De Straf der Zonde ren 21e Jaargang ^!A^us(us l930 NIEUWS- EN ADVERTENTv WIERINGEN ÉN OMSlUo HEEREN-BAAI WIERINGER VERSCHIJNT ELKEN DINSDAG en VRIJDAG. ABONNEMENTSPRIJS per 3 maanden 1.—. DITOETKI i COIN. J. BOSKEK, WIEIIHQEK ECHTE FRIESCHE 20-50ctperaa PROVINCIAAL NIEUWS BINNENL. NIEUWS. BRANDSPUIT TEN PLATTELANDE. Het gebeurde voor een tweetal weken terug, dat door hooibroei op Donderdag brand uitbrak in een boerderij in een naburige gemeente. Het was gelukkig midden op den dag en belendende perceelen waren er niet. Gevaar was nergens te duchten. De brandspyit werd uit zijn rustplaats te voorschijn gehaald en in kalm tempo trok men het voorwereldlijk apperaa^naar de plaats des onheils. Eén man trok de machine en twee an dere mannen duwden, welk getal halverwege nog met één man werd vermeerderd. De spuit, met de vier zwoegende mannen, arri veerden op het terrein van den brand, toen de boerderij voor het grootste gedeelte afgebrand was. Geen nood, er was nog vuur genoeg om te laten zien, wat de spuit kon presteeren. Niet één enkele brandmeester was aanwezig De dorpspolitie nam bereidwillig het bevel op zich en regelde het blusschingswerk; noteerde de namen van de spuitgasten, welke in het zweet huns aanschijns aan de pomp hingen te benge len, welke op en neer werd bewogen omdat hel gewicht aan den eenen kant zwaarder was, dan aan den anderen kant, zooiets als de werking van een wipplank. De resultaten waren evenredig aan het werken der manschappen, want water kwam er uit de straal pijp, heusch, water, wat men wel een Meter ver spoot. Enfin, geen nood, gevaar was er niet. de dag draaide en de uren telden, telden tot Zaterdagmiddag, toen besloot men, dat het einde der voorstelling er was en in kalm tem po werd de dorpsspuit na een afwezigheid van 48 uur, weer in zijn hok opgeborgen, waar deze nu den tijd heeft om eens uit te rekenen hoeveel een dergelijke, brand aan een gemeente kost. Van Donderdag tot Zaterdagmiddag, (ook 'snachts werd doorgewerkt) dus 48 volle uren, met, als wij ons niet vergissen, 10 man personeel. Laten wij nu aannemen dat er 24 uur lang 50 cent per uur is betaald en 's nachts (de andere 24 uur) f 1.- per urn', zou dit per man f 36.- zijn, maal 10 per sonen, is f 360.-, gezwegen van de meerdere kos ten welke de spuit betreft, voor vernielingen op zijn weg, zooals b.v. het aanrijden van een fiets. Is het nu geen tijd, dat een dergelijke wijze van werken wordt afgeschaft en dat de plattelandsge meenten, óf ieder voor zich, óf gezamenlijk mo dern materiaal aanschaffen. l aten zij eens een vooi'beeid nemen aan de ge meente Zijpe. welke voorheen 5 brandspuiten had met zeker gezamenlijk 60 man personeel en nu kan één motorspuit, met 5 man het af, beter en vlugger dan voorheen. AUTO OVER DEN KOP GESLAGEN. Terwijl een inwoner uit Wouw Donderdagmid dag met een nieuwe auto met zeer snelle vaart over den Rijksweg in de richting Rijan reed, slip te de auto door het krachtig remmen bij het pas- saeren van een vrachtauto. De auto sloeg over den kop en bleef met de vier wielen omhoog aan den kant van den weg liggen. In de auto zaten een dame en drie heeren die er met eenige glas verwondingen afkwamen. De kap der auto was geheel in elkaar gedrukt. De inzittenden hebben zich, na voorloopig verbonden te zijn, met een andere auto naar Tilbirg begeven. Het verkeer was geheel gestremd. HET LOTERIJ BRIEFJE. Dezer dagen heeft een chauffeur een loterij briefje, een zoogenaamd „twintigje", gekocht van een kantoorbediende van de firma waar ook hij in dienst was. Enkele dagen later kwam de kan toorbediende den chauffeur meedeelen, dat er een vergissing in het spel moest zijn, want de automobilist had het briefje gekregen dat den kantoorbediende toebehoorde en zoodoende had de kantoormeneer het briefje van den chauffeur Deze laatste was zonder bedenken genegen de briefjes te ruilen en hij zou er stellig niet meer over hebben gesproken als niet, nog op den vond van den ruil, bleek, dat op zijn eerste num mer,de 20.000 was gevallen. Nu kreeg hij arg waan, hij riep den bediende ter verantwoording, maar die beweerde dat hij toch ook niet had kun nen weten dat zoo'n groote prijs nu juist op dat nummer zou vallen. De chauffeur bleef het zon derling vinden en hij riep de hulp in van de po litie. De kantoorbediende werd gehoord en aan vankelijk hield hij vol niet geweten te hebben dat op het nummer een groote prijs was gevallen. Toen hij eens wat nader aan den tand werd ge voeld, bleek, dat hij lootjes bij zijn broer, had ge kocht en dat die broer hem de dag van de trek king had opgebeld om hem te vertellen, dat op een van zijn nummers een prijs was gevallen Een paar uur later confereerde do jongeman mot den chauffeur. Tengevolge van dit onderzoek heeft de chauf feur de hem toekomende 850 uitbetaald gekre gen de wat al te handige kantoorbediende kon met een fiksche schrobbeering huiswaarts gaan. BUk Hippolytushoé) Telefoon Interc*. bemanning zal bestaan uit 18 boeg van den onderzeeër zal een den aangebracht waardoor het mc den door een ijslaag van 12 voet dn cIer rammen. Tl'"'" om uew ge> meer 0.50. 0.10 ren clus BIJNA NIET OM TE GELOO VEV Veren.' vrm.T' 'Cden niet 40.000 Verbannenen in den dood gejalhannine nn °n e So^'ieta C*e° beul kn^r 010,1 De Berlijnsche Lokalanzeiger publiceéi er het middel d 0Ver'e~ grond van het verslag van een vluchteling VLlErn* Ver" een en ander over de methoden in het roode nroefn Acai\Es radijsland Rusland. Den 25sten Januari 1 """gen, ue/i '--STOo?vr werden uit de buurt van Omsk 40.000 menschen, een ui^vJ■^1w.•?ec'aa,, waaronder vele kinderen, vrouwen en ouden van dagen uit verschillende plaatsen bij elkaai PER ONDERZEEëR NAAR DE NOORDPOOL. Sir Hubert VVilkins heeft te Philadephia den Amerikaanschen onderzeeër O. 12, die welwillend op gemakkelijke voorwaarden door de Ameri- kaansche Marine te zijner beschikking is gesteld, geïnspecteerd. De O. 12 ligt op de marinewerf te Philadelphia en zal daar volgens aanwijzing van Wilkens verschillende veranderingen ondergaan, opdat de duikboot geschikt worde voor het doel, waarvoor Wilkens haar wenscht te gebruiken, n.1. het maken van een Poolreis, waarvan een groot gedeelte van het traject zal worden afge legd onder water, onder de ijsbarriére. Wiilkens hoopt op deze wijze via Spitsbergen door open zee en onder het ijs door de Behi ingstraat te be reiken. Aan boord van de O. 12 zal voor een jaar proviand worden meegenomen en brandstof vooi het afleggen van een afstand van 7000 mijl. De FEUILLETON. (58. Ongetwijfeld steekt dit er achter. Maar er is nog iets, dat ons onverklaarbaar is. Wij kunnen niet gissen wat er in den geest van dien man om gaat. En nu, William, kun je je een denkbeeld maken van onze smart en je onze ongerustheid voorstellen. Vanavond is het juist negen dagen geleden, dat de ontvoering plaats had en ten spijt van de nasporingen, waaraan mijnheer Ga biron zich met den meest mogelijken ijver en de grootste voortvarendheid wijdt, zijn we niet heel veel verder gevorderd dan den eersten dag. De burggraaf is verdwenen. Onmogelijk zijn spoor te ontdekken. De beide booswichten, die beproefd hebben De Lasserre te vermoorden, zijn gevat, zooals ik je gezegd heb. De graaf heeft hen zelf ondervraagd. Maar hij heeft niets uit hen kun nen halen. Zij hebben niets bekend. En toch zijn het dezelfde onverlaten, die Aurora hebben ont voerd. Ik ben daar zeker van. Ik heb stellige be wijzen. Waarheen hebben zij het arme kind ge bracht Wat wil de burggraaf met haar uitvoe ren Tot welke folteringen heeft hij het onschul dige meisje gedoemd In welke onbekende, ge heimzinnige, niet uit te vinden plaats houdt hij haar opgesloten, gevangen Plotseling stond de jongeman op, terwijl hij zijn hand aan het voorhoofd bracht. Wat scheelt je toch, William vroeg Van Ossen. U vraagt in welke onbekende plaats de burg graaf juffrouw De Lasserre opgesloten of gevan gen houdt Ja. Welnu, mijnheer Van Ossen, dat weet ik. De twee gevangenen. Burggraaf De Sanzac had een kamer van het voormalige jachthuis voor zich laten inrichten. Hij had het niet meer verlaten, na de hevige too- BUTTENLAND. gedreven in een soort concentratiekamp. Op 490 sleden werden zieken, ouden en een aantal vrou wen en kinderen geladen. De sleden behooi'den ten deele aan de ongelukkigen zelf, ten deele wa ren ze speciaal voor dit doel gierequireerd. Met de overigen werden deze menschen bij een koude van 40 graden Celsius de besneeuwde oerwouden ingedi*even door een horde roodgardistqn onder bevel van een vroegeren tuchthuisboef, thans, commissaris der sowjets. Hoofdzakelijk waren waren het boeren, maar onder de slachtoffers be vonden zich ook een aantal priesters en andere intellectueelen. Slechts als het allernoodzakelijk ste mochten de menschen meenemen, een bijl. een zaag, een spade, een zeis, een paard en een slede. Ook aan kleeding slechts het onontbeerlij ke. Het gereedschap werd op afzonderlijke sle den geladen en streng werd gecontroleerd, of ie mand soms een wapen bezat. Niemand 'van deze reuzencolonne wist, waai* heen de reis zou gaan. Maar alias begrepen zij, dat het een tocht in den dood zou worden. Dagen lang trokken zij door een ware sneeuwwoestijn. Reeds toen den eersten avond halt werd gemaakt bij een blokhuis en een wachtkwartier in de ijzige koude werd opgeslagen, bleken vele oude men schen en kinderen te zijn doodgevroren. Onbe schrijfelijke tooneeïen speelden zich daar af. Een vrouw lag daar met drie doodgevroren kinderer naast zich en van haar zelf waren armen, beenen en gelaat bevroren. Toen haar man uit de marsch colonne bij haar kwam. raakte hij in zulk een vertwijfeling, dat hij een roodgardist, voor deze het beletten kon zijn pistool ontrukte en zijn vrouw een kogel in het hoofd joeg. Den lOden Maart kwamen zij op de plaats van bestemming aan. De helft van het transport wa: intusschen reeds bezweken en daar ook de paai*-, den stierven, had men 90 sleden met' materna' in den steek moeten laten. En nu was de rest daar in de Taiga. In den winter een vlakte zon der huis of hut met slechts sneeuwvelden en ii sneeuw gehulde bossclien, is het in den zomer een moeras, waaruit weinig kans tot ontkomen be staat. Apathisch wachtten de menschen daal den dood af. Kinderen zijn er in het geheel niet levend aangekomen. Een klein gedeelte kon door snel blokhuizen te bouwen zich redden van den bevi'iezingsdood. Maar ook hun lot is bezegeld Wjant waarvan moeten deze menschen in oer woud en moei'as leven Als ze. niet van de kou de gestorven zijn, wacht liun de hongerdood of de dood door de giftige moerasgassen, die gevaar lijke koortsen veroorzaken. En deze menschen hadden niets anders gedaan dan op hun boerenerf arbeiders in dienst te heb- ka n. van v;:; _„«ar afschouwen mol Seno" ,e St. B* m°'0r „0<r ^en bi. halfwijze opgeslotenBEJD LElDPx, voor dit doenaken - las daar aan-./erigheid ven meer loopen ku0 »an een l)op,. Toen jaren ge»0 blijkt zijn vertelde de vader j ai Js, jarenlang op uit was getroklHj^ 0<?n speciaal In werkelijkheid haS, °ngeiukki>p niet. kon werken en cfi 'hans niet eten wilde geven, opgesspreken hij hem nu en dan wat aterdween Henri is nu ontdekt door-00n er' dacht werd getrokken door Toen de vader werd ge ar re. bij zich bitter, dat nu niemand de paarden zou omkijken en da\ moeten uitgeven voor een advocaa^ EK PROVINCIAAL NIEUV a,en JAN WJGGERS. f Toen mij de tijding bereikte van het plotJ overlijden van mijn vriend Jan Wiggers, trow dit heel diep. Ik kon liet" eerst niet geloven eii^ dacht: misschien is het bericht overdreven. Maar, helaas, het is maar al te waar gebleken. Allen, wie Jan van nabij gekend hebben, zullen gevoelen, wat wij in hem zullen missen. Hij was 'n goed kameraad, iedereen willende helpen. De keeren, dat wij samen op de planken ston den, heb ik Jan leeren kennen als 'n jongen, die graag voor een ander iets oyer had, maar ook bo ven alles trachtte vooruit te komen in de wereld. Hoe wreed is dat alles afgebroken, nu hij als slachtoffer is gevallen van 'n autoaanrijding. Hoe zwaar is de slag voor zijn familie. Moge hun de kracht gegeven worden het leed te dra gen. Jan, i-ust in vrede JAN BUISMAN. Schagen, Augustus 1930. HULPBETOON. De land- en tuinbouwers in West-Friesland hebben het evenals hun collega's in andere stre ken heel slecht, bijna geen enkel gewas maakt de bedrijfskosten goed. Toch trof ons in deze be narde tijden nog een aardig staaltje van hulp betoon. Onder Aartswoud verbrandde een boerderijtje, dat laag vei*zekerd was én het 13-jarige knecht je verloor al zijn niet verzekerde bezittin- neelen naar aanleiding waarvan gravin De Las serre in den Damestoren was opgesloten. De Sanzac had tot drie malen toe zijn poging bij de jonge vrouw herhaald en gepoogd door ge beden en bedreigingen haar te bewege aan zijn verlangen te voldoen. Maar zij had hem met ver achting en met afschuw afgewezen en zich ein delijk niet meer verwaardigd hem antwoord te geven. De schurk had haar niet alles gezegd, wat hij op het hart had. Maar wat hij in spijt van zijn vermetelheid niet had durven openbaren, had zij geraden. Die schandelijke brief, welken hij in zijn waanzin zich voorgesteld had dat zij schrijven zou, had haai* een licht doen opgaan Sedert lang tot den bedelstaf gebracht, ten einde raad, verlangde hij zich in het bezit te stellen van het onmetelijk vermogen der gravin. Maar om dit doel te bereiken, tenminste voor een deel, moest hij De Lasserre vermoorden en haar mede plichtig aan die misdaad maken. Door den met haar eigen hand geschreven brief had zij den schijn tegen zich. Zij was geheel en al in zijn macht. Zij werd zijn slavin en hij zou haar dwin gen zijn vrouw te worden. Terzelfder tijd zou hij bij tien markies De Verveine werkzaam wezen en krachtens een tusschen hen gesloten overeen komst of koop, zou de markies Lucie De Lasser re huwen. Bij de gedachte, dat de burggraaf £en oogen- blik had kunnen onderstellen dat zij zoo laag en verachtelijk geweest kon zijn om de hand te lee- uen tot het bereiken van zulk een doel, sidderde de gravin van afschuw. Hij had ook niet ondersteld, dat zijn beide hand langers, belast om den graaf te vermoorden, hun slag hadden gemist. Alles was zoo overlegd, de zaak van alle kanten bekeken, de kansen wa ren zoo goed berekend en men had de afspraak zoo goed gemaakt, dat hij niet kon aannemen dat de graaf levend aan de handen zijner moor denaars was ontkomen, en nog veel minder, dat Lory en Colibri zich hadden laten inrekenen. Zoodra zij hun last volbracht hadden, moesten Lory en Colibri op het jachthuis terugkomen. Ilii zou alvast elk hunner vijfhonderd francs geven en zij zouden naar België gaan om van daar naar Duitschland te trekken. Maar was de burggraaf ook al gerust van dien kant, zijn strijd met de gravin baarde hem zorg. Hij hoopte, dat hij ten laatste zou slagen en dat zij op het uiterste oogenblik zou toegeven. In ieder geval, terugtreden kon zij niet. Hij moest ten einde toe volhouden. De gravin had de Mottige niet teruggezien, die in het bijzonder met de bewaking van Aurora belast was. Zij had haar man tot cipier, die met hetzelfde sop als zijn vrouw was overgoten, een wildeman, die de jonge vrouw eerst een grooten angst had ingeboezemd. Maar zij stelde zich ge rust bij de gedachte, dat zij van dien ruwen gast wel niets te vreezen had, maar veeleer van diens meester. Den eersten dag had zij niet willen eten. Maar toen zij begreep dat het in het belang harer doch ter noodig was, al haar krachten bijeen te hou den, besloot zij het voedsel, dat haar gebracht werd, te gebruiken. Al haar vertrouwen stelde zij op God. Die haar niet zou verlaten, haar, noch haar dochter, en zij wachtte met gelatenheid af, dat Hij Zijn almacht wel te haren gunste zou openbaren. Terwijl zij zoo in vertwijfeling bad, werd de deur geopend en De Sanzac, die veel gedronken had, trad waggelend binnen. Hij wilde npg een kans wagen. Hij liep op den muur toe, plaatste zijn duim op een ivoren knop en drukte er op. Op hetzelfdi oogenblik drong het geluid van stemmen tot de gravin door, die door elkander praatten, ver mengd met het gerinkel van glazen, waarboven een luidruchtigen lach klonk. Waren mijn gasten wat rustiger, hernam de burggraaf, spraken zij kalm met elkan der, wat zij evenwel op dit oogenblik niet in staat zijn te doen, dan zoudt gij alles was zij zeggen duidelijk en volkomen verstaan. Hij drukte wederom op den knop en terstond was de stilte hersteld. De huizen die men tegenwoordig bouwt, ging hij voort, zijn niet meer ingericht zooals in vroeger eeuwen. In deze kamer, waarin wij ons bevinden, verstaat men door middel van een vernuftig stelsel van buizen, die op een hoofd buis samenloopen, alles wat er in de andere vol trekken van het huis wordt gesproken, als men de buis die het geluid overbrengt, heeft geo pend door een veer. Daarentegen kan men hier zeer hai'd spreken, zelfs schreeuwen, daarbuiten hoort men niets. De stem blijft tusschen de vier muren besloten en gesmoord. Er zijn nog andere vreemde dingen in dit huis. ik behoef niet te spreken van de torentjes. Ei- bestaan hier ook geheime trappen, onzichtbare deuren, verborgen gangen, niets ontbreekt er. Maai* ik weet waarlijk niet, waarom ik u over die zaken, waarin gij geen belang zult stellen, spreek. Mijn gasten zijn daar. Ik heb mij een oo genblik kunnen verwijderen maar mijn afwezig heid kan niet te lang duren. Zoodra zij mij we der zullen zien verschijnen, zullen zij mij aan mijn woord houden, van mij eischen de belofte te vervullen, die ik hun heb gedaan. Welnu, dit hangt van u af. Ik herhaal het voor het laatst Wilt ge uw dochter redden, dan is het nog tijd als ik de kamer heb verlaten, zal het te laat we zen. Hebt ge uw besluit genomen Nooit, riep de gravin met gesmoorde stem. Op hetzelfde oogenblik begon de burggraaf van woede te sidderen. Zijn oogen waren met bloed beloopen zijn gelaat verwrong zich en zijn blik nam een afschuwelijk woeste uitdrukking aan. Hij zag er zoo afzichtelijk uit, dat de gravin sidderend achteruitdeinsde. Welnu, het zij zoo, sprak de onverlaat met sissende stem, ik vraag u verder niets. Maar ik zal het genot hebben mijn wraak te genieten. Uw dochter is veroordeeld. De ongelukkige moeder richtte zich op. buiten zichzelf, waanzinnig van angst. O, riep zij, ik vind geen woorden, geen enkel om mijn gedachten te vertolken en de walging uit te drukken, die gij mij inboezemt. Ik weet niet wie die mannen zijn. die gij hier hebt laten ko men. Maar al zijn ze uwer nog -zoo waardig, al zijn het nog zulke onverlaten, zij zullen ver schrikt, ontzet zijn. Zij zullen weigeren de hand te leenen tot de eerlooze handeling, waarmee ge mij bedreigt. Vlei u maar niet met die onderstelling. Ik ken die jongens. En ken die jongens. En juist omdat ik ze ken, heb ik hen ook gekozen en geen anderen. Zij bang zijnZij gemoedsbezwaren hebben Zij eenige kieschheid gevoelen-Het mocht watVlei u niet met een ongegronde hoop. (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Wieringer courant | 1930 | | pagina 1