Vervolg RAAD WIERIEN. Tuinslang Tuinsproeiers Rietmatten Genrniters G. H00GV0RST Grasperkmaaimachines Vraagt prijs bij Klieftstraat Hippolytushoef WIERINGEN. Aanwijzing plaats voor de O.L. school te Den Oever. Hoewel dit bij den bouw der nieuwe school te Hippolytushoef niet is geschied hebben Gea. Staten medegedeeld er prijs op te stellen, dat voor de stichting der nieuwe openbare lagere school te Den Oever overeenkomstig art. 23 der L.O.wet 1920 een afzonderlijk besluit wordt inge zonden tot aanwijzing van de plaats voor deze school. B. en W. stellen dus voor te dien aanzien als nog een formeel besluit te nemen overeenkomstig het aangeboden ontwerp. Wordt goedgevonden. Aangifte door E. Bakker Dz. tot aanleg van een straat. Door E. Bakker Dz. alhier is, overeenkomstig art. 8 der bouw- en woningverordening, aangifte gedaan van den aanleg eener straat op het per ceel Kadaster Sectie A. No. 2694, aansluitende aan de Hofstraat te Den Oever. Volgens art. 9 diei verordening kan de Raad de richting, het peil en de breedte der aan te leggen straat aanwijzen, waaraan de aanlegger verplicht is zich te hou den. Aangezien de gemiddelde breedte ongeveer 10 Meter zal bedragen, voldoet de weg aan het bepaalde in art. 11 der aangehaalde verordening Eene situatie-Teekening wordt overlegd. Een straataanleg als deze verdient in het algemeen geen aanmoediging, omdat dergelijke kleine straatjes eene regelmatige bebouwing aller minst bevorderen, gelijk de toestand leert, zoo als die te Den Oever is ontstaan. B. en W\ meenen echter, dat het voor dit geval niet wenschelijk is er zich tegen te verzetten, om dat het hier min of meer een gevestigde toestand geldt. B. en W. stellen daarom voor, voor deze straataanleg de volgende aanwijzingen te geven- le. Als peil voor de kruinshoogte der nieuw aan te leggen straat moet worden aangehouden de bestaande kruinshoogte van de Hofstraat ter plaatse van aansluiting aan dezen weg 2e. De straat moet worden gelegd in eene breed te van ten minste 4 Meter, met inbegrip van een afwateringsgoot aan weerszijden ter breedte van 5 maal de steendikte de buitenste laag als kop- laag te zetten 3e. De aanleg moet geschieden op een zandbed van 10 c.M. dikte 40. De breedte van den weg tusschen de bestaan de bebouwing en eventueel uit te voeren bebou wing daartegenover, mag niet minder bedragen dan 10 Meter 5e. De lengte-as van den weg moet samenval len met de as van genoemde wegbreedte van 10 Meter tusschen de bebouwing. De heer Oden vraagt of niet tevens rioleering aangelegd moet worden. Voorz. Misschien, als er meer bebouwing komt. Het staat niet als eisch in de bouwveror dening. De heer Oden. Te Den Ileider moet het direct, al staat er maar één huis. Spr. zou het ook hier als verplichtend in de verordening willen op nemen. Hij maakt er een voorstel van De heer de Vries is het, met den heer Oden eens. Met de straat indertijd van Tijsen is het ook niet gebeurd. Hij ondersteund 't voorstel. Het voorstel Oden wordt in handen gesteld van B. en W. om praeadvies en vervolgens wordt het advies van B. en W. aange nomen; de heer Oden stemde tegen. Wijziging verordening inzake verlof aan amb tenaren enz. Het voorstel van het Raadslid, den heer Oden, betreffende wijziging van de verordening op he? verleenen van verlof tot afwezigheid aan de amb tenaren en werklieden in dienst der gemeente, is een gevolg van de daaromtrent in de laatste vergadering genomen beslissing. B. en W. stellen daarom voor overeenkomstig dit voorstel te besluiten. Wordt goedgevonden. Vermenigvnldigingscijfer voor heffing plaat selijke inkomstenbelasting dienst 1930-1931. De opbrengst der plaatselijke inkomstenbelas ting is op de begrooting voor het jaar 1930 ge raamd op 51000.-. Daarvan wordt krachtens het laatst vastgesteld kohier over de eerste vier maanden reeds ontvangen lond 25000.-, zoodat over de laatste acht maanden nog moet worden gevonden de rest of 25000.-, het kohier over het tijdvak 1 Mei 1930 tot 1 Mei 1931 zal dus in totaal moeten bedragen 39000.-. Van het kohier 1929-1930 zou bij een vermenig vuldigingscijfer van 0.6 aan opbrengst zijn ont vangen 57000.-, ware het niet, dat bij besluit van 7 Juni 1929 goedgekeurd bij Kon besluit van 25 Augustus d.a.v. No. 26, werd besloten tot ver hooging van den aftrek voor noodzakelijk levens onderhoud, waarvan een mindere opbrengst van naar schatting 10000.- het gevolg zal zijn. Dien tengevolge is de opbrengst van het kohier 1929- 1930 te stellen op 47000.-. Vergeleken met het bovenberekende bedrag van 39000.-, zou dus verlaging van het verme- nigvuldigingscijfer mogelijk zijn. Deze stand van zaken is echter grootendeels te danken aan de gunstige uitkomsten van het vorig kohier. Stelt men die opbrengst van 47000.- naast het cijfer op de begrooting geraamd n.1. 51000.-, dan blijkt ze te laag te zijn. Gezien de belangrijke bedragen, die in de eerst volgende jaren voor betaling van rente en aflos sing noodig zullen zijn, geven B. en W. dan ook de voorkeur aan eenige verhooging van het ver- menig vuldigingscijfer. Zij stellen daarom voor dit voor den dienst 1930-1931 te bepalen op 0.7. Wordt goedgevonden. Verhaal premie volgens de Ziektewet. De ziekteverzekering, zooals deze geregeld is in de Ziektewet, is op 1 Maart j.1. vrijwel in haar geheel in werking getreden. Van het personeel der gemeenten zullen echter zeer weinigen on der hare werking vallen. In het algemeen gezegd zal dit alleen het geval zijn met losse werkkrach ten en daarmede gelijk te stellen personen. Voor deze zal dus de gemeente premie moeten betalen De premie is verschuldigd door den werkgever, die intusschen volgens art. 55 der wet daarvan de helft mag afhouden van het loon van den verze kerde. Het komt B. en W. echter niet wenschelijk voor dit verhaal op deze weinig draagkrachtige personen toe te passen, zoodat zij voorstellen van de daartoe gegeven wettelijke bevoegdheid door deze gemeente geen gebruik te doen maken. De Heer J. Kooij vindt anders het inhouden van halve premie een goed ding. De heer Kaan. En hoeveel kan dat nu schelen? Voorz. Dat is niet vast, omdat 't alleen geldt voor losse w erkkrachten. Op een vraag van den heer Lub, bij welke bqP drijfsverzekering de gemeente is aangesloten, antwoordt voorz. bij den Raad van Arbeid. Het praeadvies van B. en W. wordt goedgevonden. Ovei eenkomst betreffende verwerking van afge keurd vee en vleesch. Artikel 18, letter i., der Vleeschkeuringswet (Stbl. 1919, No. 524) schrijft voor, dat bij algemee- nen maatregel van bestuur bepaald wordt op welke wijze vee en vleeschwaren voor voedsel voor mensch en dier onbruikbaar moet worden gemaakt. Deze algemeene maatregel van bestraf (Kon. besluit van 5 Juni 1920, Stbl. No. 285) zegt in art. 61, dat die onbruikbaarmaking geschiedt door behandeling van het vleesch in een destruc tor. Voor naleving van dit voorschrift is echter een overgangstermijn gelaten, die op 1 Juni 1932* afloopt. Aangezien deze aangelegenheid, met het oog op het kostbare van de inrichting, zich bij uit stek leent tot intercommunale regeling zijn dan ook in de afgeloopen jaren van meer dan één zij de plannen ontworpen om' een aantal destruc- tore in ons land op te richten. In de eerste plaats de N.V. Thermo-Chemische Fabrieken, gevestigd te Amsterdam, wier bedoeling het is alle gemeen ten bij de dooi- haar op te richten of reeds opge richte verwerkingsinrichtingen te doen aanslui ten. Daar naast heeft de vleeschkeuringskring „Midwoud" voor de daarbij aangesloten gemeen ten een eigen destructor gesticht, w elk voorbeeld door den vleeschkeuringskring „Barsingerhorn" is gevolgd door opening van eene dergelijke in richting te Schagen. Zoowel de kring Barsinger horn als de N.V. Thermo-Chemische Fabrieken hebben een aanbieding gedaan om 't uit deze ge meente herkomstige vleesch te doen verwerken de eerstgenoemde in den destructor te Schagen. laatstgenoemde in den door haar op te richten destructor in Zuidholland. Om verschillende reden is het wenschelijk. dat de gemeente Wieringen zich aansluit bij den destructor te Schagen. Vooreerst is deze dichter bij gelegen, doch bovendien is het zeer twijfelach tig of door de oprichting der inrichting fe Scha gen het voor de N.V. Thermo-Chemische Fabrie ken nog wel rendabel is de gemeenten in den kop van Noord-Holland te bedienen. In de twee de plaats zijn de voorwaarden voor aansluiting van deze zeker niet voordeeliger dan die van gene. De ontwerp-overeenkomsten van beide aan biedingen leggen B. en W. ter kennisneming over. Meenen B. en W. dus, dat aansluiting van W le ringen bij den destructor te Schagen om genoom de redenen aanbeveling verdient, ook op ande ren grond zal dit wenschelijk zijn en wel, omdat eveneens de gemeenten Den Helder en Anna Pau lowna, die tezamen met WSeringen een afzon derlijken keuringskring vormen, daartoe vermoe delijk zullen overgaan. Namens deze drie gemeenten zijn diensvolgens met de Commissie van Uitvoering voor den kring Barsingerhorn onderhandelingen over de aan sluiting gevoerd, die tot overeenstemming heb ben geleid. Blijkens het ontwerp-contract wordt iet afgekeurd vleesch, cadavers en afvaldcelen kosteloos afgehaald, terwijl aan de eigenaren, behalve voor de huid, ook uitkeering geschiedt voor het cadaver. Voor de boeren is deze rege ling dus voordeeliger dan die van tegenwoordig, waarbij de beesten eenvoudig worden begraven. Voor het vervoer der afvaldeelen moest echter eene afzonderlijke regeling ontworpen worden, omdat de verwerking daarvan oneconomisch i> en, mede als gevolg van de hoogere vervoerkos ten van Den Helder, Anna-Paulow na en Wierin ger, tot verlies der inrichting zou aanleiding ge ven. De kring Barsingerhorn heeft er intusschen in toegestemd daarvoor geen bijdrage te vorde ren, indien die afvaldeelen van een centraalpunt konden worden afgehaald. Na gehouden bespre kingen is men tenslotte omtrent de volgende organisatie tot overeenstemming gekomen. De keuringsambtenaren in den kring Den Helder zullen de afgekeurde afvaldeelen dadelijk me- dénemen naar het Centrale punt te Den .Helder en worden hiertoe in staat gesteld door aan schaffing van een auto door laatstgenoemde ge meente. De kring Barsingerhorn zal op gezette tijden het aldus te Den Helder verzamelde mate riaal aldaar doen afhalen. Deze regeling geldt dus alleen voor de afgekeurde slachtafvallen geheele dieren worden rechtstreeks uit de be trokken gemeente afgehaald. De meerdere kosten dezer regeling zullen voor de gemeente Anna Paulowna en Weeringen elk 589.50 bedragen, zoodat de jaarlijksclie bijdra ge in de kosten van den keuringsdienst te Don Helder wordt verhoogd van 1504.- tot 2093.50 voor elk dezer gemeenten. B. en W. stellen, op grond van het vorenstaan de, dus voor A. hen te machtigen met de Commissie van Uitvoering van den vleeschkeuringsdienst Bar singerhorn eene overeenkomst aan te gaan tot verwerking van uit deze gemeente afkomstig af gekeurd vee en vleesch in den destructor te Schagen, volgens het hierbij gevoegd ontwerp, B. hen te machtigen tot het wijzigen van de tusschen de gemeenten Den Helder, Anna Pau lowna en Wieringen gesloten overeenkomst in zake de vleeschkeuring, en wel op deze voet, dat de bijdrage der gemeente Wieringen aan Den Helder wordt verhoogd tot 2093.50 per jaar. De in verband met het vorenstaande noodige wijzigingen in de verordening op den keurings dienst van vee en vleesch zullen den Raad bin nenkort worden voorgelegd. De heer Jn. Lont vraagt hoe 't nu hier met de noodslaclitplaats moet. Voorz. Die zullen we nog tijdelijk houden voor proeftijd. Gaat 't met den distructor te Schagen goed, dan gaat de noodslachtplaats hier weg. Op een vraag van den heer M. Bakker of de afgekeurde dieren rechtstreeks van hier gehaald worden naar Schagen antwoordt voorz. van: ja. De aangifte voor noodslachtingen moet geschie den ter Secretarie. De heer Jb Lont Koeien en paarden boven het jaar worden dus rechtstreeks afgehaald maar hoe gaat 't nu met de rest Voorz. Die wordt getransporteerd naar de bergplaats 't Centrale punt, (Den Helder.) De Heer Jb. Lont. Maar waarom dan nog de noodslachtplaats aanhouden Voorz. Dat is voor de proeftijd van 2 jaar. Trou wens, dit jaar is zij toch al weer ingehuurd. De heer Jb. Lont. Dan toch zoo spoedig moge lijk opzeggen. k Op een vraag van den Heer M. Kooij of hier veel vee als noodslachting weggaat, zegt de heer J. Kooij dat er veel gestorven dieren worden uit gevoerd. De hr. Jb. Lont vraagt, als nu 1 Juni 1932, die ver plichting van onbruikbaarmaking van vleesch in een destructor van kracht wordt, moet de ge meente dan zelf voor dat kookpotje zorgen Voorz. Ja. en daarom geen isoleering, maar nu aansluiten bij de inrichting te Schagen. De heer Bakker. Kan het anders geen geld kosten Voorz. Neen. Zou er schade zijn, dan is dat voor de kring Barsingerhorn. De boeren deelen wel in eventueele winst. De heer Lub zou ten opzichte van de noodslacht plaats nog advies in willen winnen bij de Afd. Wieringen Holl. Mij van Landbouw, doch voorz. wil eerst de werking eens laten gaan tot het. najaar. Het voorstel B. en Wj. wordt aangenomen. Aankoop grond voor verbreeding van de Nieuwstraat. B. en W;. deelen mede, dat de gemeente na mens de eigenaren welwillend in de gelegen heid werd gesteld het hek voor het woonhuis Nieuwstraat 36 ongeveer een Meter achterwaarts te plaatsen. Zij hebben gemeend in den geest van den Raad te handelen, door die verplaatsing da delijk te bewerkstelligen, omdat een verbreeding van genoemde straat daar dringend noodig is Deze verbetering komt echter niet geheel tot haar recht, indien niet ook het hek van het naastliggend perceel No. 30a., achteruit wordt gezet. De eigenares is bereid den benoodigden grond af te staan voor 5,- per M2. B. en W. stellen daarom voor aan te koopen van Mw. Wed. C. de Haan Pz. een gedeelte, groot 17 M2 van het haar tuebehoorsnd perceel Kadas ter Sectie C. No. 3466 voor een totale som van 1,- en van Mw. Wed. G. Rump een gedeelte groot 3.64 M2. van haai erf Kadaster Sectie C. No. 4211, tegen 5.- per M2., een en ander onder voorwaarde, dat de overdrachtskosten en de kosten van verplaatsing, c.q. herstelling der hek ken voor rekening der gemeente komen. Wordt goedgekeurd. De Heer Kaan zegt, dat Jb. Smit aan de Nieuw straat ook misschien wel een stukje van zijn huis wil missen. Voorz. zegt dat dit in onderzoek is en de kos ten 300.- zouden bedragen. Rekening van- Armvoogden, beheerendc de Hervormde of Gereformeerde Armenkasseft. B. en W. bieden aan de door Armvoogden ingc zonden rekening over het dienstjaar 1929. Bij het nazien dier rekening heeft het de aan dacht van B. en W» getrokken, dat het College van Armvoogden een bedrag, groot 20353,14 bij de Boerenleenbank heeft belegd, waarvan aan kapitaal 18222,22 en 2130,92 aan kasgeld Wat de kapitaalsbelegging betreft, zal dit op deze wijze alleen mogen geschieden met goed keuring van Ged. Staten (art. 23 der Armenwet,) een goedkeuring, die, voor zoover B. en W. be kend, tot dusver niet is aangevraagd. Voer kas geld bestond zelfs de positieve bepaling (art. 23, derde lid', dat zulks alleen mocht plaats hebben bij de Rijkspostspaarbank. Aan dit voorschrift i- intusschen bij de op 15 December j.1. tn werking getreden wet van 22 Juni 1929 toegevoegd, dat belegging van kasgeld, onder goedkeuring van Ged Staten, thans ook op andere wijze kan plaats hebben. Art. 26 der wet bevat de sanctie op een en ander. In het midden latende of deze bepalingen de wijze van belegging niet binnen ietwat te enge grenzen houden, komt hel B. en W. voor, dal Armvoogden zich aan de mlovin? der wet niet kunnen onttrekken. Aangezien het onderzoek der rekening overi gens lot geen opmerkingen aanleiding heeft ge geven, stellen B. en W. voor I. genoemde rekening goed te keuren in ontvang op 29372,55 in uitgaaf op 26949,79, batig saldo 2422,76. II. Armvoogden te wijzen op de bepalingen van de artt. 23 en 26 der Armenwet UI. genoemd College ter zake van deze reke ning te déchargeeren, onder dankbetuiging voor het deswege gevoerd beheer. De heer Kaan zegt, dat kapitaalbelegging bij de Boerenleenbank niet mag, maar voor tijdel ij ken aard mag 't wel, en dan is 't toch voordeeli ger als bij de Rijkspostspaarbank. Voorz. Het is de bedoeling alléén maar er op te wijzen. liet praeadvies B. en W. wordt goedgekeurd. Vergoeding kosten van instandhouding bijzon dere scholen. B. en W'. deelen den Raad mede Bij Uw besluit van 22 Februari j.1. werd om praeadvies in onze handen gesteld een verzoek van het betrokken schoolbestuur om toeken ning van een voorschot op de gemeentelijke ver goeding der kosten van instandhouding van de Christelijke school te Den Oever over het dienst jaar 1930. Nu bij de einduitspraak uitgemaakt is, dat de school voor subsideering. in aanmerking komt, ial op voormeld verzoek alsnog eene beslissing 1 ionen te worden genomen. Volgens de Lager-onderwijswet 1920 verleent de Gemeenteraad, in afwachting van de eindbe slissing omtrent het bedrag der vergoeding van de exploitatiekosten, elk jaar daarop een voor schot van ten hoogste 80 pCt. van hetgeen ter zelfder zake voor de overeenkomstige openbare lagere scholen in die gemeente is uitgegeven over het laatste dienstjaar, waarover de rekening is gesloten. In het jaar 1927, ten aanzien waarvan het laatst de rekening door Gedeputeerde Staten is vastgesteld, beliepen de exploitatiekosten der openbare lagere scholen volgens eene voorloo- pjge berekening gemiddeld per leerling 11,60, zoodat bij een getal leerlingen der bijzondere school op 31 December 1929 van 133, het voor schot zal moeten bedragen 80 pCt. van 133 x 11,60 is 1234,24. Wij stellen U voor het voorschot over 1930 op dit bedrag te bepalen. 1 - De heer Kaan 't Zal wel moeten. Het advies B. en W. wordt aangenomen. Benoeming armvoogden. In verband met de periodieke aftreding van 3 armvoogden met ingang van 1 Mei a.s. dragen de beide Hervormde Kerkeraden alhier ter be noeming voor Vacature J. Kooij Cz1. J. Kooij Cz. (aftr.) 2. W. Mostert, 3 B. Mostert. Vacature H. Bakker Jz. 1. H. Bakker Jz., (aftr.) 2. Jb. Tijsen Mz., 3. V. Koorn J.Vz. Vacature S. Koorn Sz. 1. S. Koorn Sz., (aftr.) 2. Joh. Rotgans, 3. C. Sprenkeling. I. De heer Kooij verkrijgt 8 st. de heer Mos tert 2 De heer Kooij neemt zijn benoeming aan. II. De heer H. Bakker verkrijgt 9 st. de liee ren Koorn en Tijsen elk 1. III. De heer Koorn verkrijgt 9 st. de heer J. Rotgans 2. RONDVRAAG. De heer Jn. Lont heeft al eens voorziening ge vraagd van het hek om het kerkhof te Stroe nu ligt het heelemaal in elkaar. Voorz Maar u heeft toen toch op u genomen het door een timmerman te doen herstellen. De heer Lont betwijfelt of dit zoo is besproken, maar hij zal met Boersen de zaak opnemen. Ook de Gemeenteopzichter zal er heengaan. De heer Lub vraagt of het waar is, dat in Maart gelegenheid is om plaatsen te vragen voor kermistenten enz. en in April uitslag komt. Voorz. antwoordt bevestigend. De heer Lub. Waarom is dit jaar daarvan dan afgeweken en reeds in Maart toestemming ver leend voor een danstent Voorz. De datum is niet vast De heer Lub. Wlaarom wordt dan niet een be kendmaking geplaatst in de Wieringer Courant? Voorz. Daar is geen bezwaar tegen, maar het is overbodig. De kermismenschen lezen toch „De Komeet", waar 'n advertentie in voorkomt. De heer Oden. Er zijn toch nu op Wieringen ook menschen, die groote inrichtingen exploi- tceren en derhalve is plaatselijke bekendma king gewenscht. Voorz. Er is niemand te laat geweest. Dat is niet waar. Iemand heeft voor de danstent nog later gevraagd en heeft toestemming gekregen. De Heer de Vries. Het is toch goed een datum van sluiting der inschrijvingen vast te houden. Wordt besloten in 't vervolg in de Wieringer Courant oproep voor kermisgelegenheden te plaatsen. De heer Oden komt ten tweede male met een zelfde klacht. De patiënt Hegeman klaagt over de bussen 's Maandagsmorgens in de vroegte, die steeds voor zijn deur standplaats kiezen, en het gerucht dat daarbij wordt gemaakt schept voor den patiënt een onhoudbaren toestand. Spr. vraagt, om daar nu eens een eind aan te maken. De heer Kaan. Ze kunnen toch» doorrijden naai de haven. Voorz. Er zal de hand aan gehouden worden, dat de bussen in den nacht van Zondag op Maan dag moeten doorrijden naar de coupeure. De heer Oden vestigt de aandacht er op, dat door de droogmaking van de Wieringermeer in El 11 en Polder gebrek aan drinkwater ontstaat alsook aan De Haukes, Westerklief en Wester- land. Er is geen drang meer en de welputten zijn en blijven leeg. Nu ligt op sommige plaat sen de waterleiding niet kan daarin worden voorzien Voorzitter. Er is een regeling getroffen betref fende de niet rendabele gedeelten. Provincie en gemeente zullen dan ieder een gedeelte bijbetalen. Er kan een voorstel komen om dat te doen. De heer Oden. Het is dc vraag of den Polder Waard Xieuwland niet rendabel is. Er is veel vee. Spr. vraagt in eerstvolgende raad een voor stel van aansluiting van het niet rendabele ge deelte der Gemeente. De heer J. Kooij vraagt of 't electrisch licht op de hoek Westerlander Laan aan den anderen kant van den weg kan worden geplaatst, in ver band met de bouw van een hoekhuis aldaar. Zal in worden voorzien. De heer Kaan vraagt herstelling van het toren dak te Westerland, alsook van de ladders in dien toren. Verder vestigt de heer Kaan er de aandacht op, dat bij de brand te Den Oever niemand wist waar de brandkranen waren. De heer Jn. Lont. Daar staan toch overal paal tjes bij. De heer Kaan zou toch willen, dat een paar menschen een kaartje hadden van die brandkra nen. En verder zou de heer Kaan het personeel telefonisch willen verbinden. Voorz. zegt. dat een telefonische verbinding te duur zal worden. De heer Kaan wil toch, dat 't wordt onder zocht.. De heer M. Bakker, zou 't raadzaam vinden op verschillende plaatsen de telefoonpalen ach teruit te zetten, daar zij een gevaar zijn voor *t verkeer. Voorz. vraagt op welke plaatsen. Dit kan de heer Bakker zoo niet noemen. De Heer Jb. Lont vraagt over de rechten der verfraaiingscommissie. Kan die dc aannemers dwingen om te bouwen zooals zij dat wil Voorz. wil hier nogmaals zeggen, dat het een commissie is van advies. Wanneer belangheb benden anders willen, leggen wij ons er bij neer. De klacht van dwingen is dus uit de lucht ge grepen. Er zijn echter ook aannemers, die op de commissie gesteld zijn. Hierna sluiting.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Wieringer courant | 1930 | | pagina 4