I
20e Jaargang
Dinsdag 12 November 1929.
No. 84.
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR
WIERINGEN EN OMSTREKEN
Raad van Wieringen.
■WIERINGER COURANT
c
UITGEVER 1
CORN. J. B08KER, WIERINGEN
VERSCHIJNT EL KEN
DINSDAG en VRIJDAG.
ABONNEMENTSPRIJS
per 3 maanden 1.
ADVERTENTIêN
Van 15 regels 0.50.
Iedere regel meer 0.10.
BUREAU:
Hippolytnshoei Wieringen.
Telefoon Intercomm. No. 19.
Vergadering van den Raad der gemeente Wie-
ringen op Zaterdag j.1. des nam. 2 uur.
Afwezig de Heeren S. de Vries en Jb. Lont de
laatste met kennisgeving van verhindering.
Na opening en voorlezing der notulen, volgen
mededeelingen en ingekomen stukken a.
maandstaten der Zeegras-exploitatie, in Septem
ber verkocht 4682 pak, in October verkocht 3133
j>ak b. goedkeuring van Ged. Staten wijziging
art, 167 politieverordening c. mededecling van
den Minister van Waterstaat, dat door het Rijk
geen gelden zullen worden gevoteerd voor bijdra
ge onderhoud der Gemeenelandsweg, waar in
de toekomst voor het grootverkcer Alkmaar-Hel-
den-Den Oever van dien weg geen gebruik zal
worden gemaakt, terwijl op het oogenblik de
gemeente Wieringen door de Zuiderzeewerken
belangrijke voordeelen geniet die haar in staat
stellen voor het onderhoud te kunnen zorgdra
gen.
Voorzitter voegt hier echter aan toe, dat B. en
W. de pogingen nog niet opgeven en zij nu alle
hoop hebben gevestigd op den heer Ringers, die
zooals men weet thans aan het hoofd van het
Departement van Waterstaat komt en zeer zeker
deze kwestie in gunstigen zin voor de Gemeente
onder de oogen zal zien.
Op een vraag van den heer Lub, of de Minister
hier dan al op bezoek is geweest en den weg in
cogenschouw heeft genomen, antwoordt voorzit
ter bevestigend
Zuiderzee-Visscherij-'Tentoonstelling 1930 te
Enkhuizen. Het uitvoerend Comité voor de in
1930 te Enkhuizen te houden Zuiderzee-Vissche
rij-Tentoonstelling verzoekt hare pogingen to'
het doen slagen van die tentoonstelling te steu
nen door deel te nemen in het garantiefonds en
(of) een bijdrage voor de tentoonstellingskas
Naar aanleiding van dit verzoek deelen B. W
het volgende mede.
Toen in den loop van dit jaar de eerste stappen
werden gedaan om bij diverse lichamen belang,
stelling voor deze tentoonstelling te wekken, hel
ben zij aanstonds te kennen gegeven deze onder
neming met sympathie te begroeten, daaraan
toevoegende, dat zij bereid waren te overwegen
of de gemeente op de een of andere wijze aan die
tentoonstelling zou kunnen deelnemen. Blijkens
de bijgevoegde circulaire is de opzet van dien
aard, dat de expositie een volledig beeld zal ge
ven van de Zuiderzeevisscherij en aanverwante
bedrijven, zoodat zij uit historisch oogpunt, zeer
belangwekkend belooft te worden. H.i. behoor>
een belangrijk centrum der Zuiderzeevisscherij
als Wieringen daar niet te ontbreken. Anderzijds
is het niet van belang ontbloot, dat door deze
tentoonstelling naar buiten blijkt van den be
langrijken tak van volksbestaan, welke staat te
verdwijnen.
B. en W. vinden hier genoegzame aanleiding
voor te stellen tot dit doel eene bijdrage van
100.- beschikbaar te stellen en ten behoeve van
het garantiefonds in te schrijven voor een be
drag van ten hoogste 250.-. Tevens vragen zij
machtiging om, zoo daartoe e-elegenheid wordt
gevonden, de gemeente aan de tentoonstelling
te doen deelnemen op de wijze door hen te bepa
len, en daartoe een blanco crediet te verleenen.
De heer Lub zegt, dat, waar in het preadvies van
B. en W. wordt gesproken, dat Wieringen een
belangrijk centrum van de visscherij is, en dat
is het inderdaad, het hem bevreemt, dat in dat
Tentoonstellings-Comité niet één Wieringer zit
ting heeft. En wat die 250 voor het garantie-
finds aangaat, 'n garantiefonds geniet geen groo-
te populariteit, en spr. vreest, dat die 250 dan
wel denzelfden weg op zullen gaan als de subsi
die.
Voorzitter licht toe, wat het eerste punt van
•den Heer Lub betreft, dat het juist volgens de
circulaire de bedoeling is, dat op de visschers-
plaatsen plaatselijke comité's worden opgericht,
die voor de expositie der plaats zullen zorgdra
gen. Wat de financieele zijre betreft, het is de
bedoeling geen grooter bedrag te gebruiken, dan
is toegezegd. Voor het reservefonds behoeft men
dus niet zoo verschrikkelijk bang te zijn.
De heer Lub meent dat dan het garantiefonds
overbodig is hij zou alleen 100 subsidie willen
geven.
De heer Kaan heeft ook niet veel met het ga
rantiefonds op en zou willen voorstetllen aan
het garantiefonds niet deel te nemen, doch de
subsidie op 200 stellen.
Met 6 tegen 3 stemmen wordt het voorstel ver
worpen, (voor stemden de heeren Lub, M. Kooij
en Kaan.)
Het voorstel B. en W. 100 subs. en 250 ga
rantie komt daarop in stemming en wordt ook
verworpen met 6 tegen 3, (voor stemden de hee
ren Bosker, (Tijsen en J. Lont.)
Dan komt het voorstel Lub, alleen 100 sub
sidie te geven, aan de orde en dit wordt aangeno
men met 7 tegen 2 stemmen. (De heeren J. Lont
•en J. Bosker stemden tegen.)
Esperanto. Van de Centrale Esperanto Propa-
gande Commissie te Nijmegen het verzoek, om in
navolging van de stad Nijmegen, over te gaan
tot oprichting van een éénjarige cursus voor hel
ondenvijs in de wereldtaal Esperanto, ten behoe
ve van leerlingen der hoogste klassen van de la
gere scholen en van oudere kinderen.
Naar aanleiding van dit verzoek merken B. er.
W. op, dat van de oprichting van zoodanigen
cursus te Wieringen de wenschelijkheid tot nu
toe nimmer is gebleken. Naar hunne meening
behoort, als dit onderwijs gewenscht wordt, hier
voor het initiatief van particuliere zijde uit
door de gemeente geschiedt, al zal nader onder
het oog worden gezien of een dergelijk particu
lier initiatief van gemeentewege gesteund be
hoort te worden.
De heer Kaan zou toch B. en W. in overweging
willen geven eens te informeeren, wat de kosten
van een cursus zijn. Spr. acht het van groot be
lang, dat Esperanto als wereldhulptaal doorge
voerd wordt.
Voorz. meent, dat men in vreemde landen al
heel weinig met Esperanto kan bereiken van
meer belang acht spr. het volgen van een cursus
in moderne talen.
De heer Lub wenscht toch in het midden te
brengen, dat het esperanto een groote toekomst
tegemoet gaat congressen worden gehouden «i
de leden in verschillende landen correspondee
ren reeds onderling in deze taal.
Niemand maakt er echter een voorstel van
en zoo wordt het advies van B. en W. goedgek
Meer licht.
Voorz. brengt een'adres ter tafel van V. Koom
J.Vz. en anderen, waarin wordt geklaagd, dat
s avonds het Zuidelijke gedeelte van den Gester-
weg bijna niet te volgen is, wegens de daar heer-
schende duisternis, vooral bij S. Wagemaker
Met het oog op het drukke verkeer in dien weg
verzoeken adressanten een electr. lantaarn
perc. Wed. C. de Wit.
Wordt ter afdoening in handen gesteld
B. en W.
Zeegras-Exploitatie.
Naar aanleiding van de voorstellen van
raadslid, don heer P. Kaan, ontwikkeld in
bij
hel
zijn
schrijven van 30 September j.1. deelen B. en W.
het volgende mede.
In de eerste plaats stelt de heer Kaan voor te
bepalen, dat van het niet-belegde kapitaal dei-
exploitatie, dus van het gedeelte van het kapi
taal dat telkenjare aangewend wordt tot bèta
ling van pakkengelden e.d. en dat dus geduren
de een zekeren tijd niet rentegewnd belegd kan
worden, eene rentevergoeding te heffen en dit in
de gemeentekas te storten. De voorsteller wijst
°r op, dat, hoewel daartoe reeds vroeger was be
sloten, aan dit besluit blijkbaar geen gevolg i<
gegeven.
Dat een besluit van die strekking door den Raad
zou zijn genomen moeten zij echter ontkennen.
Bij de behandeling van een voorstel van den heer
Oden tot uitkeering van den winst over den zee-
grasoogst. 1927 in de vergadering van 29 Nov.
1927, heeft volgens de notulen de heer Kaan ge
zegd „aan het voorstel zijn stem te willen ge
ven, doch onder voorwaarde, dat de onkosten
worden afgetrokken, dus ook de rente van het
kapitaal, waarmede de zaak gedreven wordt",
waarop de Voorzitter heeft geantwoord „dat dit
ook geschiedt".
olgens mededeeling van den Voorzitter moet
hier echter een misverstand in het spel zijn ge
weest en moet hij de opmerking van den Heer
Kaan destijds niet begrepen hebben of althans
verkeerd begrepen. De voorzitter had de vraag
zoo opgevat dat van de winstuitkeering aan de
maaiers de gekweekte rente zou worden uitge
zonderd had hij begrepen, dat de Heer Kaan
doelde op de gederfde rente, dan had zijn ant
woord uiteraard ontkennend geluid, omdat een
besluit met die strekking niet genomen was. Zij
kunnen overigens niet inzien, dat zoodanig be
sluit dan wel zou zijn genomen in de bedoelde
vergadering van 29 November 1927. Hetgeen toen
door den heer Kaan gesproken is, was toch niet
meer dan eene opmerking zijnerzijds, welke
hoogstens de opvatting van den spreker zelf kon
weergeven, doch geenszins als de meening of
het besluit van de geheele vergadering kon wor
den aangemerkt. H.i. is dan ook van eene dooi
den Raad genomen beslissing op dit punt geen
sprake.
Komende tot het voorstel, thans door den
dm Heer Kaan in zijn schrijven van 30 Septem
ber gedaan, troffen zij daarbij niet aan eene mo
tiveering daarvan. Zij vermoeden echter, dat de
voorsteller als volgt redeneert. Indien men eei\
zaak drijft is het noodig ten einde bekend te wor
den met het zuivere resultaat, tegenover de ba
ten die hel bedrijf oplevert te stellen alle uitgavei.
m verdere onkosten, die daarbij een rol gespeeld
hebben. Ook van het kapitaal, dat de onderne
mer in de zaak gestoken heeft, behoort dus aan
dien ondernemer rente betaald te worden, omdat
als het kapitaal van derden zou zijn geleend
hetzelfde zou hebben plaats gevonden. Inder
daad is dit standpunt in overeenstemming me<
de eischen van goed koopmanschap. De voorstel
ler wil nu gelijke methode toepassen op de Zee
gras-exploitatie. In deze redeneering kunnen zij
hem niet volgen, omdat de vergelijking niet op
gaat. In het particulier bedrijf, zoo ook in de
meeste gemeentebedrijven, geschiedt de kapitaal
verstrekking door den ondernemer respectieve
lijk door de gemeente. Hier houdt de vergelij
king dus op, want bij de zeegras-exploitatie is
juist het tegendeel het geval. Het kapitaal van
de Zeegras-exploitatie is niet door de gemeente
gefourneerd, doch gevormd door het bedrijf zel
ve. Er is derhalve geen enkele grond om de ge
meente door eene rente-uitkeering, als in het
voorstel bedoeld, te bevoordeelen.
B. en W. zijn mitsdien van meening, dat zoo
danige rente-vergoeding bij dit gemeentelijk be-
Irijf niet op haar plaats is.
De heer Kaan stelt in de tweede plaats voor te
Den Oever een groote loods te bouwen, teneinde
daarin het losse zeegras op te bergen en het per
sen in eigen beheer ter hand te nemen. De voor
steller acht. dit wenschelijk, omdat er naar zijn
oordeel gebrek aan pakhuisruimte is en tenge-
gaan en kan men niet verlangen, dat dit steeds ivolge daarvan het zeegras te vlug wordt geperst.
hetgeen de oorzaak is, dat de qualiteit tegen
woordig te wenschen overlaat. Inderdaad wordt
de klacht meer dan vroeger vernomen, dat het
zeegras van Den Oever te slap is en niet geheel
broeivrij, en zij zijn het met den voorsteller
eens, dat dikwijls de oorzaak daarvan moet wor
den gezocht in het persen van niet geheel uitge
werkt zeegras. De heer Kaan wijdt dit echter aan
te weinig pakhuisruimte, een conclusie, die zij
intusschcn niet kunnen onderschrijven, tenzij
door hem wordt bedoeld, dat er te weinig berg
ruimte is voor het losse zeegras. Indien men
echter zou willen voorzien in voldoende berg
ruimte voor al het losse zeegras, dan zou men de
beschikking moeten hebben over een enorme
loods, veel grooter dan de heer Kaan zich voor
stelt. Van Oost-Wieringen kwamen dit jaar min
stens 5000 pakken a 100 Kg., een quanium het
welk in 2 maanden tijds niet alleen werd bereid
doch tevens geheel geperst. Om deze hoeveelheid
in lossen toestand op te bergen zou eene ontzag
gelijke opslagruimte noodig zijn, om te zwijgen
van de noodzakelijkheid om daarin minstens
drie, vier persen te plaatsen, wil men beschik
ken over eene capaciteit tot persen ten minste
gelijk aan die van tegenwoordig.
Om te bereiken wat de Heer Kaan wil, is dit
echter geenszins noodig. Die bedoeling is n.1.
om te voorkomen, dat het zeegras te jong ge
perst wordt. Hun komt het voor, dat die bedoe
ling op veel minder omslachtige wijze kan wor
den verwezenlijkt door een eenvoudig Raadsbe
sluit, waarbij bepaald wordt, dat de eerst be
schikbare partijen 4 a 5 weken moeten worden
opgeslagen vooraleer tot persen wordt overge
gaan. Een voorstel daartoe meenen zij echter
voorloopig nog niet te moeten doen-, omdat zij
vertrouwen, dat de maaiers wel. tot het inzicht
zullen komen, dat het in hun eigen belang is het
zeegras zoo goed mogelijk te bereiden en het dus
goed droog en uitgebroeid ter persing aan te bie
den. Bovendien moet in deze zaak voorzichtig
heid worden betracht, omdat bij het vroeg inval
len van het regenseizoen de tijd te kort zou kun
nen zijn toegemeten om een voldoende hoeveel
heid tijdig gereed te krijgen, hetgeen voor den
handel weer bezwaren zou meebrengen.
Op grond van vorenstaande overwegingen ge
ven B. en W. de Vergadering derhalve in over
weging de voorstellen van don heer Kaan niet
aan te nemen.
De heer Kaan het woord verkrijgende acht zijn
zienswijze, een rentevergoeding te heffen van
het niet rentegevend kapitaal, zeer juist. Dat
voor do 25 a 30 personen, die aan het wiermaai-
en zijn, dit kapitaal voor niemandal zou worden
gebruikt, zou een bevoorrechting zijn. Dat onder
de onkosten die worden afgetrokken, ook rente
behoort, is toch een zuivere zaak.
Wat zijn voorstel van de loods betreft, dez-
zou op het haventerrein te Den Oever moeten ko
men, of er zou een stukje grond voor moeten
worden gekocht of in erfpacht. Als men voor de
onkosten 1000 per jaar zou berekenen (rente en
aflossing) dan zou dus een en ander in een klei
ne 20 jaar zijn verdiend. Derhalve een klein be
drag per pak dat de maaiers moeten derven, is
voldoende om een en ander te dekken. In dat
pakhuis zou plaats moeten zijn voor 1000 pakken
wier, tevens twee persen met lier. Het zeegras,
zou, voor zoover bereid, dadelijk kunnen worden
geperst en afgeleverd en dart had mén weer ruim
te voor anderen. Men voorkomt, dat jong goed te
vroeg wordt geperst, krijgt dus .goede kwaliteit
en het kost de gemeente geen cent.
De heer J. Lont, Is het de bedoeling van den
heer Kaan, dat het zeegras in de loods los wordt
opgeslagen
De heer Kaan. Ja zeker en het er tevens in te
persen.
De heer J. Lont. Dat wordt een groote ruzie.
In een tijd van drie maanden wordt al het zee
gras bewerkt en dat kan onmogelijk zoo vlug in
dat eene pakhuis.
De lieer Kaan is voor ruzie niet bang. Er wa
ren dit jaar niet meer als 12 maaiers te Den Oe
ver. 12 vakken in het pakhuis is voldoende voor
alle maaiers en ze hebben van elkander geen last
De heer Bakker. Als ze de wier maar een week
of vier aan de klamp lieten staan, dan had men
van broei geen last meer.
De heer Kaan. Dat is het nu juist, maar dat
doen ze niet soms zoo uit de slooten naar de
pers.
De heer Lub zegt, dat de heer Kaan even gele
den zoo met verbazing keek, toen spr. vroeg,
welk kapitaal Kaan toch bedoelde. En spr. vraagt
het nu weer. ïs het 't kapitaal van 15000
Voorz. neen, de heer Kaan bedoelt een gedeel
te van die 15000 dat als pakkengeld dan voor
een tijd onbelegd is.
De heer Lub Daar wil u dus rente van trek
ken, mijnheer Kaart
Voorz. Wij geven een gedeelte pakkengeld aan
de maaiers en nemen dat geld derhalve van de
Bank af en daar berekenen wij geen rente voot'.
B. en W. zeggen nu zoo dat kapitaal is bij elkaar
gegaard, men behoeft het dus niet te leenon en
derhalve gaat het dus ook niet aan de maaiers
iente te berekenen.
De heer Lub Dus Kaan wil rente hebben en
dit de maaiers laten betalen
De beer Kaan Als de gemeente het zelf niet
bad, zou ze het toch moeten leenen en er rente
voor moeten betalen.
De heer Tijsen Het kapitaal is gekomen uit
het bedrijf en wordt gebruikt in bet bedrijf en
wij meenen dus geen rente
De heer Lub Is het niet voor de gemeente een
gunst, dat ze het kapitaal gebruiken mag En
wat die loods betreftspr. zou er in geen geval
accoord mee kunnen gaan, als deze door de maai
ers betaald moeten worden. U wilt van die men-
schen 10 cent per pak. Maar vraag het aan de
Handelaren, of die het willen betalen.
De heer Kaan Het kan best zijn, dat die er
wat voor voelen.
De heer Tijsen De bedoeling van den heer
Kaan, wat het pakhuis betreft, is nog zoo slecht
niet, maar spr. vreest, dat er door de droogma
king niet lang zeegras meer zal zijn. Het water
wordt troebel door het werken der baggermolens
en het slik komt op het zeegras terecht, dat, alp
het laag water i,s, en de zon wat al te scherp
schijnt er door bederft. Ook in de toekomst
vreest spr. door het binnenwater, dat zand en
slik met zich voert, voor de zeegrasbedden het
ergste. Daarom moeten we naar een loods niet te
hard loopen, en bovendien op de haven is geen
plaats en grond te koopen zou een schat van geld
kosten. Wat de kwaliteit van het zeegras betreft:
het wordt te spoedig opgeperst en dat zit 'm in
de handelaren die op een bom alles tegelijk wil
len ontvangen, het is echter altijd tegen spr.'s
zin geweest, dat van iedere wierdrooger de ge
heele oogst tegelijk werd ontvangen de helft
was voldoende en dan kon er meer aandacht aan
worden besteed, dat de broei er uit was.
De heer Kaan. Juist, daar wordt de hand niet
aangehouden. En wat het slik betreft, laat ons
nu niet voorstellen, dat door de baggermolens
de heele zee bevuild en troebel wordt tot heel aan
Lutjewaard. En later als de dijk klaar is, is die
last dan toch weg.
De heer Tijsen. Ja, maar dan komt het zoele
water, Kaan
De heer Kaan. En de afnemers, die op spoed
aandringen krijgen ook de schuld. Maar als de
exploitatie niet klaar is, dan moeten die wach
ten. dat is een uitgemaakte zaak.
De heer Bakker. Ja, het zeegras moet goed af
geleverd worden.
De Voorz. vraagt of de heer Kaan stemming
over zijn voorstelling verlangt.
De heer Kaan. Dat zal onnoodig zijn. Ik
voel wel, dat ze er toch allemaal tegen zijn.
Uitkeering winst gemaaid zeegras oogst 1929.
Naar aanleiding van het voorstel van het lid,
den heer D. Oden, strekkende tot het weder doen
uitkeeren van de winst, voortspruitende uit den
verkoop van den oogst 1929 van gemaaid zeegras
aan de maaiers, welke aan de maaierij voor dien
oogst hebben deelgenomen, deelen B. en W. het
volgende mede.
Aangenomen, dat met het voorstel wederom
wordt beoogd de animo tot het zeegrasmaaien
zooveel mogelijk aan te moedigen, kunnen zij
zich hiermede vereenigen, waarom zij in overwe
ging geven tot dat doel weder een soortgelijks
verordening vast te stellen als het vorige jaar.
De heer Kaan wil er voor stemmen, mits ziin
zelfde voorstel als verleden jaar wordt goedge
keurd, n.1. dat de rente bij de onkosten worden
berekend.
Voorz. Maar dat is zooeven toch verworpen.
Maakt u er nu weer een voorstel van
De heer Bakker wil het voorstel wel ondersfeu
nen. Zoo pas waren er toch twee voorstellen
De heer M. Kooij vraagt wat de heer Oden on
der winst verstaat.
Voorz. Wat er over blijft na aftrek van alt#
kosten.
De heer M. Kooij Dan kunnen we het geen
winst, maar „te min aan de maaiers betaald"
noemen. De exploitatie is toch een ding op coö
peratieven grondslag
Voorz. Coöperatief
De heer Kooij Ja, als ik me verkeerd uitdruk
moet u het maar zeggen. De gemeente mag geen
winst daarvan hebben. Op voorstel indertijd van
Kaan kwam 't bedrag in de gemeentekas terecht.
De heer Kaan Van mij ik was toen nog geen
aadslid
De heer Kooij Dan van een ander. Maar als
de Exploitatie 7.- voor een pak boekte, kreeg de
maaier 6.50 en die twee kwartjes werden ach
teraf gehouden. Dat was voorzichtige politiek
van onze voorvaderen, maar dan moet men nu
oen beetje minder met het woord „winst" scher
men. Als het verzoek nu niet ter tafel was geko
men, had men die z.g. winst dan niet uitbetaald
Voorz. Daar kan ik zoo geen antwoord op ge
ven.
De heer Bosker Als dit reservekapitaal niet
was vergaard, zou men er nu toch voor dienen te
zorgen.
De heer Kooij Zeker, is het ook goed, dat het
er is, maar wat de maaiers vroeger hebben ont
beerd, wil Kaan ze nu nog rente voor laten be
talen.
Het voorstel B. en W. wordt goedgekeurd.
Bijdrage in de exploitatiekosten van het cen
traal ziekenhuis te Alkmaar. Van de Centraal -
Ziekenhuis-Commissie voor de Bijdragende Ge
meenten is een schrijven ontvangen, bevattend#
een mededeeling omtrent de resultaten, welke
het overleg met het Gemeentebestuur van Alk
maar heeft opgeleverd naar aanleiding van ee-
nige van de zijde der buitengemeenten naar vo-
en gebrachte wenschen. De commissie geeft
daarbij in overweging het op 24 October 1925 ge
nomen besluit tot subsidieering te wijzigen.
Ter toelichting deelen B. en W. mede, dat, aan
gezien het totaal der door de buitengemeenten
toegezegde bijdragen( 9200) minder heeft b«-
dragen dan verwacht was 15000,,-), eene ver
andering in het verhoudingscijfer waarnaar di#
gemeenten in de exploitatiekosten zullen bijdra
gen, noodig is gebleken. In plaats van 15000/65000,
zal de gezamenlijke bijdrage van de buitenge
meenten nu 9200/65000 van het jaarlijksch tekort
beloopen, alzoo eene vermindering. De maximum