het paard van De Noirville ge
troffen, zoodat deze in het zand moest bijten.
Er liepen hier en daar paarden rond, wier rui
ters waren gevallen in den strijd. De Noirville
poogde er een te grijpen. Hij had reeds zijn hand
daarvoor uitgestoken. Daar springt een vijande
lijke granaat in zijn nabijheid.
En Roger, die hem te hulp wilde snellen, zijn
paard kwetsend met zijn sabel, om nog een laat
ste poging van het afgematte dier gedaan te krij
gen. Roger ziet op de plek, waar zijn vriend moest
gevallen zijn, een ontzettend, een hartverscheu
rend tooneel. Daar lag een misvormde mensche-
lijke gedaante met twee samen gewrongen armen
De granaat had de beide beenen van Lucien
weggenomen.
Om drie uur woei de witte vlag van de citadel.
Medegesleept door de onstuige golven eener
menschenzee van vluchtelingen, van ruiters, van
kanonniers en infanteristen, die allen naar Sé
dan stroomden, was Rooger wel genoodzaakt
het slagveld eveneens te verlaten.
Hij was overigens half gek van smart en van
schrik, omdat hij aanhoudepd het schouwspel
voor oogen had van Lucien, wiens beide beenen
van het lijk waren geschoten, half gek van woe
de tevens over de nieuwe nederlaag.
't Was overigens toch gedaan met vechten,
want Napoleon had besloten te capituleeren.
Binnen de muren der stad heerschte een ver
schrikkelijke, onbeschrijfelijke wanorde.
Roger trok zich terug op de buitenwallen, zak
te daar halfdood van vermoeienis ineen en viel
op het gras in slaap.
De avondkoelte deed hem ontwaken. Hij wreef
zijn oogen uit, half slaapdronken.
Waarom lag hij daar
Zijn herinnering keerde terug. Hij betastte zich
zelf. Hij was niet gewond. Tloen dacht hij aan Lu
cien.
Arme vriend zei hij. Hij is dood, als het
slachtoffer van zijn plicht.
voor hun werk.
Vooral in de steden is me dat opgevallen.
In mijn tijd was dat anders
Toen wérkte je en organiseerde je je niet bon
den en vereenigingen, maar dopte je eigen boon
tjes.
In Indië kan iedere jongeman nóg vooruit
als hij wil werken.
Maar de slappelingen en kankeraars moesten
teruggestuurd worden, daar heeft Indië niets
aan Met dansen en uitgaan komt men er niet."
HET VROUWELIJK GEWAAD.
De vrouw van tegenwoordig, die zich goed
kleedt, heeft, in alle eer en deugd, toch bij elkaar
niet veel aan. Wanneer men haar kleedij, man
tel, hoed en schoenen niet inbegrepen, op de
weegschaal legt, weegt alles tezamen nauwelijks
enkele onsen. Dit geeft eenig begrip van de rag
fijne luchtigheid van de stoffen, waarin de mo
derne vrouw zich hult. Men zal toch echter wel
even verbaasd zijn, als de Londensche magi
straat, die Donderdag een inbraakzaak te berech
ten kreeg, en hoort, hoeveel toiletten er gaan in
een doos van niet meer dan dertig cm. hoogte en
breedte. Deze doos met toiletten maakten het
corpus delict uit. Zij bevatte, aldus deelde de
politieagent, die ze toonde, niet minder dan drie-
en-veertig toiletten. Toen de magistraat dit hoor
de, riep hij hoogst verbaasd uit„What Drie-
en-veertig toiletten in deze doos Het was on
gelooflijk. Maar de politieman antwoordde, met
een gezicht van is-me-dat-even-wat, niet anders
dan Yes.
Men vraagt zich, van het bovenstaande ken
nisnemend af, hoe het komt dat als de vrouw op
reis gaat, zij toch zooveel koffers noodig heeft.
INGEZONDEN STUKKEN.
Wieringen, April 1929.
Mijnheer de Redacteur.
Gaarne een plaatsje voor het volgende en wel
naar aanleiding van uw bericht over de zoetfa-
briek.
Volgens mijn meening schildert uw correspon
dent daarin de toestand niet geheel juist. De com
missie is zeer terecht ingesteld om met behulp
van den zuivelbond, beter ware wellicht met be
hulp van den Rijkszuivelconsulent, de heer Dr.
Scheij, zooveel mogelijk gegevens te verzame
len over de rendabiliteit die een zoetfabriek bo
ven een zoogenaamde dagkaasfabriek heeft.
De commissie heeft hiermede een zeer moeilijk
werk op zich genomen, want om over de al of
niet-oprichting van een zoetfabriek oordeel te
vellen moet er meer uitgezocht worden als de ge
middelde uitbetalingscijfers. Wel heeft zij een
goede steun aan het feit, dat er te Julianadorp,
Wieringerwaard, 't Zand, Lutjewinkel, Opmeer.
Stompetoren, Heer-Hugowaard, Burger- en Sint
Maartensbrug, reeds dergelijke fabrieken bestaan
Hieruit blijkt dus al dat de oprichting van een
zoetfabriek op zichzelf geen waagstuk meer is.
Toch is het goed dat voor de boeren tot oprichting
besluiten, zij goede betrouwbare inlichtingen
krijgen. Thans kunnen zij zich hierover moeilijk
En hij loosde een diepen zucht.
Om hem heen heerschte een ongewone, een
schijnbaar onverklaarbare stilte. De Pruisen had
den het vuren gestaakt. De batterijen zwegen.
Langzaam daalde de nacht, een kalme nacht
die door zijn beschermende schaduw het bloed
bad van den afgeloopen dag scheen te willen ver
bergen en overwinnaars en overwonnenen over
elk ander uitgestrekt, scheen te willen hullen
onder het zwarte tentdoek van den dood, die al
le stervelingen gelijk maakt.
Roger poogde zich te oriënteeren en weldra
wist hij, waar hij zich bevond.
D Ik wil Lucien daar niet achterlaten, zei hij
overluid. Ik wil hem terugvinden, fk wil zelf een
graf voor hem delven op de plek, waar hij geval
len is en zal daarop een kruis plaatsen.
Hij verliet de stad en, hoewel gebroken door
vermoeienis, koos hij, steunend op zijn stok, dien
hij uit een haag had gerukt, zijn weg naar het
slagveld, daar, waar hij gechargeerd had tegen
de Pruisen, waar Lucien gesneuveld was.
Zoodoende verliep een uur. Het was dicht bij
het bosch van la Garenne. Hij had niet veel moei
te, de plaats te herkennen.
Er lagen zeer veel lijken en een voor een moest
hij die onderzoeken, de lichamen opheffen, het
gelaat beschouwen, of hij onder al die verwron
gen trekken ook die van Lucien herkennen mocht
Het was geheel nacht geworden.
Sterren flonkerden aan den donker blauwen
hemel.
En het had den schijn, alsof ook andere sterren
haar licht verspreidden op de aarde, om Sédan,
om Bazeilles, terwijl uit twee of drie dorpen een
dikke rook omhoog steeg het waren de Duitsche
bivak-vuren.
Een oogenblik bleef Roger, aangegrepen door
de schrikkelijke grootschheid van het schouw
spel, op de hoogte van la Garenne en zag rond
om zich.
Gewonden riepen met rauwe stem om hulp in
de stilte van den nacht.
Nu en dan schijnt zich op het slagveld een
kerkhof van onbegraven lijken een spooksel
te verheffen, dat de armen uitstrekt, een paar
schreden vooruitwaggelt en daarop weder ne-
dervalt, om nimmer op te staan.
Daarginds, in de nabijheid van Floing, van la
Chapelle, van la Marfée, van Saint Menges, kort
om van alle kanten, klinkt een telkens herhaald
„hoeragevolgd door de Duitsche muziek, die
haar nationale liederen ten beste geeft en pijpers
die een zegemarsch doen hooren, te midden van
brandende fakkels en niet te dempen vreugde
kreten van den zegepralenden vijand.
Maar wat dieper indruk maakte dan die blijd
schap bij zooveel jammeren, dieper dan het ge
klaag en gehuil van gewonde Franschen en Duit-
schers, dieper dan die verminkte lichamen, voor
eeuwig het zwijgen opgelegd, het was het schouw
spel van de dorpen, gedekt door een zware, zwar
te laag van rook en brandend iri de stilte van den
kalmen nacht, brandend sedert den morgen
stond, onophoudelijk, altijd door brandend, alsof
de vlammen voedsel vonden in elkander, om de
geduchte wraak van den vijand toch maar te
verlengen en haar met roode, bloedige teekens
tegen den hemel af te malen.
Erkwam ontspanning in de zenuwen van Ro
ger Laroque. Hij uitte een snik en weende.
Ilij zette het onderzoek voort.
Eindelijk vond hij, wat hij zoolang te vergeefsc'n
had gezocht. Ja, hij had goed gezien. De beide
beenen van Lucien waren verbrijzeld en een
scherf van dezelfde granaat had hem bovendien
getroffen aan de borst.
Roger knielde bij hem neder en gaf hem een
broederlijken kus op het voorhoofd.
Vergiffenis, Lucien, prevelde hij, vergiffenis
mijn vriend
Hij legde zijn hand op het hart van den armen
jongen man.
Dat klopte nog, in spijt van de ontzettende ver
wonding, in spijt van het bloedverlies.
Toen werd Roger aangegrepen door een waan
zinnig gevoel van hoop.
Als 't eens mogelijk was hem te redden
Hij hoorde stemmen op misschien honderd
meters van hem verwijderd, Fransche stemmen.
Hij riep. Men kwam naar hem toe. Het waren
hospitaalsoldaten met brancards.
Toen hij hun Lucien aanwees, begonnen ze te
lachen
Zijn zakboekje is afgesloten Geduld maar
Hij is niet dood, zeg ik u
't Scheelt toch maar een bitter beetje We
hebben wel anderen te redden, terwijl het met
deze toch gedaan is
Roger bad en smeekte zoolang, tot hij eindelijk
de mannen wist te vermurwen.
Hijzelf legde het lichaam van De Noirville op
een brancard.
Maar te Sédan weigerden de geneesheeren, tot
wie Roger zich wendde, om zich bezig te houden
met den armen stumperd, die toch spoedig zou
9terven.
El l (Wordt vervolgd.)