h Straf der Zonde Dinsdag 15 ril |SS|I930. 21e Jaargang Dinsdag 15 rjH|||l93Q-No. 29 NIEUWS- EN ADVITI ENTIEBLAD VOOR Wmé WIERINGEN I OMSTREKEN i ,.'st een pypjej |Ul5»^naar nWlERINGEi lCÖURANT| VERSCHIJNT ELKEN DINSDAG en VRIJDAG. ABONNEMENTSPRIJS per 3 maanden 1.—. BUREAU: Hippolytnshoe! Wielingen. Telefoon Intercomm. No. 19. ADVERTENTIëN: Van 15 regels 0.50. Iedere regel meer 0.10 BUITENLAND. EEN SPEELGENOOT DOODGESCHOTEN. Een 13-jarig hoogere burgerscholier te Leip- zig heeft Zaterdagmiddag een li-jarig kame raadje bij het spelen gedood met een door hem in het ouderlijk huis gevonden revolver, waar van hij niet wist, dat zij geladen was. ARENDEN VALLEN VLIEGTUIGEN AAN. In het Grieksche hooggebergte is onlangs een vliegtuig aangevallen door een aantal arenden. Weliswaar was daarbij een der vogels door de schroef van hel vliegtuig gedood, doch ook het vliegtuig zelf had ernstige beschadigingen op- geloopen en de vlieger was gedwongen een nood landing te maken. Bijzonder gevaarlijk voor vliegers zijn in dit opzicht ook de Pyreneeën Zoo wordt gemeld, dat een arend geruimen tijd in groote cirkels heeft gevlogen boven een vlieg tuig, dat van Parijs op weg was naar Madrid liet was alsof het dier keek waar het vliegtuig het gemakkelijkst was te beschadigen. Een hoofdbeweging van den piloot had waarschijn lijk aan het dier getoond waar de piloot zat, want plotseling' stortte de vogel zich woedend op den vlieger. Door revolverschoten te lossen, slaagde de vlieger er tenslotte in den arend weg te jagen. Andere vliegers hebben geconsta teerd, dat arenden hun uren lang volgden. De vogels probeerden echter niet de vliegmachine aan te vallen. Deze voorbeelden bewijzen, dat arenden in het hooggebergte een gevaar betee- kenen voor het luchtverkeer, vooral voor de kleine sportvliegtuigen, waar meermalen de zit plaats van de aviateur van boven open is en de arenden dus gemakkelijk den vlieger kun nen aanvallen of hem althans zoo hinderen, dat een val het noodlottig gevolg kan zijn van hun aanvallen. HITTEGOLF IN NOORD-AMERIKA. In het Noorden der Vereenigde Staten is plot seling een groote hitte opgetrokken. De tempe ratuur is binnen enkele uren van 10 tot 32 graad Celsius gestegen. Te Chicago was het Zaterdag de darmste dag, die ooit in dezen tijd van het jaar is voorgekomen. Ook op andere steden wordt een groote hitte gemeld, uit enke le zelfs een temperatuur van 40 graad. Brieven uit het Zuiden 391. RECLASSEERING. Het zal deze week Goede Vrijdag zijn. De dag van 't kruis. Dat kruis is 't zinnebeeld van alle menschelijk leven. Het zegt ons, dat de vertica le lijn in ons leven gekruist wordt door de ho rizontale. De verticale lijn duidt aan ons stre ven naar hooger, dat ons boven 't dierlijk be staan moet uitheffen. Maar dit streven wordt doorbroken door de horizontale lijn, omdat wij den vlakken gang willen gaan van aarde en na tuur. Uit de botsing van die twee tendenties in ons leven ontstaat voor ons allen het kruis en hoe sterker de opwaartsche drang leeft, hoe pijnlijker wij de doorbraak voelen aan 't kruis punt, waar de natuur ons pleegt te tirannisee ren. Christus heeft op Zijn kruisgang gewankeld onder zijn looden last. Een klein, eenvoudig mensch, bewogen door Zijn groote leed, dat het leed der wereld was, heeft Hem gesteund en die steun werd dankbaar aanvaard Wjij kleinen kunnen zonder hulp ons kruis in t geheel niet aan. Wij vervallen tot moedeloos heid en doen als zuigelingen, die huilen om de borst van moeder, die hun ontglipte. Wij willen niet gespeend worden van onze natuurlijke verlangens, willen meer, altijd meer.... voelen 't voortgedreven worden op den doornigen weg van een geestelijk streven met achterlating van eenig bezit als een grof onrecht. Wij murmureeren en klagen aan Alsof niet juist deze lijdensweg de prijs is, dien wij vooi ons mensch-zijn betalen boven het dier, dat al leen den horizontalen gang kent van de natuur. Pas, als het leed over ons komt, wordt het echte goud van ons mensch-zijn getoetst.... Ik sprak al vaak over het leed van den gevan gene, die een zwaren kruisgang heeft, als er nog een levende ziel in hem woont. De gevange nis is als een zware steen, die op zijn menschc lijkheid is gelegd en niemand, niemand komt om dien op te beuren. Voor ons anderen, die ook hun leed hebben, zijn nog zachte sympa thieke steminen, die bemoedigen. De gevangene is levend dood. Als men hem niet vergeter heeft, dan wil men hem toch graag vergeten, want hij is een stuk schande, dat de zijnen, die in het vrije leven staan, ook nog moeten mee- sleepen. Hij is zich zelf en anderen tot last. Ilij torst een kruis, soms even zwaar als dat van Christus. Als hij minder lijdt, is 1t omdat er minder in hem omgaat, hij dof en afgestompt is geworden door de vloek der eenzaamheid. Er zullen er velen zijn, die dof zijn als een dier daar achter de zware muren. Maar ei- zijn er ook, die blijven leven, in wie de opwaartsche lijn weer doorbreekt. Sociaal voelende men- schen, die zich geroepen achten hen overeind te helpen en overeind te houden en die hen in de gevangenis bezoeken, zeggen van hen, dat ze vaak beter en dieper zijn dan duizenden bra ven, die nooit de gevangenis van binnen zullen zien. Het kruis van deze menschen te verlich ten, als straks een wraakzuchtige wereld hun hun misslagen zal voorhouden, hen terugstoo- ten in broodeloosheid en bestaansonzekerheid. hun de beleedigingen helpen verzachten en werk voor hen zoeken om weer een eerlijk stuk brood te winnen, dat is 't werk van de recla- seering. ITet werk, dat deze vrienden van de gevan genen doen, gebeurt in stilte. Maar men kan zich moeilijk eenigen arbeid voorstellen, meer in den geest van het echte Christendom dan deze arbeid. En, vooral als men dan in eenvou dige eerlijke vriendschap met hen kan om gaan en hun 't gevoel kan geven, dat medege voel en geen medelijden den bezoeker drijft cp dat voor 't diepere begrip van de liefde de be gane misslagen begrijpelijk zijn en te vergeven, als ze maar geboet worden door een nieuw en eerlijk streven, dan is 't m'ogelijk deze men schen geheel te vernieuwen en ook nieuwer glans te brengen in hun leven. Het Kamerlid Ds. Van der Heide doet aan dit FEUILLETON. ss (50. Men vernam een gemompel van bewondering en bleek en sidderend, de oogen gericht op me vrouw Delorme en het jonge meisje, wachtte Adrien. Ik ben toch wel goed wakker, sprak hij in zich zelf Wat ik zie, is toch geen droom De knechts gingen voort nieuwe gasten aan te dienen. De salons werden vol De groote zaal bood een aller schitterendst schouwspel. De stra len van 't helle licht weerkaatsten in de juwee- en kostbare gesteenten, waarmede de dames waren getooid. Men zou zich in een tooverland hebben kunnen wanen. De markiezin liep de zaal door, sommigen 'n hand gevend, tot anderen een vriendelijk woord of lachje richtend. Langs Adrien ko mend, sprak zij op hartelijken toon U is van daag weer eens verschenen, m(arkies "Zij wilde doorloopen, doch de jonge man hield haar staande en sprak: Mevrouw, zou ik U een oogenblikje mogen lastig vallen Wie is die dame en dat lieve meisje, die daar bij den hertog en hertogin De Clarens zitten Mevrouw Delorme en haar dochter. Kent u juffrouw Delorme al lang Zeker, van haar geboorte af. Maar, markies, neem me niet kwalijk, waarom doet ge me deze zonderlinge vragen? Is er iets dat 't Is ik geloofde ik veronderstelde ik stamelde Adrien verlegen Welnu, om al die ikken af te snijden, beste markies, wil ik u wel z-eggen, dat mevrouw De lorme een mijner beste vriendinnen is, en dat ik haar dochter liefheb als m'n eigen kind Op die woorden liet cle markiezin hem staan Adrien voelde zich meer en meer onthutst. Hij wist niet meer, wat hij moest denken. W'at kon hij veronderstellen? Wat moest hij gelooven Wel verre van hem tot kalmte te stemmfen, had den de woorden van mevrouw De Montperrey zijn onrust nog doen toenemen. werk. In de „Blijde Wereld" dicht hij af en toe eens iets van zijn ervaringen mee, die altijd weer bewijzen, hoeveel echt goud er nog schuilt in 't menschelijk afval, waarvoor de gevange nissen bedoeld werden. Op den stillen Zaterdag tusschen den Goe den Vrijdag en Paschen komt een van de vrien den van Ds. Van der Heide vrij. Hij is no. 99 in de strafgevangenis te Scheveningen en wordt Zaterdag weer een mensch met een eigen naam De heer Van der Heide schrijft een welkomst briefje voor hem in de Blijde Wereld en hij zelf getuigt in dit blad, hoe hij den stillen Za terdag, die voor hem 't eind van den kruis gang en 't begin van de opstanding beteekent, tegemoet ziet Wat dunkt u van dit vers „Slaken! Slaken Slaken Slaken Juicht de bel. Het is volbracht Lente trekt haar gulden lijntje Om den morzel van den nacht En de wolken zoo ze varen Spatten schater om hun boord Want m'n wijfie en de kleuter Staan te wachten bij de poort Een beloft', die vele dagen Reeds te zwellen heeft gestaan Wil vanmorgen op haar stengel Purper in vervulling gaan. Knop, breek baar het lang verhulde Bloem doe jij voor mij het woord, Wfaar m'n wijfie en de kleuter Staan tc wachten voor de poort Vogeltje, ja kom en zing maar, In de zon en voor de ruit. „Nooit-niet nooit-niet! nooit-niet! nooitniet! Ha Jouw spotternij heeft uit „Nooit-niet nooit-niet! goed getroffen! „Nooit-niet-weder zeg het voort Aan m'n wijfie en de kleuter „Nooit-niet-weder bij de poort Is 't niet ontroerend, dit „nooit-niet-weder", lat klinkt als een heilige belofte van den man, die door vrouw en kind wordt opgewacht En is dit opgewacht worden door harten, die van liefde kloppen, niet 't geheim van deze behou denis Hulde aan mannen als Ds. Van der Heide, die zoo 't vuur brandende houden in een ver pletterd menschenhart. Ik hoop, dat hij er in mag slagen voor zijn patiënt een eerlijk stuk brood te vinden. Dit is werk, dat tusschen Goede Vrijdag en Paschen zijn bekroning vindt „KONINGSVREES Juffrouw Delorme was daar op eenige schre den afstand van hem. Was hij het slachtoffer van een ongeloofelijk gezichtsbedrog of droom de hij? Hij erkende Aurora, maar Aurora, met stralend gelaat, schranderen blik, maar Aurora honderd maal liever, bekoorlijker als vroeger. Zijn oogen en hart zeiden hem: zij is het. En toch, als hij dit meisje, zoo schitterend van schoonheid en bevalligheid, vergeleek bij de i- diote van La Cordeliére, dan durfde hij niet op de enkele getuigenis zijner 2innen afgaan. Hij twijfelde en die twijfel deed hem lijden Sedert een oogenblik had de markiezin D" Montperrey plaats genomen bij de groep waar van mevrouw Delorme, Aurora, de hertog en de hertogin het middelpunt vormden en die Adrien-' langzamerhand genaderd was. Een pianist had juist een schitterend stuk ge speeld en luide toejuichingen waren hem ten deel gevallen. Toen die ophielden wendde de markiezin zich tot de personen, die haar om ringden en zeide: ..ik heb u een verrassing be reid. Wij hebben hier in ons midden een jong meisje, dat, ik weet het, een allerliefste stem heeft en o zoo verrukkelijk zingt. Daarna het woord tot Aurora richtend, voegde zij er bij: 't Is van u, kindlief, dat ik spreek. Kom mijn bes te, doe ons het genoegen eens een romance te zingen. Zij vatte het jonge meisje bij de hand, dat opstond en bevend zich naar de piano liet brengen. Kom, laten wij eens zoeken, sprak de markiezin. O, hier is een romance, die mijn lievelingsstukje is De Dag en de Roos Misschien ken je die Welnu, kindlief, die romance verzoek ik u te zingen. Signor Antelli zal u wel accompag neeren, nietwaar, mijnheer Antelli Het zal mij een groote eer wezen, antwoord de de pianist met een buiging. Opnieuw hoorde men een gemompel van be wondering, daarna werd het stil, doodstil. Si'P nor Antelli speelde de inleiding en Auröra zong het ons bekende lied. Adrien stond te luisteren, het hoofd naar voren gebogen, met ingehouden adem, roerloos, alsof, bij in een zoutpilaar was veranderd. Dit maal waren het niet haar gelaatstrekken en haar houding die hij herkende, maar ook ha*xr stem. En die vergeten, verouderde onbekend^ romance, kon zij door iemand anders dan door Tjonge, daar zit spirit ir>! Oeze tabak.'Ns werhelyk waar. Qook ik liever nog dan n sigaar DRAGON" PURE VIPGINIO SHAG Goedkoop aor.r haar langzamen örond. Pithg en toch niet zwaar Voor pgp of cigaret J6Buno - GPOrilN&Et. Dezer dagen wordt de nieuwe sluis te IJmui- den geopend. Het is een groote gebeurtenis, waardoor Amsterdam zich aan de steeds groo- ter eischen van wereldverkeer kan aanpassen. Het millioenenwerk, waarop de oogen van de heele heele technische wereld ook buiten ons land is gevestigd, is zoowel een stedelijk als een landsbelang. Omdat het een landsbelang is, is 't vanzelfsprekend, dat 't hoofd van den Staat aanwezig is en de plechtigheid tot ëen nationale gebeurtenis stempelt. Omdat het een Amsterdamsch belang is, waarbij de toekomst van Amsterdam is betrokken, waarvoor trou wens onze hoofdstad vele millioenen offert, spreekt 't evenzeer van zelf, dat de hoofdste delijke magistratuur aanwezig is. „Het Handelsblad" komt met 't bericht, dat 'dié; tepIpiaaiD-delmocratische wethouders denken weg te blijven, zooals zij ook bij de opening van de Kamers lang door afwezigheid plachten te schitteren. Ik schreef reeds meer over deze houding, die ik niet waardeeren kan. De socialist Mr. M. J. A. Moltzer sprak deze week voor de Vrijz. Prot. Radio-omroep over Democratie. Hij betoogde, dat de monarchie Democratisch bestuurd kon worden, een Republiek tamelijk autocratisch. De onze is democratisch, wortelt in de wil van de volksmeerderheid} De aanwezigheid van onze Koningin is dus logisch en uit een oog punt van democratie alleszins juist. Als de sociaal-democraten dezen staatsvorm zoo aan- stootelijk vinden, dat zij bij nationale gebeur tenissen zich aan samengaan met anderen ont trekken, dan is dat een gebrek aan democra tisch inzicht. Wat de reactionnairen in Duitsch- land doen, die de Republiek saboteeren, is prin cipieel 't zelfde, wat de socialisten doen ten op zichte van 't Koningschap. En dom is 't ook nog. Deze houding schept een politiek van gevoelstegenstellingen, die met de werkelijkheid niet rekent. En al die sectanische gevoelstegenstellingen zijn een rem voor den vooruitgang, ook al lijken ze re- vol utionnair. Ik wou, dat dat de socialisten op dit punt wij zer werden. Waarom willen ze in dit opzicht niet van hun Engelsche partijgenooten leeren, die verstandig genoeg zijn, om 't eigene te aan vaarden en zijn krachten te besteden voor ern stiger dingen. G. v. AMSTEL.. Aurora worden gezongen Het eerste couplet was uit. De toejuichingen barstten los. Uit allermond klonk een welge meend Bravo Voorwaar, nog nooit had een jong meisje, bij haar intrede in de wereld, zoo'n volkomen en, laten wij het er bij voegen, zoo'n welverdienden opgang gemaakt. Adrien was buiten zichzelven. Wjare hij niet door een menigte menschen tegengehouden die als het ware een muur vormden, dan zou hij toegesneld zijn om zich aan de voeten van de zangeres te werpen. O, 't is om gek te worden dacht hij terwijl hij zijn handen tegen zijn voorhoofd drukte waarop de zweetdroppels parelden. De ongelukkige bevond zich in een niet te be schrijven toestand. Zijn hoofd gloeide. Als men hem zoo heen en weer zag logpen, dezen opzij dringend en anderen op de teenen en de dames op de sleepen trappend, zou men hem voor gek of dronken hebben gehouden. Het concert was afgeloopen. De dans zou aan vangen. De knechts schoven de meubelen opzij tegen den muur. De muziek begon. Adrien maakte van die gelegenheid gebruik om wat dichterbij te komen. Aurora had hem in de verte gezien. Maar zij hield de oogen neergeslagen. Zij voelde dat hij dicht bij haar stond. Daar trad mevrouw De Montperry op haar toe en stootte haar aan. Zij scheen plotseling ui+ een droom te ontwaken. Lieve, sprak de markiezin, men gaat een wals spelen, wil je niet eens dansen Hier is jui&j^.een heer, die als een uitmuntend walser he..<md staat, voegde zij erbij op Adrien wijzend De jongeman naderde. Wil de juffrouw mij die eer toestaan sprak hij op bevenden toon. Aurora was eensklaps bleek geworden. Laat ik u eerst voorstellen, hernam de markiezin. Kindlief, ik stel u markies De Ver- veine, een mijner vrienden voor. De bleekheid van het jonge meisje verdween en werd door een hevigen blos vervangen. Markies De Verveine, herhaalde zij zacht jes, het hoofd buigend. De markiezin nam haar hand en legde haar hand in die van Adrien. Beide handen beefden. BINNENL. NIEUWS. KINDERBED IN BRAND. Woensdagavond, terwijl de vrouw van C. v. Ik kan bijna niet walsen. Ik zal u helpen, juffrouw, antwoordde A- drien. Zij stond op. Haar hart bonsde. De dans ving aan. Opeens voelde de markies het jonge meis je zwaarder op hem leunen en zag haar vreese- lijk bleek worden. Is u niet wel vroeg hij. Ik heb het zoo benauwd, luchtriep Au rora. Adrien zag een deur op een kier staan, hij duwde die geheel open en liet het jonge meisje een klein vertrek binnengaan waar zij op een sofa neerviel. De jongeman liep naar een ven ster en opende het. De koele nachtlucht drong de kamer binnen en verfrischte Aurora. Adrien kwami weder terug en vroeg hoe het met haar ging. Zij voelde zich iets beter. En zij stond op en ging naar het venster. Met opgeheven hoofd scheen zij de myriaden sterren, waarmee de he mel als bezaaid was, te bewonderen, Adrien bleef als vastgenageld op zijn plaats staan, ter wijl hij geen oog van haar afwendde en vroeg zich af wat hij moest doen. Neen, neen, sprak hij bij zichzelf., ik kan zoo niet leven. Aan die onzekerheid moet een einde komen. XXIV. De peettante. Het vertrek, waar Aurora en Adrien zich be vonden, was slechts flauw mlet één lamp ver licht. Die lamp stond zoo geplaatst, dat de ge stalte van het jonge meisje scherp uitkwam in de halve duisternis. Na een oogenblik geaarzeld te hebben, trad Adrien op haar toe. Aurora, sprak hij zachtjes. Het jonge meisje, dat zich een weinig van het venster verwijderd had, maakte plotseling een beweging en wendde zich naar de zijde van den markies. Op hetzelfde oogenblik sloop een man achter haar voorbij, die haar deze woorden in het ooi* fluisterde Pas op (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Wieringer courant | 1930 | | pagina 1