De Straf der Zonde
21e Jaargang.
Dinsdag ll Februari 1930
WIERINGEN EN OMSTREKEN
No. 12.
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR
ERINGER COURANT
VERSCHIJNT ELKEN
DINSDAG en VRIJDAG.
ABONNEMENTSPRIJS
per 3 maanden 1.—.
UITGEVER
CORN. J. BOSKER, WIERINGEN W
BUREAU:
Hippolytusboef Wieringen.
Telefoon Intercomm. No. 19.
ADVERTENTIèN
Van 15 regels 0.50.
Iedere regel meer 0.10
Brieven uit het Zuiden
ONZE JUSTITIE.
Ik heb in mijn familie iemand, die het nederig
beroep van dorpsveldwachter heeft uitgeoefend.
Nederigwant zijn loon was gering en zijn
taak ondankbaar. Tegenwoordig, geloof ik, is 'f
loon beter en de taak dankbaarder, omdat de
menschen was meer begrip krijgen. Maar, al was
dan mijn familielid een uiterst eenvoudig man.
hij was een zeer wijs man, vriendelijk en zacht
Zijn vak had hem een diepen blik doen slaan,
in 't wezen van de menschelijke natuur en ik
bewaar in mijn geheugen tal van uitlatingen
die voor mij een bewijs zijn, hoe groot zijn men
schenken nis was.
Ik herinner mij nog een gesprek, dat wij sa
men hadden, waarin hij mij zei, hoe verkeerd 'f
was rijkeluiszoontjes, die niets van 't eigenlijke
volksleven wisten en konden weten de recht
spraak over dat volk in handen te geven. Moest
zoo vroeg hij aan een rechter, die over dc
misstappen van een plattelandsbevolking krijg'
te oordeelen, niet worden opgelegd, dat hij min
stens een paar jaar voor een eenvoudig loon ie
midden van zoo'n bevolking leefde TT ij wee'
immers niet, wat er in de menschen omgaat
kent hun Ievensstancligheden niet en hun onder
linge verhoudingen, begriiut dc motieven niet
waaruit hun daden voortkomen. M'n bloedver
want was van oordeel, dat 't baantje van dorp-
veldwachter uitermate geschikt was, om rech
ters op te leiden. Wie zich daar te goed voor voe'
de. zich niet een paar jaar naar den eenvoudige!
leeftrant van de plattelandsbevolking wist t<'
voegen en zich onder hen niet vriendschappen
wist te bewegen, wel die kon misschien aanle-
hebben voor velerlei,-maar niet. voor rechter. D<
rechter moet recht spreken en dat wil wat an
ders zeggen dan automatisch straftaricven toe
passen, dat wil allereerst zeggen de schuldiger
begrijpen vanuit hun eigen wezen r
hun eigen levensomstandigheden en dan d
correctie^ toepassen, die niet verbittert, maai
verbetert.
Ik moest aan mijn bloed- en geestverwant der
dorpsveldwachter denken, toen ik in het H a 11
d el s b 1 a d de volgende berichtjes las
De Han^st-he rechtbank heeft den IS jnripen timmerman
(j: V. uit Delft, die in den avond van den Sen November
van het vorige jaar, terwijl hij met een vriend op de Het!'
aau het „racen" zou zijn geweest, bij het oversteken van de
Markt te Delft, een passerrei.dcn voetganger heeft aangere
den, die daardoor ernstig is.gewond cn aan de gevolgen
daarvan is overleden, ter zake van het veroorzaken van dood
door schuld veroordeeld tot een geldboete van f 50—. De
eiseh was 4 maanden gevangenisstraf voorwaardelijk inett.ru
proeftijd van drie jaar.
Deze daad was in haar gevolgen verschrikke
lijk. „Dood door schuld" is geen kleinigheid en
wie de roekeloosheid kent, waarmee opgescho
ten lummels het leven van hun medemenschen
door woest rijden in gevaar brengen, zou 't niet
vreemd gevonden hebben, dat hier eens „een
voorbeeld" was gesteld, zooals dat heet, om den
schrik er in te brengen. De rechter deed dat niet.
Ik hoop van harte dat 't niet een „nette" jonge
man is geweest, ofschoon ik wel wat bang ben
Ik prijs den rechter, die vindt, dat deze jongen om
de gevolgen van zijn daad genoeg gestraft is en
dat 't een les voor zijn leven zal zijn, die zoo ge
voelig aankomt, dat wat daar nog bij komt hel
berouw alleen maar vertroebelen kan. Vijftig
gulden boete, waarlijk een humane strafEn
FEUILLETON.
(32.
Aurora scheen wederom plotseling in gedach
ten verzonken.
Is daar nog iets vroeg de graaf, even haar
voorhoofd aanrakende.
Komen wij hier niet meer terug vroeg zij.
Neen, nooit.
Adrien zal terugkomen.
De graaf sprong op.
Wanneer hij terugkomt, hernam het jonge
meisje treurig, wat zal hij dan zeggen, als hij
mij niet vindt Hij zal schreien.
Hoeveel hem dit ook kostte, gevoelde de graaf
dat hij toch eenig antwoord moest geven.
Lieve, sprak hij, je vriend Adrien zal niel
hier terugkomen, want hij zal weten, dat je te
Parijs bent bij je moeder.
En dan, dan sprak zij, nadenkend, al?
deed zij haar best hem te begrijpen.
Dais niet hier, omdat, je er niet meer zijn
zult, maar te Parijs zul je je vriend Adrien te
rugzien.
Hij zal terugkomen, hij zal terugkomen,
sprak zij in de handen klappende.
Ben je dan nu tevreden
Zij sloeg den blik hemelwaarts, legde de top
pen van haar vingers op haar lippen en maakte
de beweging van een kind, dat een kushandje
geeft.
Wat doe je toch vroeg haar vader verwon
derd.
Ik zend een kus aan mama, antwoordde zij.
Df graaf voelde een bijne smartelijke gewaar
wording, want hij was te eerlijk om zich er niet
over te scharrïen, dat hij zijn dochter bedroog.
Maar het moest Het geluk, de toekomst van
zijn geliefd kind eischten het.
Na een kort stilzwijgen, hervatte hij
Ik heb je nooit gezegd, hoe ik heet.
Dat is waar ook.
nu neem' ik mijn tweede bericht
Het O M. bij de de rechtbank te Leenwardeu eischte
tegen drie reeliedeu van Terschelling, tercakc van het stelen
van een tros en een takel in den nacht van 1G op 17 Dec. van
het vorig jaar van het aan het strand van Terschelling gestrande
stoomschip „Berwijvic" eca maanden gevangenisstraf voor lederen
verdachte.
Dit is verschrikkelijk Ik zou met genoegen
een rechter, die 'n cisch als deze durft uitspreken
'n oen geval als dit, een maand in de cel stop
pen, om hem eerst eens aan zijn verstand te
brengen, wat hij deze menschen wil aandoen.
En, nis hij er dan uitkwam, dan zou ik wel eens
met hem willen praten over de „misdaad", die
deze menschen begingen.
Ik denk er niet aan diefstal te vergoelijken,
maar ik ken de eilanders. Ik schreef nog den
origen zomer over Ameland. Jaren geleden
strandde er op Terschelling een schip, geladen
met Spaansche wijn. Het heele eiland dronk
wijn. Die werd in menig huis in een emmer be
waard als een buitenkansje. Als de politie ge-
ild had. had zij de menschen bij bosjes achter
'te zware deuren kunnen krijgen, ook dood-eer-
lijke menschen. „Dc zee steelt ons genoeg af, zc
mag ons ook wel eens wat brengen," zegt de ei
lander. Ik herhaal ik zeg niet, dat het goed is
'k zeg alleen, dat het n a t u u r 1 ij k is. ITet na
tuurlijke is in onze oogen lang niet altijd goed
maar men mng wat natuurlijk is toch niet tot
de zware misdaden rekenen. Zware misdader
zijn die, welke tegen de natuur ingaan. Zoo'n
gestrandde boot bet eekent voor den eilander een
«trop om de verzekerings maatschappij of dir
tien gulden meer of minder is, beteekent al hee!
weinig. Daarbij komt. dat er groote kans be
staat, dat. als de boel niet tijdig van boord wordt
gehaald, de zee alles meepakt. Meestal is men
aan den wal weinig actief de verzekering is er
•rood voor en de menschen zijn er immers af en
dan gaat* men op eigen risico soms inder
daad met lijfsgevaar een kansje wagen, om
't een of ander van waarde in te pikken. Ik
schreef 't vorig jaar, dat de eilanders meeren
deels zeer arm zijn.
Zou 't nu niet genoeg zijn die menschen een
week hechtenis te geven Tn de gevangenis te
hebben gezeten, is op zich zelf al erg genoeg. De
wonde, die gevangenisstraf slaat, blijft, 't heele
leven naschrijnen. Vooral in een kleine afseslo
ten gemeenschap werkt gevangenisstraf als eer
brandmerk.
Men moet wel een hardvochtig of een wereld
vreemd mensch zijn, om zoo'n straf te durven
•"""•en vnnr mensehen, die geen oogenblik aar
zelen schipbreukelingen met levensgevaar ter
hulp te snellen. Een hardvochtig mensch mae
-«ooit r^cMor worden, oen wereldvreemd mensch
mag 't niet meer ziin in dezen tijd.
FFN PANS-COMMISSIE.
Onze ree-ecring heeft een commissie ingesteld,
welke moet overwegen, of er maatregelen fmoe-
ten worden genomen, om' de danswoede in te
«erken. Tk vond onder de leden oen rechter uil
Rotterdam, onzen Amsterdamsc'he hoofdcom
missaris, een burgemeester, een Kamerlid en
een opvoedkundige. Ik heb al heel wat grapje?
over de taak dezer commissie gehoord en gele
zen. Dat deze zouden komen, stond al vooruit
vast. Onze tegenwoordige maatschappij dankt
haar kracht en haar zwakheid aan arheidsver
deeling. Onze pers heeft dus ook haar afdeeling
Welnu, sprak hij, na een korte aarzeling,
ik heet Delorme
Delorme, herhaalde zij werktuigelijk
Natuurlijk. Je moeder heet mevrouw Delor
me, en jij, je bent juffrouw Delorme.
Ik heet dus Aurora Delorme!? Ik ben te-
tevreden, heel tevreden, zpi ze zacht voor zich
heen, en verliet het vertrek.
In den mist.
Het is een donkere, sombere, zwarte nacht, 'n
Dikke mist pakt zich tegen den rug der heu
vels samen. Aan den hemel geen ster. Wel is
die nacht voor een Octobernacht kalm en zacht
Op 'n paar honderd meter afstand van La Cor-
deliére liep een man gewikkeld in een donker
gek leurden pels sedert 'n kwartier op en neer.
Het was markies Adrien De Verveine.
Al op en neer loopend dacht hij na.
Adrien was er niet zeer tevreden over, dat
hij zich daar bevond. Door burggraaf De San-
zac, wiens snoode plannen hij niet vermoedde,
voortgedreven, zag hij zich in een avontuur ge
wikkeld, dat zeer ernstige gevolgen kon hebben.
Hij was dus ongerust, bezorgd en tot in het
djepst van zijn ziel bekommerd. Want zijn ge
weten hield niet op hem toe te roepen Je
gaat een schelmstuk plegen.
Toen hij eenige schreden gedaan had, bleef
de markies onverwachts staan en spitste het
oor; Niets vernemende hervatte hij zijn wande
ling en gaf zich opnieuw aan zijn gepeins over.
Eindelijk liet zich 't geratel van 'n rijtuig hoo
ren, dat uit de richting van Circourt naderde.
Hij is het, mompelde Adrien, die was blij
ven staan om te luisteren.
En tegen wil en dank sidderde hij.
Dc wagen naderde snel. Het geluid werd al
duidelijker. Weldra drong het licht van twee
lantaarns door den mist en even later, op een
uit het rijtuig gegeven bevel, bleef het voertuig
midden op den weg staan.
Het portier ging open en burggraaf De Sanzac
sprong er uit. Adrien liep naar hem toe.
Bon je daar sprak de burggraaf. Best. Al
les gaat goed. Een heerlijke nacht, als voor ons
opzettelijk uitgezocht.
De koetsier wasop zijn beurt afgestegen. De
burggraaf voegde hem op zachten toon eenige
woorden toe, vergezeld van een gebaar. Toen pak
grapjes, waar wekelijks een aantal menschen een
bepaald aantal kolommen moeten vullen tegen
een bepaald salaris. Ik beken graag, dat ik dol
jen op echte humor (ik schreef nog kort geleden
over dit onderwerp), maar op bestelling gelever
de humor vind ik iets afgrijselijks.
Grapjes, als in de satirieke bladen „De Ros
kam", dat inmiddels niet meer bestaat, en „De
Notenkraker" zijn volkomen ongenietbaar.
Als de redacties van onze groo
te bladen, goede humor hebben aan te bieden,
'aten ze die dan gerust door de kolommen heen
strooien. Wij kunnen er nooit genoeg van krij
>en en in den inhoud onzer dagbladen mag de
open lach best wat beter doorklinken. Maar die
=chrale, zure oprispingen van menschen, die in
len regel buiten den verantwoordelijken arbeid
staan in onze sam'enleving, vind ik een echt ont
aardingsverschijnsel. Ook hierin mogen de En
gelschen ons tot voorbeeld zijn, omdat zij het
wezen van den humor, op welks bodem een dic-
oe mcnschenliefde moet liggen, beter hebben
gepeild.
Maar, om op de danscommissie terug te ko
men. Als de scribenten eens een dochter hadden
wier ziel op atetier of fabriek dagelijks aan de
ketting lag en deze dochter danste 's avonds op
den Zeedijk haar opgekropte instincten uit in de
dansholen, deze voorportalen der prostitutie
zou men dan ook nog grapjes kunnen maken
Honderden arbeiderskinderen betreden den glib
berigen weg, die naar den c/ndergang voert, bi
gebrek aan beter. Is dat voor ons menschen om
■Trapjes over te maken
De ree-eering benoemt in de commissie nie'
alleen een commissaris van politie en een rech
ter maar ook een opvoedkundige. Ik kan natuur
lijk niet beoordeelen. of deze man berekend i?
voor zijn taak want onze opvoedkundigen -
't zij .met alle respect voor hun moeilijken arbeid
gezegd zijn in den regel een zeer kippig stel
letje. Maar deze man zal gelegenheid hebben
aan te toonen, hoe 't jonge leven in de groote
stad aan handen ligt, aan banden ligt in huis
op straat, in school en straks in fabriek en werk
plaats, hoe de mensch in zijn natuurlijke uitin
gen wordt geremd en hoe dat zich wreken moet
bij de jeugd in baldadigheid, bij de rijpende
en de gerijpte jeugd in een jacht naar sensatie
in een bioscoop- en dansdelirium.
Wij hebben een zware schuld op ons boekje
wat de jeugd betreft. De middelen, waarin de
ieugd op goede wijze haar ziel kan uitdrukken
te verruimen in spel en sport, in muziek en
zang, ook, ja vooral in den dans te Verruimen en
te veredelen, dat is noodig. Deze gelegenheid tt
«cheppen eenerzijds en onbarmhartig af te snij
den, wat naar den afgrond voert anderzijds, dat
is de wijze, waarop de volwassene, die zijn ver
antwoordelijkheid kent, zich op dit vraagstuk
heeft in te stellen
WIJ BREIEN en repareeren alle soorten Wollen
Kleeding, Kousen en Sokken, ook de aller fijnste.
JAAP SNOR, ZUIDSTRAAT 15, DEN HELDER.
Let op den Gelen Winkel.
Depots voor Wieringen Hippolytushoef Wed.
J. de Beurs Den Oever Jb. Kaleveld.
ONS LICHAAM EN ONZE GEZONDHEID.
HOEVEEL SLAAP HEEFT EEN
SCHOOLKIND NOODIG
Het schoolgaande kind heeft meer slaap noo-
te de koetsier een der paarden bij den kop en
reed zijn voertuig naar een klaverveld, op eeni-
gen afstand van den weg. Hoewel hij door een
niet gesnoeide heg, die langs den weg liep en
door den mist verborgen was, wierp hij een de
ken over de lantaarns. Een overmaat van voor
zorg, genomen op last van den burggraaf.
Ik heb een makkelijk rijtuig gekozen, sprak
de laatste tot Adrien. Door den mist- heb je je
paarden niet kunnen zien.
Zij zijn niet vermoeid. Daar sta ik je voor in
Het zijn twee opperbeste harddravers.
Ik heb ze hooren draven.
Wachtte je al lang op mij
Zoowat twintig minuten.
'Toch ben ik niet over mijn tijd. Wij kun
nen zonder vrees tot dicht bij La Cordéliere ko
men. Vergis ik mij niet, dan hebben we hier tus
schen die beide boomen het begin van den weg.
die er heen leidt.
Ze sloegen het pad, dat midden door de hei
liep, in.
Ik denk wel, dat we hier niets dan uilen
zullen tegenkomen toch is het zaak, niet te
hard te spreken. Hoe laat is het
Ik heb het tien hooren slaan op de klok van
Champigneule.
Ja, het moet zoowat half elf zijn.
Koe laat moet de kleine zich in je armen
werpen
Ik heb haar gezegd de tuindeur tegen elf uur
te openen.
Als zij vroeger komt, zullen wij daar zijn.
Dus is de zaak gelukt
Zooals je hebt voorspeld, is Aurora op de
bank komen zitten. Ik was op den muur, ver
scholen tusschen het klimop. Niemand ander?
in den tuin ziende, richtte ik mij half overeind
en riep haar zachtjes bij den naam. Zij hoorde
mij, stond op, ontwaarde mij en kwam een wei
nig dichter bij. Mijn briefje viel vlak voor haar
neer. Zij raapte het snel op en bukte tusschen
de heesters om het te lezen. Toen zij klaar was
sprak zij
Ja, ja, ik zal komen.
En terwijl zij mijn briefje verscheurde, liet ik
mij van den muur glijden.
Zoo pratende kwamen zij dicht bij de woning
Uit voorzichtigheid bewaarden zij 't stilzwijgen
djg dan een kind, dat den geheelen dag buiten
speelt. Als kinderen moeilijk kunnen opstaan,
kan men ervan verzekerd zijn, dat zij niet voL
doenden slaap gehad hebben. Vooral schoolkin
deren moeten 'savonds tijdig naar bed. Ook als
de kinderen groot genoeg zijn, onf 's avonds aan
een of andere ontspanning deel te nemen,
moet er toch zooveel mogelijk voor gezorgd wor
den, dat zulks op Zaterdagavond gebeurt, daar
de kinderen dan den anderen dag kunnen uit
slapen. Zelfs scholieren van 18 en 20 jaar moe
ten vijf van de zeven avonden vroeg naar bed.
,Ook moet men er voor zorgen, dat de kinde
ren een goed, voedzaam ontbijt gebruiken voor
zij naar school gaan. Het is aan te raden ,cn
kind na het avondeten geen snoepgoed te ge-
fe geven, want dan zal het den volgenden mor
gen weinig of geen eetlust hebben.
WENKEN VOOR DE HUISVROUW.
Om te voorkomen, dal melk overkookt, kan
mten langs den binnenbovenrand van de pan 'n
weinig boter smeren.
Aangebrande melk moet men dadelijk over
gieten, en er wat zout doorroeren. Om aan ran
den te voorkomen, moet men na het omwas-
schen in de pan een weinig water doen.
Om het spoedig verzuren van melk tegen te
gaan, voegt men onder het koken een weinig
zout toe.
PROVINCIAAL NIEUWS.
EEN BEMIDDELDE ARME.
De Ileldersche politie heeft een bekende straat
'iguur, Lange Gerrit genaamd, die als venter
an thee, koffie en andere artikelen zijn kostje
ophaalde, van de straat verwijderd. De man
was ontzettend vervuild cn zal, alvorens hij in
een gemeentelijke instelling onder dak wordt
gebracht, een grondige schoonmaak ondergaan.
Bij inspectie van zijn woning vond men, ver
pakt en opgeborgen in allerlei busjes en trom
meltjes, enz., aanzienlijke geldsommen.
T|ot onder den vloer waren ze verborgen. Hoe
«root, het bedrag is, is nog niet bekend, maar 't
loopt in de duizenden Lange Gerrit, die een
stumperigen indruk maakte en zeer li$t medelij
den wist op te wekken, is eenige jaren geleden
voor een paar honderd gulden bestolen. Hij
wist toen zoo'n indruk op de menschen te ma
ken, dat een comité uit de burgerij een actie
voor hem opzette om hem een nieuwen wagen
en wat nieuw bedrijfskapitaal te bezorgen.
Nu zal het met Lange Gerrit's zaken wel af-
geloopen zijn.
RUZIE IN DE GELEDEREN
TEXEL. In 't dorp Oosterend alhier wordt op
het oogenblik een hevigen strijd gevoerd. Wel
vallen er'geen dooden, en wordt geen bloed ver
goten, doch de strijd is er niet minder hevig
om en zet bijna het geheele dorp in beroering.
De reden van dezen strijd is de benoeming
van een onderwijzeres aan de school met den
Bijbel aldaar, 't Zeer bijzondere geval doet zich
voor, dat deze school, die feitelijk een stichting
is der GereforTneerden, ook bezocht wordt door
Hervormde kinderen en kinderen van Geref. (her
steld verband.) 't Schoolbestuur bestaat uit 9
leden, waaronder 7 Geref. en 2 Geref. H.V.
zij schreden behoedzaam voorwaarts, zoo weinig
mogelijk gedruisch makende en geleid door de
sombere omtrekken van het oude gebouw dat
door de mist omhuld was.
Bij de deur van den tuin gekomen, bespeurde
de burggraaf dat deze open stond en maakte A-
drien daarop opmerkzaam.
De kleine heeft haar voorzorgsmaatregelen
genomen, sprak hij zachtjes. Dat naieve kind is
leeper dan je wel denkt, mijn beste
Hij duwde de deur een weinig open en stak het
hoofd door de opening.
Bedrieg ik mij niet, dan zie ik op de eerste
verdieping licht.
In de kamer van Aurora, antwoordde de
markies.
Zij zal wel spoedig komen.
Wij zullen wachten.
En zij spitsten het oor, dat gereed was het
minste gerucht op te vangen, hetwelk in her
huis of binnen de omheining zich zou doen hoo
ren. Maar alles bleef in zulk een diepe stilte ge
dompeld, dat zij het vliegen van een vleermuis
zouden hebben kunnen hooren.
Eensklaps deed zich te midden van die doo-
delijke stilte een ongewoon vreemdsoortig ge
druisch hooren. Het geleek op achtereenvolgende
losbrandingen. Die ontploffingen, door verschil
lende echo's herhaald, welke de eenzaamheid
misschien nooit vernomen had, doorboorden
den mist en knetterden in de lucht als een le
vendig geweervuur.
De burggraaf was opgesprongen alsof een gif
tige spin hem in de keel gestoken had.
Wat is dat toch vroeg Adrien.
De burggraaf had de hand van den markies
gegrepen.
Men zou zeggen, dat je beeft, sprak hij. Ben
je bang
Ik ben niet meer gerust, dat erken ik ik
kan een onbestemden angst niet van mij zetten.
Wel, wel waarlijk Nu dan, mijn beste,
wat je daar hoort is het geklikklak van een
zweep, die gehanteerd wordt door iemand, ui
terst ervaren in de kunst om zich er van te be
dienen.
Wat Is het een zweep, die het helsche
leven maakt
(Wordt vervolgd.)