ËlEïiOüS. No. 60. NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR WIERINGEN EN OMSTREKEN ■wieringer courant* UITGEVER CORN. J. BOSKER, WIERINGEN VERSCHIJNT ELKEN DINSDAG en VRIJDAG. ABONNEMENTSPRIJS per 3 maanden 1. ADVERTENTlèN: Van 1—5 regels 0.50. Iedere regel meer 0.10. BUREAU Hippolytushoef Wieringen. Telefoon Intercomm. No. 19. BINNENL. NIEUWS. EEN AANRIJDING EN WAT ER OP VOLGDE. Donderdag heeft zich in Rotterdam een geval atgespeeld dat velen tot leerring kan strekken. Het begon heel opwindend. De boterhandelaar A. J. v. d. Woude, uit Zegwaart, reed met zijn auto door de Julianalaan van Stolberglaan, toen een der spatborden in aanraking kwam met een been van bakker V., die toevallig passeerde. De bakker, woedend, sloeg de voorruit van de auto stuk en sleurde de heer Van der Woude van zijn plaats af. Tpen de automobilist eenmaal op straat stond, kreeg bij van den bakker een paar flinke opstoppers. Daar kwam de politie al. Die scheidde de vech tenden en bracht den bakker naar het bureau. Dit veroorzaakte een volkomen ommekeer in 's bakkers gemoed. Hij werd zoo klein als een kind. Hij toonde bureau en beloofde de gebroken ruit te zullen betalen. De boterhandelaar deed wat des mans is hij paarde grootmoedigheid aan vredelievendheid en schonk den hakker ver giffenis. Ze hebben toen samen gepraat en be sloten om de heele zaak maar blauw-blauw te laten. Men moet elkaar in de wereld begrijpen. Vrienschappelijk, als ware er niets voorgeval len, bracht de heer Van der Woude dui hakkel per auto naar den bakkerswagen terug. En de bakker, blij dat 't allemaal zoo in der minne ge schikt was, gaf den boterhandelaar een half pond koekjes cadeau.... voor mevrouw. Voor vredesconfércnciers om jaloersch op te worden. „EEN LIEF KIND HEEFT VELE NAMEN." De eerste dagen van het nieuwe rijwielmerk- tijdperk zijn voorbij. Het was aan verscheiden postkantoren een stormloop, want niet gaarne zou men de kans loopen door uitstellen straks het dubbele bedrag te moeten betalen. Het is niet onaardig eens te letten op de ver scheiden namen, welke men aan het rijwielmerk wel geeft. Aan het Medemblikker postkantoor heeft men er aanteekening van gehouden en het is aan de Medemblikker Courant, dat we het on derstaande ontleenen Belastingplaatje. Fietsplaatje. Belastingblikkie. Rijwielmerk (dat zei een officieel man.) Fietskaartje (dat zei een werkelooze hij wou maar half geld betalen.) Een Colijnplaatje (dat zei een „vriend van Golijn". Zoo'n belastingdingetje. Rijwiclmerkblikkie. Rijwielplaatje. Plaatje voor een fiets. Een fietsblikkie (dat zij een slagersjongen.) Een fietsdingetje. De somberste van alle koopers praatte niet over een merk of plaatje of blikkie. Hij smeet twee rijksdaalders op het marmeivn loketblad met de woorden „a.u.b. 2 rijksdaalders waar je niks voor heb." De dienstdoende ambtenaar begreep, nam zwij gend de twee riksjes en overhandigde de sombe re man 2 rijwielmerken 1919-30. Eén kooper bleek zeer tevreden over de billijke prijs. Toen de ambtenaar zei dat 't dingetje maar 2.50 kostte, zei de man genoeglijk „Nou geef me d'r dan maar twee." DE ONBEWAAKTE OVERWEG. Autobus aangereden en totaal vernield. Twaalf personen licht gewond. Een autobus uit Friesenveen, waarin zich een zanggezelschap bevond is Zondagavond op den onbewaakten overweg bij den gedenkpaal te A- peldoorn door don motortrein, die om 7.20 uit Apeldoorn vertrekt, aangereden. De aaitobus werd totaal vernield en het mag een wonder hee- tcn, dat zich geen ernstige ongelukken hebben voorgedaan. Twaalf personen bekwamen lichte verwondingen. De overweg is hier 30 a 40 M. breed, en bied een zeer goed uitzicht. De chauf feur beriep zich erop, dat hij den trein pas op een afstand van zeven meter zag naderen en toen niet meer kon stoppen. Hij wilde er nog voor langs rijden, wat hem noodlottig werd. Do politie heeft tegen den chauffeur procesverbaal opgemaakt. Men deelt mede dat de trein zeer langzaam reed. HET VARKEN VAN UTRECHT. De stad Utrecht was in vroeger eeuwen ver plicht, bij wijze van hulde, aan de provincie Hol land elk jaar een varken te geven. De stedelijke regeering van Utrecht nu, schreef in het jaar jaar 1612 ahn Van Oldebarnevelt, den pension naris, teneinde zich er over te beklagen, dat dit varken in Den Haag aan de kaak had gestaan, en blootgesteld was geweest aan de mishandelingen van do straatjongens van die stad, wat voor de inwoners van Utrecht een groote beleediging, in hield. i De raadpenaionnaris antwoordde, dat volgens het aloude gebruik, het varken aan een paal op de binnenplaats van het paleis moest worden vastgebonden, maar, dat men het dier ketting en halsband wel wilde afnemen, om zoodoende den schijn alsof het varken aan de kaak stond, te ontkomen. De Utrechtsche regeering nam hiermede ech ter geen genoegen, maar richtte zulke dringende verzoeken aan de Staten van Holland, dat zij drie jaar later werd vrijgesproken van deze verplich ting. Sindsdien waren de varkens vrij van de kaak, en stonden niet meer bloot aan de mishan delingen van de Haagsche jeugd. HOEVEEL IN NEDERLAND VERROOKT WORDT. In het jaar 1928 is in Nederland voor J 162.500.000 verrookt. Rekent men het aantal in woners op 8 millioen, dan is het gemiddelde be drag, dat aan rookgenogens geofferd werd ruim 20 per persoon )kleine kinderen meegerekend). Vooral de sigaret verheugt zich in een groeiende populariteit. Gedurende de laatste zes jaar was de vermeerdering van het sigarettenverbruik 32 en van het sigaren verbruik 11.5 liet verbruik van pijp tabak ging iets terug. De waar den van het sigaren-, sigaretten- en pijptabak- verbruik in Nederland over het jaar 1928 tus schen haakjes de cijfers van 1927 is voor si garen 87.539.000 82.987.000) sigaretten J 46.676.000 f 43.327.000) pijptabak 27.698.000 27.840.000). EEN NOODLOTTIGE SLAG. Te Uitwierde ontstond ruzie tusschen twee jongens van pl.m. 9 jaar. De een diende den au der met een stok zulk een slag toe, dat deze de 9-jarige Andries Groothof zoo werd gekwetst, dat hij spoedig daarna overleed. FEUILLETON. BUITENLAND. No. 51. Maar hij had, al was het geluk hem ook hoven alle verwachting gunstig geweest, toch tien jaar van zijn leven moeten besteden, om fortuin te maken. En gedurende die tien jaar was er geen dag voorbijgegaan, waarop hij niet had gedacht aan zijn wraak. Daar Laroque met zijn dochter omging in de vaste overtuiging dat zij zich van het verleden niets meer herinnerde, kon hij haar ook niet op de hoogte houden van zijn plannen. Wat hij dienaangaande deed, bleef dus voor Susanne geheim tot op het oogenblik, waarin het tusschen hen tot de verklaring kwam, die wij kennen. Reeds in de eerste dagen na zijn komst te Pa rijs en vooral, toen hij zich voorgoed op Maison Blanche gevestigd had, liet Roger bijna geen dag! voorbijgaan, zonder iets te doen, dat hem, zoo mogelijk, den schuldigen zou kunnen doen ontdekken. Zoo had hij ook op zekeren dag hooren spre ken over de handigheid en de buitengewone slim heid van twee heeren, die om zoo te zeggen, als liefhebber het vak van rechercheur beoefenden en wier hulp zoo dikwijls door den chef der vei ligheidspolitie werd ingeroepen. Het waren Tris tot en Pivolot. Hij was hun in hun woning op den boulevard Haussmann gaan opzoeken. Tristot en Pivotol, twee kleine renteniers, leef den te zamen als onafscheidelijke vrienden, waar schijnlijk omdat beiden een soort hartstocht had den opgevat voor het politievak, gelijk dat door hen beoefend werd. Roger herinnerde zich dat mijnheer Lacroix hen ook had gebruikt voor de moordgeschiede nis van Ville d'Avray hij had hen zelf ock meer dan eens gezien bij mijnheer De Lignerolles te Versailles, maar hij was wel zeker, niet door hen herkend te kennen worden, zooals hij nu veran derd was. En wat hij allerminst had verwacht, hij had al dadelijk succes. De rechercheurs namelijk herinnerde zich de VAN SCHAAP TOT MAN IN 13 y2 UUR. Een origineel record is in Canada opgesteld pTe Brandfort werden om 5 uur 's morgens 4 schapen geschoren. Binnen de 30 minuten was de wol gereinigd en geverfd. Onmiddellijk werd meteen geweven. De aldus geweven stof werd naar een kleermaker gezonden, die met koorts- achtigen haast er een pak uit maakte, dat per vliegtuig naar de nationale tentoonstelling te Quebec werd gezonden. Toen gouverneur Pérode- au het pak aantrok, was het kwart voor zevenen 's avonds. In een halyen dag was dus die wol van het schaap op den man overgegaan. EEN HUWELIJK VOOR DE GRAP. Een jongmensch te Boedapest leerde in een bioscoop een bijzonder mooi meisje kennen en werd dadelijk tot over de ooren verliefd op haar. Het meisje scheen zich ook voor hem te interes seeren en nadat zij elkaar twee keer hadden go- zien, besloten zij te trouwen. Het meisje zeidc echter, dat dit in het geheim moest geschieden, daar haar vader een hoogstgeplaatst officier was en zeker geen toestemming tot het huwelijk zou geven. Aldus geschiedde. Het huwelijk werd in alle stilte voltrokken. En toen de gelukkige jonge echtgenoot zijn vrouwtje in de armer, wilde sluiten en meene men wilde naar zijn woning, zeide zij, dat ze naar huis moest, maar den volgenden middag bij hem zou komen. En zij verdween met een handvvui- ving. Maar den volgenden dag en ook den daarop volgende dagen wachtte de jongeman tevergeefs op zijn vrouwtje. Tot hij haar plotseling op straat tegenkwam met een ander jongmensch. Ee.n opgewonden tooneel volgde, doch het jonge vrouwtje verklaarde, dat ze niets om haar man gaf en alleen maar voor de grap was getrouwd. Met haar anderen vriend draaide zij haar man den rug toe en verdween. De diep gegriefde en teleurgestelde echtgenoot wendde zich thans tot zijn schoonvader, die van het huwelijk niets had mogen weten. Deze wilde den man eerst in een krankzinnigengesticht la ten brengen. Maar toen zijn dochter zelf onver vaard het huwelijk toegaf en de papieren werden vertoond, moest hij wel gelooven. De jonge echt genoot kreeg echter zijn vrouwtje toch niet mee naar huis. Zij weigerde pertinent en nu zal haar vader trachten, het huwelijk voor de grap ongel dig te laten verklaren. Dc DUITSCHE BIERUITVOER. Voor den oorlog bedroeg de Duitsche bieruil- voer940.000 H.L. per jaar. Daarna is deze sterk gedaald, om langzamerhand weer tot tweederde der vroegere hoogte te stijgen. Sedert 1925 be droeg deze uitvoer resp. 431.000 II.L., 477.000 H.L., 522.000 H.L., 568.000 H.L., terwijl dit jaar de 600.000 H.L. een flink stuk zullen worden over schreden. Hiervan is ongeveer 150 000 H.L. bier op fust, de rest flesschenbier. 12.500 GULDEN VOOR ZIJN HOND. Bij de opening van een testament te Los Ange los bleek onlangs, dat de overledene 12.500 gulden aan zijn hond had nagelaten. Zoolang hij leeft, mogen de renten van dit kapitaal uitsluitend voor het welzijn van den viervoeter worden be steed. Pas na z;n dood vervalt het bedrag aan een buurman van den overledene, die ook voor den hond moet zorgen. EEN HELD. Kort geleden werd verteld van een chirurg, die zich gedurende een operatie ernstig aan de$ voet verwondde, doch zijn pijn verbeet, tot de operatie met succes was beëindigd. Dit geeft het blad Comoedia aanleiding om een nog veel ster ker staaltje van heldenmoed #e releveeren. De luitenant Jowitsj van het Yoego-Slavischc leger onderwees zijn manschappen in het ge bruik van handgranaten. Plotseling bemerkte hij, dat de lont van de handgranaat, die hij in zijn hand hield, brandde, en snel het einde nader de, waarop een ontploffing moest volgen. Hij beval zijn soldaten te gaan liggen en ging naar hel venster, om de granaat naar buiten te wer pen. Daar zag hij echter, dat beneden een troep aan het excerceeren was. Nu hield hij de granaat stijf in de hand vast. Zij ontplofte en zijn Arm werd in stukken gescheurd en gelaat en rug zwaar gewond. Badend in zijn bloed zakte hij ineen. Maar hij was dc eenige, die door de gra naat was gewond. moordzaak nog zeer goed, hoe Laroque eensklaps had bekend de moordenaar te zijn, en hoe natuur lijk toen verder onderzoek van de zaak onnoo- dig was, alhoewel de politie toen reeds 'n ander persoon verdacht. Dit kwam Roger nu van de heeren aan de weet. „En heeren, vroeg hij gejaagd, die verdachte, leeft hij nog O, zeg het mij Zeker, mijnheer, antwoordde Tristot, na de moord, waarvoor Laroque door zijn bekentenis moest boeten, was er een individu, die in den oorlog spion was geweest, die eensklaps goede sier maakte en met het geld smeet. Hij geleek als twee druppels water op Laroque, en meerma len stond dc politie op het punt hem te arrestec ren, toen echter eensklaps de rechtzaak eindigde. Thans is die man een bekend speculant aan dc beurs. Hoe heet hij Hij noemt zich Luversan, maar volgens na speuringen moet zijn ware naam zijn Mathias Zuber. Mathias Zuber, herhaalde Roger, inderdaad ik herinner mij dien naam het was een gerucht spion Laroque hief eensklaps het hoofd op. Ik moet u iets verzoeken, zei hij, doet voor- loopig niets en gunt mij vrijheid van handelen. Wat denkt ge dan te doen Het is zoo vermetel, wat ik in het hoofd heb. dat ik u verzoeken moet mij te veroorlooven mijn plan zelfs voor u geheim te houden, tenmin ste gedurende enkele dagen. Wilt mij alleen mor gen inlichten omtrent den stand van het vermo gen, dat Luversan ongeveer bezit. Later zal ik u alles zeggen. Roger wendde zich den volgenden dag tot zijn vriend, den bankier d'Adrimand die alle beurs speculanten kon, dus ook Luversan moest ken nen. Inderdaad, het was zoo! En de bankier wilde hem Luversan aan tafel noodigen. 's Maandagavonds op het vastgestelde uur hel de hij aan de woning van den bankier. JToen hij belde, klopte zijn hart onrustig. Die man, dacht hij, die Luversan. is mis schien de moordenaar van Lorouette. Misschien werd ik voor hem tot 'n onteerende straf veroor deeld En ik zal tegenover die man aan tafel zitten O, als ik de opgave bezat, bij hem tot op don bodem der ziel te lezen, zijn verleden te door gronden Laroque werd binnengelaten. PROVINCIAAL NIEUWS. ALASTRIN-GEVALLEN. In Weesperkarspel. In het Gijn woont een familie, welke de vacan tiedagen in Rotterdam doorbracht. In haar wo ning teruggekeerd werd de geneesheer geraad pleegd voor een ziektegeval, dat de dokter als alastrim herkende. Het betreft twee lichte geval len. De moeder is alweer hersteld. Een zuigeling van een half jaar ligt nog ziek, terwijl een derde geval in dat gezin verwacht wordt. De inspecteur van de volgsgezondheid nam ter plaatse kennis van het geval. Te Weesperkars pel en te Weesp is gelegenheid tot kostelooze in enting. DE STREEK. Bij vrij groote aanvoeren is de handel in aardappelen hier nog zeer gedrukt, Vijf heeren dineerden dien avond bij den ban kier, allen mannen van de Beurs, met uitzonde ring van Laroque. Mijnheer d'Andrimaud stelde hen allen voor en eindigde daarbij met Luversan Luversan groette den gewaanden Amerikaan op zeer beschaafde manier. Laroque boog van zijn kant insgelijks beleefd, doch er werd voor- loopig geen enkel woord tusschen de beide man nen gewisseld. Aan tafel nam Roger hem met de grootste aan dacht waar. Luversan was groot en sterk, een man met breede schouders en vrijwel van denzelfden li chaamsbouw als Laroque. Maar terwijl Roger grijs was geworden, was Luversan zwart geble ven. Hij droeg, evenals Roger, een vollen baard in1 het midden eenigszins gescheiden. Hel gelaat was bleek, had een koude, harde uitdrukking en tusschen de oogen was het voorhoofd sterk ge rimpeld. Wie hem nauwkeurig gadesloeg, be merkte iets valsch in den opslag der schitterende donkerblauwe oogen. Met dat al was hij knap van uiterlijk, veel knapper dan Roger ooit was geweest en zeker zeven of acht jaar jonger dan hij. Is dat nu de moordenaar van Larouette dacht de veroordeelde, terwijl hij hem van ter zijde opnam. Hij verwijlde met zijn gedachten ook bij dc droevige jaren van den Fransch-Duitschen oor log, maar bij al de groote en tragische tooncelcn, waarbij hij persoonlijk betrokken was geweest, had het voorkomen van een spion, van Mathias Zuber, zelfs niet den geringsten indruk bij hem achtergelaten. Hij had destijds helaas zoovele spionnen gezien Het eenige, dat hij zich flauw kon herinneren was, dat die Mathias Zuber een groote, robuste knaap moest zijn geweest, met een zeer ongunstig uiterlijk. Kon dat inderdaad deze Luversan zijn geweest Als men hem verzekerd had, dat Luversan niets gemeen had met den spion Mathias Zuber, had hij dat geredelijk moeten toestemmen, want hij vond in zijn geheugen niets dat aan eenige overeenkomst deed denken. Na afloop van het diner werd het discours, als gewoonlijk, meer geanimeerd. Roger Laroque had zich het air gegeven van een levenslustige», goedhartige» Amerikaan, die geheel onbekend was met Parijsclie toestanden en Parijsche zeden. Hij informeerde ook niet groote belangstelling maar de wijze, waarop men aan de Europeesche meldmarkt zaken deed, ver telde, dat hij zich in Amerika uitsluitend met fabrieksarbeidersaangelegenheden had bezigge houden en maakte er volstrekt geen geheim van, dat hij zoodoende in het bezit was geraakt van een groot fortuin. Mijnheer d'Andrimaud had trouwens Luver san reeds met een paar worden ingelicht dat William Farney de rijkste aandeelhouder was van een der grootste handelshuizen van geheel New York. Wat Laroque betreft, deze was omtrent het vermogen van Luversan behoorlijk ingelicht door de origineele mededeeling van zijn vrienden, de rechercheurs „Hachelijke toestand. Groote behoefte aan fondsen." Luversan had geen blijk van herkenning gege ven hij het zien van Roger Laroque. Hij kón in dien man met zijn Entrelsch accent, niet zijn grijs haar en met het verminkte gelaat onmoge lijk den werktuigkundige van de rue Saint-Maur herkennen, op wien hij zich zoo vreeselijk had gewroken. Minder dan een der anderen scheen hij belang te stellen in de zeer openhartige bekentenissen van den millionnair, maar bij zichzelf dacht hij nochtans Die man is rijk en daarbij nog een groot kind. Hij weet niets van Parijsche toestanden. Hij zou mij van veel nut kunnen zijn, als ik het handig wist aan te leggen. Nu, wie weet, wat er nog gebeurt, 't Is misschien diezelfde ezel, die mij helpt, mijn fortuin te herstellen Had William Farney, die volstrekt geen ezel was, van zijn kant in de oogen van den booswicht gelezen Na het diner bij den bankier van de rue de Ri- voli zagen Laroque en Luversan, als bij toeval, elkander nagenoeg dag aan dag op de Beurs. Na verloop van een maand waren zij op zeer vertrouwelijken voet. Ze waren beide de openhartigheid zelve, al thans in schijn, want al speelde Roger Laroque comedie tegenover Luversan, Luversan vertelde van zijn kant ook niets meer dan hetgeen hij ver langde dat de rijke Amerikaan zou weten. Zoo hield hij zich, bij voorbeeld, alsof hij zeer rijk was, maar Laroque wist wel, dank zij de in lichting van Tristot en Pivolot, waaraan hij zjch in dat opzicht te houden had. Op die wijze had Roger Laroque over den ander zeer zeker over wicht. Na verloop van een maand gebeurde, wat Ro ger reeds lang had zien aankomen. (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Wieringer courant | 1929 | | pagina 1