LUST 5 EERLOOS. 20e Jaargang. Dinsdag 2 Juli 1929. No. 49. IMP NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR WIERINGEN EN OMSTREKEN Stoort U niet aan het vuil op trottoirs, hulzen en palen, maar stemt a. s. Woensdag ■WIERINGER COURANT UITGEVER COItN. J. BOSKER, WIERINGEN VERSCHIJNT ELKEN DINSDAG en VRIJDAG. ABONNEMENTSPRIJS per 3 maanden 1. ADVERTENTlëN Van 15 regels 0.50. Iedere regel meer 0.10. BUREAU: Hippolytushoef Wielingen. Telefoon Intercomm. No. 19. mm Maakt daartoe één der vakjes rood van C.i HEUVEL B1NNENL. NIEUWS. ONDERWIJZER-TANDARTS. 01eindelijk wachtgelder ai I In de Woensdag gehouden vergadering van den raad der gemeente Schoterland werd met algemeene stemmen benoemd tot onderwijzer aan de o.l. school te Oudehorne de heer J. Can- crinus, sedert eenige dagen tandarts te Wol vega, wachtgelder van de school voor de U.L.O. te Heerenveen. Direct daarop werd van den heer C. een schrijven voorgelezen, dat hij voor deze benoeming bedankte. De betrokken inspecteur van het lager onderwijs en B. en W. bleken van een en ander op de hoogte te zijn want dadelijk daarop werd een nieuwe voordracht aangebo den, waaruit de raad een onderwijzer aan ge noemde school benoemde. De zaak was aldus Ruibi vier jaar geleden werd de heer Cancrinus op wachtgeld gesteld wegens vermindering van het aantal leerlingen aan de U.L.O. school te Schoterland. Hij deelde zijn plan om voor tandarts te gaan studeeren aan de minister mede, van wien hij de toezeg- FEUILLETON. No. 40. Susanne volgde in stap den weg, die langs de ruine liep. Het was Eict zoo warm meer. (Toen zij den straatweg naderde, zag zij nogmaals naar de o- verblijfselen der oude muren, die zij pas geschil derd had. Die blik was geheel werktuiglijk, zon der overleg. Maar plotseling sloeg zij de oogen neer. Haar wangen gloeiden, haar voorhoofd plooide zich ontevreden en toornig gaf zij haar paard een sltg, met de karwats. Wat was dtar de reden van Zij had tusschen twee afgebrokkelde stukken van den muu* Pierre de Noirville gezien. Hij stond daar als een beeld met zijn hond naast zich Hij zag haar net buitengewone opmerkzaamheid na. Dat was ket, wat haar zoo ontstemde; Eens, dat kon nog, naar tweemaal was te veel. Een minuut later was zij verdwenen in een laan van het ïikenbosch, dat zij galoppeerend bereikt had. Zoolang mogelijk had Pierre de Noirville haar nagekeken en oen zij uit het oog was, verliet hij zijn schuilplaas, ging dwars door de beide par ken en liep, in gedachten verdiept, langs het boschwachtersluis, zonder te letten op de woor den van vrouw Louis, die hem toeriep Alweer msgeschoten, mijnheer Hij ging het ïek door en begaf zich regelrecht naar het landgoed Méridon, dat reeds in de verte zichtbaar was, loch bijna verscholen lag achter het loof der boocnen. Dit landgoed was eigenlijk een belangrijke pachthoeve, waarlangs de Yvette vloeide, iluis en schuren warm van de nieuwste bouworde en hadden verder niets bijzonders. Een pachter woonde daar niet, Pierre de Noii- ville bestuurde de geheele boerderij zelf met vijf of zes knechts en een opzichter, die hem des noods vervangm kon. Daar woonde nu sedert tien jaar Julia le Noirville. De advocaat Lucien de Noirville had bij zijn sterven nagenotg niets achtergelaten aan zijn weduwe, die gecurende de twee jaren, die op zijn dood volgden, zfch in een toestand had bevonden, die de armoede zeer nabij kwam. Gelukkig voor haar, had een o«m van haar man, die plotseling ging kreeg, dat hij tijdons zijn studietijd niet voor een vacature zou worden opgeroepen. Toen de heer C. met zijn studie gereed was, deelde hij dit direct aan de betrokken autoriteit mede en be dankte voor het wachtgeld. Wettelijk schijnt daarmede de zaak niet in or de te zijn geweest en daarom werd nu de heer C. door don gemeenteraad tot onderwijzer te Ou- dehom benoemd. Aan de wettelijke voorschrif ten is thans voldaan. De heer C. is nu officieel wachtgelder-af, zooals de autoriteit dat wenschte. GESTOORDE FEESTVREUGDE Een echtpaar te Bolnes had 50 jaar lang liet en leed gedeeld, en dit feit zou feestelijk her dacht worden. Toen men des avonds gezellig bij een zat ontstond een woordenwisseling over de indeeling van de plaatsen aan den feestdisch en van woorden kwamen daden. Weldra vielen de eerste klappen. De niet vechtenden vluchtten door een inmiddels stukgeslagen ruit naar bui ten, want er werd duchtig huisgehouden en men ging elkaar met allerlei gereedschappen te lijf De politie, d;ic inmiddels was gewaarschuwd, maakte een einde aan de pret, en het was hoog tijd, want mogelijk zouden ernstige gevolgen niet uitgebleven zijn. Een der feestgangers vond het beter naar huis terug te keeren. Op den Ringdijk wilde hij waarschijnlijk een autobus aanhouden, doch het was een luxe auto, die passeerde en na tuurlijk op zijn handopsteken niet stopte. Om zich te wreken, wierp hij zijn rijwiel voor de au to, hetwelk totaal in elkaar gereden werd. LYSOL IN PLAATS VAN DRANK. Naar het Wilhelmina Gasthuis te Amsterdam is vervoerd een anderhalfjarig kind, dat de va der bij ongeluk een lepel lysol had ingegeven in plaats van het drankje, waarvan fleschje en kleur met het lysolfleschje overeenkwamen. De toestand van het kind is redelijk wel. DE STAKING IN OOST-GRONINGEN Brandgevaar f Het iTweede-Kamerlid de heer Braat heeft den minister van Justitie de volgende vragen gesteld: Is het den minister bekend, dat door een spre ker in een vergadering in de stakingsstreek oos telijk Groningen is meegedeeld, hoe men in Indië graanvelden in brand steekt door ratten uit te rusten met brandende voorwerpen en zoo de vel den in te jaren Is de minister bereid, tijdig maatregelen te treffen om de hooi- en graanvelden in die star kingsstreekon goed te kunnen bewaken, tenein de dergelijke branden te voorkomen PROVINCIAAL NIEUWS. BEN VLIEGMACHINE AAN DE KETTING. Een Fransch sportvliegstertje, mademoiselle Maryse Hilsz, dat het in haar hoofd kreeg om een groote vlucht naar Holland te ondernemen, heeft dat avontuur op alleronaangenaamste wij ze moeten bekoopen. Aangetrokken door de schoonheid van het Hollandsche landschap, steeg zij met haar Morane-ecndekkertje in Fran- was komen te sterven, aan de beide zoons van Lucien, Raymond en Pierre, de hoeve van Méri don vermaakt. Julia was zeer veranderd sedert de veroordee ling van Roger Laroque en sedert het droevig einde van haar echtgenoot. Gewetenswroegingen hadden haar spoedig doen verouderen hoewel ze mog pas twee en veertig jaar was, zag ze er ge bogen en gebroken uit als een oude vrouw. De oorzaak was, dat er geen dag voorbijging waarop haar niet twee spookgestalten voor den geest zweefden, die van den galeislaaf dien zij meen de, dat daarginds was omgekomen bij zijn wan hopige pogingen, om te ontvluchten en die van den man, die haar zoo lief bad gehad, die altijd zoo oprecht en zoo good was geweest en door haar verraad den dood had gevonden. Sedert dien tijd was haar pad vol tranen. Wel was de gedach te bij haar opgekomen, zich bij de rechtbank aan te geven en zichzelf en ook haar medeplichtige te beschuldigen, teneinde zoodoende de gedach tenis van Roger Laroque in eere te herstellen, maar zij werd steeds daarvan teruggehouden door den aanblik van Raymond en Pierre, wier namen daardoor voor eeuwig zouden geschand vlekt worden. Mathias Zuber was verdwenen. Sedert het von nis van Roger Laroque had zij niets meer van hem gehoord of gezien. Wat was er van hem ge worden Zij wist het niet. Het was een moeilijk vraagstuk wat zij haai kinderen moest laten leeren. Zouden zij beiden een wetenschappelijke opvoeding genieten, dan werden de kosten te hoog. Raymond studeerde in de rechten, hij wilde zoo gaarne de loopbaan van zijn vader volgen, over wiiens talent en tra gisch einde hij dikwijls had hooren spreken. Pierre, de oudste, was bedaarder en ook sterker dan zijn jongere broeder. Hij had, om te kunnen leven, de frissche lucht, een werkkring op het land moodig. Hij was na het verlaten der school, bij zijn moeder op Méridon gebleven en had het bestuur van de boerderij op zich genomen. Daar hij nog al veel aan scheikunde gedaan had, was hij er voortdurend op bedacht verbeteringen in zijn bedrijf aan te brengen. Zijn landerijen waren dan ook de vruchtbaarste en best onderhouden in de geheele streek. Raymond was noi twee-en- twintig en Pierre vier-en-twintig jaar. Ofschoon Raymond te Parijs woonde, kwam hij toch zeer dikwijls op Méridon, telkens van Zaterdag tot Maandag en bovendien enkele ma len in de week als hij aan de rechtbank niets te krijk op, landde te Hasselt, in België en vloog toen verder naar Nederland. Tusschen Amster dam en Haarlem raakte zij lichtelijk verdwaald, zette het gas af en kwam terecht op een uienveld te Halfweg. De smalle wielen van het parasol eendekkertje trokken een paar dunne voren in het uienveldje, doch de eigenaar, de heer H. V\ Lieftinck, trad haar beleefd tegemoet en bood zijn hulp aan. De aviatrice vond dat allerchar- mantst en was ten zeer gevleid, toen de heer Lieftinkck haar verzocht, met zijn auto mede te gaan naar schiphol, ten einde daar benzine voor het sportvliegtuigje te halen. Mademoiselle Maryse zegende de Hollandsche gastvrijheid en hoffelijkheid, doch ietwat te vroeg. Want toen de dame weer naar het uien- veldje gebracht zou worden, kwam de heer Lief tinck plotseling en onverwacht met het voorstel om hem 2000,uit te betalen ter zake bescha diging en beleedigde uien. De Franqaise dacht aanvankelijk aan een grapje, doch de heer Lief tinck hield voet bij stuk en toen de vliegster zei- de, dat zij daar niet aan dacht, reed hij boos weg. De dame charterde een anderen auto en reed met de benzine naar Halfweg. Hier was inmid dels tam tam geslagen en men trachtte haar te beletten het rijk der uien te verlaten. De heer Lieftinck, die blijkbaar meer verstand van Hollandsche rijksdaalders heeft dan van vliegtuigen, lette een oogenblik niet op en vooi dat iemand er erg in had, taxiede mademoiselle. Maryse met haar toestel over het uienveld, trok na een kleine aanloop de machine op en „hing' spoedig in de lucht. Doch de heer Lieftinck wist haar te achterha len. Niet in de lucht maar op schiphol, waar de Morane een plaatsje had gevonden in een der hangars. In het holst van den nacht begaf een expeditie bestaande uit den burgemeester, een veldwach ter, een advocaat en de heer Lieftinck zich naar Schiphol, klopte verschillende menschen uit hun bed en het slot was, dat de veldwachter het toe stel aan de ketting legde. Al naar het getij verloopt, verzet men de ba kens, aldus luidt een wijs Hollandsch spreek woord. En zoo had de heer Lieftinck ook gedaan. Want toen hij geen 2000 kon krijgen en geen 1500, 1250, 1000, 750, en zelfs geen 600, vroeg hij 500.-. Verder had hij niet willen gaan. Men zal straks in Frankrijk wel een hoogen dunk krijgen over de dure Hollandsche uien, doch of men eenzelfden indruk zal krijgen over de hoffelijkheid van den Hollandschen boier. men mag het betwijfelen. LUTJEBROEK. De drie gebroeders Kok alhier, werden op denzelfden dag verblijd met de ge boorte van een kind. Wel een bijzonderheid MEDEMBLIK. Betalen is de boodschap. Dins dagavond werd opnieuw een vergadering gehou den van hen die betrokken zijn bij het Waarborg fonds der Landbouwtentoonstelling 1928 alhier. Onder de 35 aanwezigen waren o.a. ook de h.h. Burg. Schoutsen en Deurw. Teunis. Van het Tentoonstellings-comité was bericht ingekomen, dat geen gevolg kon worden gegeven doen had. Zijn geheele vacantie bracht hij gere geld op de hoeve door. De beide broers hadden hun moeder van harte lief, niet alleen omdat zij hun moeder was, maar ook omdat zij haar zoo zelden hadden zien glimlachen. Zij vermoedden dat een geheim verdriet, ster ker dan haar wil, haai* kwelde en van invloed was op al haar doen en laten, een van die diepe en ongeneeslijke smarten, waarvoor geen kruid gewassen is en die om zoo te zeggen van het le ven onafscheidelijk zijn. Hoe was dat verdriet ontstaan Zij wisten het niet en hadden het haar nooit durven vragen. Daarvoor hadden zij te veel ont zag. Maai* zoolang zij zich konden herinneren, had den zij hun moeder niet anders gekend dan met dat bleeke gelaat, waarop het verdriet zijn stem pel scheen te hebben gedrukt, met de droeve oo gen en den als door snikken verwrongen mond. De enkele vrienden, die de familie bezat, had den hun gezegd, dat zij zich nooit had kunnen troosten over den dood van De Niirville. Dat geloofden zij ook. En was dat, goed beschouwd, niet de zuivere waarheid Toen Pierre de Noirville dien middag naar Mé ridon was teruggekeerd, vond hij zijn moedei en zijn broeder, wandelend in de groote kastan jelaan voor de hoeve. Hij ging hen tegemoet. Het was het gewone uur, dat hij van de jacht thuiskwam en wanneer Julia hem oplettend ga desloeg, was het alleen omdat het tegelijk di'oo- merig en opgewonden gelaat van haar oudsten zoon haar deed veronderstellen, dat er iets bij zonders moest zijn gebeurd. Hebt gjj u goed geamuseerd, mijn jongen zeide zij. Een voordeelige jacht gehad Pierre liet zijn weitasch zien, waarin slechts één fazant was. Hebt ge dan niet gejaagd of heeft Black zijn plicht niet gedaan vroeg zij. Pierre bekende zijn eigen onhandigheid. Ik was verstrooid, zei hij, ik dacht aan wat anders. Telkens als ik een fazant zag opvliegen, was ik te laat en schoot ik mis. Als het morgen goed weer is, wil ik wel met je mee op jacht. Pierre antwoordde daarop niet. Als Raymond hem had gezien, zou hij zeker gemerkt hebben dat dit voorstel volstrekt niet in den smaak viel van zijn ouderen broeder. 't Was inderdaad den volgenden morgen prach aan het verzoek tot overlegging der rekening en verantwoording, aangezien de deelnemers van het Waarborgfonds geen medezeggenschap be zitten. Betaling moet dus volgen. VAN ALLES WAT. ITALIAANSCHE MODE VAN 1930 AF. Als resultaat van een nationaal plebisciet, uit geschreven door een commissie voor hervorming der vrouwenkleeding in Italië, welk resultaat in Juli aan de koningin en Mussulini zal worden voorgelegd, worden de volgende eischcn aan de toekomstige vrouwenkleeding gesteld 1. de kleeding mag niet te nauwsluitend of doorschijnend zijn, moet vrij zijn van decolleté, terwijl de mouwen tot de ellebogen moeten rei ken 2. de japonnetjes der meisjes moeten tot de knie reiken, terwijl die der vrouwen slechts den voet mogen vrijlaten 3. het gebruik van door schijnende of vleeschkleurige kousen is niet toe gestaan. „BOTER OP HET HOOFD." La Gazette Médicale de Paris verhaalt, dat in 1481, onder Lodewijk XI, de volgende krachtige maatregelen zijn ingevoerd tegen de vervalsching van levensmiddelen. „Als iemand verdomde melk verkoopt, wordt hem zóó lang zijn eigen waar door een trechter in de keel gegoten, tot een dokter of een barbier zegt, dat het, zonder gevaar, niet langer mag wor den voortgezet. Wie rotte of bedorven eieren verkoopt, wordt aan de schandpaal bevestigd en de kinderen mo gen zich vermaken met hem zijn eigen eieren naar het hoofd te gooien tot vermaak van de om standers. En wie boter verkoopt, waarin rapen, steenen of anderen dingen verwerkt zijn, wordt stevig aan den schandpaal gebonden. Zijn boter wordt hem op het hoofd gekwakt en hij moet blijven staan, tot de zon alles heeft doen smelten. De honden mogen hem komen aflikken, en de men schen mogen hem aile scheldwoorden toevoegen, die geen schennis van God of den koning bevat ten. Is de zon niet warm genoeg, dan wordt hij in groote zaal der gevangenis voor een stevig vuur geplaatst en iedereen mag naar hem komen kijken." BUITENLAND. EEN NIEUW VLIEGTUIG VAN FORD. Henry Ford zal spoedig te Londen een geheel metalen 14-persoons-machine demonstreeren, waarmede demonstraties-vluchten naar het Con tinent zullen worden ondernomen. GRUWELIJK AUTO-ONGELUK in de Ver. Stat. Moeder en drie kinderen verbrand. Angola, 1 Juli. Hier heeft een botsing plaats gehad tusschen twee automobielen. Een der auto's vloog in brand en de daarin zittende fa milie, bestaande uit vader, moeder en hun drie kinderen, zaten opgesloten. Alleen de vader, die aan het stuur zat, kon zich in veiligheid bren tig weer, zonder een zweem van regen. Zij vertrokken vrij laat met het jachtgeweer op den schouder. Daar zij samen maar één hond hadden, stelde Raymond voor zooveel mogelijk bij elkander te blijven. üp het jachtterrein gekomen, ging dit eenigen tijd goed, maar weldra bleef Pierre achter en liet Black ter beschikking van Raymond, terwijl hij zelf verdween in de richting der oude abdij. Raymond bemerkte dit wegsluipen van zijn broeder eerst, toen deze reeds een tijd lang weg was. Pierre heeft iets in het hoofd, dacht hij, dat hij mij niet zeggen wil. Hij bleef intusschen doorjagen, tot hij zelf in de nabijheid der ruines gekomen was. Hij liep even het wachtershuisje binnen, waar hij de aar dige boerenvrouw alleen vond. Wel, wel, riep deze lachend, komt hier de een na den ander Hoe bedoelt ge dat vroeg Raymond. Hoe ik dat bedoel herhaalde vrouw Louis. Een uur geleden is mijnheer Pierre hier al voor bij gekomen. Wist u dat niet Neen, dat wist ik niet, wél dat we elkander zijn kwijtgeraakt onder het jagen. Vrouw Louis liet haar stem dalen en fluisterde eenigszins geheimzinnig Wilt ge weten, hoe ik er over denk, mijnheer Raymond 1 Ik denk, dat het mijnheer Pierre van daag minder te doen is om de fazanten dan wel om Naai* dien kant is hij afgedwaald Als mijn heer hem vinden wil, moet hij maar eens gaan zoeken bij de bouwvallen. Raymond had de scherts der boerin natuurlijk wel gevat. Er was een vrouw in het spel. Zijn nieuwsgierigheid was opgewekt. Hij herinnerde zich nu eensklaps Pierre's gejaagdheid van den vorigen dag en zijn afgetrokkenheid na het te- rugkeeren van de jacht. Is het dat mompelde hij. Ja, ik begreep ook wel, dat Pierre zonder oorzaak niet zoo op eens kon veranderd zijn. En hij begaf zich insgelijks naar de ruines. (IJöen hij ze genaderd was, stoof Black, die niet had opgehouden het wild op te jagen, eensklaps uit de struiken, die zich uitstrekten tot aan den voet van den muur. Er vloog een fazant op, die door Raymond da delijk tot goeden buit werd verklaard. (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Wieringer courant | 1929 | | pagina 1