Vervolg RAAD WIERIEN.
Tuinslang
Tuinsproeiers
Rietmatten
Genrniters
G. H00GV0RST
Grasperkmaaimachines
Vraagt prijs bij
Klieftstraat Hippolytushoef
WIERINGEN.
Aanwijzing plaats voor de O.L. school te Den
Oever.
Hoewel dit bij den bouw der nieuwe school
te Hippolytushoef niet is geschied hebben Gea.
Staten medegedeeld er prijs op te stellen, dat
voor de stichting der nieuwe openbare lagere
school te Den Oever overeenkomstig art. 23 der
L.O.wet 1920 een afzonderlijk besluit wordt inge
zonden tot aanwijzing van de plaats voor deze
school.
B. en W. stellen dus voor te dien aanzien als
nog een formeel besluit te nemen overeenkomstig
het aangeboden ontwerp.
Wordt goedgevonden.
Aangifte door E. Bakker Dz. tot aanleg van een
straat.
Door E. Bakker Dz. alhier is, overeenkomstig
art. 8 der bouw- en woningverordening, aangifte
gedaan van den aanleg eener straat op het per
ceel Kadaster Sectie A. No. 2694, aansluitende
aan de Hofstraat te Den Oever. Volgens art. 9 diei
verordening kan de Raad de richting, het peil en
de breedte der aan te leggen straat aanwijzen,
waaraan de aanlegger verplicht is zich te hou
den. Aangezien de gemiddelde breedte ongeveer
10 Meter zal bedragen, voldoet de weg aan het
bepaalde in art. 11 der aangehaalde verordening
Eene situatie-Teekening wordt overlegd. Een
straataanleg als deze verdient in het algemeen
geen aanmoediging, omdat dergelijke kleine
straatjes eene regelmatige bebouwing aller
minst bevorderen, gelijk de toestand leert, zoo
als die te Den Oever is ontstaan.
B. en W\ meenen echter, dat het voor dit geval
niet wenschelijk is er zich tegen te verzetten, om
dat het hier min of meer een gevestigde toestand
geldt. B. en W. stellen daarom voor, voor deze
straataanleg de volgende aanwijzingen te geven-
le. Als peil voor de kruinshoogte der nieuw
aan te leggen straat moet worden aangehouden
de bestaande kruinshoogte van de Hofstraat ter
plaatse van aansluiting aan dezen weg
2e. De straat moet worden gelegd in eene breed
te van ten minste 4 Meter, met inbegrip van een
afwateringsgoot aan weerszijden ter breedte van
5 maal de steendikte de buitenste laag als kop-
laag te zetten
3e. De aanleg moet geschieden op een zandbed
van 10 c.M. dikte
40. De breedte van den weg tusschen de bestaan
de bebouwing en eventueel uit te voeren bebou
wing daartegenover, mag niet minder bedragen
dan 10 Meter
5e. De lengte-as van den weg moet samenval
len met de as van genoemde wegbreedte van 10
Meter tusschen de bebouwing.
De heer Oden vraagt of niet tevens rioleering
aangelegd moet worden.
Voorz. Misschien, als er meer bebouwing
komt. Het staat niet als eisch in de bouwveror
dening.
De heer Oden. Te Den Ileider moet het direct,
al staat er maar één huis. Spr. zou het ook hier
als verplichtend in de verordening willen op
nemen. Hij maakt er een voorstel van
De heer de Vries is het, met den heer Oden
eens. Met de straat indertijd van Tijsen is het
ook niet gebeurd. Hij ondersteund 't voorstel.
Het voorstel Oden wordt in handen gesteld
van B. en W. om praeadvies en vervolgens
wordt het advies van B. en W. aange nomen;
de heer Oden stemde tegen.
Wijziging verordening inzake verlof aan amb
tenaren enz.
Het voorstel van het Raadslid, den heer Oden,
betreffende wijziging van de verordening op he?
verleenen van verlof tot afwezigheid aan de amb
tenaren en werklieden in dienst der gemeente, is
een gevolg van de daaromtrent in de laatste
vergadering genomen beslissing.
B. en W. stellen daarom voor overeenkomstig
dit voorstel te besluiten.
Wordt goedgevonden.
Vermenigvnldigingscijfer voor heffing plaat
selijke inkomstenbelasting dienst 1930-1931.
De opbrengst der plaatselijke inkomstenbelas
ting is op de begrooting voor het jaar 1930 ge
raamd op 51000.-. Daarvan wordt krachtens
het laatst vastgesteld kohier over de eerste vier
maanden reeds ontvangen lond 25000.-, zoodat
over de laatste acht maanden nog moet worden
gevonden de rest of 25000.-, het kohier over het
tijdvak 1 Mei 1930 tot 1 Mei 1931 zal dus in totaal
moeten bedragen 39000.-.
Van het kohier 1929-1930 zou bij een vermenig
vuldigingscijfer van 0.6 aan opbrengst zijn ont
vangen 57000.-, ware het niet, dat bij besluit
van 7 Juni 1929 goedgekeurd bij Kon besluit van
25 Augustus d.a.v. No. 26, werd besloten tot ver
hooging van den aftrek voor noodzakelijk levens
onderhoud, waarvan een mindere opbrengst van
naar schatting 10000.- het gevolg zal zijn. Dien
tengevolge is de opbrengst van het kohier 1929-
1930 te stellen op 47000.-.
Vergeleken met het bovenberekende bedrag
van 39000.-, zou dus verlaging van het verme-
nigvuldigingscijfer mogelijk zijn. Deze stand van
zaken is echter grootendeels te danken aan de
gunstige uitkomsten van het vorig kohier. Stelt
men die opbrengst van 47000.- naast het cijfer
op de begrooting geraamd n.1. 51000.-, dan blijkt
ze te laag te zijn.
Gezien de belangrijke bedragen, die in de eerst
volgende jaren voor betaling van rente en aflos
sing noodig zullen zijn, geven B. en W. dan ook
de voorkeur aan eenige verhooging van het ver-
menig vuldigingscijfer.
Zij stellen daarom voor dit voor den dienst
1930-1931 te bepalen op 0.7.
Wordt goedgevonden.
Verhaal premie volgens de Ziektewet.
De ziekteverzekering, zooals deze geregeld is
in de Ziektewet, is op 1 Maart j.1. vrijwel in haar
geheel in werking getreden. Van het personeel
der gemeenten zullen echter zeer weinigen on
der hare werking vallen. In het algemeen gezegd
zal dit alleen het geval zijn met losse werkkrach
ten en daarmede gelijk te stellen personen. Voor
deze zal dus de gemeente premie moeten betalen
De premie is verschuldigd door den werkgever,
die intusschen volgens art. 55 der wet daarvan de
helft mag afhouden van het loon van den verze
kerde. Het komt B. en W. echter niet wenschelijk
voor dit verhaal op deze weinig draagkrachtige
personen toe te passen, zoodat zij voorstellen van
de daartoe gegeven wettelijke bevoegdheid door
deze gemeente geen gebruik te doen maken.
De Heer J. Kooij vindt anders het inhouden
van halve premie een goed ding.
De heer Kaan. En hoeveel kan dat nu schelen?
Voorz. Dat is niet vast, omdat 't alleen geldt
voor losse w erkkrachten.
Op een vraag van den heer Lub, bij welke bqP
drijfsverzekering de gemeente is aangesloten,
antwoordt voorz. bij den Raad van Arbeid. Het
praeadvies van B. en W. wordt goedgevonden.
Ovei eenkomst betreffende verwerking van afge
keurd vee en vleesch.
Artikel 18, letter i., der Vleeschkeuringswet
(Stbl. 1919, No. 524) schrijft voor, dat bij algemee-
nen maatregel van bestuur bepaald wordt op
welke wijze vee en vleeschwaren voor voedsel
voor mensch en dier onbruikbaar moet worden
gemaakt. Deze algemeene maatregel van bestraf
(Kon. besluit van 5 Juni 1920, Stbl. No. 285) zegt
in art. 61, dat die onbruikbaarmaking geschiedt
door behandeling van het vleesch in een destruc
tor. Voor naleving van dit voorschrift is echter
een overgangstermijn gelaten, die op 1 Juni 1932*
afloopt.
Aangezien deze aangelegenheid, met het oog
op het kostbare van de inrichting, zich bij uit
stek leent tot intercommunale regeling zijn dan
ook in de afgeloopen jaren van meer dan één zij
de plannen ontworpen om' een aantal destruc-
tore in ons land op te richten. In de eerste plaats
de N.V. Thermo-Chemische Fabrieken, gevestigd
te Amsterdam, wier bedoeling het is alle gemeen
ten bij de dooi- haar op te richten of reeds opge
richte verwerkingsinrichtingen te doen aanslui
ten. Daar naast heeft de vleeschkeuringskring
„Midwoud" voor de daarbij aangesloten gemeen
ten een eigen destructor gesticht, w elk voorbeeld
door den vleeschkeuringskring „Barsingerhorn"
is gevolgd door opening van eene dergelijke in
richting te Schagen. Zoowel de kring Barsinger
horn als de N.V. Thermo-Chemische Fabrieken
hebben een aanbieding gedaan om 't uit deze ge
meente herkomstige vleesch te doen verwerken
de eerstgenoemde in den destructor te Schagen.
laatstgenoemde in den door haar op te richten
destructor in Zuidholland.
Om verschillende reden is het wenschelijk. dat
de gemeente Wieringen zich aansluit bij den
destructor te Schagen. Vooreerst is deze dichter
bij gelegen, doch bovendien is het zeer twijfelach
tig of door de oprichting der inrichting fe Scha
gen het voor de N.V. Thermo-Chemische Fabrie
ken nog wel rendabel is de gemeenten in den
kop van Noord-Holland te bedienen. In de twee
de plaats zijn de voorwaarden voor aansluiting
van deze zeker niet voordeeliger dan die van
gene. De ontwerp-overeenkomsten van beide aan
biedingen leggen B. en W. ter kennisneming
over.
Meenen B. en W. dus, dat aansluiting van W le
ringen bij den destructor te Schagen om genoom
de redenen aanbeveling verdient, ook op ande
ren grond zal dit wenschelijk zijn en wel, omdat
eveneens de gemeenten Den Helder en Anna Pau
lowna, die tezamen met WSeringen een afzon
derlijken keuringskring vormen, daartoe vermoe
delijk zullen overgaan.
Namens deze drie gemeenten zijn diensvolgens
met de Commissie van Uitvoering voor den kring
Barsingerhorn onderhandelingen over de aan
sluiting gevoerd, die tot overeenstemming heb
ben geleid. Blijkens het ontwerp-contract wordt
iet afgekeurd vleesch, cadavers en afvaldcelen
kosteloos afgehaald, terwijl aan de eigenaren,
behalve voor de huid, ook uitkeering geschiedt
voor het cadaver. Voor de boeren is deze rege
ling dus voordeeliger dan die van tegenwoordig,
waarbij de beesten eenvoudig worden begraven.
Voor het vervoer der afvaldeelen moest echter
eene afzonderlijke regeling ontworpen worden,
omdat de verwerking daarvan oneconomisch i>
en, mede als gevolg van de hoogere vervoerkos
ten van Den Helder, Anna-Paulow na en Wierin
ger, tot verlies der inrichting zou aanleiding ge
ven. De kring Barsingerhorn heeft er intusschen
in toegestemd daarvoor geen bijdrage te vorde
ren, indien die afvaldeelen van een centraalpunt
konden worden afgehaald. Na gehouden bespre
kingen is men tenslotte omtrent de volgende
organisatie tot overeenstemming gekomen. De
keuringsambtenaren in den kring Den Helder
zullen de afgekeurde afvaldeelen dadelijk me-
dénemen naar het Centrale punt te Den .Helder
en worden hiertoe in staat gesteld door aan
schaffing van een auto door laatstgenoemde ge
meente. De kring Barsingerhorn zal op gezette
tijden het aldus te Den Helder verzamelde mate
riaal aldaar doen afhalen. Deze regeling geldt
dus alleen voor de afgekeurde slachtafvallen
geheele dieren worden rechtstreeks uit de be
trokken gemeente afgehaald.
De meerdere kosten dezer regeling zullen voor
de gemeente Anna Paulowna en Weeringen elk
589.50 bedragen, zoodat de jaarlijksclie bijdra
ge in de kosten van den keuringsdienst te Don
Helder wordt verhoogd van 1504.- tot 2093.50
voor elk dezer gemeenten.
B. en W. stellen, op grond van het vorenstaan
de, dus voor
A. hen te machtigen met de Commissie van
Uitvoering van den vleeschkeuringsdienst Bar
singerhorn eene overeenkomst aan te gaan tot
verwerking van uit deze gemeente afkomstig af
gekeurd vee en vleesch in den destructor te
Schagen, volgens het hierbij gevoegd ontwerp,
B. hen te machtigen tot het wijzigen van de
tusschen de gemeenten Den Helder, Anna Pau
lowna en Wieringen gesloten overeenkomst in
zake de vleeschkeuring, en wel op deze voet, dat
de bijdrage der gemeente Wieringen aan Den
Helder wordt verhoogd tot 2093.50 per jaar.
De in verband met het vorenstaande noodige
wijzigingen in de verordening op den keurings
dienst van vee en vleesch zullen den Raad bin
nenkort worden voorgelegd.
De heer Jn. Lont vraagt hoe 't nu hier met de
noodslaclitplaats moet.
Voorz. Die zullen we nog tijdelijk houden voor
proeftijd. Gaat 't met den distructor te Schagen
goed, dan gaat de noodslachtplaats hier weg.
Op een vraag van den heer M. Bakker of de
afgekeurde dieren rechtstreeks van hier gehaald
worden naar Schagen antwoordt voorz. van: ja.
De aangifte voor noodslachtingen moet geschie
den ter Secretarie.
De heer Jb Lont Koeien en paarden boven het
jaar worden dus rechtstreeks afgehaald maar
hoe gaat 't nu met de rest
Voorz. Die wordt getransporteerd naar de
bergplaats 't Centrale punt, (Den Helder.)
De Heer Jb. Lont. Maar waarom dan nog de
noodslachtplaats aanhouden
Voorz. Dat is voor de proeftijd van 2 jaar. Trou
wens, dit jaar is zij toch al weer ingehuurd.
De heer Jb. Lont. Dan toch zoo spoedig moge
lijk opzeggen.
k Op een vraag van den Heer M. Kooij of hier
veel vee als noodslachting weggaat, zegt de heer
J. Kooij dat er veel gestorven dieren worden uit
gevoerd.
De hr. Jb. Lont vraagt, als nu 1 Juni 1932, die ver
plichting van onbruikbaarmaking van vleesch
in een destructor van kracht wordt, moet de ge
meente dan zelf voor dat kookpotje zorgen
Voorz. Ja. en daarom geen isoleering, maar
nu aansluiten bij de inrichting te Schagen.
De heer Bakker. Kan het anders geen geld
kosten
Voorz. Neen. Zou er schade zijn, dan is dat
voor de kring Barsingerhorn. De boeren deelen
wel in eventueele winst.
De heer Lub zou ten opzichte van de noodslacht
plaats nog advies in willen winnen bij de Afd.
Wieringen Holl. Mij van Landbouw, doch voorz.
wil eerst de werking eens laten gaan tot het.
najaar.
Het voorstel B. en Wj. wordt aangenomen.
Aankoop grond voor verbreeding van de
Nieuwstraat.
B. en W;. deelen mede, dat de gemeente na
mens de eigenaren welwillend in de gelegen
heid werd gesteld het hek voor het woonhuis
Nieuwstraat 36 ongeveer een Meter achterwaarts
te plaatsen. Zij hebben gemeend in den geest van
den Raad te handelen, door die verplaatsing da
delijk te bewerkstelligen, omdat een verbreeding
van genoemde straat daar dringend noodig is
Deze verbetering komt echter niet geheel tot
haar recht, indien niet ook het hek van het
naastliggend perceel No. 30a., achteruit wordt
gezet. De eigenares is bereid den benoodigden
grond af te staan voor 5,- per M2.
B. en W. stellen daarom voor aan te koopen
van Mw. Wed. C. de Haan Pz. een gedeelte, groot
17 M2 van het haar tuebehoorsnd perceel Kadas
ter Sectie C. No. 3466 voor een totale som van
1,- en van Mw. Wed. G. Rump een gedeelte
groot 3.64 M2. van haai erf Kadaster Sectie C.
No. 4211, tegen 5.- per M2., een en ander onder
voorwaarde, dat de overdrachtskosten en de
kosten van verplaatsing, c.q. herstelling der hek
ken voor rekening der gemeente komen.
Wordt goedgekeurd.
De Heer Kaan zegt, dat Jb. Smit aan de Nieuw
straat ook misschien wel een stukje van zijn
huis wil missen.
Voorz. zegt dat dit in onderzoek is en de kos
ten 300.- zouden bedragen.
Rekening van- Armvoogden, beheerendc de
Hervormde of Gereformeerde Armenkasseft.
B. en W. bieden aan de door Armvoogden ingc
zonden rekening over het dienstjaar 1929.
Bij het nazien dier rekening heeft het de aan
dacht van B. en W» getrokken, dat het College
van Armvoogden een bedrag, groot 20353,14
bij de Boerenleenbank heeft belegd, waarvan
aan kapitaal 18222,22 en 2130,92 aan kasgeld
Wat de kapitaalsbelegging betreft, zal dit op
deze wijze alleen mogen geschieden met goed
keuring van Ged. Staten (art. 23 der Armenwet,)
een goedkeuring, die, voor zoover B. en W. be
kend, tot dusver niet is aangevraagd. Voer kas
geld bestond zelfs de positieve bepaling (art. 23,
derde lid', dat zulks alleen mocht plaats hebben
bij de Rijkspostspaarbank. Aan dit voorschrift i-
intusschen bij de op 15 December j.1. tn werking
getreden wet van 22 Juni 1929 toegevoegd, dat
belegging van kasgeld, onder goedkeuring van
Ged Staten, thans ook op andere wijze kan
plaats hebben. Art. 26 der wet bevat de sanctie
op een en ander. In het midden latende of deze
bepalingen de wijze van belegging niet binnen
ietwat te enge grenzen houden, komt hel B. en
W. voor, dal Armvoogden zich aan de mlovin?
der wet niet kunnen onttrekken.
Aangezien het onderzoek der rekening overi
gens lot geen opmerkingen aanleiding heeft ge
geven, stellen B. en W. voor
I. genoemde rekening goed te keuren in
ontvang op 29372,55 in uitgaaf op 26949,79,
batig saldo 2422,76.
II. Armvoogden te wijzen op de bepalingen
van de artt. 23 en 26 der Armenwet
UI. genoemd College ter zake van deze reke
ning te déchargeeren, onder dankbetuiging voor
het deswege gevoerd beheer.
De heer Kaan zegt, dat kapitaalbelegging bij
de Boerenleenbank niet mag, maar voor tijdel ij
ken aard mag 't wel, en dan is 't toch voordeeli
ger als bij de Rijkspostspaarbank.
Voorz. Het is de bedoeling alléén maar er op
te wijzen.
liet praeadvies B. en W. wordt goedgekeurd.
Vergoeding kosten van instandhouding bijzon
dere scholen.
B. en W'. deelen den Raad mede
Bij Uw besluit van 22 Februari j.1. werd om
praeadvies in onze handen gesteld een verzoek
van het betrokken schoolbestuur om toeken
ning van een voorschot op de gemeentelijke ver
goeding der kosten van instandhouding van de
Christelijke school te Den Oever over het dienst
jaar 1930.
Nu bij de einduitspraak uitgemaakt is, dat de
school voor subsideering. in aanmerking komt,
ial op voormeld verzoek alsnog eene beslissing
1 ionen te worden genomen.
Volgens de Lager-onderwijswet 1920 verleent
de Gemeenteraad, in afwachting van de eindbe
slissing omtrent het bedrag der vergoeding van
de exploitatiekosten, elk jaar daarop een voor
schot van ten hoogste 80 pCt. van hetgeen ter
zelfder zake voor de overeenkomstige openbare
lagere scholen in die gemeente is uitgegeven
over het laatste dienstjaar, waarover de rekening
is gesloten.
In het jaar 1927, ten aanzien waarvan het
laatst de rekening door Gedeputeerde Staten is
vastgesteld, beliepen de exploitatiekosten der
openbare lagere scholen volgens eene voorloo-
pjge berekening gemiddeld per leerling 11,60,
zoodat bij een getal leerlingen der bijzondere
school op 31 December 1929 van 133, het voor
schot zal moeten bedragen 80 pCt. van 133 x
11,60 is 1234,24.
Wij stellen U voor het voorschot over 1930 op
dit bedrag te bepalen. 1 -
De heer Kaan 't Zal wel moeten.
Het advies B. en W. wordt aangenomen.
Benoeming armvoogden.
In verband met de periodieke aftreding van
3 armvoogden met ingang van 1 Mei a.s. dragen
de beide Hervormde Kerkeraden alhier ter be
noeming voor Vacature J. Kooij Cz1. J. Kooij
Cz. (aftr.) 2. W. Mostert, 3 B. Mostert.
Vacature H. Bakker Jz. 1. H. Bakker Jz.,
(aftr.) 2. Jb. Tijsen Mz., 3. V. Koorn J.Vz.
Vacature S. Koorn Sz. 1. S. Koorn Sz., (aftr.)
2. Joh. Rotgans, 3. C. Sprenkeling.
I. De heer Kooij verkrijgt 8 st. de heer Mos
tert 2 De heer Kooij neemt zijn benoeming aan.
II. De heer H. Bakker verkrijgt 9 st. de liee
ren Koorn en Tijsen elk 1.
III. De heer Koorn verkrijgt 9 st. de heer J.
Rotgans 2.
RONDVRAAG.
De heer Jn. Lont heeft al eens voorziening ge
vraagd van het hek om het kerkhof te Stroe
nu ligt het heelemaal in elkaar.
Voorz Maar u heeft toen toch op u genomen
het door een timmerman te doen herstellen.
De heer Lont betwijfelt of dit zoo is besproken,
maar hij zal met Boersen de zaak opnemen. Ook
de Gemeenteopzichter zal er heengaan.
De heer Lub vraagt of het waar is, dat in
Maart gelegenheid is om plaatsen te vragen voor
kermistenten enz. en in April uitslag komt.
Voorz. antwoordt bevestigend.
De heer Lub. Waarom is dit jaar daarvan dan
afgeweken en reeds in Maart toestemming ver
leend voor een danstent
Voorz. De datum is niet vast
De heer Lub. Wlaarom wordt dan niet een be
kendmaking geplaatst in de Wieringer Courant?
Voorz. Daar is geen bezwaar tegen, maar het
is overbodig. De kermismenschen lezen toch „De
Komeet", waar 'n advertentie in voorkomt.
De heer Oden. Er zijn toch nu op Wieringen
ook menschen, die groote inrichtingen exploi-
tceren en derhalve is plaatselijke bekendma
king gewenscht.
Voorz. Er is niemand te laat geweest. Dat is
niet waar. Iemand heeft voor de danstent nog
later gevraagd en heeft toestemming gekregen.
De Heer de Vries. Het is toch goed een datum
van sluiting der inschrijvingen vast te houden.
Wordt besloten in 't vervolg in de Wieringer
Courant oproep voor kermisgelegenheden te
plaatsen.
De heer Oden komt ten tweede male met een
zelfde klacht. De patiënt Hegeman klaagt over
de bussen 's Maandagsmorgens in de vroegte,
die steeds voor zijn deur standplaats kiezen, en
het gerucht dat daarbij wordt gemaakt schept
voor den patiënt een onhoudbaren toestand. Spr.
vraagt, om daar nu eens een eind aan te maken.
De heer Kaan. Ze kunnen toch» doorrijden naai
de haven.
Voorz. Er zal de hand aan gehouden worden,
dat de bussen in den nacht van Zondag op Maan
dag moeten doorrijden naar de coupeure.
De heer Oden vestigt de aandacht er op, dat
door de droogmaking van de Wieringermeer in
El 11 en Polder gebrek aan drinkwater ontstaat
alsook aan De Haukes, Westerklief en Wester-
land. Er is geen drang meer en de welputten
zijn en blijven leeg. Nu ligt op sommige plaat
sen de waterleiding niet kan daarin worden
voorzien
Voorzitter. Er is een regeling getroffen betref
fende de niet rendabele gedeelten.
Provincie en gemeente zullen dan ieder een
gedeelte bijbetalen. Er kan een voorstel komen
om dat te doen.
De heer Oden. Het is dc vraag of den Polder
Waard Xieuwland niet rendabel is. Er is veel
vee. Spr. vraagt in eerstvolgende raad een voor
stel van aansluiting van het niet rendabele ge
deelte der Gemeente.
De heer J. Kooij vraagt of 't electrisch licht op
de hoek Westerlander Laan aan den anderen
kant van den weg kan worden geplaatst, in ver
band met de bouw van een hoekhuis aldaar.
Zal in worden voorzien.
De heer Kaan vraagt herstelling van het toren
dak te Westerland, alsook van de ladders in
dien toren.
Verder vestigt de heer Kaan er de aandacht
op, dat bij de brand te Den Oever niemand wist
waar de brandkranen waren.
De heer Jn. Lont. Daar staan toch overal paal
tjes bij.
De heer Kaan zou toch willen, dat een paar
menschen een kaartje hadden van die brandkra
nen. En verder zou de heer Kaan het personeel
telefonisch willen verbinden.
Voorz. zegt. dat een telefonische verbinding
te duur zal worden.
De heer Kaan wil toch, dat 't wordt onder
zocht..
De heer M. Bakker, zou 't raadzaam vinden
op verschillende plaatsen de telefoonpalen ach
teruit te zetten, daar zij een gevaar zijn voor *t
verkeer.
Voorz. vraagt op welke plaatsen.
Dit kan de heer Bakker zoo niet noemen.
De Heer Jb. Lont vraagt over de rechten der
verfraaiingscommissie. Kan die dc aannemers
dwingen om te bouwen zooals zij dat wil
Voorz. wil hier nogmaals zeggen, dat het een
commissie is van advies. Wanneer belangheb
benden anders willen, leggen wij ons er bij neer.
De klacht van dwingen is dus uit de lucht ge
grepen. Er zijn echter ook aannemers, die op
de commissie gesteld zijn.
Hierna sluiting.