J. R. KEU SS TABAK
EERLOOS.
20e Jaargang.
Vrijdag 24 Mei 1929
No. 38
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR
WIERINGEN EN OMSTREKEN
Tabaksfabriek
De Wakende Leeuw
J. R. KUUSS
Laat 125 - ALKMAAR.
HjÉM HEEREN BMI
WIERINGER COURANTS
UITGEVER
CORN. J. BOSKER, WIERINGEN
VERSCHIJNT ELKEN
DINSDAG en VRIJDAG.
ABONNEMENTSPRIJS
per 3 maanden 1.
ADVERTENTIëN:
Van 15 regels 0.50.
Iedere regel meer 0.10.
fc.
BUREAU:
Hippolytnshoef Wlerlnaen.
Teletoon Intercomm. Na iï.
een waarborg voor de kwaliteit.
GEMEENTE WIERINGEN.
HEEMRAADSCHAP.
Vergadering van Hoofdingelanden van het
Heemraadschap YVieringen op Vrijdag 17 Mei
1929 in het lokaal van den heer D. Lont.
Aanwezig 16 leden.
Voorzitter opent de vergadering.
De notulen worden na voorlezing goedgekeurd.
Voorzitter doet mededeeling van de volgende
ingekomen stukken. Van Ged. Staten een schrij
ven betreffende wijziging van het bijzonder re
glement, in dier voege dat alle gronden van het
voormalig eiland'tot het gebied van het heem
raadschap zullen behooren, behalve de zeewater-
keerende- en havenwerken van het Rijk en den
buiten den o-uden zeedijk gelegen polders en bui
tengronden dat het grondbezit vereischt voor
leden van het bestuur zal worden vastgesteld
op 1 H.A.
Het reglement heeft zooals het thans in ont
werp is gewijzigd gedurende 1 maand voor be
langhebbenden ter visie gelegen, tengevolge
waarvan geen schriftelijke bezwaren zijn inge
diend.
Het zal door Gedeputeerde Staten aan de Sta
tenvergadering en vervolgens aan de Kroon ter
goedkeuring worden voorgelegd.
2e. een schijven van het P.E.N. inzake aanslui
ting van het electrisch gemaal en een stroomle-
veringscontract3e. eene mededeeling van den
Provincialen Waterstaat inzake een gehouden
onderzoek naar de capaciteiten van het elec
trisch gemaal. De uitkomsten bleken ruim vol
doende te zijn, en de garantje met minstens 10
overschreden, terwijl het stroomverbruik bin
nen de gestelde hoeveelheid bleek. De directie
van den Provincialen Waterstaat adviseerde tot
aanvaarding van de installatie 4e. een verzoek
van den Heer Herm. Smit om eenige vergoeding
voor het verstrekken gedurende het vorig jaar
van een overpad. Op een en ander wordt goed
gunstig beschikt.
Wordt opgemaakt een aanbevelingslijst ter be
noeming van een dijkgraaf. Als no. 1 wordt <™-
plaatst den Heer C. Maars, (aftr.), als no. 2 den
heer M. Bakker Sz., en als no. 3 den Heer S. J.
Koora.
FEUILLETON.
No. 29.
Heeft uw moeder u niet gezegd, dat gij spre
ken moest, zooals gij nu doet en zooals gij te
Viile-d'Avray hebt gedaan
Neen, mijnheer, zij heeft mij niets gezegd
Als gij liegt, is dat zeer slecht, vooral, als gij
van uw vader spreekt. Was het uw vader niet,
dien gij hebt gezien in de kamer van mijnheer
Larouette
Geen antwoord.
Ge moet antwoorden, mijn kind Zeg maar
eenvoudig ja of neen.
Wederom geen antwoord.
Zij zal niet ongehoorzaam willen zijn aan
haar moeder, meende Laroque, vooral niet, nu
haar moeder dood is
Het was een aangrijpend tooneel. Iedereen ge
voelde, hoe er in het gedrag van dat kleine meis
je iets groots, iets verhevens was.
Ieder begreep, dat zij haar vader had gezien,
maar dat zij hem niet wilde uitleveren.
De president nam Susanne bij de hand, bracht,
haar bij de bank der gezworenen en herhaalde
aldaar de vragen, waarop het kind reeds geant
woord had of beter gezegd, geweigerd had te
antwoorden.
De aandoening van het publiek was ten top
punt.
Het meerendeel der juryleden zag bleek en ve
len hunner hielden het hoofd afgewend.
Laroque, zei de president, wilt ge uw doch
tertje zelf ondervragen
Neen, mijnheer, dat doe ik in geen geval
meer. Men mag haar mijnentwege laten spreken,
zooals men dat verkiestHetzij ze zwijgt o? ant
woordt, ik zal haar niets meer vragen.
Zie uw vader eens goed aan, mijn kind Is
hij het, die uw buurman Larouette heeft gedood?
Ik weet het niet.
Is dat geen leugen van u
Neen.
Heeft men u nooit gesproken over God cn
weet gij niet, dat Hij u straffen zou, als gij een
leugenaarster waart
Jawel.
Komt aan de orde de begrooting over het dienst
jaar 1929.
De omslag wordt bepaald op 16.- per H.A. Al
hoewel veel hoogere bedragen moesten worden
uitgetrokken, voor slootwerk, mecnen Dijkgraaf
en Heemraden voor-als-nog geen vrijheid te vin
den tot verhooging van lasten over te gaan. Voor
al waar de toestand der particuliere slooten zoo
achterlijk is te noemen is een achtereen verdie
pen van de lioofdslooten voorloopig nutteloos.
De heer Veerdig wil zich hierbij wel neerleg
gen, doch het uitmaken der hoofdslooten is een
eerste vereischte en mag ons desnoods niet weer
houden de lasten te verhoogen.
Bij de post belasting op nortonwelputton van
eendenhouderijen, wordt besloten de eendenhou-
ders aan te schrijven hunne inrichtingen van
betere filterwerktuigen te voorzien, aangezien in
het tegenstelde geval de vergunning tot het loo-
zen van nortonwater zal worden ingetrokken, en
het polderbestuur op kosten der nalatigen het
vuil, dat zich uit het uit de eendenhouderijen af-
stroomende water in' bestuurs- en particuliere
slooten afzet, zal doen verwijderen.
Ook de houders der eendenhouderijen in do
Westeling, die over zeer slechte filterinrichting
beschikken, zullen in 't bijzonder en voor 't laatst
worden gewaarschuwd.
De vergadering besluit, het uit hunne eenden
houderijen uitgezette vuil, dat naar de Gestbur-
ge stroomt voor hunne rekening te doen verwij
deren. Ook achter de Westerlandermolen is de
toestand weer meer dan ergerlijk te noemen. O-
verwogen wordt om de vergunning van de ver
derop gelegen eendenhouderijen aldaar geheel
in te trekken.
Wordt besloten de sluiswachterswoning aan de
Hoelm met het daarachter gelegen magazijn pu
bliek te verkoopen, temeer waar de sluis aan de
Iloelm buiten werking zal worden gesteld, en
een nieuw magazijn te bouwen bij het nieuwe
gemaal aan den Hippolytushoeverdijk.
Wordt besloten de Stroeëruitwatering, door
het leggen van een tweetal duikers door don ou
den zeedijk, om te zetten in een verbindingska
naal tusschen de Oeversche- en Stroeërkoog en
langs dezen weg ook de Oeverschekoog te bren
gen onder het nieuwe gemaal.
Wordt besloten wanneer overeenstemming is
te bereiken omtrent de jaarwedde, den molenaar
van de Stroeërkoog een aanstelling te geven als
vaste arbeider.
Wordt besloten Dijkgraaf en Heemraden te
machtigen tot het aangaan van een kasleening
van ten hoogste 6000,- af te lossen tegen het
einde van het loopende dienstjaar.
Wordt besloten het vermoedelijk tekort van
de post slootwerk over 1929 te dekken met het
overschot van den dienst 1928.
Wordt besloten onmiddellijk na de indijking
van de Wieringermeer, waarbij het buitenpeil
zal worden teruggebracht tot het peil van Scher
merboezem, over te gaan tot stichting van een
moderne electrische bemalingsinstallatie in de
Westerlanderkoog.
Wordt besloten de hoogere kooggedeelten in
de verschillende koogen door kistdammen van
zomerwater te voorzien.
Zijt ge dan niet bang voor de straf hierna
maals
Neen.
Hier begon Susanne te weenen en toen de pre
sident haar vroeg, waarom zij dat deed, ant
woordde zij op den kinderlijken toon, dien men
tot nog toe in de gerechtszaal niet van haar had
gehoord
Omdat ik paatje zie zitten.
Een der gezworenen, zijn aandoening niet lan
ger meester, liet zich deze woorden ontvallen
Ik geloof, mijnheer de president, dat wij er
nu genoeg van hebben.
In zijn functie van advocaat, vroeg Lucien de
Noirville of het gerechtshof niet de goedheid
wilde hebben, hem te verklaren, wat deze woor
den te beteekenen hadden.
Uitgenoodigd om de woorden, die hij gespre
ken had, nader te omschrijven, antwoordde het
jurylid, dat alleen het pijnlijk gevoel, dat bij hem
veroorzaakt werd door het getuigenverhoor van
het kleine kind, hem onwillekeurig die woorden
had doen spreken, maar dat hij daarmede vol
strekt niet bedoeld had een voorbarig oordeel te
vellen over deze zaak zelf.
Drie andere jurieledcn, die door een hoofd
knik hadden ingestemd met het gevoelen van
hun collega, legden een dergelijke verklaring af.
De gesproken woorden waren niets anders ge
weest dan een uiting van deernis bij dit vreese-
lijk tooneel.
Men liet Susanne uit de zaal geleiden.
Roger bleef zijn onschuld staande houden.
Hij antwoordde kort, duidelijk verstaanbaar
en eenvoudig.
Maar hij was vermoeid, vreeselijk vermoeid,
en hij verlangde innig naar het einde hoe de
zaak ook mocht afloopen.
Toen Lucien de Noirville het woord nam, om
hem te verdedigen, heerschte er in de zaal de
grootste nieuwsgierigheid met een plechtige
stilte gepaard.
De zaak van Roger Laroque kwam een ieder
zoo hopeloos voor, dat men niet begreep welke
snaren de advocaat nog zou kunnen doen trillen,
om op de harten der gezworenen te werken.
De Noirville begon zijn pleidooi met zachte
stem, waarin langzamerhand eerst eenige klank
kwam en die eindelijk warm, hartstochtelijk
werd, naarmate hij meer en meer tot het gemoed
zijner toehoorders sprak.
Het was zijn doel niet het onderzoek voet voor
voet na te gaan en de zwakke punten daarvan
Op verzoek van den heer J. Engel wordt beslo
ten bij het uitmaken der tochten zooveel moge
lijk is de scherpe bochten weg te werken.
Wordt besloten op verzoek van den heer Jn
Kooij, de Noordgeesterweg binnendijks te ver
lengen tot het erf van den Heer G. Lont op Dam,
en hierbij de medewerking van de directie der
Zuiderzeewerken te verzoeken. Dit laatste ten
opzichte van de langs den dijkweg gelegen berm.
Een en ander omdat, vooral bij slecht weer, lioo-
ge waterstanden, vorst e.d. de dijkweg niet zon
der gevaar is te berijden.
Wordt ingegaan op een voorstel van den heer
Veerdig, de door de aanleg van den nieuwen
koogweg overbodig geworden flonders, te doen
verwijderen.
De voorzitter dankt de vergadering voor de al
gemeene opkomst, cn de medewerking om ver
schillende belangrijke besluiten tot stand te
brengen, en wil deze vergadering niet sluiten
voor en aleer bij zijn groote tevredenheid betuigt
omtrent de oplevering van het nieuwe gemaal.
De aannemer de Heer Hermans, zoowol als de
leverancier der installatie Gebr. Stork uit Hen
gelo, komen een woord van lof toe. In het hijzon
der wenscht hij hier een woord .van dank ie bron
gen aan den opzichter, den Heer Bosker, die niet
alleen reeds jaren heeft gewerkt om te konion
tot betere ontwaterings-toestandon op het eiland,
doch die ook het grootste aandeel heeft gehad
aan de tot stand brenging dezer nieuwe bema-
lingsinstallatie. Hij hoopt dat deze nog vele
vruchten van zijne in dezen zoo omvangrijken
arbeid, zal mogen aanschouwen. Ook aan allen
die verder aan deze bemalingsinrichting hunne
medewerking hebben verleend, wil hij van deze
plaats een woord van dank brengen. Temeer
daar hij weet dat hij spreekt namens de geheele
vergadering.
Hierna wordt de vergadering gesloten.
GETROUW SCHOOLBEZOEK.
Onder presidium van den heer N. Kaan vei-
gaderde Dinsdagavond de Ver. ter Bev. van Ge
trouw schoolbezoek in 't Hotel van den lieer D
Lont met aanwezig slechts 7 leden. Na opening
en voorlezing der notulen volgt rekening van
den penningmeester den heer Witvliet welke
door de heeren Smit cn Windsma wordt nage
zien en accoord bevonden met een batig saldo.
Met dank aan den heer Witvliet voor zijn keuri
ge administratie wordt de rekening goedgekeurd.
Nu volgde bestuursverkiezing. De heeren Kaan
en Witvliet, beiden aftredend, worden herkozen
nemen het aan. Daarna bespreking over de a.s
te houden schoolfeesten. Na verschillende dis-
cussiën hierover gehouden te hebben wordt be
sloten op voorstel van den voorzitter een reisje
te maken naar Bergen, Schoorl en Bergen aan
Zee, alles per autobus en wel op Dinsdag 25 Ju
ni a.s. Ten einde de kosten dezer reis te dekken
zullen bij de burgerij lijsten circuleercn voor vrij
willige bijdragen, welke lijsten wij bij de burgers
aanbevelen opdat vele milde gaven der vereen,
in de gelegenheid stellen voormeld te houden
schoolfeest te kunnen uitvoeren.
Rondvraag niets opleverende sluit voorzitter
de vergadering.
aan te toonen, zooals misschien wel te doen wa
re geweest, neen, hij schetste met groote trekken
wie en wat zijn cliënt was cn altijd was geweest;
hij beschreef zijn eerlijk leven, geheel gewijd
aan zijn gezin en aan zijn arbeid hij stelde de
wanhoop voor van Laroque, toen deze zicii zoo
plotseling genoodzfcakt had gezien tot het uitbe
talen eener som gelds, die hij op dat tijdstip on
mogelijk missen kon. Hij v-o-lgde liem van mi
nuut tot minuut in zijn doelloos dwalen door de
straten van Parijs en in zijn dolle vaart door het
oosch van Ville d'Avray, waarbij het hem alleen
te doen was geweest, om lichaam en geest beide
zoodanig te vermoeien, dat hij niet meer voelen
of denken kon.
Hij bewees, dat Roger er zoo ver van af was
voor zijn persoon aan een beschuldiging te kun
nen denken dat hij, zoodra hij gehooid had wie
er vermoord was, zelf aan mijnheer Lacroix ging
vertellen dat de aanslag hoogstwaarschijnlijk
alleen geschied was om te stelen, daar Larouette
op den morgen van dien eigen dag een zeer be
langrijke som gelds had ontvangen uit zijn kas.
Hij toonde verder aan, dat Roger, indien hij
den moord had begaan, zeker in de eersle plaats
wel gezorgd zou hebben, dat de vrucht'van zijn
misdaad, het gestelen geld, behoorlijk verborgen
was.
En in plaats daarvan kwam hij des morgens
op zijn kantoor, vroolijker dan hij in den laatster»
tijd geweest was, omdat hij thans de mogelijk
heid inzag te ontkomen aan een failliet, aan den
ondergang zijner zaak en lachend wierp hij zijn
kassier een pakket toe, dat niet minder dan hou
derdduizend francs aan bankbiljetten bevatte.
Als hij de moordenaar was geweest, had hij
dan zoo kunnen handelen Immers neen De
meest voor de hand liggende voorzichtigheid
had hem in dat geval voorgeschreven uiterst be
hoedzaam te werk te gaan, het geld voorloopig
weg te houden, het langzamerhand in te wisse
len tegen andere bankbiljetten en die bij gedeel
ten weder te storten in zijn kas.
Maar omdat hij werkelijk onschuldig was had
hij al die voorzorgen niet noodig.
De advocaat zei nog meer aangaande de her
komst van die bankbiljetten en aangaande den
geheimzinnigen dibiteur, wiens naam de be
schuldigde niet had willen opgeven.
Hij deed het voorkomen alsof hij, do advocaat,
dit geheim nagenoeg geheel geheel en al al had
doorgrond hij zeidé, dat Roger's weigering voort
kwam uit kieschheid en dat er sommige zaken
&V''IT '"J ECHTF FRIESCHF
Jnplaah ran gewone latakf
BINNENL. NIEUWS.
TIENDUIZEND GULDEN ZOEK.
Uit Tietjerk (Friesl.) wordt aan het Leew.
Nieuwsbl. gemeld
Een duistere zaak houdt in ons dorp de ge
moederen bezig. Er gaan verhalen, dat er in dc
kas der kerkvoogdij van de Ned. Herv. Kerk een
aanzienlijk tekort is. De administrateur R. V.
weet hiervoor geen verklaring te geven. De heer
Kramer, accountant te Leeuwarden, stelt een
nauwlettend onderzoek in.
Eenige weken geleden werd het tekort bij toe
val ontdekt.
De heer V., die reeds 12 jaar de functie van
administrateur bekleedt, heeft de gelden der
kerk onder zijn berusting. Hij ontvangt de huur
penningen van de pachters van de bezittingen
der kerk. Voor het bewaren daarvan heeft hij
een brandkast in zijn woning. Hij voert het be
heer over de inkomsten en de uitgaven. De be
scheiden daarvan, rekeningen, kwitanties, enz.
worden in een cahier geboekt. De eigenlijke boek
houding wordt door den heer Dijkstra, hoofd der
bijzondere school gevoerd. De controle bestaat
hierin, dat eenmaal per jaar de cijfers van den
heer Dijkstra wordort vergeleken met die van
den heer V., aan de hand van de kwitanties cn
andere bewijsstukken.
Gedurende al de twaalf jaren, dat de admini
strateur deze betrekking waarneemt, is dc kas
echter geen enkele maal geverifieerd. De met de
controle belaste kerkvoogden en notabelen heb
bon zich wel overluigd, dat dc hoeken met elkaar
klopten, doch zij hebben nagelaten, zich er van
op de hoogte te stellen of ook werkelijk de aan
gegeven saldi in kas waren. Van wanneer het
tekort dateert is zeer waarschijnlijk dan ook niet
meer na te gaan. Vermoedelijk loopt het over
verscheidene jaren.
Ongeveer een maand geleden kwam bij V. ie
mand, die geld moest hebben uit de kerkvoogdij.
V. liad het geld niet naar hij zeide. De man moest
ma.ar wachten tot na 12 Mei, als de huurpennin
gen weer binnen kwamen.
Nu werd evenwel gedurende zekeren termijn
de boeken in de kerk voor een ieder ter inzage
gelegd. De rekening wees ook ditmaal een belang
rijk saldo aan. Dit kwam den persoon, die om
geld had gevraagd, doch tot bescheid had gekre
gen, dat er geen geld was, ook onder oogen. Hij
begreep onmiddellijk dat er iets niet in den haak
moest zijn er was een groot overschot, en toch
kon een betrekkelijk klein bedrag niet betaald
worden.
De notabelen werden gewaarschuwd een on
derzoek bracht aan het licht, dat de brandkast
geheel ledig was. Op 1 Januari moest de brand
kast volgens de boeken ongeveer 14.000 bevat-
ton. Nagegaan is, wat sedert dien nog is uitgege-
van eer bestaan, waarbij een man zoo hij hei
waarlijk -verdient den naam van man te dragen
liever zijn fortuin en zijn vrijheid ten offer
brengt dan datgene te openbaren, wat hij vol
gens plicht en gew eten verzwijgen moet.
\aag daar hij zelf niets wist en zijn mee-
ning alleen berustte op vermoedens liet hij
zijn toehoolders begrijpen, dat hier wel een vrouw
in liet spel kon zijn en dat een man van eer wel
zijn leven, maar nooit den naam eener vrouw
mag prijsgeven.
En hij stelde ook die vrouw voor, zwak en ang
stig, misschien bij de terechtzitting tegenwoor
dig, niet durvende spreken met het oog op de
wereld, met het oog op haar familie, met het oog
op haar kinderen, op wreede wijze geslingerd
tusschen twee tegenstrijdige plichten, waarvan
de een haar gebood te zwijgen en de andere haar
gebood te spreken.
Hij was reeds een uur lang aan het woord ge
weest cn werd moe.
De zitting werd geschorst.
Bij het publiek waren de meeningen verdeeld
en men kon zelfs zeggen, dat van dit oogenblik
af Roger Laroque alle vrouwen op de hand had,
daar Lucien de Noirville tot het hart had gespro
ken en voornemelijk op het gevoel had gewerkt.
Wel wetend, dat het nutteloos geweest zou
zijn, zoo hij door argumenten de tegen Laroque
bestaande bewijzen had willen ontzenuwen, was
de advocaat uitgegaan van het denkbeeld, dat
hij moest trachten zijn eigen innige overtuiging
over te brengen in het gemoed der gezworenen.
In het eerst had hij in zittende houding gespro
ken, maar later, zich in zijn bewegingen belem
merd gevoelend en ook niet overal goed zicht
baar, had hij zich zoozeer door zijn eigen wel
sprekendheid laten vervoeren, dat hij plotseling,
zonder wankelen, recht overeind was komen te
staan en grooter en indrukwekkender scheen,
dan men hem ooit te voren had gekend.
Al had hij zich de laatste twee jaren niet doen
hooren, hij bezat nog al het talent van voorheen,
dat hij niet kon nalaten een machtigen invloed
uit te oefenen op al degenen, die hem aanhoor
den.
Reeds in het begin zijner rede had hij dat zelf
gevoeld en dit bewustzijn schonk hem een kracht
en een zekerheid, die wederom gunstig terug
werkten op den inhoud van zijn pleidooi.
(Wordt vervolgd.)