J. R. KEOSS TABAK
E1EL00S.
20e Jaargang.
Vrijdag 4 October 1929
No. 73.
031? NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR
WIERINGEN EN OMSTREKEN
Tabaksfabriek
De Wakende Leeuw"
J. U. KEUSS
Laat 125 - ALKMAAR.
K-joCst-, bi~onchil:is>-lydcrs
Uw middel KebV
Li by de hexnd
■WIERINGER COURANT
UITGEVEX
CORN. J. BOSKER, WIERINGEN
VERSCHIJNT ELKEN
DINSDAG en VRIJDAG.
ABONNEMENTSPRIJS
per 3 maanden 1.
ADVERTENTIëN:
Van 15 regels 0.50.
Iedere regel meer 0.10.
ID11AD:
Hippolytushoef Wieringen.
Telefoon Intercomm. No. 19.
een waarborg voor de kwaliteit.
BINNENL. NIEUWS.
DE GEVONDEN RING.
Van je familie
Eenige jaren geleden vond een bewoonster
van de Zaagmolenstraat te Rotterdam op straat
een kostbaren ring. Het kleinood was van pla
tina, met 8 diamanten en een parel bezet en ver
tegenwoordigde volgens deskundigen een waar
de van 300.
De juffrouw deed aangifte bij de politie, maar
nooit meldde zicb een eigenaar aan, zoodat na
den vastgestelden tijd de juffrouw eigenaresse
van den ring werd.
Edochveel geluk bracht dit kostbaar be
zit niet voor de vindster, want het kleinood is
nadien bijna geregeld „op stap" geweest. Tel
kens wanneer een familielid „op de matten" zat,
|werd de ring als redder uit den nood Jbe-
schouwd. Met een smoesje wist men hem van de
juffrouw los te krijgen om hem nog eens te be
wonderen en meestal kwam de eigenaresse tot
de ontdekking dat de ring verdwenen was.
Aangifte bij de politie volgde dan, een recher
cheur schommelde den ring wel bij „Oomc Jan"
op, tante betaalde het inlossingsgeld en trok
haar aanklacht in omdat de eer van de familie
op het spel stond.
Om de drie weken was er zeker een aangifte
van vermissing van den platinaring, waarop
tante dan steevast aangifte deed en de recher
cheur ook direct wist waarheen zijn schreden
te wenden om de zaak weer in orde te maken.
Voor verschillende pandhuishouders in het
Noorden is de ring een goede bekende gewor
den en het kleinood verheugt zich in het bezit
van een vaste, algemeen bekende taxatie, n.1.
15. Nu heeft weer een schoonzoon van de juf
frouw haar kostbaar bezit naar den lommerd
gebracht, teneinde zich wat klein geld te ver-
WIJ BREIEN en repareeren alle soorten Wollen
Kleeding, Kousen en Sokken, ook de aller fijnste.
JAAP SNOR, ZUIDSTRAAT 15, DEN HELDER.
Let op den Gelen Winkel.
Depots voor Wieringen Hippolytushoef Wed.
J. de Beurs Den Oever Jb. Kaleveld.
FEUILLETON.
No. 66.
Nooit te voren was zij aldus bij hem gekomen.
Wat verlangde zij Waarom was zij daar
Hoe kom je zoo laat thuis, Pierre vroeg zij
zacht. WTaar was je toch Ik begon ongerust te
worden
Het was, of het spreken haar moeite kostte. Zij
zag er uit als een arme zinnelooze.
Zonder erop te letten, dat haar vragen geheel
onbeantwoord bleven, zei zij verder
v Weet je niet waar Raymond is
Neen, ik heb hem nergens gezien.
Hoe vreemd
Waarom Ik wist niet eens dat hij op Mé-
ridon was. Zou hij alweer vertrokken zijn Had
hij zooveel haast
Zij antwoordde niets, maar ging weer zitten.
De kamer was flauw verlicht door een kleine
lamp, die op den schoorsteen stond. Het venster
was open en sloeg telkens door den wind heen
en weer. Pierre deed het dicht, zoodat de lamp,
wier vlam voortdurend op en neer was gegaan,
rustiger begon te branden.
Hij komt hier nooit weer terug mompelde
zij, als in zichzelve. Ik zal hem nooit wederzien!
Kon ik maar, kon ik maar sterven
Zij boog een tijdlang zwijgend het afgetobde
hoofd en wendde zich daarop weder tot haai
oudsten zoon.
Pierre zei ze, verschrikt door het denk
beeld, dat haar lieveling haar voor altijd verla
ten had en een innige behoefte gevoelend aan een
paar zachte en teedere woorden, Pierre, hoe ben
je zoo stil, zoo treurig
Ik ben niet stiller dan anders, moeder, ge
weet wel, dat ik nooit vroolijk of luidruchtig ben
geweest.
Ja, ik begrijp het wel, mijn arme jongen,
die liefde gaat u nog aan het hart, .nietwaar
Ja, altijd.
En hebt ge de hoop nog niet verloren
O, moeder, ik heb al sinds lang geen hoop
meer
Mijn arme Pierre, zult ge het mij vergeven?
Ik heb u niets te vergeven.
schaffen.
Aangifte en opsporing volgden, de juffrouw
schokte voor de zooveelste maal 15 plus rente
en trok de aanklacht tegen haar familie weer in.
Maar dat zij het kostbaar bezit zoo langzamer
hand beu wordt, zal een ieder wel aannemelijk
vinden.
STUK NEUS AFGESLAGEN.
De landbouwer F. van E. te Moergestel had
bij het dorschen van roggen het ongeluk door
een der riemen te worden gegrepen, waardoor
hij met het hoofd tegen de machine sloeg. De
man werd ernstig gewond zijn neus werd ge
deeltelijk afgesneden. Hij is naar het Gasthuis
gebracht.
VERDUISTERING VAN 5000.
Bij de Haarlemsche politie heeft zich aange
meld de reiziger K. V. uit Oude Wetering.
Hij heeft bekend zich gedurende het laatste
iaar schuldig te hebben gemaakt aan verduiste
ringen van ongeveer 5000 ten nadeele van zijn
patroon te Oude Wetering.
DOOR AUTO GEDOOD.
Toen Woensdagavond de chauffeur v. d. K. op
het erf van den heer V&n Dongen, te Huiten (ge
meente Gilze-Rijen) zijn auto achteruit zette, ge
raakte het 7-jarig zoontje van den heer Van
Dongen er onder. De knaap was op slag dood.
ENCEPHAL1TIS NA INENTING.
In Delft zeven nieuwe gevallen.
fTe Delft zijn Woensdag zeven nieuwe geval
len van Alastrim aangegeven.
Te Delft is een 6-jarig meisje overleden, dat
lijdende was aan cncephalitis na inenting.
Een 20-jarig meisje te Son, is op last van den
geneesheer, naar het Gasthuis te Den Bosch o-
vergebracht. Het meisje lijdt aan cncephalitis,
als gevolg van inenting.
ALASTRIM.
Eerste geval te Voorburg.
Een der leerlingen van de M.U.L.O. school te
Voorburg is aangetast door alastrim. De school
is in verband met dit ziektegeval gesloten.
In de gemeente Bergh zijn Woensdag tien ge
vallen van alastrim geconstateerd en wel bij de
vrouw en 7 kinderen van een molenaar te Beek
en bij 2 kinderen van een arbeider te 's-Heeren-
berg.
Heden wordt dr. Brandjes, hoofdinspecteur
van de volksgezondheid, te 's-Heerenberg ver
wacht.
Pas de helft van de Rotterdamsche
bevolking ingeënt. De strijd
vraag pokken of alastrim
Een medicus te Rotterdam schrijft
De vorige week heeft gebracht, wat we in de
beschouwing van 25 September als onze ver
wachting hebben uitgesproken
De vier personen, te weten twee man
nen van 51 en 55 jaar, en twee vrouwen
van 46 en 62 jaar, die zich sedert hun
O, weigert ge mij dat Hebt ge nog altijd
een wrok tegen mij Gij zijt ijverzuchtig, ge
hebt opgemerkt, dat Raymond een grootere
plaats bekleedde in mijn hart dan gij, nietwaar?
Maakt ge mij daarvan een verwijt O, herinner
u later, wat ik u op dit oogenblik zeg. Nu heb
ik u beiden even lief en opdat het verleden ver
geten zij, is het, dat ik uw vergiffenis inriep.
Ik ben niet en ik was ook nooit ijverzuch
tig. Ik ben altijd gelukkig geweest met uw ge
negenheid en ik heb nooit opgemerkt, dat uw
liefde voor Raymond grooter was dan voor mij.
Maar als ik u toch zeg, als ik mijzelf be
schuldig O, gij aarzelt zoo, mijn jongen om uw
moeder een weinig gelukkiger te maken Als ei
vannacht, morgen, weldra ik gevoel mij zoo
oud iets gebeurde, dat opeens aan mijn be
staan een einde maakte, zou het u dan niet vree
selijk spijten, mij dat eene woord te hebben ont
houden, waarom ik u met zooveel aandrang heb
'gebeden Moet ik mij voor u op de kineen wer
pen, om uw hart te verteederen
Hij wendde half het hoofd om en zei op koelen
toon
Als gij het dan absoluut wilt, welnu, dan
vergeef ik u
Geruimen tijd zag zij met een blik van vertwij
feling naar hem op. Zij begreep als bij ingeving,
dat zij thans geheel alleen op de wereld stond,
'dat ook haar oudste zoon, hoe bleef haar raad-
jsel, met alles moest bekend zijn, dat het hart
van Pierre voor haar gesloten was, evenals het
hart van Raymond. Zij zuchtte diep.
Beiden, mompelde zij, beiden veroordeelen
mij, de ongelukkigen
Zij verlangde spoedig te sterven, teneinde te
ontkomen aan de martelingen van het leven,
want zij voorzag in de toekomst niets dan mar
telingen. Zij deed enkele schreden om zich te
verwijderen.
Bij de deur gekomen, bleef zij staan en klemde
zich vast aan de leuning van een stoel.
Zij keerde zich nogmaals tot haar zoon.
Hebt ge mij geroepen vroeg zij. Hebt ge
mij iets te zeggen
Hij schudde van neen.
Vergeef me, ik dacht, dat ge iets zeidet.
Maar nu ga ik heen, nu ga ik heen, als gij ten
minste niet liever hebt, dat ik blijf. Zij hield
hem nog altijd in het oog en als ze maar een
flauwe toenadering, een zwakheid bij hem had
opgemerkt zou ze zich onmiddellijk in zijn ar
men hebben geworpen, zooveel behoefte gevoel
de zij aan een kus, aan een liefkozing van den
jeugd niet meer hadden laten inenten,
zijn aan alastrim bezweken.
Zij hebben duur den tol betaald voor hun na
latigheid, zich niet te laten herinenten. Dat de
ze vier voorbeelden afschrikwekkend hebben
gewerkt en velen er toe bewogen zich alsnog ti
laten inenten, laat zich begrijpen. Doch zooals
het meestal gaat, in een paar dagen is het pu
bliek dit alles weer vergeten, en dan is 't uit met
den grooten stroom naar de verschillende ent
gelegenheden.
Afgezien van de bestrijding, de inenting als
eenig afdoend middel, staat thans de diagnose
pokken of alastrim in het middenpunt van de
belangstelling der deskundigen. Reeds lang, ja
we mogen gerust zeggen van het begin af, be
stond er verschil van meening tusschen de voor
aanstaande geneesheeren over den naam der
ziekte. Sommigen beweerden, dat 't pokken was,
terwijl anderen weer met even groote stelligheid
ontkenden met pokken te doen te hebben. We
waren van dezen medischen strijd volkomen op
de hoogte, maar achten het niet noodig hiervan
iets te melden, omdat men 't over de bestrijding
tamelijk eens was. Nu echter door de Regeering
een commissie, bestaande uit drie medici, waar
van twee hoogleeraren, is benoemd, om officieel
uit te maken, of er bij deze epidemie van pok
ken of van alastrim moet worden gesproken, wil
len we iets over het verschil van meening tus
schen de deskundigen zeggen.
Als men al die lichte en middelzware gevallen
.an die besmettelijke ziekte op de ziekenzalen
ziet met deskundig oog, dan zal geen enkele
medicus daarop de diagnose pokken stellen. Er-
zijn te veel essentieele verschilpunten met de
echte pokken, zooals die in Oost-Indië en vele
andere tropische lauden voorkomt. Neemt m u.
echter een zwaar ge" al er uit, zoodat mei «Jus
niets van de andere weet, ja dan zal iedere
dokter de diagnose pokken stellen. Nu is het
juist zeer moeilijk voor de Regeeringscommis-
sie van die lichte en zware gevallen toch onder
één diagnose te brengen en er een aannemelijke
verklaring voor te geven. Men onderschatte de
ze taak niet. iTwee geheel los van elkaar staan
de ziekten hier aan te nemen, gaat niet.
Wat de uitspraak der Commissie nog meer
verzwaart, is het betrekkelijk groote aantal sterf
gevallen te Rotterdam. Van de 286 aangegeven
sterfgevallen zijn er 16 overleden dat, is 5.6
Wel eigenaardig is, dat in Delft met 183 geval
len nog geen enkel sterfgeval is voorgekomen
evenmin in overig Nederland. Dit doet ons den
ken aan de epidemie in .Zwitserland. Van 1921
tot 1927 is Zwitserland door de alastrim bezocht.
In Bazel werden in 1921 de eerste gevallen tot
44 toe geconstateerd. Hiervan zijn er zeven over
leden, dat is dus een sterfte van 16 In het
geheel zijn er 5560 gevallen in Zwitserland voor
gekomen, waarvan 15 zijn overleden. Dat is dus
'n sterfte van 0.27 Bazel, dat den eersten stoot
opving van de epidemie, evenals thans bij ons
Rotterdam, had in 't begin een hoog sterftecijfer
aan alastrim. In overig Zwitserland stierven er
in de 5 jaren maar 8 en dit betrof personen, die
eenigen zoon, die haar, gelijk ze vroeger gehoopt
had, nog overgebleven was.
Maar wat zij verwachtte, gebeurde niet.
Pierre had zijn blik naar den grond gericht.
Hij stond daar roerloos, naar het scheen.
Zij ging dus heen, hoewel het haar ongeloove-
lijk veel moeite kostte, op de been te blijven.
Zij begaf zich naar haar eigen slaapkamer,
zonder licht op te steken, zocht zij op den tast
naar haar bed, waar zij zich, gekleed, als zij was,
op liet nederzinken.
Zoo bleef zij onbeweeglijk liggen, met de han
den op de borst gevouwen.
Wie haar daar had zien liggen, zou zeker ge
meend hebben, dat zij sliep.
Nochtans ontweek de slaap haar sponde. Zij
hield de oogen wijd geopend, maar weende niet.
Zij droomde van het verleden en het heden,
van haar verdiende smart en van de vreeselijke
boete, waaronder zij thans gebukt ging.
En dat na zoovele jaren Zij poogde er niet
aan te gelooven Zij had zooveel berouw gehad,
zooveel geleden. Zij had zich verbeeld, dat het
uur van vergelding niet meer zou aanbreken. En
iu was alles en alles gedaan en keerden zich
haar beide zonen van haar af.
De oudste gevoelde misschien alleen wrok te
gen haar om de weinige blijken van liefde, die
hij van haar ontvangen had. Na zijn jeugd altijd
in zichzelf gekeerd te hebben doorgebracht, was
hij nu op den mannelijken leeftijd, koud en hard
geworden.
't Is mijn schuldzei ze, zich op de borst
slaande, slechte moeder, schuldige moeder.
De andere, de meest beminde zoon, de lieve
ling, had een afkeer van haar wegens haar mis
daad.
Rechtvaardige hemel, ge hebt de ure der
wraak verschoven, maar de wraak zelf is er niet
minder om
Bij het aanbreken van den dag lag zij nog al
tijd droomend op haar legerstede.
Zij hoorde het geruisch der ontwaakte hoeve,
de knechts, die zich naar hun arbeid begaven,
het openzetten der staldeuren, de kudden, die
naar de weiden werden gedreven, de paarden,
die voor de karren werden gespannen, het geka
kel van de kippen en van ander pluimgedierte
en het vroolijk geblaf der honden.
Zij hoorde ook de stem van Pierre, die zijn be
velen gaf.
Zij richtte zich halverwege op, met het hoofd
buiten het bed, om des te beter te kunnen toe
luisteren.
AKKgr-s Abel Ljsi roop
(Adv. in Blokschrift.)
reeds een andere chronische ziekte hadden.
De Regeeringscommissie heeft dus vergelij
kingsmateriaal in Zwitserland, tenminste wat
de hooge sterfte in Rotterdam betreft.
Vol belangstelling wachten we het rapport
van de Commissie af. Maar hoe dit ook uitvalt,
het wachtwoord blijftinenten.
DOOR EEN REVOLVER GETROFFEN.
Ruzie in het woonwagenkamp te Lei
den. Een man zwaar gewond de
vermoedelijke dader gearresteerd.
Eergister ontstond er hevige ruzie tusschen
chen bewoners van het woonwagenkamp aan
den Molenweg te Leiden, welke plaats in ver
band met de 3 October-feesten overvuld is mei
'ijdelijke gasten. De ruzie nam dusdanige afme
tingen aan, dat er tenslotte geschoten werd,
waarbij een kermisklant ernstig gewond werd in
de zijde.
Men bracht het slachtoffer na^r het Acade-
nisch Ziekenhuis, waar snel operatief ingrijpen
noodzakelijk geacht werd.
De vermoedelijke dader is in arrest gesteld.
ROODVONK.
Te Weesp komt roodvonk voor. De Protestant-
sche bewaarschool aan de Oudegracht is voor-
loopig voor tien dagen gesloten, omdat onder de
leerlingen vier ziektegevallen voorkwamen. De
iekte is niet van kwaadaardigen aard.
DOOR DEN STORM OVERVALLEN.
Dinsdag is in de Lemmerhaven binnengeko
men het aakschip „Wilhelmina Alberdina",
"chipper T. Wind van Kampen, op reis naar Wol-
vega met een lading gerst, afkomstig uit Rot
terdam. Het stalen aakschip werd Maandag
nacht tusschen Urk en Lemmer door een storm
bui uit het Westen overvallen waardoor de zei
len zijn gescheurd.
AMSTERDAMSCHE WERKLOOZEN UIT
OMMEN TERUGGEKEERD.
De werkloozen die te Ommen zijn te werk ge
steld door de Amsterdamsche Crisiscommissie
hebben het voorbeeld van de werkloozen uit
Beilen gevolgd. Zij zijn Woensdag naar Amster
dam teruggekeerd, ook omdat het logies vol on
gedierte zou zitten. Een particuliere zuiveraar
Is naar Ommen gezonden om de zaak te onder
zoeken.
Zou hij berouw hebben dacht zij. Hij zal
den geheelcri nacht aan mij hebben gedacht en
slecht geslapen. Zijn stem beeft.
Daarin vergiste zich nochtans de ongelukkige
vrouw. Pierre's stem was zwaar en dof als altijd
Hij zal aan mijn deur komen luisteren, als
gewoonlijk.
Maar het eene uur verliep na het andere en
Pierre kwam niet.
Tpen verliet zij het bed en trad op het venster
toe.
Daar stond een jongeman droomend op het
voorplein. Hij had zijn blik gewend naar Maison
blanche en hij hoorde niet, hoe een der vrouwe
lijke dienstboden hem verschrikt kwam vertei
len, dat op een naburige hoeve de pokken waren
uitgebroken en dat reeds twintig schapen aan
die ziekte gestorven waren.
T)oen het meisje bemerkte, dat er niet naar
haar geluisterd werd, ging zij schouderophalend
heen.
Die man was Pierre de Noirville.
Waarom staat hij zoo te peinzen vroeg zij
zichzelve af. Denkt hij aan Susanne misschien?
Opeens wendde Pierre zich naar de hoeve.
Nu moet hij mij zien dacht ze. Het kan
niet anders. Hij zal mij glimlachend toeknikken.
Werktuiglijk richtten zich inderdaad Pierre's
blikken op haar venster, maar onmiddellijk ook
sloeg hij de oogen neer.
Geen glimlach, geen teeken van liefde.
Toen trok zij zich van het venster terug, viel,
krankzinnig van smart, weder op haar bed en
verborg haar gelaat in de kussens.
[Tegen het middaguur kwam zij beneden, in de
hoop haar zoon in de eetzaal aan te treffen.
Maai* Pierre was nog op het land.
Hij komt dadelijk, dacht zij, hij moet toch
eten
Zij wachtte zijn thuiskomst tevergeefs. Zijzel-
ve gebruikte ook niets en begaf zich weder naar
haar slaapkamer en te bed.
Eerst dien avond zag zij hem terug. Zij smeek
te met haar oogen om een glimlach, een woord
van teederheid.
Hij bleef stilzwijgend en vermeed het haar
aan te zien.
- Waarom, vroeg zij, waarom zijt ge sedert
gisteren anders tegen mij dan vroeger Wat heb
ik u gedaan Is het, omdat ik u bekend heb mijn
liefde tusschen u en Raymond niet gelijk te heb
ben verdeeld Vergeet dan, wat ik u heb gezegd,
en wordt weder wat gij altijd voor mij waart.
(Wordt vervolgd.)