der Radio-Ge
WEIKNMUL
Bs
Pilsener, Munchener, Lager (Licht en
nimmer heeft 11 zoo
Tweede Blad.
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOO
WIERINGEN EN OMSTREKEN
J. ft KEÖSS TABAK
Tabaksfabriek
„De Wakende Leeuw
J. R. KEUSS
Laat 125 - ALKMAAR.
vanwege het P.E.N.
Toonki
te Wierlng
»n.
DE JONGH's Meu
VRAAOT en DRINKT steeds onze
Hootd-agenlJOH. DE NI«JS, Schag
Het geheim van de
gevouwen handen.
<5-
Diau. Vrijdag 24 Januari 1930.
WIERINGER COU^B
een waarborg voor de kwaliteit.
BUITENLAND.
'THEORIEËN VAN STALINE EN DE
SOWJET - BRANDWEER.
De Sowjetpers bericht een zeer curieus ge
val uit het leven in Sowjet - Rusland dat de aan
dacht verdient.
In een van de grootste dorpen, gelegen bij 't
station Beresino aan de Noord-Westelijke spoor
lijn, brak brand uit in den particulieren win-
kei van den „koelak" (rijke boer) Iwanoff. Een
lid van den plaatselijken raad zag den brand het
eerst en liep vlug naar het hoofd der brandweer
om hem te waarschuwen. Ditwas haast overbo
dig, want de rook en het vuur waren zoo in om
vang toegenomen, dat men haast niet kon aan
nemen, dat de brandweer er niet van afwist.
(Toen de waarschuwende boer kwam aanhol
len, zag hij inderdaad de brandweermannen al
len tezamen op de banken bij elkaar zitten.
Kalm en rustig spraken zij er over of.... het
nog lang zou duren, voor het huis van Iwanoff
geheel zou zijn afgebrand.
„Er is toch brand, waarom blusschen jullie
niet riep stom verbaasd het dorpsraadslid
uit, waarop hij een zeer leerrijk antwoord kreeg,
in den geest van Staline's theoriën: „Wat een
vraag, en dat heet nog dorpsraadslid; wiens
huis staat in brand
„De coöperatie"? „Neen"! „Een rijkswinkel?"
„Neen" Het huis van den rijken boer Iwanoff
staat in brand, welnu laat het maar branden, de
rijke boeren moeten immers worden uitgeroeid.
Na een dergelijk antwoord zweeg het raadslid
onmiddellijk, tevreden gesteld stil, want hij was
bang dat als hij verder aandrong op blusschen,
men hem als een aanhanger der „rechtschc op
positie" zou doen voorkomen.
Zooals de Sowjet-krant verder bericht, stond
de „koelak" er zelf rustig bij toe te kijken, hoe
zijn huis eri winkel afbrandden.
Op dit oogenblik sloeg tengevolge van een he
vigen windvlaag plotseling het vuur over op-Be
nige naburige boerenhuisjes. Tenslotte brandde
het halve dorp af.
Na den brand bleek achteraf dat alleen de koe
lak Iwanoff bij de geheele catastrophe voordeel
had gehad, daar zijn winkel was verzekerd bij de
Sowjet rijks verzekeringsmaatschappij en de an
dere boerenhuizen niet.
Nu is de chef van de brandweer voor de recht
bank gedaagd en deze trouwe leerling van Stali-
ne, begrijpt niet waaroml Hij heeft immers al
leen dat gedaan, hetgeen kameraad Staline voor
schreef, n.1. de „koelaks" uitroeien. Het is las -
tig den onschuldig veroordeelden brandweerchef
geen gelijk te geven als hij vraagt waarom. In
dien er iemand geoordeeld .moet worden dan is
het de leeraar, de arme man is. slechts de leer
ling.
zullen worden gehouden
DINSDAG 28 JANUARI, in Café „Duinzicht" te
Callantsoog, 's namiddags 21/£ uur.
DONDERDAG 30 JANUARI, in Café „De Roode
Leeuw" te St. Maartensbrug, 's nam. uur
DINSDAG 4 FEBRUARI, in Café „Langendijk"
te Burgerbrug, 's namiddags Zl/2 uur.
VRIJDAG 7 FEBRUARI, in Café ,,'t'Wapen van
Petten" te Petten, 's namiddags 2J/2 uur.
Deze demonstraties worden gehouden door
Mevrouw ROERSCH-Semeyns uit Bloemendaal.
Zij zijn leerzaam en onderhoudend, daar de
huisvrouwen hier kunnen zien hoe met behulp
van de electriciteit tegen geringen prijs (6 ct.
per maaltijd) een smakelijk maal kan worden
bereid, met zoo goed als geen toezicht.
Voorts worden alle electrische huishoudelij
ke toepassingen, als strijken, wasschen, thee
zetten, warmwater bereiden, verwarming, enz.
enz. öp deze demonstraties behandeld.
In de pauze wacht den bezoekers eene aardi
ge verrassing.
ALS HUt
Daar wij één der grootste zaken van Ilaarh
lubben wij gebrek aan ruimte.
Ai onze ameublementen, dressoirs, buffett
bureau s linnenkasten, divans, vloer- tafel-
enz. moeten weg.
Doet nu uw voordeel en koopt uw mei
DE JONGH'S MEUB
Telef. 344. 2e Vroonstraat 1
Aan het einde van d
bij ons zier voi
HEINEKEN'S
FEUILLETON.
Lensden is een schurk, zeide de oude heer De-
vereux toornig. Ik heb je gisteren al gezegd, God
frey, dat ik hem niet vedtrouwde en er zeker
Van was, dat hij je een kwaad hart toedraagt.
- En dan moet u weten, mijnheer Codey, - ver
volgde hij tot den advocaat, - dat Godfrey alles
voor dien vent heeft gedaan. Hij heeft hem ja
renlang feitelijk onderhouden.
-- Als u zooveel van de menschelijke dank
baarheid hebt gezien als ik, verbaast u zich ner
gens over, sprak de advocaat. Maar wij dwa
len af. Vertel mij eens, mijnheer Henderson,
heeft u ooit, onder welke omstandigheden ook,
het hof gemaakt aan of op liefde gezinspeeld te
genover de vrouw, die nu overleden is
Nooit, sprak Godfrey op vasten toon. De
man, die dat zegt, liegt
Waarschijnlijk wel, maar dat belet niet,
dat hij het toch zegt. Is u, toen u haar in Bur-
ford Street verliet, nog iemand dicht bij het huis
tegengekomen
Geen sterveling. De straat was leeg.
Ik meen, dat u vanmprgen zeide, dat de
nachtportier van het hotel u heeft binnengela
ten. Heeft u nog iets over den tijd gezegd tegen
hem
Ja, toen hij de deur opende, zei ik tot hem:
ik geloof, dat ik erg laat ben, .toen keek ik op
mijn horloge en voegde er bij: het is half een
Als hij met een goed geheugen gezegend is,
zal hij zich dat nog wel herinneren, sprak Codey.
Toen plotseling op iets anders overgaande, ging
hij voort: welken weg heeft u genomen vanaf
Burford Street.?
Door Court Road, Oxford Street en Bond-
street.
Morgen zal ik iemand dien weg vlug laten
loopen, om te zien, hoe lang hij er over doet.
Als de portier nu maar een goed geheugen heeft
en te vertrouwen is, zal dit nog een belangrijk
punt worden.
„Maar waarde heer," bracht mijnheer Deve-
reux in het midden, „u denkt er toch geen oo
genblik aan, dat mijnheer Henderson er van be
schuldigd zal worden, deze vrouw gedood te heb
ben
„Dat zal me in het geheel niet verwonderen,"
sprak de advocaat kalm. „Laten wij de feiten
eens nagaan. Eenige maanden geleden gebruik
te mijnheer Henderson dit meisje als zijn model
en hield haar in dienst, ook toen hij haar eigen
lijk niet meer noodig had. Ze waren met elkaar
op zoo'n goeden voet, dat zijn vriend zich geroe
pen achtte hem daarop te wijzen. Het gevolg
was, dat zij Engeland haastig verlieten, terwijl
het meisje hen naar Napels volgde.. Neen, neen,
mijnheer Henderson, zeg als 't u belieft niets. Be
denk, dat ik de geschiedenis vertel, zooals ik het
doen zou, als ik tegen in plaats van vóór u
was. Zooals ik zeide, het meisje vertrok naar Na
pels, en ik veronderstel nu maar eens, dat zij u
gevolgd is. Het bewijs is er, dat zij met u in brief
wisseling stond en dat u uw vriend alleen ver
der liet reizen. Daarbij mtoeten wij steeds in het
oog houden, dat hij de man was, die u er toe be
wogen had het meisje op te nemen. Onderwijl is
u naar Napels teruggegaan om haar weer te be
zoeken. U kunt over de beweegredenen twisten,
maar u kunt niet ontkennen, dat u met haar ge
dineerd heeft en later met haar naar de opera is
gegaan."
„Maar haar moeder was er ook bij," zeide God
frey haastig, terwijl een toornige blos zijn gelaat
overtoog bij den schuldigen uitleg, dien de nn-
der aan zijn daad gaf.
„Doet er niets toe," antwoordde de advocaat
kalm. „Het is voor de tegenpartij voldoende, dat
u haar daar heeft ontmoet. Toen is u naar En
geland gegaan, en, nadat u eenigen tijd buiten
hadt gewoond, raakte u verloofd met de dochter
van mijnheer Deveremx, die hier tegenwoordig
is. Het Italiaansche meisje was dntusschen ook
weer in Engeland terug. Waarom Natuurlijk
om bij u te zijn. U zoekt haar echter niet op.
Daarom is zij ongelukkig. Wat reden heeft zij
daarvoor Dat u op het punt staat te gaan trou
wen."
„Maar dat zijn louter vermoedens," zeide God
frey. „En het is een feit, dat zij zelf ook getrouwd
was."
„Met wien Waarom niet met uzelf
„Lieve hemel, man," zeide Godfrey van zijn
stoel opspringend, „u wilt toch niet zeggen, dat u
gelooft, dat ik met haar getrouwd was
„Ik geloof niets", antwoordde de advocaat, nog
altijd met dezelfde kalmte. „Maar u zult opmer
ken, dat de tegenpartij het meer dan waarschijn
lijk zal vinden. Laat mij nu voortgaan met mijn
verhaal. Ik zeide, dat zij ongelukkig was, omdat
u op het punt stondt te trouwen. Dat is niet meer
dan natuurlijk. Tóen is u in Londen gekomen,
naar de comedie geweest, en na afloop daarvan
heeft u haar, geheel toevallig, na middernacht in
de Strand ontmoet. Té middernacht, en bij toe
val let daar eens op Lijkt het waarschijnlijk,
dat die ontmoeting werkelijk toevallig was
Zoudt, u een jury daarvan kunnen overtuigen
Ik twijfel er niet aan. Laat ons echter voortgaan.
Het meisje heeft zorgen en u brengt haar in een
rijtuig thuis. De politieagent en de koetsier zul
len u als denzelfden persoon herkennen, dien zij
's avonds zagen en, aangezien u zegt, dat er nie
mand in de straat was, toen u afscheid van haar
nam, zal niemand onder eede kunnen verklaren
dat u niet met haar naar binnen zijt gegaan. Nu
vraag ik u, mijnheer Henderson, deze feiten on
der de oogen te zien en mij dan, als weldenkend
me'nsch te zeggen, of 't zal verwonderen als het
publiek u verdenkt
„Zooals u de zaak voorstelt, niet," sprak God
frey. „Maar het kan toch wel bewezen worden,
dat ik er niets meer mee te maken heb gehad,
dan ik gezegd heb."
„Juist, dat is precies wat wij moeten doen.
Maar ik wil u eerlijk zeggen, dat ik wel geloof,
dat het ontzettend veel moeite zal kosten. U
moet er aan denken, dat wij, behalve uw eigen
getuigenis, niets hebben om onze redeneering
op te bouwen. De twee grootste punten in uw
voordeel zijn de feiten, dat u in Detwich was,
toen het kistje, waarin de handen der doode
vrouw, van Euston werd afgezonden en dat u
onmogelijk de misdaad begaan kunt hebben in
den tijd tusschen het oogenblik. waarop de a-
gent u in Burfort Street gezien had en dat, toen
u aan uw hotel aankwam. Wat wij moeten doen
is, den persoon opzoeken, die de kist in Londen
heeft afgegeven en ons verzekeren van het getui
genis van den portier. Keert u intusschen maar
naar Detwich terug en verlaat het geen oogen
blik. voordat u van mij gehoord heeft."
„Nog een vraag, mijnheer Codey. Voor wij ver
der gaan, zou ik graag willen, dat u me ronduit
Het zou moeilijker zij
thuiskomst voor te steil
na de gebeurtenissen, iij
beschreven. Zij hadden
het kantoor van den ad
tion en gedurende den
van beiden op het onde§
Codey gevoerd hadden,
zaten en de trein in bev
zwijgen verbroken.
„Mijnheer Devereux,"
niet, hoe ik u moet dan|
heid, die u mij betoond I
ter zijde te staan. Geloo|
voelig voor."
„Spreek er niet van,"
heer „wat de zaak
lukkig misverstand, datj
troffen kon hebben. Ik
ik dien ellendigen
hoe ik over hem' denk.'
„Laat ons niet over hl
frey. „Zijn eigen gevoel,
noeg voor hem zijn. Eén
over ik u moet spreken,
„En dat is
„Het betreft mijn huwJ
frey „ik vrees, dat het el
arme Molly zal zijn, maai
is, dat de beschuldiging,
mij zal Worden ingebrach|
niet meer aan mij gaan
Mijnheer Devereux staai|
„Nonsens," zeide hij. „Ik
dochter houdt en zij van jd
plicht jou, nu je in n>oeilij|
te staan en te troosten,
oogenblik aan je schuld tv