j. B. KEl)ï>S TABAK Manheim's M. MINNES Vlieringen tUlMMSILEttlirc Magazijn Je Ster" Wïf blijven MET OPRUIMING voor belachelijk lage prijzen op. OUDKERK VIN PRAAG Wi jnen en Gedistilleerd uit de Electrische Limonadefabriek „DE ADELAAR MeubelenTapijten, Bedden, Dekens, enz. enz. WIERINGER COURANT Tabaksfabriek „De Wakende Leeuw J, R. KEUSS Laat 125 - ALKMAAR. A.COLTOF GROOT! PRIMRMIIIOTRING Koopt nu Draadnagels Kippengaas Ï8 Groote afslag Draadnagels Kippengaas per rol van 50 M. Gladdraad, Persdraad, Puntdraad, Harmonicagaas. Om plaats te maken v. het voorjaar ruimen wij alle VRAAGT en DRINKT steeds onze V SCHAGEN. Electrische Bierbottelarij. Beleefd aanbevelend, JOH. DE NIJS Het geheim van de gevouwen handen. 9 TWEEDE BLAD. VRIJDAG 7 FEBR. 1930. een waarborg voor de kwaliteit. ARME CLOWN. (Opgedragen aan Jan Wiggers.) Vroolijk schetteren de tonen In 't dicht bezette circus rond De clown's zijn vol levensblijheid, De Lach speelt om hun mond Maar achter z'n lachend masker Zit een droeve trek. Spottend wijst hij 't publiek Op z'n eigen lichaams gebrek. Clown hou je goed Verzamel al je moed 't Publiek schatert om je gedaas, Lach want 't gaat op bevel van je baas. Als de tonen in 't circus zwijgen En 't publiek is weggegaan, Zie je starend op 't zaagsel De clown moeizaam voorwaarts gaan. Hij denkt aan z'n lieve zieke vrouw, Niemand ziet z'n groot verdriet. Iïalf waanzinnig zingt hij Droevig maar Lachend z'n lied. Clown hou je goed Verzamel al je moed 't Publiek wil lachen om jou (Toe dan 't moet voor je vrouw. Een droeve stoet gaat over 't kerkhof De clown loopt gebroken achter aan Vol smiart denkt hij aan z'n vrouw. Die voor goed is heengegaan, Straks zingt hij weer z'n lied, Al is 't met weemoed in 't hart. |Toch moet hij lachen lachen steeds, Ondank's zijn diepe smart. Clown hou je goed Verzamel al je moed 't Publiek lacht om je toet, Lach lach clown,.het moet het moet! Schagen, Febr. 1930. JAN BUISMAN Plaats Uw spaargelden op t Vraagt Voorschotten of Credlet In loopende Reke ning aan bij Uwe Keizerstraat 27Den Helder Leer Ameublement van 32,50 nu 27,90 Gebloemd moqette rug bekleed van 46.— nu 36 00 Groote ruggen dubbel bekleed ameublement van 65 - nu 47.00 Geheel eiken ameublement losse zittings van 85 - voor 65.- Zeegras bedstellen 6 deelig 12 50 Kapok bedstel 18 90 Flink zwaar gevuld 24.50 Matrassen 2 stuks 3,75 |zer eenpersoons ledikanten witlak 8 90 Kinder-ledikanten witlak 7.50 Buffetten eiken 26.( 0 Lappen zeil Koopjes Koopjes! Divans 12.50 15 50 Goedkooper dan 2de-hands en in aëedigd Makelaar TeL Hippolytushoef 15. ^FT GELDEN BESCHIKBAAR tegen HYP. op Landerijen, Huizen en Schepen. BELJ^T zich met het plaatsen van PARTICU LIERE GELDEN SLUIT LEVENS-, BRAND-, SCHEEPS- TRANSPORTVERZEKERING enz. bij ons zser voordeelig Spoorstr. 46-48 Pen Heldor 5 duims per pak van 5 KG. f 0.60 4 0.60 37... J» l> 't 0 65 3 0 70 27,.. >f 075 2 0 80 3 duims, hoog 60 cM t 2 95 3 105 cM. f 4.75 3 150 cM f 6 70 3 180 cM f 7.9(1 2 -30 cM f 2 35 2 60 cM f 3 95 2 105 cM. f 5 95 2 120 cM. f 7 75 2 150 cM. f 8 75 2 180 cM. f 10 75 Goedkoopste adres voor Dressoirs van 42.50 voor 26.50 Eiken Tafels van 19.50 voor 12.40 Spiegels van 9.75 voor 4.90 Divans van 19.50 voor 12.40 Ameublementen van 42.50 voor 26.50 Ameublementen van 125.00 voor 89.00 Ameublementen van 95.00 voor 76.00 Buffetten van 65.00 voor 42.90 Ledikanten van 8.50 voor 5.70 Stoelen van 2.75 voor 1.84 Eiken Kapstokken nu voor 3.15 Eiken Slaapkamer Ameublementen van 165.00 voor 114.50 FLUCHETTE GORDIJNEN met prachtrand van 14.50 voor 9.75 per paar SLAAPKAMERGORDIJNEN van 9.75 voor 5.95 per paar KAPOK - MATRASSEN 2 persoons 6 - deelig van 65.00 voor 47.75 WOLLEN DEKENS, iets vuil, SPOTGOEDKOOP I GESTIKTE DEKENS, zwaar gevuld 2-persoons 5.95 AXMINStfERKLEEDEN van 45.00 voor 29.60 en VITRAGES, VLOERKLEEDEN, DIVANKLEEDEN, TAFELKLEEDEN, THEEK ASTEN VERDER HONDERDEN ARTIKELEN VER BENEDEN INKOOP 1 I Doet uw voordeel eer het te laat is. Doet uw voordeel eer het te laat is. Uitsluitend a contant Geen Zichtzending. Voor hen, die gaan TROUWEN of VERHUIZEN ls het een PRACHT GELEGENHEID I I SPECIALE MEUBALEN- SPOORSTRAAT 52 - 54, DEN HELDER EN TAPIJTZAAK. tegenover Hotel Woud. Telefoon No- 57. FEUILLETON. „Ik had niet veel vrienden in dien tijd," ant woordde hij nu eindelijk. „Ik werkte hard en moedigde daarom niemand aan. Bovendien was ik een schilder, die slechts met moeite rond kon komen en had dus geen geld om veel menschen. bij mij te ontvangen." „Maar u kreeg toch wel eens bezoek'? Denk eens na, mijnheer, en tracht ze u te binnen te brenge.n. Dat is een punt van gewicht." „Daar was natuurlijk mijn vriend mijnheer Fensden, die eigenlijk met mij samenwoonde. Als hij werken moest, gebruikte hij mijn ate lier." „Dat is de man, die Maandag tegen getuig 1 heeft en u daardoor zooveel nadeel heeft berok kend, nietwaar „Verder was er een schilder, Holliday ge naamd, die zoo nu en dan kwam oploopen, maar nu in Dresden is." „Wanneer is hij daarheen gegaan „Ongeveer twee maanden voor ik zelf buiten lands ging," antwoordde Godfrey. „Ik geloof, dat de lijst mijner vrienden hiermede voltallig is ik herinner er mij tenminste niet meer." „En het kistje, mijnheer, waarin de handen u toegezonden zijn, hadt u dat ooit eerder gezien „Neen," zeide Godfrey, „ik weet zeker van niiet." „Heeft u, toen u van Egypte huiswaarts ging, nog iets in Napels gekocht „Niets. Ik ben er maar één avond geweest." „Ik heb gehoord, dat uw vriend, mijnheer Fensden, u overgehaald heeft Engeland tijdelijk te verlaten, omdat hij bang was, dat u verliefd zou worden op uw model. Op welken voet ver keerde mijnheer Fensden zelf met het meisje „Op een heel goeden voet," zeide Godfrey. „En weet u zeker, dat hij het meisje niet ge zien heeft van af den dag, waarop hij in uw' at e lier afscheid van haar nam, tot Maandag, toen hij haar lijk in het lijkenhuis beschouwde „Daar ben ik van overtuigd," antwoordde God frey. „En wanneer is hij in Engeland teruggeko men want ik meen, dat hij voor korten tijd buitenlands geweest is." „Op den morgen vóór den moord ik ontmoet te hom in de schildersclub ongeveer een paar u- ren na zijn terugkomst van Parijs." „Nu nog één vraag, mijnheer, en dat zal de laatste zijn. Ik meen, dat het meisje u vertelde, dat zij getrouwd was en u weigerde te zeggen met wien. Ik heb gelegenheid gehad den trouw ring van haar vinger nauwkeurig te bekijken. Eenigzins tot mijn verbazing zag ik, dat het een Oostcnrijksch fabrikaat was. Ik zou wel eens willen weten, hoe het komt, dat een gehuwd Na politaansch meisje een Oostenrijkschen trouw ring draagt. Bovendien was het een dure Ik ben benieuwd te weten of het meisje ooit in Weenen geweest is „Nooit, voor zoover ik weet," sprak Godfrey „Zij heeft het mij tenminste nooit verteld." „Er is nu nog één punt, dat opgehelderd moet worden, mijnheer, en als dat gebeurd is, geloof ik wel, dat ik den sleutel van het geheele geheim gevonden heb. Denkt u. dat het een zonderling toeval is, dat Tieresina Cardi, uw vroeger mo del, een trouwring droeg van Oostenrijksch fa- bricaat, en dat het kistje, waarin u onlangs haar handen werden toegezonden, het merk droe0- van een welbekende firma te Weenen Hii lachte inwendig en wreef zich in de handen, ter wijl hij Godfrey die vraag deed. „Dat is werkelijk eigenaardig," zeide deze, ..maar waarom kan de ring niet dn Napels ge kocht zijn, zelfs al was het Oostenrijksch fabri- caat „Er is niet de minste reden, waarom dat niet het geval zou zijn, maar die samenloop is onmer kelijk. Nu, mijnheer, zal ik heengaan, zoodat u ovc-r mijn woorden kunt nadenken. Ik zal naar Napels en Weenen telegrafeeren en intusschen zien uit te vorschen, wie het k;istie aan Euston Station heeft afgegeven. Ik wensch u goeden avond, heeren." Zij beantwoordden znn groet, waarna hii hen verliet, een klein lichtstraaltje achterlatend. „Een merkwaardige kerel," zeide Codey, vol waardeering, toen de deur gesloten was. „Hij zal nu als een bloedhond het snoor volgen. Ik kan u intusschen niet veel goeds beloven voor mor gen, mijnheer Henderson. „Ik laat. alles zonder voorbehoud aan u over", sprak Godfrey. „Doe wat u goeddunkt en spaar geen kosten. Er zijn nog anderen, aan wie ik in ueze zaak imoet denken, behalve aan mezelf." „Dat is zoo," zeide mijnheer Devereux. „Tk ga vanavond naar hen toe en zal trachten hen ge rust te stellen en morgen vroeg met den eersten irein kom ik weer terug;." Tpen zij hem een half uur later verlieten, ging Gadirey op zijn bed zitten en gaf zich aan zijn eigen gedachten over, die vrij ellendig waren. Y\ at voor vijand had hij, die uit Weenen kwam Iiij herinnerde zich niet, dat één zijner kennis sen daar ooit geweest was. En geen van hen zou loch zeker in staat zijn hem zoo'n onherstelbaar kwaad te doen. Daarop dacht hij aan allen, die hij liefhad, en nu overweldigde zijn smart hem geheel. Zijn avondeten werd onaangeroerd te ruggezonden, Het was hem, als had hij geen en kele bete naar binnen kunnen krijgen, al had zijn leven er van afgehangen. Eindelijk ging hij naar bed, maar niet om te rusten. Toen hij den \olgenden morgen opstond, voelde hij zich wel tien jaar ouder. „Dat. gaat zoo niet," sprak hij tot zichzelf. „Als ik op deze manier voortga, zullen de menschen nog door mijn uiterlijk aan mijn schuld gaan ge- looven. Neen, zij zullen zien, dat ik voor nie mand de oogen neersla." Den voldenden morgen werd de deur ontslo ten en hem meegedeeld, dat het tijd was zich naar het gerechtsgebouw te begeven. HOOFDSTUK XII. Over het voorbereidende onderzoek voor den Magistraat valt maar weinig te zeggen. Op een paar uitzonderingen na waren de getuigen de zelfde als die van den vorigen Maandag en Woensdag. Het eenige merkwaardige van de zitting was het aantal toeschouwers, dat in de zaal aanwezig was. Het gebouw was propvol alle standen der maatschappijen waren verte genwoordigd. Toen Godfrey de eerste opwelling van schaam te onderdrukt had over zijn tegenwoordigheid op die plaats en in deze positie, en om zich heen keek, herkende hij verscheiden menschen, die hij eens als zijn vrienden had beschouwd, maar die nu gekomen waren, om zijn vernedering en denkelijk zijn val bij te wonen. Hij richtte zich echter in zijn volle lengte op en keek fier om zich heen en meer dan een zeide tot zichzelf, dat, iemand, die de menschen zóó kon aankijken, on mogelijk een moordenaar kon zijn. Mijnheer Rolland, de advocaat, die Codey voor de verdediging genomen had, was een lang en knap man en op tamelijk gevorderden leef tijd. Hij had vriendelijke, aangename manieren waardoor hij het vermogen had zelfs den onwil- ligsten en meest tegenstrevenden getuigen nog inlichtingen af te persen. Naast hem zat mijn heer Codey zelf, met zijn doordringende oogen steeds op zijn hoede, of er niet iets voorviel, waarmee zijn cliënt zijn voordeel zou kunnen doen. De nieuwsgiierigheid der toeschouwers zou echter niet bevredigd worden, want, toen enkele getuigen gehoord waren, werd de zaakk een week verdaagd, en Godfrey keerde naar Hol- loway langs denzelfden weg terug, dien hij ge komen was. Hoe hij de daarop volgende week doorgeko men is, heeft Godfrey nooit kunnen vertellen, maar eindelijk waren die treurige dagen voor bij cn stond hij weer in de volgepropte gerechts zaal. Op het eerste gezicht scheen het, als dat tenminste mogelijk was, of er nog meer men schen in het gebouw aanwezig waren, dan bij de vorige gelegenheid. De groote wereld was c- venals de vorige maal vertegenwoordigd, terwijl er thans nog meer dames waren dan tot dusver het geval was geweest. De koetsier, die de twee naar Burford Street had gereden, werd veR- hoord en herhaalde zijn vroegere verklaringen. Hij werd aan een streng tegenverhoor onderwor pen door den advocaat Rolland, maar hij bleef bij zijn eerste getuigenis. De politieagent, die hem voor het huis had gezien, werd ook weer verhoord. Hij wist heel zeker, verklaarde hij den rechters, dat de bewuste vrouw schreide, toen hij hen voorbijlier). Maar hij moest beken nen, niet te weten, of de gevangene toornig tot haar sprak. Toen hij het getuigenbankje verla- ten had, nam' Victor Fensden zijn plaats in. Deze beschreef het leven in het atelier alvorens Godfrey Engeland verliet, en herhaalde nog maals wat hij omtrent zijne pogingen om God frey over te halen zijn betrekkingen met het meisje af te breken, reeds meegedeeld had. Daar na nam de advocaat Rolland hem onder handen en vroeg, welke reden hij had om te veronder stellen, dat zijn cliënt ooit eenige genegenheid voor de overledene had gevoeld. Wordt verv.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Wieringer courant | 1930 | | pagina 3