ÜIN6 2le Jaargang. Vw =^rijdag 5 December 1930. No. 94 NIEUWS- E WIER N ADVERTENTIEBLAD VOOR INGEN EN OMSTREKEN PEPERMUNT WIERINGf£R COURANT cj-p e nn ttmT h-lxaal IEXINGEN t BUREAU Hippolytashoei Wieringen. Telefoon Interco»m. No. 1§. ADVERTENTIëN: Van 15 regels 0.50. Iedere regel meer 0.10 $n- VROEG VOORJAAR Bij de wed. J. J. van Mastwijk te Zeven hoven kwam dezer dagen een kip uit den ko renberg te voorschijn met 13 kuikens. MET LUCIFERS GESPEELD. Te Nieuwer-Amstel zag een vijfjarig zoon tje van G. de M. kans een doosje lucifers te bemachtigen. Hij ging daarmede spelen, met het gevolg dat zijn kleeren in brand geraak ten. Het knaapje bekwam ernstige brandwon den over het geheele lichaam. FANTASTISCH VERHAAL VAN EEN 13-JARIG MEISJE. De gevolgen van een verboden autoritje? Maandagochtend halfelf, vervoegde zich een 13-jarig meisje, S. R. genaamd en wonen de in het Linnaeushof te Amsterdam (oud- Watergraafsmeer) bij den veehouder S. aan den Stammerdijk te Weesperkarspel, wien zij, luid schreiende, een allerzonderlingst verhaal deed. Het meisje vertelde, dat toen zij zich dien ochtend naar school begaf (de R.K. meisjes school in de Indische buurt te Amsterdam), zij nabij de voetbrug over de Ringvaart, eensklaps door een man werd aangegrepen, die haar blinddoekte en een doek om haar mond bond, zoodat zij zien nog spreken kon. Zij werd daarop bij de hand genomen en de man liep met haar voort. Welken weg hij genomen had kon het meisje niet zéggen, om dat zij geblindoekt was. Toen zij op den Stam merdijk kwam, had de man haar losgelaten en* gezegd, dat zij nu maar moest doorloopen en dat zij nog niet den doek van mond of oogen mocht wegnemen. Als zij het wel deed en omkeek, zou hij haar doodschieten. Toen zij den voetstappen van den man niet meer hoorde, aldus luidde verder het verhaal, had zij zich bevrijd van de doeken, waarmede oo gen en mond bedekt waren en toen bleek haar, dat zij zich in de nabijheid van een woonschuit bevond. Ook hoorde het meisje toen stemmen op de boerderij van den heer S., waarom zij zich daarheen begaf, om haar nood te klagen. De heer S. stelde onmiddellijk de Rijksveld wacht met het gebeurde in kennis en de bri gade-commandant te Weesp kwam, in gezel schap van den Rijksveldwachter van Karspel, naar de boerderij, waaf het meisje aan een scherp verhoor werd onSerworpen. Zij bleef niettemin, ten stelligste verklaren, dat alles zich zou hebben toegedragen als zij verteld had. De beide politiemannen hebben toen een onderzoek langs den weg ingesteld, doch vis- schers en wegwerkers hadden niets bijzon ders gezien. De in het water geworpen doe ken waren niet te vinden. Om haar verhaal nog kracht bij te zetten, liet het meisje aan de echtgenoote van den heer S. zien, dat zij, door het vele loopen, een gat in haar kous bekomen had, dat zij even wilde stoppen. Wat het verhaal al hoogst onwaarschijnlijk maakt, is de omstandigheid, dat, om van de Ringvaart, ter plaatse waar de voetbrug ligt, naar den Stammerdijk te komen, men den zeer drukken Middenweg moet bewandelen, welke door Watergraafsmeer loopt waarna de weg door Diemen leidt, welke verkeersweg eveneens zeer druk is. Het valt niet aan te nemen, dat een man met een geblindoekt meisje aan de hand, zonder opzien te baren, ruim drie kwartier of een uur aldus geloopen zou hebben. Voor den grooten omweg langs den Noorder Ringdijk was het tijdsverloop te kort. Toen de Rijksveldwachter van Weesper karspel het meisje 's middags naar de ouder lijke woning terugbracht, vernam hij aldaar, dat zij nogal eens graag achter op auto's meereed. Het is niet onmogelijk, dat het meisje dit ook dien ochtend heeft gedaan, maar geen kans heeft gezien, tijdig van den wagen te komen. Een jonger zusje van haar werd naar men later te weten kwam in den loop van dit jaar werkelijk aangerand Vermoedelijk heeft de dertienjarige zich dat feit nog herinnerd, en nu een verhaal gefan taseerd, waarvoor het motief echter nog in het duister ligt. ONBEWAAKTE OVERWEGEN. Dezer dagen is te Nieuwer-Amstel op een der onbewaakte overwegen een bejaarde man, zekere J. P., door een trein gegrepen. Ernstig gewond aan het hoofd werd de man naar een der Amsterdamsche ziekenhuizen vervoerd. Thans is de man naar een krank zinnigengesticht overgebracht. EERSTE KAMER. ZUIDERZEESTEUNWET. Het wijzigings-ontwerp. Aan het Voorl. Verslag nopens het wets ontwerp tot wijziging der Zuiderzeesteunwet (door de Tweede Kamer aangenomen 21 Oct. j.1.) wordt het volgende ontleend Verschillende leden brachten in herinne ring het eigenaardig verloop, hetwelk de be handeling van dit wetsontwerp in de Tweede Kamer heeft gehad. Deze leden vragen zich af, of men nu omtrent den inhoud van den aanstaanden algemeenen maatregel van be stuur waarbij voorschriften worden vastge steld omtrent de tegemoetkoming wegens waardevermindering van eigendommen als gevolg van de afsluiting van de Zuiderzee, gerust kan zijn. O.m. meenden zij, dat alsnog een stellig antwoord zal moeten worden gegeven op de vraag, door den heer Kusters in de Tweede Kamer gesteld, hoe de regeling van de tege moetkoming wegens waardevermindering zal zijn, wanneer de betrokkene komt te overlij den, waarop de minister ten bescheid gaf, dat deze vraag bij een samenstelling van den algemeenen maatregel moet worden beant woord. De bedoeling is, een recht op geldelijke te gemoetkoming te geven, maar dit stond thans niet in de wet, terwijl bovendien de Regeering volhoudt, niet van systeem te zijn veranderd. Op deze wijze komt men niet tot een deugdelijke wijze van rechtsvorming. Andere leden achtten het in het algemeen verkeerd, een recht op schadevergoeding toe te kennen wegens rechtmatige overheidsda- den. Vele leden betuigden hun instemming met den inhoud van het wetsontwerp zooals die tengevolge van de behandeling in de Tweede Kamer is geworden. Sommigen leden echter ging het wetsont werp in zijn pogingen om aan de Zuiderzee- visschersbevolking tegemoet te komen, niet ver genoeg. Zij waren van oordeel, dat indien de onvoldoendheid van het ontwerp binnen korteren of langeren tijd zich zal doen gevoe len, de Regeering niet zal mogen nalaten, meer afdoende hulp te verleenen. 46.500 VERDWENEN. Oude kranten en steentjes in plaats van papieren geld en zilver. Inafwijking met de gewoonte ging Maan dagmiddag een 34-jarige ongehuwde klerk, uit Dinteloord, en werkzaam bij de Coöpera tieve Suikerfabriek „Dinteloord", voor zijn firma naar Roosendaal om bij de bank van den heer P. A. G. van Gilse en Zoon 46.500 te halen. Hij had vooraf aan zijn superieuren gevraagd, of hij ditmaal het geld mocht ha len, omdat hij te Roosendaal eenige bood schappen had te doen. In den regel keerden allen, die belast wa ren met het overbrengen van gelden van de bank te Roosendaal naar de fabriek, per au tobus terug naar Stampersgat, omdat de au tobus juist voor de fabriek stopt. In tegen stelling met deze gewoonte was de man met den stoomtram van 3.15 uur uit Roosendaal naar Stampersgat vertrokken. Het geld was in twee geldzakken gedaan, die daarop men in een geldzak vereenigd waren. Toen hij met de gevulde geldzakken op de fabriek het beste dagelijksche middel ter opwekking en verfrissching. terugkwam werden deze in de safe opgebor gen. Eenigen tijd later kwam de onderdirec teur op het kantoor om het geld te halen. Toen men den geldzak uit de safe had ge haald en deze opende, bleek, dat in de geld zakken inplaats van papieren geld en zilver geld oude kranten van 1927, keurig gesneden in de grootte van geldpapier, en een hoeveel heid steentjes waren. Daar de man, die on middellijk ter verantwoording was geroepen, geen verklaring kon geven van deze vreemde verdwijning, werd de marechaussee uit Steen bergen met dit verdwijnen in kennis gesteld. Hij werd eenige malen in verhoor genomen, doch kon tot op heden geen verklaring ge ven. In samenwerking met de politie te Roo sendaal wordt nu onderzocht, waar de man tijdens zijn verblijf te Roosendaal is geweest. Van andere zijde meldt men, dat de klerk van plan was met de bus naar Stam- persgat te rijden, doch deze miste, waarom hij zich naar het tramstation begaf. Daar moest hij eenigen tijd wachten, en in dien tijd is hij even in een café gegaan, waar hij aan een tafeltje ging zitten en den geldzak naast zich op den grond zette. Later is hij per tram naar Stampersgat gegaan. Uit het onderzoek is geblekeh, dat de man, in het café eenige bekenden heeft gespro ken, met wie hij gelijktijdig is vertrokken. De Cooperatië is tot een bedrag van 40.000 tegen diefstal verzekerd. Hij heeft hier den heelen morgen rondgeloopen. Hij ziet er anders wel fatsoenlijk uit, zei Hugo, het zal een kennis van eenj van de bedienden zijn. Ja, waarschijnlijk wel, zei Ashfotrd. Hij geloofde dit echter niet en zijn hart klopte heftiger, terwijl hij zich afwencflde met een onrustigen blik in de oogen. Later zag hij den man weer en dit versterk te hem in zijn vermoedens. Hij is bepaald een detectieve, daclit hij hebben eindelijk het spoor gevonden. XV. J Lord Warburton zat in zijn studeerkamer e schrijven, toen hem een kaartje werd o- erhandigd, waarop een naam stond en geen dres „John Brookfield." Hij wou u over zaken spreken, mylord, ei de bediende. Goed. Brookfield werd binnengelaten. De graaf yist eerst niet wat te denken, maar opeens iep hij r U komt mij zeker spreken over dien pony. Neen, mylord. Ik kom van Scotlaaid Yard. Zoo En wat kan ik voor u doerr Neem aats. De man ging zitten. r Ik kom voor een kiesche zaak en daarom ieb ik mij maar niet bekend gemaakt bij de ledienden. Heel wel. Maar de zaak betreft tcfch ;een van mijn huisgenooten Niet precies dat. De zaak is, dat wij nu ongeveer een maand geleden een bericht ont vangen hebben uit New York over iemand, die bekend stond als Clement Redmayne. Iemand had een valsche handteekeming gezet en dit misdrijf was begaan op een ;bank te Chicago. Die persoon was g evlucht met honderdduizend dollars en in liet eerst kon men zijn spoor niet vinden. Toen is er iets ontdekt en is er een bevel tot in hechtenis neming uitgevaardigd tegen Clement Red mayne. Lord Warburton had aandachtig toegeluis terd en zei nu Ik zie nog niet in, hoe ik u hierin behulp zaam kan zijn. Die Redmayne had een geschiedenis, ging de detective voort, hij was een heel knap uitziend man, maar was in slecht gezelschap geweest en scheen weinig middelen van be staan te hebben. Sommige van de banknoten werden bij hem nagespeurd en dienzelfden avond verdween hij. Tot New York is hij ver der nagespeurd, maar daar verdween hij spoorloos. De politie dacht, dat hij hierheen was vertrokken, dus zonden zij bericht aan Scotland Yard. Ja, en wat dan Er logeert hier bij u een heer uit Ame rika, mylord, die precies overeenkomt met de beschrijving. Het is mijn plicht om u voor hem te waarschuwen en u om inlichtingen te verzoeken, voor zoover u die geven kunt. Misschien had lord Warburton al verwacht, want hij scheen niet te ontstellen, maar bleef met een strak gelaat zitten en zei: U bedoelt zeker mijnheer Asford Ja, hij noemt zich Ashford of Basil Tem pest, die laatste naam is zijn ware naam. Hij heeft al een half dozijn andere namen gehad. Basil Tempestherhaalde lord Warbur ton. Hij was nu diep ontsteld en werd doodelijk bleek. Er konden geen twee zulke zelfde na men zijn dus deze man was wel wezenlijk zijn zoon en de gelijkenis kwam wel uit. Welk een ontdekking voor hem Hij had als vader zijn zoon verwaarloosd en vond hem nu zoo terug. Hij had een veel be ter mensch kunnen zijn, als hij steeds onder goede leiding geweest was. Die gedachten schoten hem bliksemsnel CENTRAAL GENOOTSCHAP VOOR KINDERHERSTELLINGS- EN VAC ANTIEKOLONIES. Midden- wintergroenen in Koloniehuizen. Op liet oogenblik zijn van cle 10 kolo- niehuizen van het Centraal Genoot- ehap nog 8 in exploitatie. Tegen 20 December worden er nog 4 gesloten, om eind Januari en later we derom weer gevuld te worden met zwak ke kinderen. Juist in een tijd. dat vaak de verdien sten thuis het geringst zijn, als het zwakke kind in stad en land in be dompte kamertjes of kamers ten prooi is aan lusteloosheid en aan verveling, dus in de troostelooze donkere dagen als het slappe kind het allermeest een flinke steun tot verhoogd weerstands vermogen noodig heeft, staan alleen bij het Centraal Genootschap 6 mooie en vakkundig ingerichte koloniehuizen le dig. Evenzeer is dit het geval bij tal van zustervereenigingen. Zoowel hygiënisch als economisch is dit onjuist. En bovendien is het niet goed, dat de Opleiding van liet personeel tot de mooi- taak van kinderzorging telken jare wordt afgebroken. Ons land begint een mooie plaats in te nemen op gebied van kinderzorg, maar blijft achterlijk ten opzichte van de wintervcrpleging. De herhaaldelijk gecontroleerde resul taten zijn zóó gunstig, dat het te ver wonderen is, dat zoo weinig zwakke kinderen gebruik maken van de mooie gelegenheden bij het Centraal Genoot schap en bij vele andere vereenigingen, tot het volgen van een sterkende kuur, door het hoofd en hij kon zoo gauw geen woorden vinden om iets passends te zeggen. - Kent u hem vroeg de detective einde lijk. De naam klonk mij bekend, zei lord War burton op bedaarden toon, maar ik kan mij vergissen. Nooit heb ik dien echter van mijn heer Ashford gehoord en ik moet zeggen, dat ik geen reden zou hebben om hem niet te respecteeren. Het zou mij erg gespeten heb ben, als een gast van mij zoo in mijn huis zou zijn beleedigd geworden. Ik geloof, dat u den vluchteling elders zult moeten zoeken. - Bedoelt u dus, dat u er zeker van is, dat dit niet de gezochte persoon is vroeg de detective verwonderd. Volkomen zeker, herhaalde lord Warbur ton op beslisten toon, hij is een groot vriend van mijn neef. Zijn antecedenten zijn mij volkomen be^ kend en deze beschuldiging zou belachelijk zijn. De detective stond op om heen te gaan en zei In dat geval behoef ik u niet langer op te houden en moet ik mij verontschuldigen over de vergissing, die ik begaan heb. Als ik had kunnen denken, dat u alles wist van de antecedenten van den heer Ashford, dan zou ik niet zoo onbescheiden geweest zijn om dergelijke onderstellingen te maken, als ik gedaan heb, maar ik weet, dat jonge heeren soms toevalüg met iemand kennis maken van wiens geschiedenis zij weinig of niets af we ten en omdat in dit geval de gelijkenis uit kwam Er is nog niets kwaads gebeurd, vriend, zei lord Warburton, mijn gast moet maar niets van de zaak weten, die hiermede moet afloopen. Ik hoop dat uw pogingen elders meer succes zullen hebben. U wilt zeker wel iets gebruiken Heel graag, mylord. (Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Wieringer courant | 1930 | | pagina 1