Oe Straf der Zonde 21e Jaargang. Dinsdag 18 Februari 1930 No. 14. NIEUWS- EN» ADVERTENTIEBLAD VOOR ÉjlpP WIERINGis&ft EN OMSTREKEN WIERINGER COURANT» VERSCHIJNT ELKEN DINSDAG en VRIJDAG. ABONNEMENTSPRIJS per 3 maanden 1. UITGEVER CORN. J. BOSKER, WIEKINGEN BUREAU Hippolytushoei Wieringen. «fc Telefoon Intercomm. No. 19. AD VERTEN T IêN Van 15 regels 0.50. Iedere regel meer 0.10. Brieven uit het Zuiden HLT EIND der BOLSJEWIEKEN IN ZICHT Als men sommige bladen gelooven mag, is nu de val van het Bolsjewisme aanstaande. Stalin, Ruslands dictator, heeft de boeren zoo tegen zich verbitterd, dat een burgeroorlog op komst is en wie de Russische boer tegen zich heeft, kan wel met pensioen gaan. Met Russisch pensioen dan van nul roebels per jaar, die men „in hete re gewesten", 't zij als doode, 'l zij als vluchte ling mag opsoupeeren. Ik geloof niet veel van deze revolutie. Ik denk nog aan colleges, die ik volgde van een Amster- damsch professor, die ons vertelde „Men zegt wel, dat de Russen zich zooveel eeuwen geleden van het Mongoolsche juk „bevrijd hebben." Da mes en heeren, u moet dat niet te letterlijk op vatten. Men zou beter doen met te zeggen, dat de Russen op een gegeven tijd aarzelend onder het stinkende lijk van hun Mongoolschen onder drukker vandaan zijn gekropen. De Mongoolsche macht was allang in elkaar gezakt, voordat de Russen iet9 durfden ondernemen. Verzet tegen gewelddadige onderdrukking is niets voor hei Russische volk in zijn geheel en de energiekste dictator zal het daar nog lang winnen." Zoo is 't. Onze Nederlandsche communisten gaan in „De Tribune" geweldig te keer. Wij vinden dat best...Het leven is toch al eentoonig. Bij wijze van -afwisseling nemen wij graag den nar op den koop toe, ook als hij den geweldige speelt. Maar als de heer Louis de Visser of zijn opvolger de geheimzinnige dokter (Loutje Bulk", zooals de Amsterdamschc arbeiders zeg gen, schijnt er al weer uit te liggen) hier inder daad met Russische regeermethoden van moord en doodslag zouden werken, als ze de baas wer den, dan zouden ze merken, hoe nat het water in de Amsterdamsche grachten was, want dan werd elke Nederlandsche „maffer", zooals de heeren iedereen noemen, die meer gezoria ver stand heeft dan zij, een revolutionnair. Mis schien, dat de „massa", die gelukkig nog weet wat burgerlijke vrijheid waard is, niet eens tot zoo krasse maatregelen haar toevlucht zou no men, en voor „Lou" en zijn mededictatoren wel een plaats in Artis zou vinden. Het is een van de dwaaste vergissingen, dat men denkt, dat Russische methoden zouden kunnen worden toegepast op een volk van eeni ge politieke rijpheid in West-Europa. Als «le heeren, zooals ze tegenwoordig doen. met mani festen de kinderen opzetten tegen hun mees ters, dan weten we, dat zelfs onze kinderen te rijp zijn voor de Bolsjewistische kinderkamer en lachen eens om de nonsens. Maar in Rusland De Sovjetheerschappij staat en valt met 't geweld, dat men kan uitoe fenen. Zoolang de heeren over het roode-leger beschikken en tegen massamoord niet opzien, zijn ze veilig als een bourgeois-met-de-brand- kast achter een stalen deur. En de Rus onder gaat dit geweld als een noodlot en wacht to* ook dit lijk stinkende is geworden. Er zullen nog duizenden in het ontredderde Rusland van honger sterven, maar de kreet van een gewond volksgeweten zal niet over de Russische steppe klinken. Omdat er in West-Europeeschen zin geen volk is. Voor een volk zijn eenheidsbesef noodig en..grenzen. De steppe heeft geen grenzen en tusschen Oost en West liggen in Rusland afstanden in beschaving van vele hon derden jaren. Hoe zou daar 't volk één gewetens kreet kunnen slaken, die tegen de vampyrs die zich op zijn lichaam hebben geworpen, tot solidairen opstand zou kunnen aansporen De Paus heeft in een fel stuk de aandacht van West Europa gevestigd op de vervolging, waar aan de Godsdienst in Rusland is prijsgegeven. Het is inderdaad heel erg. Maar ook hier geldt, wat ik boven opmerkte. Stel u voor, dat Lou de Visser ten onzent een hand sloeg aan katho lieke en protestantsche kerken. Dat zou een ontploffing geven, dat we van onzen dictator geen stukje meer terugvonden. En iedere ka tholiek en iedere protestant zou naast zich vin den ieder, die nog wat begrip en gevoel had voor de grondslagen onzer cultuur, ook al was hij niet bij een kerk aangesloten. In Rusland kan dat. Men kent er wel het martelaarschap en men hoeft niet bang te zijn, dat niet honderd duizenden- trouw blijven aan hun godsdienstig geloof, maar men kent er niet het strijdbare martelaarschap als massaverschijnsel. Wat el ders onmiddellijk een opstand tengevolge zou hebben (men denke aan den val van Napoleon, die begon met zijn nederlagen in Spanje, waar zijn macht te pletter liep tégen godsdien stig verzet), dat is in Rusland mogelijk. „Krab de Rus af" placht de Franschman te zeggen „en gij houdt de -Tartaar over." Zoo is 't.. Een ster ke, individuecle ziel, die zich weet te handha ven, die heeft Rusland nog niet. En 't drama speelt verder als onder 't Czaris- me. Alleen met een andere rolbezetting. HET LICHTBRUINE PAK. FEUILLETON. (34. Nu was zij bijkans onverschillig voor de vrien delijke woordjes en de liefkoozingen van de voor treffelijke vrouw, die zij voor haar moeder hield Het is waar, zij was nog onder den invloed van een scheiding, die haar een groot verdriet had gedaan. Met een sterke wilskracht toegerust en gewoon had hij eenmaal een besluit genomen, zich dooi niets daarvan te laten afbrengen, was graaf De Lasserre vertrokken. Hij vergezelde zijn vriend Willem, dien, ernstige belangen naar Amerika en Azië riepen. Toen de vader, ternauwernood zijn tranen kunnende bedwingen, tot zijn doch ter zeide Ik ga heen ik zal je misschien nic' voor over een jaar terugzien, was zij hem snik kend om den hals gevallen. En daarna had zij veel geschreid toen hij vertrokken was. Mevrouw Delorme had reeds een groote gene genheid voor haar opgevat. Er waren in het hart van die vrouw, die al te kort moeder geweesl was, schatten van moederlijke teederheid, die niet besteed thans als erfenis Aurora ten deet vielen. Zij deed alles wat in haar vermogen was om haar af te leiden, haar oplettendheid te wek ken, haar gedachten bezig te houden. Aurora hield van mevrouw Delorme zoo als zii van haar nachtegalen gehouden had. Zelfs in haar armen, aan haar borst voelde zij niet du- warmte, die heerlijke gewaarwordingen haar doortrillen, welke de moederlijke liefde mede deelt. Had het jonge meisje kunnen nadenken, waar- deeren, oordeelen, dan zou zij zeker bij zichzelf hebben gezegd Ik dacht, dat een moeder iets anders was. Mevrouw Delorme en Aurora, waren met hef ontbijt klaar en wilden van tafel opstaan, toen men hoorde schellen. Een oogenblik later ging de deur der kamei open en de kamenier trad binnen. De afgeloopen week een incident in de Ka mer, dat onder de leden even felle beroering wekte. Het nieuwe socialistische Kamerlid De Boer uit Leeuwarden, opvolger van den eminen- ten Mr. Sannes, moest worden ingezworen. Het is een plechtigheid, die zelfs in ons weinig stijl volle landje nog in goeden vorm pleegt te ge schieden. En dat mag ook wel. Je kan van onze Kamers kwaad vertellen en dat doen wij Ne derlanders dus ook graag en veel maar je kan niet ontkennen, dat 't begrip Volksverte genwoordiging een betere plaats verdient dan in de afdeeling grutterswaren. Daar zit een en mder.aan vast. Allereerst historisch. Wij 20ste- eeuwers zijn zulke reuzen in eigen oogen. Wij vergeten te veel, dat we zoo groot lijken, omdat we op de schouders staan van een voorgeslacht, dat als voetstuk moest dienen voor onze groot heid. En dat dit voetstuk wat meer arbeid heeft gekost dan ons eigen werk. Er is een en ander gebeurd, voor het volk zijn democratische verte genwoordiging had en misschien hebben de weg bereiders er recht op, dat we hun werk met ec- nig respect behandelen. Maar ook zakelijk zit er aan 't begrip Volksvertegenwoordiging zoo een en ander vast.. Het is toch maar zoo, dat de le den een goed stuk van ons wel en wee in han den hebben eii we zullen 't waardeeren, als ze een weinig onder den indruk zijn van hun ver antwoordelijkheid. Als de kapitein en de stuur lui op den grooten stoomer geen indruk maken van massieven ernst en niet wat stijl in hun persoonlijkheid weten te brengen in overeen stemming met hun verantwoordelijkheid, dan ontbreekt er iets in de sfeer van vertrouwen, waarin de passagiers moeten kunnen leven op hun tocht over de zilte baren. Al weer ik merk, dat ik eentonig word geen volk, dat deze verantwoordelijke zeemans- houding bij zijn état-major meer waardeert dan 't Engelsche. In 't Engelsche parlement gaat lies met pijnlijke correctheid toe. „Het Huis*' respecteert zichzelf en nog altijd is het beste mid del, om respect af te dwingen, eerbied te hebben voor zichzelf. Die eerbied toont men 't best door zelfbeheersching. Ons parlement kan in goede manieren in de verste verte niet wedijveren met 't Engelsche. Ten onzent heeft men een tijdlang gemeend, dat de democratie zich niet met goede manieren liet vereenigen. Ik geloof, dat daarin verbetering is gekomen. In ieder geval: de inzwering van een nieuw kamerlid placht tot dusverre ook in ons parle ment met eenigen stijl te geschieden, De voor zitter verscheen in rok en witte das, ook de nieu weling trok een officieel pak aan en op het plechtige moment verhieven de kamerleden zich van hun zetels om uitdrukking te geven aan hun bewustzijn, dat een belangrijk stuk verantwoor delijkheid in nieuwe handen werd gelegd en voe lende, dat het goed was het oogenblik voor den nieuweling tot een levensmoment te maken. Zoo kan men ook geboorte, huwelijk, dood dootr aandacht verdiepen tot. een blijvend monu ment van herinnering op den levensweg, men kan ook redeneeren, dat 't niets bijzonders is en ze inschakelen in de gewone rij van natuurlijke gebeurtenissen. Er zijn menschen, die niet van hoogtijdagen houden Ons nieuwe kamerlid nu verscheen bij de plechtigheid, waarin hij zelf de hoofdrol speel de, in een lichtbruin pak. De Kamer heeft dat blijkbaar zeer ergerlijk gevonden; vele leden bleven tegen de gewoonte in zitten. De zaak werd druk in de* pers besproken. Ook „Het Volk" wijdt er een artikeltje aan als ant woord op geoefende kritiek. Men kan tusschen de regels door wel lezen, dat de redactie het wei zou hebben gewaardeerd, als de heer De Boer zich voor de gelegenheid behoorlijk had gekleed, maar zegt het misschien kende het nieuwe kamerlid 't gebruik niet of had hij geen don ker pak. De verontschuldiging lijkt wat zwak De heer De Boer is niet de eerste de beste. Hij is een gewezen onderwijzer, die een lange pu blieke carrière achter den rug heeft. Hij was ja renlang wethouder van Leeuwarden, lid van de provinciale staten, ik meen zelfs van Gedepu teerden. Hij zal dus wel weten, hoe men zich bij officieele plechtigheden pleegt te gedragen ook kan hij armoede niet als excuus aanvoeren. Ik wil geen kwaad van den heer De Boer zeg gen. Ik ken hem persoonlijk en heb respect voor hem. Hij heeft geweldig veel werk verzet en is, geloof ik, ook wel bekwaam, al zal hij zijn voor ganger niet kunnen evenaren. Dat jasje is 't hem ook niet, maar échter dit jasje zit een le vensbeschouwing, die hij natuurlijk heeft wil len demonstreeren. Die levensbeschouwing heeft m.i. een ernstig tekort, dat nog vele socialisten toonen. Zij ken nen alleen maar de horizontale solidariteit de solidariteit met hen, die naar tijd en plaats on middellijk om hen heen staan. Ze kennen niet de solidariteit van meer geestelijken aard, die ik de verticale zou willen noemen en die zich uit in eerbied voor de traditie. Het is de solidari teit met het voorgeslacht, op welks werk zij voortbouwen en waarvan zij ook de waardevolle en stijlvolle overgeleverde gewoonten moesten achten evenals die, met 't nageslacht, waarvoor men alle vaste en goede richtlijnen moet bewa ren, opdat het niet in 't moeras der anarchie ver drinkt. Er is iets bezig te veranderen in t Socia lisme maar de les van de dubbele solidariteit, die pas geestelijken inhoud en richting aan 't leven geeft, moet goeddeels nog worden geleerd G. v. AMSTJEL. GEMEENTE WIERINGEN. VERKOOPING. Zaterdag 15 Februari 1930 had ten overstaan van notaris Obreen des avonds 8 uur in het Café van den heer C. Schel- tus te Hippolytuslioef en ten verzoeke van de erven nu wijlen de heer P. Koorn Jz. te Wester land de 3e openbare verkooping plaats van de volgende onroerende goederen 1. Huis met den tuin en hoenderpark, groot 0.34.70 H.A. kooper J. Timmerman voor 1985. 2. Braakweid, groot 0.49.90 H.A., kooper de heer M. Mulder voor 940. 3. Hoogeweid, groot 1.03.00 H.A., kooper de heer B. H. Kraan voor 1925. 4. Vetland van C. Mulder, groot 0.13.10 H.A., kooper de heer C. Mulder Pz. voor 306. 5. Vetland van Koorn, groot 0.14.50 H.A., koo per de heer G Kuut voor 380. 6. Damsterven, groot 0.36.70 H.A., kooper de huur R. Kuut voor 640. 7. Gruusven, groot 0.21.90 H.A., kooper de G. Lont voor 252. "I. Akker achter de kerk, groot 0.21.30 H.A., kooper de lieer J. Timmerman voor 420. 0. Zwambosch, groot 0.37.00 H.A., kooper de heer P. Veerdig voor 740. 10. Schietelik aan de Poelweg, groot 0.43.20 H.A, kooper de heer C. Koorn Pz. voor 1270. 11. Hal bij J. Russelman, groot 1.05.70 H.A., kooper de heer J. Takes Dz. voor 2350. 12. Haukesserkrocht, Noordzijde, groot 1.09.00 H.A., kooper de heer B. H. Kraan voor 2425. 13. Haukesserkrocht, Zuidzijde groot 1.46.70 H.A., kooper de heer J. Timmerman voor 2695. 14. Grootestuk in de Hoelemerkoog, groot 0.86.58 H.A., kooper J. Scheltus voor 1100. 15. Nes van Koorn, groot 0.49.11 H.A., kooper de heer Jb. Dekker Az. voor 533. 16. Nes van Mulder, groot 0.13.18 H.A., koo per de heer J. Koorn Nz. voor 121. 17. Moerstuk, groot 0.30.60 H.A., kooper dc heer Herm. Smit voor 390. 18. Overlandswin, groot 0.41.20 H.A., kooper de heer Jb. Dekker voor 474. 19. Kuulweidje, groot 0.35.90 H.A., kooper de heer M. de Haan voor^ 470. 20. De tweesnees, groot 0 08.00 H.A., kooper de heer Jb. Dekker Az. voor 70. 21. Boldere, groot 0.18.80 H.A., kooper de heer J. Timmerman voor 200. 22. Oekeven, groot 0.47.60 H.A., kooper de heer Jb. Bakker Cz. voor 830. WIJ BREIEN en repareeren alle soorten Wollen Kleeding, Kousen en Sokken, ook de aller fijnste. JAAP SNOR, ZUIDSTRAAT 15, DEN HELDER. Let op den Gelen Winkel. Depots voor Wieringen Hippolytushoef Wed. J. de Beurs Den Oever Jb. Kaleveld. Mevrouw, sprak zij, daar is een dame in liet zwart, die u wil spreken. Dat is zij, eindelijk, dacht mevrouw Delor me, en hardop voegde zij er bij Heeft die dame u haar naam gezegd Neen, mevrouw, maar zij komt van mijn heer van Óssen. Heel goed, sprak mevrouw Delorme, op staande, laat de dame in mijn kamer. De kamenier verwijderde zich. Zich tot Aurora richtend, hernam mevrouw Delorme Beste meid, de dame, die daar gekomen is, is de onderwijzeres, de persoon, over wie uw va ler u heeft gesproken voor zijn vertrek ik zal haar gaan verwelkomen en als ik een oogenblik met haar gepraat heb, haar aan u voorstellen. Aurora antwoordde met een toestemmend knikje^n stond op. De beschermelinge van mijnheer Van Ossen stond te wachten in een eenigszins gebogen hou ding. Het was een vrouw van iets meer dan mid delmatige grootte, lenig, rijzig en bevallig. Haar gelaat was bleek, vermoeid, maar nog mooi. Hoe wel cle een of andere diepe smart of een lang haam sloopend verdriet haar trekken hun frisch heid had ontnomen en ze verouderde, sprak daar uit iets innemends en lieftalligs. Haar mond was niet gewoon zich tot een lach te plooien. Haar oogen waren helder en zacht. Een zekere fierheid straalde er uit. De kalmte, die op haar ?elaat te lezen stond, duidde berusting of vrede aan. Alles in haar wekte belangstelling en sym- oathie. Zonder het te willen, behaagde zij een ie der, want zonder hel misschien te weten, bezat '.ij wat aantrekt, wat bekoort. Zij scheen veertig jaren. Maar was zij werke lijk zou oud Het zou moeilijk geweest zijn het 'e zeggen. Nochthans kon men opmerken dat ie jaren haar de twee dingen, die de trots zijn van alle jonge vrouwen en die de ouderen steeds betreuren, niet hadden ontnomen haar fraaie witte tanden en haar prachtige lokken. Zij was <n het zwart, zeer stemmig gekleed. Die sombe re kleur "deed terzelfder tijd de bleekheid van haar gelaat meer uitkomen. Op het geluid, dat het openen der deur maak te, richtte de onderwijzeres het hoofd op. Haar oogen vestigden zich niet langer dan een secon de op mevrouw Delorme daarna g&f zij haai' met een lichte buiging den brief, dien zij in de hand hield. Dit i9 zeker de brief, dien mijnheer Van Os sen u geschreven heeft voor zijn vertrek uit Pa rijs sprak mevrouw Delorme. Ik behoef dan niet te lezen. Ik weet wat er in staat. Wees wel kom, mevrouw, ik wachtte u met ongeduld. Dat, zijn vriendelijke woorden, mevrouw antwoordde de onderwijzeres met een stem, zacht en welluidend als muziek. Zij zijn hartelijk en bemoedigend. Ik dank u er voor. U weet zon der twijfel waarom ik niet eer ben gekomen. Een mijner eerste leerlingen, een jonge Engelsche, is dezer dagen te Londen getrouwd. Eenige da gen voor het huwelijk, is zij met haar familie te Parijs gekomen. Ik heb geen weerstand kunnen bieden aan haar verzoek en den vriendelijken aandrang der gansche familie, ik heb mij laten meenemen. Mevrouw Delorme werd niet moede de onder wijzeres aan te staren. Zij was verbaasd, be koord, opgetogen-. Wat een innemende vrouw Wat een deftig heid Welk een voornaamheid in den blik Zij heeft meer van een vorstin dan van een onder wijzeres, dacht zij. Zij antwoordde Mijnheer Van Ossen heeft ons dit alles ver teld. Wij zullen, mijn dochter en ik, ons schade loos stellen voor de dagen, dat wij u hebben moe ten missen. Dat zal niet het gevaj, met mijnheer Delorme. Het heeft hem grootelijks gespeten u voor zijn vertrek niet te hebben ontmoet. Zoo. Is mijnheer Delorme niet te Parijs Heeft mijnheer Van Ossen u dat dan niet gezegd Zij zijn vijf dagen geleden scheep ge gaan naar Amerika. Wees. overtuigd mevrouw, dat ik dit zeer betreur. U heeft niets te betreuren. O, ik vergat u te verzoeken plaats te nemen. Neem mij niet kwalijk. Zoo sprekende had zij een stoel toegeschoven, waarop mevrouw Durand plaats nam. Zij ging vlak over de jonge vrouw zitten en hernam Ik heb u geen enkele vraag te doen. Ik weet dat u de onderwijzeres geweest zijt van de dames Van Ossen en mijnheer Van Ossen, de boezem vriend van mijnheer Delorme, heeft voor u de grootste achting. Voor het overige mevrouw, en dit is geen vleierij, zeggen uw sympathiek uiter lijk, uw manieren, uw geheele persoonlijkheid wat gij zijt en nemen gunstig voor u in. Ik ben al te gelukkig, dat gij u met de opvoeding van ons lief kind wilt belasten. De taak zal moeilijk wezen. Gij zult met heel wat bezwaren te wor stelen hebben. Maar men zal de moeite, welke gij u zult geven, op prijs stellen. Het is een werk van toewijding, dat gij op u neemt. Aurora zal eerstdaags zeventien jaar worden, en toch zult gij haar krijgen als een kind, dat de kinderkamer zoo pas verlaat. Zij weet niets of bijna niets. U zult haar alles moe ten leeren. Helaas zooals mijnheer Van Ossen u schreef, is er hier meer te doen dan een op voeding voltooien, een verstand moet hier ge schapen, een geest gevormd worden. Aurora heeft ons veel ongerustheid gebaard in haar kindsheid. Zij was ziekelijk, zwak van gestel. Op haar tiende jaar, toen zij met den dag begon te groeien en haar lichaamskracht als door een tooverslag zich ontwikkelde, werd zij gevaarlijk ziek. De krankheid duurde lang. Men dacht dik wijls, dat de lieve kleine er niet van zou opko men. Maar gelukkig, zij bleef voor ons behou den. Ongelukkig had de kwaal den geest aange tast. In haar hersens is het duister gebleven. Het is de geest, die moet worden gelicht, het denkvermogen, dat men moet leiden het is het oordeel, dat men moet helpen zich te openba ren. Zooveel ik dat zal kunnen, mevrouw zal ik u in uw taak behulpzaam zijn, en naar wij willen hopen, zult ge zegevieren. Ja, wij zullen zegevieren naar ik hoop, daar gij uw pogingen bij de mijne wilt voegen. U zult het ik ben daar zeker van, veel be ter doen dan ik. Een moeder heeft altijd op haar kind een macht, die een andere vrouw nooit zal hebben. Maar dit daargelaten, gij zult kunnen rekenen op mijn toewijding. Geen moeite zal mlij te groot wezen. Veroorloof mij een vraag te doen. U heeft daartoe het recht, mevrouw U is weduwe, ik weet het. Heeft u kinderen gehad Een, antwoordde de onwijzeres, terwijl zij zich geweld aandeed haar aandoening te ver bergen. Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Wieringer courant | 1930 | | pagina 1