21e Jaargang
Vrijdag 7 Maart 1930
Ne. 19.
NIEUWS- EN ADVfi^tTENTIESLAD VOOR
WIERINGEN EN OMSTREKEN
f
HEEREN-BAAI
Het geheim van de
gevouwen handen
ERINGER COURAÜ
VERSCHIJNT ELKEN
DINSDAG en VRIJDAG.
ABONNEMENTSPRIJS
per 3 maanden 1.
UITGEVER
CORN. J. BOSKER, WIERINGEN
RUREAU:
Hippolytushoei Wieringen.
Telefoon Intercomm. No. 19.
AD VERTEN TlfiN
Van 15 regels 0.50.
Iedere regel meer 0.10.
ECHTE FRIESCHE
50 ct per ons
AAN WiLN BEHOORT LABRADOR
door Levy Grunwaid.
Ruim 2 eeuwen geleden, teekende Willem III,
de stadhouder van Holland tevens koning van
Engeland, op zijn buitenverblijf 't Loo (dat nog
heden ten dage de zomerresidentie is van de Ne-
derlandsche vorsten) een acte, die 2 eeuwen later
veel stof zou doen opwaaien, tn aanleiding zou
doen geven tot een ingewikkeld proces, waarbij
een bekend groot koopman, de heer Tob Groen
ten nauwste in betrokken is.
„Willem, bij de gratie Godcs, Coning van En
geland" aldus luidt de aanhef der schenkings-
acte, die in extenso het Koninklijk besluit bevat,
in hoofdzaak hierop neerkomende, dat het eiland
Labrador aan Jozeph de la Ponho ten geschenke
wordt gegeven.
Alles is tot in de puntjes contractueel in orde.
De handteekening van den Engelschen Koning
en Nederlandschen stadhouder bekrachtigt deze
schenkingsoorkonde met. het offioieele
Gedaan op 't Loo. 1 November, 1697
William Rex.
Waar in andere landen van Europa in 1697 de
haat tegen de Joden hoogtij vierde, bestond in
Holland een groote vriendschap tusschen den
vorst en zijn Joodselie onderdanen.
Deze werd versterkt toen de rijke Joodsche koop
man .Toseph do Penlio op zekeren keer in de ge
legenheid was, niets meer of minder, dan het
leven van de koning te redden. Willem III en zijn
familie bevonden zich namelijk aan boord van
een in nood verkeerend schip en zouden jammer
lijk verdronken zijn, als de moedige Jood niet
i zijn leven in de waagschaal had gesteld, om dat
van zijn vorst te redden, en evenals in de oud
heid Achasjweraus, Mordegai met koninklijke
geschenken en eerbewijzen wilde overladen,
sprak de machtige koning, die men in Engeland
met den naam „Dutch William" betitelde, diep
bewogen tot zijn redder „ik schenk u Labrador,
in Noord Amerika. Maar Jozef de Penho, die zeer
rijk was, antwoordde eenvoudig Sire, mijn hoog
ste belooning was, dat het God behaagde, mij tot
zijn werktuig te verkiezen, om u, mijn koning,
het leven te redden. Dit is het grootste geluk
mijns levens. Maar koning Willem III drong aan,
dat door de Penho dit stoffelijk blijk van konings-
dank zou aanvaard worden.
Wanneer gij er zelf geen vruchten van kunt
Dlukken. sprak de koning overredend, dan zul
len in ieder geval uwe nakomelingen cr hun rech
ten op kunnen doen gelden, ende acte werd
opgemaakt 1 November 1697, werd hernieuwd in
1768, en later nogmaals in 1903. Een afschrift de
zer acte is in 't bezit van den heer Tob Groen te
Amsterdam die van moederszijde een afstamme
ling van Jozeph de Penho is.
„Dutch William," de Engelsch-Hollandsche ko
ning heeft wel een profetische blik gehad, want
FEUILLETON.
HOOFDSITUK XV.
(17.
Eindelijk dan brak de groote dag aan en werd
Godfrey voor zijn rechters geleid.
Weer was de gerechtszaal stampvol. Het Lon-
densche publiek voelde, dat een der belangwek
kendste zaken der laatste jaren op een eind liep,
en zij zouden voor geen geld ter wereld de ont
knooping van dit treurspel willen missen.
De ambtenaar, belast met het voorlezen van de
acte van beschuldiging, stond op en las weer de
tegen hem ingebrachte aanklacht voor, namelijk,
dat hij een zekere Teresina Cardi vermoord had,
en daarna werd hij opgeroepen om, zooals in En
geland gebruikelijk is, voor zichzelf te pleiten.
Godfrey trad naar voren, keek recht voor zich
uit en sprak toen met kalme, heldere stem „On
schuldig, Edelachtbare
Daarna werd den juryleden den eed afgenomen
en nam de ambtenaar van het Openbaar Ministe
rie het woord. Hij schetste tot in bijzonderheden
de geschiedenis van de misdaad en beschreef
nauwkeurig de verhouding waarin Godfrey tot
de vermoorde stond.
Vervolgens deed hij zijn getuigen ontbieden, om
daardoor Godfrey's schuld te doen bewijzen.
Achtereenvolgens verschenen nu de eigenaar
van het huis, waarin Teresina Cardi vermoord
was, de Duitsche schrijnwerker, die de bloedspo
ren ontdekt had, de agent die daarop binnen ge
roepen was en eindelijk de dokter, die het li
chaam onderzocht en den dood geconstateerd
had.
Het publiek in de zaal, dat ademloos naar de
verklaringen van deze getuigen geluisterd had,
werd meer en meer van de schuld van Godfrey
overtuigd.
"Ijoen de ambtenaar van het Openbaar Minis
terie met zijn getuigenverhoor ten einde was,,
kwam de beurt aan Godfrey's verdediger, advo
caat Rolland, die thans, na het Hof te hebben toe
gesproken, zijn getuigen opriep.
in onze 20ste eeuw wenschen de nakomelingen
deze schenkingsacte erkend te zien en willen
hun rechten op Labrador, onverminderd handha
ven.
Canada en New Foundland betwisten elkaar
dit gebied, maar de heer Tob Groen, een bekend
groothandelaar te Amsterdam en zijn mede-ge
rechtigden, hopen, dat, nu de bewijzen van hun
eigendomsrecht, iederen dag meer en meer ge
staafd worden, het Hollandsche spreekwoord
als twee vechten om een been, loopt de derde er
mee heen, aan hun bewaarheid zal worden.
Helder, Maart 1930.
BINNENL. NIEUWS.
STAKING UITGEBROKEN.
De dreigende staking onder het kantoorper
soneel der firma Auping te Deventer is heden
morgen een feit geworden, daar de directie het
onlangs gestelde ultimatum onbeantwoord
heeft gelaten. Onder leiding van „Mercurius",
den R. K. Bond van Kantoorbedienden „St. Fran
ciscus van Assisi" en den Alg. Bond van Han
dels- en Kantoorbedienden is het personeel in
staking gegaan, met uitzonderisg van enkelen,
die met medeweten van het stakingsbestuur he
denmorgen nog aan het werk bleven om do stuk
ken over te dragen.
ZES MENSCHEN TE WATER.
'Te Woerden geraakte, tengevolge van een
plotselinge zwenking van het paard, een rijtuig
te water, waarin zes personen zaten, de familie
Samson uit Waverden.
De aldaar wonende veehouder H. B. schoot da
delijk toe en het mocht hem gelukken de drie
vrouwen, twee mannen en een kind van drie jaar
te redden.
AUTOBOTSING.
Inzittenden zwaar gewond,
Woensdagmorgen halfelf reed een voerman uit
Zwolle uit een zijweg den Meppelerweg op. Op
eenigen afstand naderde een personenauto. Deze
reed met zoo'n groote snelheid, dat ondanks rem
men (het remspoor was ongeveer 100 meter) de
auto tegen den disselboom van den vrachtwagen
opreed en tegen den boom vloog. De inzittenden,
afkomstig uit Nijmegen, werden vooral door glas
scherven vrij zwaar gewond. De auto werd geheel
vernield.
LOCOMOTIEVEN-BQTSING.
Geen persoonlijke ongelukken.
Woensdagmorgen reden door verkeerden wis
selstand twee rangeerlocomotieven op het spoor
weg-emplacement te Zwolle tegen elkaar. Vooral
de eene machine werd zwaar beschadigd. Het
liep zonder persoonlijke ongelukken af, maar het
goederenvervoer ondervond stagnatie.
GEVALLEN.
Het slachtoffer overleden.
Woensdagmorgen is de (21-jarige monteur O.
Schonert, toen hij werkzaamheden verrichte aan
een bovengrondsche stoomleiding aan een uit
breiding van de Philips-fabrieken te Eindhoven,
van een hoogte van acht meter naar beneden ge
stort. De man bekwam inwendige kneuzingen en
is in het ziekenhuis overleden.
Deze waren slechts weinig in getal.
Het eerst werden gehoord een matroos en de
hofmeester van de boot, waarmee Victor Fensden
naar Engeland was teruggekeerd, waaruit bleek,
dat deze laatste een valschen eed had afgelegd,
daar hij reeds een maand vroeger in Engeland
was aangekomen, dan hij in zijn getuigenis ver
klaard had.
Maar de voornaamste getuige, waardoor advo
caat Rolland onwederlegbaar zou bewijzen, dat
niet Godfrey maar Victor Fensden de moorde
naar was, moest nog gehoord worden.
Op het roepen van den naam James Pidmarsh.
nam een kleine jongen zijn plaats in de getuigen
bank in.
Deze verklaarde, in antwoord op de vraag van
den ambtenaar van het Openbaar Ministerie, van
beroep loopjongen te zijn, en het grootste gedeel
te van zijn tijd nabij Euslon station rond te zwer
ven.
Op de vraag van den advocaat Rolland, of hij
zich Victor Fensden ook herinnerde, antwoord
de hij, dat hij in dien persoon den heer herkende,
die hem een ruime fooi beloofd had, wanneer hij
een houten kistje, bestemd voor Detwich Hall,
aan het goederenbureau wilde afgeven.
Onbeschrijfelijk was de indruk, dien deze woor
den op het publiek maakten
Allen was het thans duidelijk wie de ware schul
dige moest zijn en een gemompel van verontwaar
diging over zooveel laagheid, steeg uit de menig
te op.
Doodsbleek en geheel buiten adem zat Victor
Fensden onbewegenlijk op zijn plaats.
Dit scheen echter advocaat Rolland nog niet
voldoende toe.
Met nog meer zekerheid wenschte hij Godfrey's
onschuld vast te stellen, en Victor Fensden als
den moordenaar van het meisje te ontmaskeren.
En zich tot den deurwaarder wendende, zei hij
„Roep Jacob Burrell."
Op deze woorden ontstond er eenige beweging
in de zaal. De naam van den beroemden detectie-
ve was alom bekend en nu deze de zaak van den
gevangene in handen had willen nemen, twijfelde
niemand meer aan Godfrey's onschuld.
Een bijna onmerkbare glimlach gleed over het
stroeve gelaat van den president, toen de ambte
naar van het Openbaar Ministerie den detective
DAAR WAS GEEN WOORD FRANSCH BIJ.
liet hoofd van een openbare school voor voorbe
reidend onderwijs te Amsterdam, mevrouw Zu-
cher-Groeneveld, had aan de moeder van een der
schóól-kinderen een schriftelijk vertoog gericht
over den toestand van verwaarloozing, waarin
dit kind op school pleegde te verschijnen. In ant
woord hierop mocht zij den volgenden ouderlij
ken brief ontvangen
.Hoogachtcnt Schooljufvrou. Met deze laat ik
uw weten dat Zuster Groenevelt Voor zich tig
moet wezen wat ze Zegd met verwaarloze dan zal
ik haar Een Verwaarloze klap op haar Wang
geve Mijn Kinderen zijn niet verwaarloos zoo Zal
Menig Kind nog lopen. Er zijn wel Erger die cr
vies uilzicrien dus Wees voorzichtig Wat je zegt
Anders kom ik zelf aan school.
Uw Hoog Achtent
GROENEVELT
Vader W. P. S
VUILNISBAK door de ruiten GESLINGERD.
Een werklooze te Schiedam, zekere J.W. v. D.,
wonende Stationsstraat, kwam bij de Arbeids
beurs om werk vragen.
Nu kan de arbeidsbeurs alleen kaarten ver
strekken. als de beurs aanvragen voor werkvolk
heeft ontvangen. Dit was nu niet het geval. Het
personeel van de beurs verzocht Van D., die on
der invloed van sterken drank verkeerde, den
volgenden dag terug te komen. Hij ging heen,
uoch kwam 5 minuten later weer terug en smeet
een vuilnisbak door de ruiten.
Gelukkig was de directeur juist van zijn stoel
opgestaan, anders zou hij zeker zijn getroffen
loor de glasscherven. Om nog maar niet te spre
ken over den inhoud van den vuilnisbak, die o
ver hem zou zijn uitgestort.
De vuilniswerper is door de politie aangehouden
IN EEN KUIP VERDRONKEN.
In den vorigen nacht is in de oliefabriek van do
N.V. Oliefabriek Crok en Laan te Wormerveer de
dertigjarige ongehuwde arbeider Luitjes, uit
Schermerhom, door tot dus ver onbekende oor
zaak in een vetzuurkuip gevallen en verdronken.
EEN NIEUWE TRANSPORTDRIEWIELER.
De Gazelle-fabriek heeft iets nieuws gebracht
op het gebied van transportdriewielers.
Voor velen was de breedte van het geheel een
bezwaar met het oog op de plaatsruimte, die
men in gang of steeg had. Doch dit bezwaar is
thans geheel ondervangen. Er is n.1. een opvouw
bare transportdriewicler in den handel. Nadat
de schotten en het deksel van de bak zijn wegge
nomen, kan men de wielen naar elkaar toeschui
ven, waardoor de hoofdas en de bodem van den
bak vanzelf opvouwen. Met stalen haken hangt
men de schotten binnenin en het geheel heeft
dan gemeten van de stofdoppen der voorwielen
af slechts een breedte van 60 c.M., zoodat het in
elke gang kan staan.
Inderdaad voor belanghebbenden een practi-
sche verbetering.
BUITENLAND.
OLIFANTEN OP HOL.
Te Berlijn werden gisteren olifanten van het
circus Hagenbeek door de stad getransporteerd.
Plotseling schrokken de dieren voor een autobus
naar zijn naam vroeg.
„Jacob Burrell," was het antwoord.
„Ik heb gehoord," vervolgde de heer Rolland,
„dat mijnheer Codey u opgedragen heeft een on
der in deze zaak in te stellen. In den loop van dat
onderzoek is Napels door u bezocht, niet waar?
„Ja," antwoordde de ander.
„En wat is u daar te weten gekomen
„Dat de getuige Fensden, ofschoon hij dit on
der eede ontkend heeft, in Napels geweest is, drie
weken nadat de gevangene er op zijn doorreis
naar Engeland had aangelegd."
Daarop deelde de heer Rolland de jury mede,
dat vijf onder eede afgelegde verklaringen hier
van zouden worden overgelegd en voorgelezen.
T)oen wende hij zich weer tot den detective en
ging voort „Weet u ook, of de getuige Fensden
het grootste deel van zijn tijd te Napels in gezel
schap der overleden vrouw heeft doorgebracht?"
„Ik weet, dat zulks het geval was. Op den 3en
Februari zijn zij samen van Napels naar Weenen
vertrokken, logeerden daar in het hotel National
in de Kartner Strasse en zijn de 26ste dier maand
in de Funfhaus-kerk in de Gurtcl Strasse ge
trouwd. De trouwring, die nog aan de linkerhand
zat, toen zij den gevangene werd toegezonden, is
gekocht in den winkel der heeren Radier en Haas
op de Kohlmarkt."
„Het hoofd dier firma is thans in de zaal aan
wezig," zeide advocaat Rolland, „om te getuigen.
Roep den heer Radier."
Daarop verscheen de heer Radier op de verhoo
ging, die Burrell juist verlaten had en verklaar
de, zich heel goed te herinneren, dat hij den be-
wusten ring aan een Engelschman verkocht had,
die vergezeld was van een mooie Italiaansche
dame. Hij herkende den heer in den getuige Fens
den, en afgaande op het portret, dat men hem
van de overledene had laten zien, zou hij er een
eed op willen doen, dat deze den ring voor haar
gekocht had.
Hier sprong Fictor Fensden op, als om te spre
ken, maar hij kon geen woord uitbrengen en
nam zijn plaats weer in. Nadat een beëedigd af
schrift van de huwelijksacte te voorschijn ge
haald en voorgelezen was, en aan de jury als be
wijs was overhandigd, werd Jacob Burrell nog
maals gehoord.
en met zijn vijven gingen zij er vandoor. De wach
ters, het publiek en de gealmeerde Schupo vorm
den een groote menigte van achtervolgers der
luid trompettende olifanten die een eigenaardige
aanblik in het nachtelijk uur vertoonden. Einde
lijk slaagde men er in de dieren te kalmeeren en
aan boomen vast te binden, waarop zij eerst
stuk voor stuk naar het circus Busch werden ge
bracht. Tenslotte kwamen de twee laatste olifan
ten, doch juist op het oogenblik dat zij naar den
stal zouden worden gebracht, donderde een trein
over het viaduct. De dieren rukten zich opnieuw
los en pas na een jacht van twee uur lang kon
den zij op stal worden gebracht.
HET LAND DER AMBTENAREN
In Frankrijk gebrek aan werkkrachten.
Zal Frankrijk eerlang door slechts ambtena
ren worden bewoond vraagt de Ami du Peuplu
bezorgd .Er zijn te veel ministers, meent het
blad, te veel senatoren, te veel Kamerleden, te
veel ambtenaren van alle catagoriën, en te
weinig landbouwers onvoldoende arbeiders.
Wanneer een grondbezitter in het dep. van
Gers Lot-et-Garonne of Dordogne een boer of een
pachter noodig heeft, dan is hij verplicht hem uit
Spanje of Italië te laten overkomen. De metaalin
dustrie, de kolennijverheid en nog tal van andere
industrien roepen tevergeefs om binnenland9che
arbeidskrachten. Zij zijn genoodzaakt arbeiders
te zoeken in Polen, Tsjcho-Slowakije, België, of
waar ook.
Met betrekking tot het buitensporige aantal
ambtenaren meent het blad, dat het voorbeeld
van hooger hand wordt gegeven. Wat echter niet
minder erg is, is o.a. dat het platteland niet al
leen ontvolkt wordt door den toevloed zijner be
woners naar de steden, doch tevens door de on
voldoendheid van het aantal geboorten.
GROOTE BRAND OP ROEMEENSCH
PETROLEUMVELD.
Woensdagavond brak in het petroleumgebied
van Cura Ocnitza een groote brand uit. Het vuur
was ontstaan tengevolge van een defect in een
petroleumleiding./Toen de brandende olie een on
der vuur staanden stoomketel bereikte, volgde
een hevige ontploffing. Het vuur tastte vier boor
torens aan en sloeg over naar de opslagterreinen,
„Wat is door u verricht, nadat u den getuige
en de overledene tot Weenen hadt nagegaan
vroeg de heer Rolland verder.
„Ik ben over Parijs en Calais naar Londen te
ruggekeerd," antwoordde hij. „Toen ik hier terug
was, handelde ik naar eenige gegevens, die ik
ontvangen had en ontdekte, dat de getuige en de
overledene korten tijd samen buiten hadden ge
woond."
„Waar
„In het dorpje Laleham aan de Theems."
/Thans stond de ambtenaar van het Openbaar
Ministerie op, om zich tegen de verdere verkla
ringen van den detective te verzetten.
„Edelachtbare," zeide hij, „ik m'oet met ver-
schuldigden eerbied in het midden brengen, dat
de vraag, of mijnheer Fensden met de overledene
samengewoond heeft, niets ter zake doet. Wij be
handelen de zaak van den gevangene en niet die
van mijnheer Fensden."
Zijn tegenstander nam de uitdaging aan.
„Ik breng met verschuldigden eerbied in het
midden, dat ik in mijn recht ben," zeide de heer
Rolland. „Door al deze omstandigheden aan het
licht te brengen, zal het mij gemakkelijk vallen
de beweegredenen tot de misdaad te verklaren
en mijn hooggeleerde vriend zal me toch wel wil
len toegeven, dat dit een belangrijk punt is."
„Ik vrees, dat ik u in het ongelijk moet stel
len," zei de president tot den Ambtenaar van het
Openbaar Ministerie. „Alles, wat maar eenigs-
zins een licht kan werpen op de handelingen van
de overledene kort voor den moord, moet er be
trekking op hebben."
Weer schikte advocaat Rolland de plooien van
zijn toga recht en verzocht Burrell voort te gaan.
„Hoe lang hebben de getuige en de overledene
in dat huis te Laleham gewoond
„Een goede veertien dagen. 'Toen liet mijnheer
Fensden haar in die vreemde plaats zonder een
cent alleen zitten. Hier ging er een gemompel van
verontwaardiging door de zaal, dat op bevel van
den president onmiddellijk onderdrukt werd.
(Slot volgt.)