Oe Straf der Zonde 21e Jaargang Dinsdag 8 April 1930, No. 27 lÉPlrJ NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR WIERINGEN EN OMSTREKEN STER-TABAK BISTER MTABAK naeld mWIERINGER courant* VERSCHIJNT ELKEN DINSDAG en VRIJDAG. ABONNEMENTSPRIJS per 3 maanden 1. UITGEVER CORN. J. BOSEER, WIERINGEN BUREAU: Hippolytushoei Wielingen. Teleioon Intercomm. No. 19. ADVERTENTIëN Van 15 regels 0.50. Iedere regel meer 0.10 Een pijprooker, die voor het eerst kennis maakte met riep uit: „Had ik dat maar eerder geweten!" Maar het spreekwoord zegt: „Beter laat dan nooit," en hij haalt nu de schade weer in. ty' MAAKT CEL OF ZIEKENHUIS In het Nederl. Tijdschrift voor Geneeskunde beschrijft de arts H. B. Goetsen te Groningen, het geval van twee gevangenen, die om uit hun cel in het ziekenhuis te komen, allerlei vreemde voorwerpen inslikten. Aan zijn mededeelingen is het volgende ontleend De eerste patiënt, man, 22 jaar, wordt uit de strafgevangenis binnengebracht op de afdeeling van prof. Benjamins, omdat hij een spijker in den slokdarm heeft. Deze kan verwijderd wor den, waarna patiënt overgebracht wordt naar de chirurgische kliniek, omdat hij nog veel meer ingeslikt heeft. Op de radio-photo waren in het onderste deel van den darm nog te zien acht spij kers, stukken draad en eenige steencn. Nadat deze voor den dag zijn gekomen, wordt hij ont slagen, d.w.z. naar de gevangenis teruggebracht. Echter slechts voor kort, want patiënt vindt het in het ziekenhuis veel aangenamer, terwijl hij niet voor een kleintje vervaartt. Dit blijkt uit een photo op 18 April genomen. In de maag liggen op zijn minst 10 groote en vele kleine spijkers, stukies ijzerdraad cn een groot aantal steenen Op 21 April zijn een deel van de -teenen en een stukje draad den pylorus (uitgang van de maag) FEUILLETON. (48. U is wreed, mijnheer, antwoordde de gravin op smartelijken toon, Ik zweer u, dat u zich ver- vergist. Welke uw denkbeelden en uw wil ook mo gen zijn, ik eerbiedig ze, mijnheer! en als 't moet, zal ik bij mijn kind sterven, zonder dat zij weet, dat ik haar moeder ben. Heb ik niet met volkomen onderwerping aan uw wil in alles gehoorzaamd? W]at kunt gij mij verwijten? U moet voldaan wezen, over mij te vreden zijn, mijnheer Hebt gij wel eens over m'n zonderlingen toestand nagedacht? Hebt gij niet gevoeld, dat die voor mij een marteling was, die elk oogenblik terugkwam. Ik leef in de nabijheid van mijn kind, ik kan het kloppen van haar hart hooren. van moederliefde vloeit het over en ik mtoet in mijn rol van onderwijzeres blijven, en voor mijn dochter ben ik een vreemde, een vrouw een vrouw, die men betaaltBestaat er een folte ring, die deze evenaart O, mijnheer u is wei gewroken over het kwaad, dat ik u heb aange daan Ik heb u gezegd op welke voorwaarden gij hier kondt blijven. Gij waart vrij om ze aan te nemen of te weigeren. Ik beklaag mij niet. Ik lijd vreeselijk maar dat doet er niet toe, als ik maar bij mijn dochter ben, gereed haar tegen den rampspoed te verde digen. O, met welk een vreugde zou ik mijn leven voor haar geven, als mijn dood de koopprijs van haar geluk kon wezen Maar genoeg over mij, die zoo weinig betee kent. 't Is van Aurora, van Aurora alleen dat hier sprake is. O. geloof mij, ik moest wel diep overtuigd zijn, dat er elk oogenblik iets zou kun nen gebeuren, dat Aurora een slag zal toebrengen die doodelijk voor haar kan worden, om de stout moedigheid te hebben, u hier te komen opzoeken en uw toorn te tarten. Maar spreek dan toch, verklaar u nader. Wat wilt gij zeggen Vroeg De Lasserre, ditmaal ernstig verschrikt. U heeft bedoelingen, plannen, die u voor ie dereen verborgen houdt, mijnheer Ik begeer ze gepasseerd op 26 April is de maag leeg, stee nen zijn nergens meer te zien. In den darm lig gen nog ongeveer 20 stuks van een gesp met 2 scherpe tanden. Patiënt, die 4 Mei uit het ziekenhuis ontsla gen was, komt 8 Mei alweer terug. Behalve een stopnaald, het oor van een stalen drinkkroes en spijkers, heeft hij kans gezien een z.g. waterdicht armatuur met bijbehoorende electrische lamp in stukken en brokken naar binnen te werken. Op de photo krijgt men nu een uniek beeld te zien. In de maag liggen de groote stukken metaal. De rest is verspreid over het darmkanaal. De lange staaf is de glazen draadhouder van de electri sche lamp. De darm kwijt zich uitstekend van zijn plicht; zonder noemenswaardige bloeding worden op één keer 80 stukken glas geloosd. Op 1(2 Mei is het meeste glas verdwenen, 3 groote stukken metaal liggen nog in de maag, de rest is over den verderen darm verspreid. Op 18 Mei liggen er nog nog eenige stukken in het colon, de maag is leeg Om zijn verblijf te rekken weet de patiënt in het ziekenhuis een stuk bandkoper te bemach tigen, dat hij in stukken en brokken inslikt. Op Op 30 Mei zijn deze voorwerpen voor den dag gekomen en werdt hij ontslagen met de mede- ling. dat hij voor zoo iets niet meer opgenomen zal worden. Toen was voor hem de grap er af en heeft hij zijn straftijd rustig uitgezeten. Als tegenhanger van dit geval nog het volgende: De patiënt, over wien het hier gaat, heeft al een lange geschiedenis achter den rug. Tben hi in Augustus 1928 in voorloopige hechtenis zat slikte hij een pot stijfjes en een paar fleschjes inkt in. In September 1928 heeft hij een stuk van een mes, een lepel, den steel van een vork, stuk ken glas en metaal ingeslikt. Daags voor hij naar de gevangenis moest gaan, heeft hij een pakje blauwsel ingeslikt (in den volksmond waar vergifHij moest zich, hoewel zich ziek voelende, aan de gevangenis melden. Den volgenden dag. 7 Maart, 1929, slikte hij in een lepel, den steel van een vork, stukjes blik. en twee ijzeren klaviertjes. Den volgenden dag voegde hij daar nog aan toe de tanden van den vork, een naald en een in drie stukken gebro ken schaartje. Op 12 Maart kwamen te voor schijn een oog van de schaar, een klaviertje en een stuk blik, twee dagen later kwam de rest behalve de naald. Herhaaldelijk werd de stand daarvan Rontgenologisch gecontroleerd, deze bleef echter gelijk en daar patiënt er niet den minsten last van ondervond, werd hij na eenige weken ontslagen. Brieven uil het Zuiden 390. EEN ONTHULLING. De Londensche vlootconferentie. met zooveel hoop door millioenen vredesvrienden tegemoet gezien, met zooveel optimisme voorbereid, is 't baat niet meer dat te ontkennen een droe vig fiasco geworden. Ieder land is op zijn eigen veiligheid bedacht en 't zijn, vooral Frankrijk niet te weten. Ik wil. ik moet zelfs tegenover u een vreemdeling blijven. Maar nu ik de liefde ken. welke Aurora koestert voor dengene, dien zij zij niet anders noemen kan dan Adrien, moet ik mij veroorlooven tot u de vraag te richten, waarom gij nog geen enkelen stap bij die jonge man hebt gedaan Wiaarom Waarom antwoordde de graaf, die zeer treurig geworden was, weet ik zelf dan of hij wel aan mijn dochter denkt Wie zegt mij, dat hij haar niet ten eenenmale heeft vergeten Kan ik wel eens met eenige zekerheid de bedoe ling gissen, waarmede hij zich op La Cordeliére heeft ingedrongen En voorts, acht gij mij in staat mijn dochter in de armen te werpen van een onbezonnen, luchthartigen, een wildzang, wien het aan allen mogelijken ernst ontbreekt, die zich allerminst over zijn toekomst het hoofd breekt, een verkwister, een speler, eenAls gij eens wist waar hij zijn nachten doorbrengt, met wat soort van volkje hij verkeertWeet. gij wie zijn vriend is Maar neen, ik wil u dat niet zeggen. Daar is een naam, dien men in uw tegen woordigheid niet mag uitspreken. De gravin begreep op wien hij doelde want zij boog beschaamd het hoofd. Ik heb mijn dochter lief, ik aanbid haar, ging de graaf voort, moet ik haar daarom onge lukkig maken Haar toekomst gaat mij aan het hart. Zij zal nooit iemand huwen, dien ik harer niet waardig acht. Gij vergist u. De rol van geld schieter spelende, heb ik den markies De Vervei- ne gezien. Hij kwam bij mij ik heb hem gespro ken. Ik gaf hem goeden raad aan hem staat het dien te volgen Daar ik wist, dat hij op den rand van den afgrond stond, heb ik 'm op die wijze de reddende hand toegestoken. Maakt hij er geen ge bruik van, des te erger voor hem. U zoudt hem kunnen zeggen Ik heb hem gezegd al wat ik moest zeggen. Hij is nog niet onherroepelijk verloren. Maar in de eerste plaats moet hij zijn leven veranderen, moet hij zich beteren. Wilt gij weten hoever hij reeds op dit oogenblik gekomen is Welnu, bin nen de twee jaar heeft hij zijn heele vaderlijk erf deel er doorgebracht. Als ik wilde zou hij' in acht dagen op straat zitten. Als gij wildet Ja, maar ik wil niet. Door op allerlei bezwa rende voorwaarden geld op te nemen, heeft hij en Italië, die in de toekomst moeilijkheden vree zen, die er voor bedanken den ander eenigen voorsprong te gunnen, en daarom roet in 't ont wapeningseten hebben gegooid. Men moet zich zelfs afvragen, of de conferentie niet meer bedor ven heeft dan verbeterd. Zij heeft een diepge worteld wantrouwen tusschen de grootmachten openbaar gemaakt, zoo groot, dat men ernstig bezorgd moet zijn, dat, als weer eenmaal oor logsspanning in de lucht zit, alle verdragen weer als „vodjes papier" zullen worden behandeld en dat men zich het schoone Locarnoverdrag en het beroemde Kellogpact, waarin de mogendhe den hun onverzettelijke vredeshart hebben uit gesproken, nauwelijks zal herinneren. In Engeland, waar zooveel mogelijk is, dat voor Nederlandsche ooren ongerijmd klinkt, waar men orthodox kan zijn én socialist daar kan men ook tot den hoogen adel behooren én socia list zijn. Zoo is de gravin van Warwich sedert jaren lid van de arbeiderspartij. Als ik me goed herinner, was haar bekeering van conservatief tot socialist even plotseling als grondig. Lady Warwich had n.1. een weldadigheidsfeest geor ganiseerd ten bate van hulpbehoevende oude ar beiders. Een socialistisch blad noemde dit soort feesten een walgelijke comedie en de Engelsche gravin kreeg dit oordeel onder oogen. Ze besloot den redacteur op te zoeken en hem behoorlijk de waarheid te zeggen, overtuigd als ze was van de oprechtheid harer bedoelingen. Maar de redac teur schijnt indruk op haar gemaakt te hebben althans toen Lady Warwich van haar visite te rug kwam, verklaarde ze zich overwonnen, voel de het beleedigende voor een hulpbehoevende arbeider beweldadigd te worden door een feesten de aristocratie, die niet de waarheid had ver staan van 't. bijbelwoord, dat de arbeider zijn loon waard is, en de Engelsche gravin, die niet van halve maatregelen hield, bedankte voor de Conservatieve partij en sloot zich aan bij de Labourpartij. Ze heeft dezer dagen een boek gepubliceerd waarin ze haar herinneringen aan belangrijke personen, met wie ze heeft omgegaan, heeft neer gelegd. De uitgever verzette zich echter tegen publicatie van gedeelten uit 't boek, die zooals hij zeide Engelands goeden naam zouden scha den en lady Warwich heeft thans aan een ver slaggever van het socialistische hoofdorgaan in Engeland verklaard, welke passages zij had moeten schrappen. Wat daarin stond, had zij reeds schriftelijk meegedeeld aan koning Ed- ward VII even voor zijn dood, omdat zij 't noodig vond, dat deze op de hoogte was. .Vier jaren voor den oorlog", aldus Lady War wich, „leerde Lord French, de bekende Engel sche legeraanvoerder, de Fransche taal, omdat hij er van overtuigd was, dat er oorlog met Duitschland zou komen. Hij vroeg mij hem in contact met Clémenceau te brengen, dien ik zeer goed kende en met wien ik bevriend was, toen hij journalist was, voordat hij in de poli tiek ging. Ik schreef Clémenceau en een samen komst had plaats. Wfij kwamen met ons drieen bijeen in de kamer van den Franschen staats man. Besloten werd, dat ik als tolk zou optreden Clémenceau was uitstekend op de hoogte met de Engelsche taal, doch hij hield er van te doen, zijn goederen moeten verpanden. Toen ik ver nam! dat zijn voornaamste schuldeischer hem zou gaan vervolgen, wat den gerechtelijken ver koop van het kasteel De Verveine en de boerde rijen en bosschen ten gevolge zou hebben gehad, heb ik alle schuldbekentenissen ingekocht. Met welk doel Om te voorkomen dat de goederen van den markies in vreemde handen zouden overgaan in één woord, om zijn voorvaderlijke bezitting voor hem te bewaren. Dat is een edelmoedig denkbeeld, mijnheer. Maar heeft u niet bedacht, dat markies De Ver veine op alle mogelijke wijze zou trachten uit de moeilijkheden te geraken, waarin de door hem begane dwaasheden hem hadden gewikkeld Wat kan hij doen Trouwen. Dat is waar. Maar welke vader zou er in toe stemmen zijn dochter te geven aan een man, wiens wangedrag hem tot den bedelstaf heeft gebracht Hij draagt een aanzienlijken naam. Komt dat tegenwoordig nog in aanmerking? Ik geloof, mijnheer, dat voor zeker slag men- schen oude adelijke titels iets verblindends heb ben. En dat is zoo waar. dat markies De Vervei ne, al heeft hij geen rooden cent meer, een vader heeft aangetroffen, die hem zijn dochter wel wil geven. De Lasserre deinsde eensklaps achteruit en een zenuwachtige trek kwam om zijn lippen. Zijt gij er zoo zeker van vroeg hij op een toon, die zijn inwendige onrust verried. Volkomen zeker. O, die schelm En waarover kunnen wij hem hard vallen sprak de jonge vrouw op bedroefden toon. Hij weet niet wat er van het jonge meisje gewor den is, dat hij op La Cordeliére gekend heeft, dat hij misschien nog altoos bemint. Omringd van slechte raadslieden, meegesleept op een hel lend vlak gedreven, heeft hij zijn erfdeel ver spild. Maar kunt gij het hem euvel duiden, dal hij poogt het kasteel en de bezittingen, waarnaar hij heet. te behoeden tegen den gerechtelijken verkoop waarvan gij zooeven spraakt Door een huwelijksverbintenis aan te gaan en tevens van levenswijze te veranderen, volgt markies De Verveine waarschijnlijk den raad, dien gij hem gegeven hebt. Een lekher pijpje En voorverzer, Een fijne ogaret Die puike kwalileif; Daar komt 't toch op aan. Zal den ervaren rooker, Verbaasd doen staan! l"puP£ RUPSGUin VAN HIEUP PITTIG en GEURIG itoor pyp en cigareh per om - alsof dit niet 't geval was. Clémenceau vroeg steeds, wat Groot-Brittannië zou doen, wanneer er oorlog zou komen. Hij was boos en ruw, zooals hij alleen kon zijn." „Ik heb een millioen man noodig Wat kan mij een sentimenteele Enten te schelen" riep Clémenceau uit, als antwoord op een vriendschapsbetuiging van generaal French. „Wat wij moeten weten, is, hoeveel man gij in het veld kunt brengen, wanneer het tot een oorlog met Duitschland komt." Mijn ruimte laat niet toe, alles uit dit gesprek weer te geven, maar het slot was, dat een aantal kaarten voor den dag werden gehaald, om de oorlogsmogelijkheden te bestudeeren. Clémen ceau zei, dat de Engelschen te Duinkerken moes ten landen en dat dan Engelsche troepen door België naar Duitschland moesten trekken French aarzelde „Maar we hebben toch een neutraliteitsverdrag met België." Clémenceau antwoordde letterlijk „Verdragen kemen er niet op aan, als het tot oorlog komt." Deze onthulling brengt twee dingen aan 't licht. In de eerste plaats, dat een leidende Franschman vier jaar voor den wereldbrand het. oorlogspotje te vuur had en wachtte tot de spijs gaar zou zijn en ten tweede, dat hij 't zelf de van plan was, wat men Duitschland zoo kwa lijk heeft genomen, ja, sterker nog, wat Duitsch land den oorlog heeft doen verliezen, de schen ding van het Belgische grondgebied. M. a. w. alle verontwaardiging over de overschrijding der Belgische grens door Duitsche troepen is van Franschen en Engelschen kant grove hui chelarij geweest, comedie, zonder meerze hadden dezelfde plannen Wat zou men in Duitschland, dat zoo gehoond en gesmaad is vanwege zijn woordbreuk, dat gestrand is op het martelaarschap van 't Belgi sche volk, waardoor het zich de haat en de ver achting van de heel beschaafde wereld op den hals haalde, wel van deze onthulling zeggen En zou men ter vlootconferentie in plaats van over beperking van vloten te praten niet beter doen te besluiten tot het opruimen van de oorlogs - politici G. v. AMS.TEL. Op zijn beurt boog De Lasserre zijn hoofd. Ik wist niet, wat gij mij hebt meegedeeld, hernam: de gravin. Nu begrijp ik, en moet ook gij begrijpen, waarom de markies besloten heeft, de dochter van mijnheer Latrade te liuwen, al doet hij dit misschien noode en met weerzin. Wie is die mijnheer Latrade Een voormalig aannemer, die millioenen heeft verdiend. Dus is dit huwelijk een beklonken zaak Ja. Heb ik nu wel ongelijk gehad met mij zoo zeer ongerust te maken Hoe zijt gij dat alles te weten gekomen Van juffrouw Latrade zelve, die ik een paar dagen geleden in de magazijnen van ,Le Prin- temps" ontmoette. Kent gij dan die dame Ja. Toen ik miss Forster les gaf, woonde la dy Forster in een huis van den heer Latrade. Hij zelf had daarvan de benedenverdieping betrok ken om redenen, die ik niet verlangde te ken nen, zag de heer Latrade zich genoopt de gouver nante zijner dochter weg te zenden. Toen lady Forster dit vernam, bood zij mevrouw Latrade, die sinds overleden is, aan haar dochter deel te laten nemen aan het onderwijs, dat ik miss For ster gaf. Het aanbod werd aangenomen en twee jaren lang was Adéle Latrade mijn leerlinge. Is zij jong Fén-en-twintig, geloof ik. Mooi Neen, maar zij heeft goede manieren. Daar enboven heeft zij een helder verstand. Zij is heel ontwikkeld en haar hart is van goud. De graaf sloeg zich voor het voorhoofd. Het was dus Latrade en zijn dochter, sprak hij binnenmlonds. Ik versta u niet, mijnheer. Och, het was een losse opmerking, die ik maakte. Maar ik zeg u, dat Markies De Verveine nog niet getrouwd is. Welk middel hebt gij om dat huwelijk te be letten Ik zal naar dat middel zoeken en ik zal het vinden. Ik heb alle reden te gelooven dat de zaak te ver is gevorderd. De graaf schudde het hoofd en bleef een oogen blik zwijgen. Hij poogde tevergeefs het voor de gravin te verbergen, maar hij was ongerust. (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Wieringer courant | 1930 | | pagina 1