C. van TÜIET Moderne Spoorstr. 126. ïel 370 in de nieuwste dessins - - en prima TWEEDE BLAD. Vrijdag1 3 October 1930. No. 76 NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR WIERINGEN EN OMSTREKEN DEN HELDER anna paulowna. BLIJVENDEGOLF WATERGOLF WIERINGER COURANT 'lo Bij ons de BUITENLANDSCH NIEUWS. EEN MISLUKT HUWELIJK Het bruidje in de trouwzaal gearresteerd De correspondent van de N. R. Crt. te Brus sel meldt: Woensdagochtend, op het oogenblik, dat een trouwlustig paartje met getuigen en vrienden 't Eiusselsche raadhuis binnentrad, werd de dertig jarige bruid door twee rechercheurs gearresteerd en ondanks de smeekingen van den bruidegom, die 35 jaar ouder was dan zij, naar het politie bureau geleid en vervolgens m de gevangenis te Vorst opgesloten. De gearresteerde vrouw was een Duitsche, die enkele weken geleden uit het land was gezet en trots verbod te Brussel was lei uggekeerd. Door haar huwelijk met een 65 jarigen Belg hoopte zij de Belgische naturalisa tie verkrijgen, wat echter op het laatste oogen blik mislukte. Dit ongewone incident verwekte heel wat hilariteit in het Brusselsche raadhuis en in den omtrek. OPZIENBARE VERKLARING VAN DEN EX-KONING VAN GRIEKENLAND. Het Grieksche volk zal hem, vroeg of laat terugroepen. De ex-koning van Griekenland is plotseling weer op den voorgrond gelreden door een mede- deeling in de pers, dat hij nog steeds aanspraken maakt op de Grieksche kroon, en dat hij er van overtuigd is, dat het Grieksche volk bem vroeg of laat toch weer naar Athena zal terugroepen. De koning verklaarde dat hij voor geen enkele politieke partij eenige voorkeur heeft. Hij zal noch als overwonnene, noch als overwinnaar terugkeeren. Het is slechts zijn plicht als koning de nationale eenheid te herstellen, OVERTREDING ARBEIDSWET. WERKEN WEGVERBETERING TE ANNA PAULOWNA. De heer Hendrik Wilem KL, bedrijfsleider der firma Delis en van Heeskeren te Holstein had terechtgestaan in eerste instantie voor den kantonrechter te Schagen terzake over treding der arbeidswet met betrekking tot de zoogenaamde beurtregeling. Het betrof hier het weekverlof van twee werklieden uit Hal steren. Verdachte werd veroordeeld tot 20 boete of 20 dagen welk vonnis de officier billijk vond en dèrhalve bevestiging vorderde. In deze zaak werd de heer Rus, ambtenaar der in spectie te Haarlem, als getuige gehoord. BURGERLIJKEN STAND. Geboren Hendrica, d.v. A. Buning en van G. Zuidema Maart je Guda Alberta, d.v. C. Wuis en van J. van Leeuwen Johannes Bar- tholomeus, z.v. C. Duineveld en van A. H. A. Prins. NIEUWBOUW. Voor rekening van den au tobushouder H. Naastepad, alhier, zal aan de Spoorbuurt, naast het veilinggebouw, een woonhuis met garage worden gebouwd. Mond- en Klauwzeer. Onder den veestapel van den heer J. Lindenbergh, Boermansweg, is mond- en klauwzèer geconstateerd. Bouwvergunningen. In de maand Septem ber zijn de volgende bouwvergunningen ver leend aan het Gereformeerd Kerkbestuur, tot het bouwen van een pastorie, een Kerke raadkamer en een vergaderlokaalaan C. Wuis tot het bouwen van een schuur. POLITIE. Gevonden een slinger van een auto. Inlichtingen ter secretarie. Loop der bevolking. Ingekomen J. H. Ha zenberg uit Winschoten; S. van der Ooster- kamp uit Rhenen; J. J. W. Prangér, geb. En gel en gezin uit Alkmaar; J. G. Boere uit Lei meiden; A. van der Laan uit Den Helder; Mej. A. E. Oudshoorn uit Noordwijk; L. Wig- gers uit Nieuwe Niedorp; Mej. A. C. M. Huyg uit Hulst; Mej. A. Naber uit Zijpe; W. C. J. van der Salm uit Lisse en R. Veen uit Steen wij kerwold. Vertrokken: J. C. van Beusekom naar Zij pe; A. Jongman naar Den Helder; J. Raap naar Haarlem; J. Bartelds en gezin naar Den J. Blotendal en gezin naar Den Helder; F. Bonenkamp-Bossen naar Spanbroek; Mej. C. Van Bostelen naar Sassenheim; J. D. Blaauboer naar Velsen; D. van der Wal en M. Kuipers naar Lemsterland; J. Doef naar Andijk: Mej. J. Simons naar Den Helder M. de Schipper-Traas naar Den Helder. Een Verloting. Naar men ons meldt zal dc Afd. Anna Paulowna Bond voor Staatspension- neering op den 20sten October a.s. een verloting hcuden waarvoor zeer mooie prijzen voor be schikbaar worden gesteld. Het koopen van loten bij het publiek voor deze vereeniging aan te bevelen is bijna overbo dig. Ieder burger kent het goede doel dat de afdeeling nastreeft, weet ook hoe zij zich inte resseert voor onze ouden van dagen, --denk slechts aan de populaire autoritten, en daar om zijn wij ook heilig overtuigd dat schier elk bij presenteering een of meer loten zal nemen. Men heeft kans op een mooie prijs en steunt te\ens een vereeniging dia ons aller symphatie heeft gewonnen. Begin van Brand. Heden Donderdagavond is een begin van brand ontdekt in het houten schuurtje dat naast het woonhuis staat van Mevr HET KIND. De deur van de slaapkamer werd opengedaan Tinus schrok op. De verpleegster knikte gerust stellend. Een flinke zoon, fluisterde zij. Tinus had willen schreeuwen van geluk. Groo te genade -- een zoon -- hij had hel niet beter kunnen treffen. In zijn opgewondenheid had hij de kamer zoo wel willen bestormen, maar de verpleegster hield hem tegen. -- Kalmpjes aan -- heel stil denk om de moeder. Voorzichtig op zijn teenen. sloop Tinus naar binnen: daar in het wiegje, naast het bed, lag het kleine knulletje. Tinus was in den zevenden hemel. Hij had de kamer willen rondspringen, den heelen boel o- verhoop gooien. Zijn vrouw keek hem glimlachend aan. Dag lieveling. Tinus knikte haar toe met tranen in zijn oo- gen en pakte haar handen beet. Zoo bleven zij even zitten in opperste zaligheid. -- Jan, moet hij heeten, naar pa, fluisterde zijn vrouw. -- Ja, Jan, juichte Tinus en als een dwaas naar het wiegje wuivend, knikte hij, dag Jan, dag Jan 'Een uur later was Tinus op weg om het kind aan te geven. Hij liep als een jongen van twaalf jaar langs den weg te fluiten. De voorbijgangers keken hem na: --Die heeft schik in zijn leven. Op den hoek van het plein kwam hij oome Gerrit tegen. Oome Gerrit, een vroolijke gemoedelijke baas breidde zijn armen wijduit, hield hem staande en schreeuwde luidruchtig -- Zoo, en hoe gaat het met de vrouw, slam pamper. De slampamper knikte met een stralend ge zicht. -- In orde, een flinke zoon, Jan. -- Zoo, oome Gerrit knikte goedkeurend, dan heet-ie naar pa, dat zal den ouwen man goed doen. Tinus straalde nog heviger. -- En waar is de reis nu naar toe -- Burgerlijke stand, antwoordde de jonge va der; het kind aangeven. Dan loop ik even zoover mee op, bedissel de oome Gerrit; daar moet ik bij zijn. V-r Wed. Rezel te wijcksluis en waarin werd gestookt. Geluv dat de brand door de bewoners werd opgedie het vuur spoedig meester waren en grooter onheil werd voorkomen. GEMEENTE WIERINGEN. DE „SCHUTTEVAÊR." De oude 72-jarige Schuttevaêr komt op Wieringen vertellen van zijn avontuurlijken tocht op den Grooten Atlantischen Oceaan in den barren strengen winter van 1929. Velen onzer lezers zullen zich ongetwijfeld nog herinneren den fameusen tocht van de kleine „Schuttevaêr" door het Engelsch Ka naal tijdens een hevigen Z. W. Storm. Glans rijk heeft de boot toen bewezen dat zij het woeste geweld van stormen en brandingen kon doorstaan. Terwijl in heel Europa een hevige koude heerschte en op den Grooten Atlantischen Oceaan hevige sneeuw en ha gelstormen woedden vertrok op 2 Jan. 1929 de kleine notedop van Plymouth, een haven stad aan de Z. W. kust van Engeland en be reikte veilig Lissabon. Schuttevaêr had eenige dagen van te vo ren aan de groote persbureaux bericht dat hij koers zou zetten van Lissabon via de Azoren naar New York maar indien hij op- weg naar New York Westerstormen op zijn kop zou krijgen, hij verplicht zou zijn een anderen koers te nemen, want per slot van Arm in arm vervolgden zij hun weg. Bij de „Drie fleschjes" trok oome Gerrit Ti nus aan den arm --Loop even mee naar binnen, dan nemen we een potje bier op de toekomst van 't nageslacht. Tinus liep mee naar binnen. In de gelagka- mer verkondigde oome Gerrit, die een vaste klant was, met luider slem zijn roem en hij werd met gejuich ontvangen. ledereen wilde met hem klinken en in een om mezien moest hij vijf groote glazen verwerken. Het duizelde hem. Oome Gerrit stond met 'n rcod hoofd bij de toonbank te schreeuwen en toen Tinus stilletjes naar buiten wilde sluipen, greep hij hem hardhandig bij zijn schouder. Ho ho vadertje, dat gaat zoo maar niet even wachten; nog een momentje. Vlug sprong hij naar zijn plaats terug en met een grooten slok dronk hij de resten van zijn glas leeg. Onder het gezang der anderen verlieten zij het café. Oome Gerrit raakte in een opgewonden stem ming. Tinus was min of meer versuft en slofte naast zijn uitbundig familielid voort. Na veel omwegen hadden zij het bureau van den burgerlijken stand bereikt. Vlak voor de deur bleef oome Gerrit halsstarrig staan; hij weigerde verder te gaan. -- Kom nou oome, zeurde Tinus. Nee jongen, nee. Oome Gerrit snikte een traan weg. -- Wat is het dan, oome zuchtte Tinus mee. -- Waarom Waarom, stotterde Gerrit, hebt jullie den jongen niet naar mij genoemd? Naar u, oome Een golf van ontroering schokte door Tinus heen. ij Naar u -- NJa jongen, naar mij. 'k Had 't zoo graag gehoord. Maar oome, dat zal gebeuren. Een flinke slag op den schouder bezegelde de belofte. Over het gemeentehuis was een kleine bierkei der en de twee getrouwen sjokten er schouder aan schouder naar toe, om de nieuwe naamsver andering met gerstenat te besproeien. Een half uur later stonden zij in de gang van den burgerlijken stand voor het loket van ge boorte - aangiften. De ambtenaar, die hen hielp en die niet van humor was ontbloot, had terstond begrepen hoe de zaken stonden. Met het grootst mogelijke geduld prob-eerde hij de verschillende feiten te weten te komen. rekening is de kleine Schuttevaêr geen mail- stoomer die persé een bepaalde haven moest bereiken maar is bedoeld als laatste red middel voor de passagiers en bemanningen wanneer een schip in open zee verlaten moet worden. Dat de kleine „Schuttevaêr" dat red middel kan zijn heeft zij wel bewezen. Op weg naar New York zijn de Westerstormen, ja zelfs een orkaan gekomen. Ruim 2 maan den zwierf de oude Schuttevaêr met zijn mannen op de groote winterkoude zee. Ge brek drinkwater en proviand, alsmede het feit, dat na ruim 2 maanden zeilen op den groote waterplas reeds ruimschoots bewezen was dat de boot aan haar doel beantwoord, was oorzaak dat de bemanning zich op 470 mijl ten Westen van de Kanarische Eilan den liet medenemen door een Spaansch Stoomschip naar Porto-Rico (West Indië). Schuttevaêr heeft echter met de invoering van zijn systeem met groote moeilijkheden te kampen. Er bestaan helaas nog maar al tijd internationale zeewetten aan de reeders op hun schepen en nog altijd voorschrijven „open reddingsbooten." Schuttevaêr streeft naar wettelijke invoe ring van zijn systeem opdat die ontzettende zeerampen niet meer behoeven plaats te vinden. Om de wettelijke invoering te bevorderen heeft Schuttevaêr in binnen- en buitenland bekend gemaakt dat hij geen gebruik maak te van zijn verkregen en aangevraagde oc trooien, hij gaf vrijen aanmaak van zijn uit vinding in het belang van allen die hun le ven op zee moeten of willen wagen. Schutte vaêr maakt thans een propaganda-tocht door Nederland en vertelt in Theaters zijn C. DE BOER ANNA PAULOWNA. zeer interessante lotgevallen van zijn reis. De oude 72-jarige Schuttevaêr die zelf in den barren winter van 1929 den Oceaantocht medemaakte bezoekt ook Wieringen. Hij woont in Hippolytushoef in de Bioscoop „Concordia" Zaterdagavond de te geven extra voorstelling bij waar een pracht film „In de Greep der Wet" loopt. Den ouden Schuttevaêr wordt in Concordia een buiten gewone huldiging gebracht en als bijzonde re attractie zal hijzelf in een pauze de bezoe kers persoonlijk een episode vertellen van zijn avontuurlijken tocht. Schuttevaêr sprak in de meeste groote plaatsen van Nederland voor uitverkochte zalen. Wij zijn ook overtuigd dat de bewo ners van Wieringen niet achter zullen blij ven en in groot aantal op zullen komen om den ouden krassen baas, die bekend staat als een goed verteller, Zaterdagavond in Concordia te zullen willen hooren, dat ver dient zijn belangeloos streven zeker. Zie voor de film de advertentie in dit blad. Dansclub „Ons Genoegen". Naar wij verne men zijn de lessen van bovengenoemde dans club, welke worden gehouden in de zaal van S. Veerdig te Hippolytushoef 1 October aangevan gen met een deelname van 84 leden. RIJVEREENIGING „ANNA PAULOWNA." Op den voorgrond de vaardige instructeur de heer Vethman. Eindelijk kwam de kwestie met de namen. -- Gerrit Gerrit, stotterde oom- De ambtenaar noteerde „Gerrit". Maar in het benevelde brein van Tinus sche merde iets dat hem deed vermoeden dat „Ger rit" alleen niet in den haak was. -- D'r moet nog een naam bij, protesteerde hij Maar welke Tinus en oome peinsden. -- Noem d'r eens een paar op, die veel geno men worden? vroeg oome Gerrit. De ambtenaar -- half lachend -- noemde op. Kees. Oom en Tinus keken elkaar aan en knikten. -- In orde, Kees. Nog 'n paar, beval Tinus. -- Hendrik, Eduard, Govert, Klaas. Even hield de ambtenaar op. Tinus wenkte, dat bij door moest gaan. -- Simon, Jacob, adviseerde de ambtenaar. De beide mannen gaven den moed op. -- Die neem ik, besloot Tinus ten einde raad. -- Dus Jacob schreef de ambtenaar. He?? Nee, nee, nee, niet alleen Jacob, alles, allemaal, alle namen die je hebt genoemd, drong Tinus aan, in de hoop, dat de gezochte er toch bij zou zijn. -- Zooals u wilt, heeren. Een oogenblik aar zelde de ambtenaar, maar schreef toen met sier lijke letters- „Geirit, Kees, Hendrik Eduard, Go vert, Klaas Simon, Jacob Bakker. Oom en Tinus gaven hem opdringerig een hand en schuifelden gerustgesteld naar huis. Moeder kreeg een huilbui. Je hadt beloofd hem naar pa te noemen!? Tinus keek onnoozel. -- Naar pa? vroeg hij. Is die er dan niet bij -- 'n Schande; 'n schande zuchtte tante Ko, die op bezoek was In de wieg lag Gerrit, Kees, Hendrik, Eduard Govert, Klaas, Simon, Jacob Bakker en schreeuwde I I REISHERINNERINGEN. ALS IEMAND VERRE REIZEN DOET IS EEN KAAL HOOFD GEWENSCHT HALr GEKNIPT en DUBBEL BETAALD Het comfort op een mailboot, of op een vracht boot, loopt nogal tamelijk uiteen. Terwijl op bet eerstgenoemde praktisch alles aanwezig is, wat men maar uitdenkt, moet men zich op een vrachtboot soms zeer behelpen. Vooral op de oudere typen, en voornamelijk op die schepen, waar men behoudens de officie ren en eenig civiel personeel, uitheemsche be manning vaart, is het leven primitief. Het voorval wat ik u ga verhalen, heelt op zich zelf niet veel te beduiden; het zijn van die duizend-en-één gevalletjes welke een zeeman meemaakt. Op een van die reizen, die schrijver dezes maakte naar het heerlijke Insulinde. had hij het genoegen op zoon bovengenoemd type vracht boot geplaatst te worden. Een voordeel is het echter met die oude sche pen, dat zij in den regel meerdere havens aan doen op een reis, als de nieuwere, aangezien de laatsten de z.g. sneldienst varen. terwijl ons oude bakje overal heen wordt gestuurd, en bo vendien hier en daar aan moet doen om kolen te laden. Ieder aan boord is natuurlijk niet de meening toegedaan van hoe meer plaatsen ik bezoek hoe liever; later _ben ik hier wel van ge nezen, toen ik op snellere en mooiere schepen werd geplaatst. Het neemt echter niet weg, dat wanneer een plaats werd aangedaan welke ik nog nimmer had bezocht, dit voor mij altijd een bijzondere attractie had. Een van de meest nuttige menschen, die men op een vrachtboot dan ook mist, is een barbier. Althans een heusche; er loopen er genoeg aan boord, die je van je overtollige haardosch willen verlosschen, al was het maar om weer eens een lolletje te hebben. Degeen, die de moed had, om zich te laten bepraten, en zich over te leveren aan de één of ander die zich bereidwillig toon de, je haar te knippen, kon er van verzekerd zijn, wekenlang voor spot te loopen. Links en rechts werden de brokken er uit gehapt, en het gegrinnik van de toeschouwers voorspelde je iets moois. Dus bleef je aan boord maar zoo lang mogelijk rondloopen, doch als je een haven binnenliep, was een van de eerste boodschappen: „naar de kapper Dit nuttige beroep wordt in Indië vrijwel uit geoefend door inlanders; in de groote plaatsen heeft men wel enkele zaken die op Europee- sche leest geschoeid zijn, doch het meerendeel is echter inlander, die hier z'n brood mee ver diend. Zoo ook in Padang, of eigenlijk Emmahaven, op Sumatra. Hier was het dat ik mij eens zou laten haarknippen, na diverse aanbiedingen aan boord van de hand gewezen te hebben voor gra tis behandeling (eventueel verminking.) Padang was voor mij een nieuwe plaats, doch wij zouden er niet lang blijven, hoogstens een uur of wat. Lang genoeg echter om een bezoek ai te leggen bij den kapper. Maar ja; was ik nu maar direct op mijn doel af gegaan Ik kwam natuurlijk zooveel moois tegen, er was weer zoo eel te zien, dat ik mij eerst later pas herinner de, waar ik voor naar de wal was gegaan en tot de ontdekking kwam, dat er eigenlijk nog maar weinig tijd was voor mijn haarknippen. Het moest echter noodig gebeuren, want de eerste weken zou er geen kans meer zijn om aan wal te gaan. Zoo'n inlandsche barbier is een geschikt ie mand, en als je hem de tijd geeft, knipt hij je behoorlijk. Hij ziet in ieder Europeaan een toean besar (groote mijnheer) en doet dus zijn best. Op mijn gezegd van Lekas Potong saja poen- ia ramboet (knip vlug mijn haren) reageerde hij niet in» het minst, knoopte doodkalm het laken om en zette de schaar in mijn haar. Hij kan zoo ongeveer tien minuten bezig zijn, toen ik opge schrikt werd door de stoomfluit. Dat dit het sein voor vertrek was, leed .geen twijfel; ik sprong van mijn stoel op, gooide een gulden neer, en op een draf, alsof ze mij achter na zaten holde ik naar de haven. Gelukkig, het schip lag er nog; de plank lag nog uit, ik was dus niet te laat. Toen ik aan boord kwam, werd mij natuurlijk gevraagd waarom ik zoo hard was aankomen loopen. Mijn wedervaren vertellende dat ik bang was, het schip te zullen misloopen, en daarom onder de barbier z'n handen vandaan als 't ware was weggevlogen, wekte de nieuwsgierigheid van de heeren naar mijn pruik op. Mijn pet werd opge licht, en ach arme 'n heiden's gebrul steeg op ik twijfelde dan ook niet of het zou prachtig zijn. In optocht vergezelde men mij naar mijn hut waar ik in de spiegel de resultaten kon bewon deren van mijn bezoek aan de kapper. Maar 't ergste moest nog komen: men had niet voor het vertrek geblazen op de stoomfluit, doch had haar alleen maar even doorgeblazen omdat er iets defect was geweest. Wekenlang werd ik natuurlijk geplaagd, en ik keek dan ook afgun stig naar de kale schedel van de hoofdmachinist want beter geen haar op je hoofd, dan zoo te moeten martelen om het behoorlijk geknipt te krijgen. Niet alleen, dat ik geen geld van mijn gulden terug ontving, doch bovendien liet ik bij de bar bier nog een tros bananen ea andere vruchten achter. Dit was nu één van die kleine gevalletjes die een zeeman zoo nu en dan meemaakt. HEER JURLAAN.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Wieringer courant | 1930 | | pagina 1