De Straf der Zonde Goed en niet duur 21e Jaargang Dinsdag 24 Juni 1930. No. 48 NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR I WIERINGEN EN OMSTREKEN net ii »ts voor U ■WIERINGER" COURANT* VERSCHIJNT ELKEN DINSDAG en VRIJDAG. ABONNEMENTSPRIJS per 3 maanden 1. CORN. UITGEVEN 1 J. BOSKER, WIE BDRIABs Hippolytnshaef Wlerinflen. Telefoon Interco—m. No. IS. ADVEHTENTIëN: Van 1—5 regels 0.50. Iedere regel meer 0.10 Brlaven uit het Zuiden 400. BEDENKELIJKE VERHOUDINGEN. Wij praten op 't oogenblik in Amsterdam druk over een kwestie, waarbij de persoon van onzen burgemeester zijdelings is betrokken en kijken elkaar ietwat bedenkelijk aan. Dat is niet de wij ze, waarop wij onzen burgervader in onze gesprek ken plegen te betrekken. Men kan van hem zeggen dat hij 'n populair man is. Om te beginnen is hij Amsterdammer in merg en been. De voornaamste fout, die men in 't oog van den echten Amsterdammer heeft kunnen be gaan, is buiten Amsterdam geboren worden. Wel nu, burgemeester De Vlugt heeft als goed tacti cus die fout weten te vermijden en geldt reeds om die reden in 't publieke gezelligheidsleven voor honderd procent. Hij is bovendien een pret tige verschijning, als een echte Amsterdammer vlot in den omgang en, schoon heelemaal van huis uit geen product van hoofsche opvoeding, iemand, die als vertegenwoordiger der gemeente in woord en daad een uitnemenden indruk maakt. Dit is iets, wat de Amsterdammer bij uit stek weet te waardeeren. Een jongen uit het volk te zijn en in den gewonen omgang zonder de minste pretentie, maar als 't noodig is (en de Amsterdammer hoeft anders dan de Rotterdam mer bij officieele plechtigheden de zaak graag tot „in de puntjes" in orde), een heer, dat ik ook naar den smaak van den kleinen man ideaal. Dit is een van de redenen waarom iemand als onze wethouder Polak zoo populair is. Gewezen sigarenmaker, iemand, die zich zijn afkomst niet schaamt, ik denk, zelfs terechttrotsch daarop is, maar toch iemand, „die zich weet te gedragen", zooals de Engelschman zegt, iemand, die stijl weet te brengen in zijn publiek optreden, aan den eenen kant elke neiging tot goedkoope popu- lairiteit onderdrukkende, aan den anderen kant zorgende, dat zijn correctheid niet in de onecht heid van 't cliché vervalt. Zoo is ook burgemeester De Vlugt een man van typisch Amsterdamsche goedmoedig heid en verstandig genoeg, om naar zijn vele ad viseurs te luisteren, en den volksgeest geen ge weld aan te doen. We mogen in de laatste jaren een dansje van hem maken in goed gecontroleerde publieke dansgelegenheden en hij laat ons den Zondag vieren naar onze eigen smaak In 't kort een burgemeester zooals een vriend .van me zou zeggen, om mee uit visschen te gaan. En aangezien visschen een zeer populaire sport is in populair Amsterdam1, een burgemeester naai- ons hart. HET INCIDENT. Welnu, deze populaire burgemeester en zijn fa milie gaan over de tong en het zou me niet ver wonderen, als de heer De Vlugt zijn prettigsten tijd gehad heeft. Want van een burgemeester geldt, wat van de vrouw van Cesar geëischt werd, er mag geen vlekje opkleven, zelfs de aanleiding, dat zijn karakter in bespreking komt, moet wor den vermeden. De heer De Vlugt komt uit aanne merskringen. Men zegt, dat hij daar een fortuin heeft verdiend. Zoodoende heeft hij daar van ouds FEUILLETON. (65. De gravin wist niet meer wat zij moest denken, wat zij moest zeggen. Zij verkeerde in een onmo gelijk te beschrijven toestand. De Sanzac las op haar gezicht en in haar blik haar groote verlegen heid en een onmerkbare glimlach vertoonde zich om zijn lippen. Ilij ging voort Vergun mij, mevrouw, u te doen opmerken dat gewoonlijk, ik zou kunnen zeggen altijd, de bewerker van de ontvoering een geliefde is. De jonge vrouw kon een siddering niet onder drukken. U heeft toch niet ondersteld, zou ik denken, dat ik op mijn leeftijd verliefd ben op juffrouw De Lasserre, een kind Ik heb het u gezegd, ik begrijp uw smart, ik beklaag u ik wil niet langer denken aan uw harde woorden en ik neem het aanbod mijner diensten, dat ik u zooeven deed, niet terug. Ik geloof, dat ik in de tegenwoordige omstandigheden u van nut kan zijn want ik weet eenige dingen, die u niet bekend moeten zijn. De gravin luisterde verslagen, niet bij machte te antwoorden. De burggraaf begreep dat hij zijn vermetelheid tot het uiterste kon drijven en ging voort Ik heb u zooeven van een geliefde gespro ken en u zegt bij uzelve zonder twijfel, dat uw dochter, die niemand te Parijs kent, die niet uit gaat en over wie zoo goed gewaakt wordt, onmo gelijk een geliefde kan hebben. Welnu, mevrouw, hoe onmogelijk dit voorkomt, toch is het zoo Juffrouw De Lasserre bemint een jongmensch, die haar van zijn kant hartstochtelijk liefheeft. O riep de gravin uit. Sedert een oogenblik dacht zij reeds aan mar kies De Verveine. De geslepen burggraaf had zijn doel bereikt. Hij had met groote behendigheid het gesprek daarheen weten te leiden, dat de gravin vanzelf haar vermoeden liet vallen op den mar kies want hij hield zich overtuigd dat Aurora haar onderwijzeres gesproken had over de bezoe ken, door den jongeman op La Cordeliére ge bracht. Ik begrijp uw verbazing, mevrouw, sprak hij. Misschien gelooft u mij niet. Maar ik kan u vele persoonlijke en zakelijke relaties en, aange zien de bouwvakken en aanverwante bedrijven in het economische leven van een zich snel uitbrei dende stad een groote en belangrijke economi sche rol spelen, zijn deze relaties de publieke aan dacht waard, zoodra ze op 't openbare leven in vloed zouden kunnen oefenen. Ik zeg met nadruk „kunnen oefenen", want dat die relaties invloed geoefend hebben, is een bewering, die voorloopig alleen een communist voor zijn rekening zal ne men. Onder fatsoenlijke menschen geldt, dat men iemand voor eerlijk houdt, zoolang niet 't tegen deel is gebleken. Bij communisten geldt alleen iemand voor fatsoenlijk, als zijn eerlijkheid is bewezen en, aangezien 't bewijs van eerlijkheid moeilijk is te leveren, spreekt 't van zelf, dat naar communistisch begrip 't aantal eerlijke men schen uiterst gering is, zelfs in den eigen kring. Vandaar ook, dat ze al vast van „corruptie" spre ken, als een gewoon mensch vindt, dat corruptie tot de mogelijkheden behoort. Het volgende is nu geschied de zoon van den burgemeester is benoemd tot commissaris van de Bailastmaatschappij. Deze maatschappij doet zaken met de gemeente en groote zaken, omdat zij het materiaal levert, dat voor 't in orde bren gen van bouwterreinen noodig is, als zand e. d. Als iemand uitgenoodigd wordt commissaris van zulk een maatschappij te worden, beteekent dat, dat hij met zijn naam de credietwaardigheid van de instelling in de oogen van 't publiek ver hoogt. Ze zullen u en mij niet vragen commissa ris van de Bailastmaatschappij te worden, omdat onze namen 't publiek financieel niets zeggen Wordt iemand gevraagd, dan doet men dat óf, omdat hij een naam heeft, waarin 't publiek ver trouwen heeft, óf, omdat hij veel geld heeft en daarmee de affaire steunt of in geval van nood kan steunen. In ruil voor zijn naam krijgt hij jaarlijks een uitkeering, die in belangrijke onder nemingen soms vele malen dat van den directeur overtreft. Als nu de zoon van den burgemeester commis saris van de Bailastmaatschappij wordt, wat be teekent. dat dan Dat hij een bekende persoon lijkheid is, in wien 't publiek vertrouwen stelt In dit geval zeker niet. Ik wist niet eens, dat burgemeester De Vlugt een zoon had en ik ver moed wel niet, dat zijn naam het publiek iets zal zeggen, tenzij men, den naam van den zoon hoorende, aan den vader denkt. Een andere ver onderstelling ligt voor de hand (gezien zijn zaken, voor hij burgemeester werd), dat de heer De Vlugt financieel geïnteresseerd is bij de Bailastmaat schappij en, omdat men hem niet tot commis saris kan benoemen, nu zijn zoon die winstgeven de functie opdraagt. Maar dan wordt 't een wat lastige geschiedenis. Gemeenteraadsleden mo gen geen leveranties aan de gemeente doen, om dat men corruptie vreestis 't dan wel juist, dat de burgemeester rechtstreeks of zijdelings betrok ken is bij een onderneming, die kapitalen aan de gemeente verdient En 't wordt er niet prettiger op, nu blijkt, dat ook de schoonzoon van den bur gemeester financieel is betrokken bij een neven- bedrijf van de bailastmaatschappij. „Wee hem, die er kwaad van denkt" zei een ongetrouwde Engelsche koningin tegen haar hovelingen toen Ze zich in 't publiek door een gunsteling de kous liet opbinden. Ze had goed praten, maar de hove lingen dachten er het hunne van (en naar de his toricus vermoedt niet ten onrechte Wie geen aanleiding tot gepraat wil geven, vermijde allen schijn van 't kwaad. Deze wet geldt, zoolang men schen de kunst verstaan kwaad te spreken en die kunst waren ze al spoedig meester. EEN STOMMITEIT. feiten noemen, die mijn onderstelling bevestigen. Hij heeft mij verteld, hoe hij juffrouw Aurora leerde kennen en gesproken van hun samenkom sten en van de gewisselde eeden en beloften. Dat alles was een heel zonderlinge ontmoeting, die echter de aanleiding werd tot een bekoorlijke liefdesidylle. Deze had evenwel een tragische ont knooping, toen na verloop van eenige dagen graaf De Lasserre van een reis terugkeerde. De geliefden werden gewelddadig. Wanhoop bij den een en waarschijnlijk ook grievende smart bij de ander. Zooals ik u gezegd heb, hoewel al de nasporingen, welke de jongeman gedaan had om zijn dierbare Aurora terug te vinden vruch teloos bleven, had hij haar niet vergeten. Nu be weer ik niet, dat het de jongeman is die juffrouw De Lasserre met of zonder haar toestemming heeft ontvoerd. Ik verzeker nooit iets zonder er bewijzen voor te hebben. Het komt, mij echter voor, dat sterke vermoedens tegen hem rijzen. De gravin zat, met gebogen hoofd, in gepeins verzonken. etlfde plaats. Dus heb ik mij vergist, sprak zij bij zichzelf. Niet hij is het, maar markies De Verveine. En tochmaar neen, ik heb ongelijk gehad. Mevrouw, hernam De Sanzac, ik heb u mijn diensten aangeboden en ik doe het andermaal. Als u het verlangt, zal ik u bij uw nasporingen de behulpzame hand bieden. Wat zult gij doen Ik zal trachten te weten te komen in de eer ste plaats, of de bewuste jongeman de dader is. En dan Zal ik alles doen wat maar eenigszins moge lijk is om de plaats te ontdekken, waar men juf De communisten hebben schriftelijk inlich tingen gevraagd over de kwestie. Dat was hun recht. Ze maken 't ons bijzonder moeilijk iets van hen te waardeeren, maar laten we oppassen niet in de fout te vervallen iets af te keuren omdat het van de communisten komt. Het college heeft de vraag beantwoord. Dat antwoord kon maar op één wijze uitvallen. B. en W. moeten „de wet houden". Zoolang die wet niet geschonden is, kan het college niets doen. Formeel ging de bur gemeester vrij uit. Hij kan wettelijk en politiek moeilijk aansprakelijk worden gesteld, omdat zijn zoon een baantje krijgt. Zijn geld mag in de onderneming zitten, maar hij heeft geen invloed op den directe gang van zaken in 't bedrijf, om dat hij geen bestuurder is. Moest er opgetreden worden dan zou het moeten geschieden door den gemeenteraad, die wetgevende bevoegdheid heeft en als zoodanig de aangewezen jury is voor publieke aangelegenheden als deze. Was er verder niets gebeurd, dan zouden de meeste lezers van dagbladen geen aandacht aan 't geval hebben geschonken, ook als 't antwoord van B. en W). was gepubliceerd. Ze zouden een voudig gedacht hebben het zooveelste commu nistische relletje. Maar een kwade beschermgeest van onzen bur gemeester, onze secretaris, zond mede namens den burgemeester, als ik (1e zaak goed begrijp, aan de pers 't verzoek het antwoord van B. en W. uit het gemeenteblad niet te publiceeren. En ,,'t Volk," dat overigens niet verdacht kan wor den den burgemeester een kool te willen stoo- ven, was terecht zeer ontstemd over dit misschien goedbedoelde, maar toch wel zeer on handige en eigenlijk uit 't oogpunt van publieke moraliteit toch ook onbeschaamde verzoek. liet arbeidersblad drukte het antwoord van B. en W. af en voegde daar een hartig woordje aan loc. Het is nu al gebleken dat het college als zoo danig met hét verzoek aan de bladen niet te ma ken had. Ook de burgemeester persoonlijk niet, want die was met vacantic. Maar de Tribune davert van corruptie-geschreeuw en 't zal wel niet lang duren, of het blad acht bewezen, dat de heer Wibaut in de heele affaire (die er voor loopig niet is) de schuldige is. DE OPLOSSING. Het komt me heel waarschijnlijk voor, dat dit muisje een staartje zal hebben. Het lijkt me niet waarschijnlijk, dat de Amsterdamsche Raad het persincident, dat bij uitstek geschikt was het vermoeden wakker te maken, dat er iets te ver bergen viel, onbesproken zal laten. Het gaat ook inderdaad niet, dat de gemeente-secretaris pu frouw De Lasserre heeft gebracht. Moet gij niet vandaag nog Parijs verlaten Ja, maar slechts voor enkele dagen. Voor het overige kan ik zelfs in mijn afwezigheid han delen en kostbare inlichtingen verkrijgen. In dat geval mijnheer De Sanzac, weiger ik uw hulp niet. Dank u, mevrouw! O ik kan u niet zeggen, hoe gelukkig u mij maakt. Zoodra ik iets weet, zal ik u schrijven. Waar moet ik u mijn brieven doen toekomen Aan mijn huis. Ja, maar ik weet niet waar u woont. Rue Davy no. 6. De burggraaf, die zijn comedie tot het einde loe onberispelijk wilde spelen, schreef het adres in zijn zakboekje op. Voordat ik vertrek, hernam hij, zal ik bij onzen jongeman aangaan. Maar ik weet, dat ik hem niet thuis zal vinden. Hij heeft een paar da gen geleden Parijs verlaten. Een paar dagen herhaalde de gravin. Treft u die samenloop Nu, dat heeft hij mij ook gedaan Maar wij moeten niet te spoedig oordeelen. Wij moeten weten, zekerheid hebben. Zij ging naar de deur, die De Sanzac zich haast te te openen. Hij geleidde haar tot op het portaal en met een „tot weerziens, mevrouw" liet hij haar heengaan, terwijl hij zich naar zijn slaapka mer begaf om de laatste hand aan zijn toilet te leggen. Best zoo, sprak hij bij zichzelf. Alles gaat naar wensch. Zij heeft bepaalt goed gehandeld met hier te komen. Waar men het spel van den burggraaf begint te doorzien. Aurora was lichtgeloovig, zooals men het alge meen op haar jaren is. Haar verstand was ver wonderlijk ontwikkeld, maar zij had een beetje van haar argeloosheid behouden. De zware deur van het torentje bleef voortdu rend open en overdag verliet Aurora de kamer, die aan haar kerker grensde niet, waar zij meer ruimte had om op en neer te loopen. Als voorzorgsmaatregel had men het venster dichtgespijkerd om het haar onmogelijk te maken het te openen Omtrent haar ouders stelde de Mottige haar ie- deren avond gerust door te zeggen Ik heb be richt uit Parijs ontvangen; u behoeft niet onge rust te wezen. Uw ouders zijn welvarend Wanneer zal ik hun mogen schrijven, vroeg dan blicatie van stukken uit het gemeenteblad in de groote bladen tracht tegen te houden. Ook mag het voor de publieke moraliteit geen kwaad, dat financieele verhoudingen, zooals hier vermoede lijk bestaan, eens ernstig worden bekeken. Het resultaat kon dan wel eens zijn. dat de heer De Vlugt voor een volgende periode zijn be noeming niet laat verlengen, wat aan den eenen kant jammer is, omdat hij een goed burgemees ter is. Maar misschien ook lukt 't den heer De Vlugt zijn goeden naam boven elke verdenking te stel len. Het beste zou zijn het werk van de bailast maatschappij te socialiseeren. Maar ook hier zijn haken en oogen. Het socialisatieprobleem is niet zoo eenvoudig als 't er uit ziet. Maar, als ik daar over wou schrijven, zou ik een nieuwen brief 1100 dig hebben en ik denk, dat de redacteur 't zoo welletjes vindt met 't oog op de ruimtë. G. v. AMSTEL. DE LANGSTE DAGEN IN EUROPA. Terwijl in ons land de langste dagen in het mid den van deze maand ca. 16 a 17 uren duren, zijn er in het Noorden van Europa gebieden, waar de dagen in dit jaargetijde aanzienlijk langer duren. Tot deze gebieden behoort in de eerste plaats IJs land, waar de langsté „dag" 3l/> maand duurt daar de zon gedurende dien tijd niet onder den horizon verdwijnt. Dan volgt het Noorsche eiland Bardö aan de Hanangerfjord gelegen, waar dc langste „dag" eveneens een paar maan den duurt, n.1. van 22 Mei tot en 21 Juli. De derde plaats neemt de Zweedsche grensstad Tomea aan de Finsche grens in, waar de langste dag wel is waar niet meer met maanden wordt berekend, maar waar hij toch nog 21V2 uur duurt. Te Le ningrad en te Tolbolks blijft de zon op den lang- sten dag 19 uren boven den horizon, terwijl ze op den kortsten dag reeds na 5 uur weer verdwijnt. De zomer- en winterdagen duren te Stockholm en te Upsala vrijwel evenlang als te Leningrad en te Tobolks, de langste dag duurt er echter I8V2 uur, de kortste 5M> uur. telkens weer Aurora vol ongeduld Ik weet het niet, antwoordde dan de vrouw Op een ochtend echter, het was de vijfde dag dat Aurora op het jachthuis was, kwam de Mot tige haar weer het gewone bezoek brengen. Zij had onder den arm een gesloten doos, die een weinig langer dan breed was. De Mik van het jon ge meisje viel dadelijk op het kistje, dat de Motti ge op tafel zette. Heeft u goed geslapen, juffrouw, vroeg d* vrouw. Ja, beter dan de vorige nacht, antwoordde Aurora, die nieuwsgierig naar de doos bleef kij ken. Dat kan ik u wel aanzien, want vanmorgen schijnt u veel frisscher en opgewekter. Wat heb je in die doos vroeg Aurora. O, o, dat zou u wel eens willen weten, sprak de Mottige lachend. Is het iets voor mij Ja, en iets dat u heel veel plezier zal doen. Mag ik eens kijken Zeker. Aurora opende de doos. Op hetzelfde oogenblik straalden haar oogen van genoegen en zij kon een uitroep van blijdschap niet bedwingen. Eindelijk, sprak zij, houdt gij vandaag de belofte, die gij mij hebt gedaan. En zij haalde uit de doos een inktkoker, een pen en enveloppen. Welnu, ja, sprak de Mottige, u kan vandaag eens een brief schrijven en u heeft daar al de be- noodigdheden bijeen. Nu, zeg eens, is u nu tevre den O, ik weet niet, hoe ik mijn blijdschap zal uitdrukken. Als u het goedvindt, zullen wij nu een oogen blikje praatten, hernam de Mottige. Aan wien wilt u schrijven Aan vader. De Mottige schudde het hoofd en sprak neer slachtig Neen, <u kan niet aan uw vader schrijven. Welnu dan zal ik aan moeder schrijven. U kan evenmin aan uw moeder schrijven. Zoo, riep Aurora, terwijl zij de Mottige ver wonderd aanzag. En knorrig van de tafel weggaande, voegde zij |er bij Als dat zoo is, heb ik mij steeds voor niets blij gemaakt. Je kunt alles wel weer meenemen. (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Wieringer courant | 1930 | | pagina 1