21e Jaargang. Dinsdag 9 December 1930 No. 95 SB NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR WIERINGEN EN OMSTREKEN DE VERSCHOPPELING. ■WIERINGER COURANT^ VERSCHIJNT ELREN DINSDAG en VRIJDAG. abonnementsprijs per 3 maandrn 1. UITGEVER i CORN. J. BOEKER, WIERINGEN BUREAU Hippolytnshoei Wieringen. Telefoon Intercontm. No. 19. ADVERTENTIëN Van 1—5 regels 0.50. Iedere regel meer 0.10 WAAROM VERGEET MEN IN Wieringen het misdeelde kind Zeven jaar reeds verschijnen er Weldadiflheidsposzegels. tegenwoordig bovendien Prentbriefkaarten, ze worden verkocht van 10 Dec tot 10 Jan. De opbrengst komt ten goede aan alle vereenigingen die zorgen voor zieke, zwakke, blinde, doove, doofstomme, ge-* brekkige achterlijke, verwaarloosde en misdadige kinderen. Ruim 350 instellingen van alle ge zindten deelen in de winst, verleden jaar kon ruim f 160.000 worden uitge keerd. Met enthousiasme wordt door mede werkers en comité's voor dit doel ge werkt in meer dan 300 plaatsen van ons land. Maar niets in Wieringen. Tevergeefs trachtten wij hier medewerking te vinden. Is hier niemand die wil deelnemen aan dit nationale werk van Weldadig heid Is hier niemand die bereid is zich één maand lang een beetje in te spannen voor het Misdeelde Kind Is er niemand, die daarvoor reclame platen wil verspreiden En is er niemand die voor Kerstmis en Nieuwjaar Weldadigheidspostzegels en Prentbriefkaarten voor het Misdeelde Kind wil verkoopen Het is niet denkbaar Weet men dat jaarlijks plm 160.000 Misdeelde Kinderen anders dan in ei gen gezinnen worden verzorgd d.w z. in GeStichten, Koloniehuizen, hij pleeg ouders Wie slaat dit jaar in Wieringen de hand aan de ploeg Ondergeteekende ontvangt gaarne vóór 15 Dcc. a.s. opgave van een of meer bereidwillige personen. Nadere gegevens worden door onder geteekende met genoegen verstrekt. Men zie ook elders in dit blad. Namens de Centrale Propaganda Commissie, Jkvr. Mr. M. J. E. B. Alting von Geusau. Secretaresse Den Haag, Nicolaistraat 17. Weldadigheidspostzegels en Prent briefkaarten voor het MISDEELDE KIND. 10 December 1930 tot en met 9 Jan. 1931 Een aanbeveling van dc alom beken de postzegels mag overbodig schijnen, toch zijn er, ondanks 7 jaren gestadig doordringende propaganda, nog Neder landers tot wie de beteekenis van bo venstaand opschrift niet is doorgedron gen. Ziehier de beteekenis: IEDER KOOPT: le. Uitsluitend Weldadigheidspostze gels. 4 verschillende zegels Frankeerwaarde Prijs Lente lVs .ct. 3 ct. Zomer 5 ct. 8 ct. Herfst 6 ct. 10 ct. Winter 12»'2 ct. 16 cL 2e. Minstens 2 serie's Prentbriefkaarten 6 reproducties naar schilderijen van Maris en Neuhuys prijs 35 ct. 6 reproducties naar ontwerpen van Edz. Koning (in kleuren) prijs 35 ct. Gevolg: Gij steunt pijn. 350 vereenigingen, van alle gezindten, dus ook van Uw ei- gen richting, die zorgen voor Misdeelde FEUILLETON. Kinderen. Onder Misdeelde Kinderen verstaat men in dit verband Zieke, Zwakke, Praetubcreuleuse, Achterlijke, Zwakzinnige, Verwaarloosde, Misdadige Gebrekkige, Blinde,, Doove, Doofstom me Kinderen, voor wier opvoeding an dere dan normale verzorging in het ei gen gezin noodig is. Wat reeds werd bereikt: Verleden jaar bedroeg de netto-op- bi enst. f 162.370.29, in één maand bijeen gebracht. Hiervan profiteerden: A. Voor achterlijke en zwakzinnige kin deren: 3 Katholieke, 3 Protestantsche, 2 Joodsche en 7 Neutrale vereenigingen die samen ontvingen f 15.343.66. B. Voor Zieke en Zwakke Kinderen o.a. vacantiekolonies): 8 Protestantsche, 26 Katholieke, 4 Joodsche, en 44 Neutra le vereenigingen, die samen ontvingen f 27.053.19. C. Voor verwaarloosde en Misdadige Kinderen: 23 Afd. der Vereen, tot Steun 20 afd. der Vereen. Kinderzorg; 49 afd. der Vereen. Liefdewerk voor Kinderbe scherming; 10 afd. der Vereen. Pro Ju- ventute; 4 Afd. der Vereen. Onderlin ge Vrouwenbescherming; 8 Afd. der Vereen. Kinderhulp, en voorts 6 Jood sche, 37 Protestantsche, 42 Katholieke en 36 neutrale vereenigingen, die alle kzajnen ontvingen f111.152.42. D. Voor Blinde, Doove, Doofstomme en Gebrekkige Kinderen: 9 neutrale, 3 Ka tholieke en 2 Protestantsche vereenigin gen die samen f 8.821.02ontvingen Het ontstaan der Weldadigheidspostzegels voor het Kind is te danken aan de noodzake lijke bezuiniging op de subsidies, welke de be trokken vereenigingen genoten. Nu wordt een deel van de verzorging der misdeelde jeugd gelegd in handen van ONS ALLEN DOOR ONZE VRIJWILLIGE BIJ DRAGEN, hoe klein ook, allen bij elkaar ge zameld, wordt aan onze jeugd een geestelijk en lichamelijk zoo goed mogelijke opvoeding gegeven. Een nationale plicht is het voor een ieder om hieraan mee te doen, een plicht die we met liefde en trots vervullen. Omstreeks Kerstmis en Nieuwjaar is er bij na niemand die niet 1 of meer postzegels of briefkaarten gebruikt Er is niemand die daarvoor WEL 6 cent maar NIET 10 kan uitgeven Maar dan is er ook niemand die het Mis deelde kind zou durven vergeten Zeker niet wanneer men weet, dat er 60.000 kinderen zijn aan wie de opbrengst ten goede komt. (19. pe graaf belde en gaf den bediende last tien detectieve mee te nemen naar de kamer van de huishoudster en hem iets aan te bie den, waarop hij met een deftige buiging van den man afscheid nam. Toen de man weg was, zonk lord Warbur- ton op een stoel neer en wischte zich het voorhoofd af. Het is dus mijn zoon De mijne, mom pelde hij en hij heeft een valsche handteeke- ning gezet. De schuld van die misdaad rust op mij Zwijgend bleef hij een poos voor zich uit staren. De zonden en verkeerdheden, die hij in zijn jeugd gedaan had, kwamen hem nu weer voor den geest en hij bedacht, hoe alles had kunnen zijn en hoe het was. Nu begreep hij, waarom hij zich zoo aangetrokken had ge voeld tot Ashford en waarom hij geweigerd had om naar Cosmo's klachten te luisteren. Het was onbewust zijn vaderlijk gevoel voor den jongeman geweest. Zonder het zelf te weten, had hij met vaderlijken trots op dezen knappen man neergezien. Een reeks van verschillende aandoeningen bestormde hem nu. Hij voelde zich als een marionet in de hand van het noodlot. Na zoo veel jaren was de knaap, nu als man opge groeid, naar zijn eigen land teruggekeerd en hij was terecht gekomen in het huis van zijn vader, dien hij nooit gekend had. Zulke dingen waren wel vreemd. Hij twijfelde geen oogenblik aan de schuld van Ashford. Het bezoek van de detectieve had de vrees, die hij reeds jaren lang gekoes terd had, bevestigd en het diende nergens toe om zichzelf te kwellen om redenen te vinden om den man vrij te pleiten. Hij wist hoe hij handelen moest, dat zag hij dadelijk in. Het De DECEMBERMAAND VOOR HET MIS DEELDE KIND. Het Geneesmiddel. üenige dagen voor den Zaterdag, die aan den 5n December voorafging, kreeg de ou de knecht v. d. Drempel steevast een bood schap van den magazijnchef, om de St. Ni- colaasrol te vervullen bij de reclame receptie, die ieder jaar in het warenhuis een bijzon dere attractie was voor jong en oud. Hij had het niet breed, kreeg vijf gulden voor zoo'n middag en halven avond en mocht soms een snuisterijtje meenemen voor zijn eigen gezin, waar om financieele redenen het Si. Nicolaas feest niet of slechts zeer bescheiden gevierd kon worden. De firma was op zijn medewerking gesteld, want hij genoot bij het publiek een zekere populairiteit door de waardigheid, waarmede hij den purperen mantel en den mijter droeg, door zijn vriendelijkheid en het minzame ge baar, dat de kleinen op hun gemak stelde. Men had ook iemand uit het personeel voor die rol kunnen aanwijzen, maar hield vast aan de traditie, temeer omdat v. d. Drempel altijd onmiddellijk bereid werd gevonden en de benoeming blijkbaar op prijs stelde. Ook ditmaal was de uitnoodiging gekomen, maar thans ging v. d. Drempel met looden schoenen. Zijn eenig kleinkind lag ernstig ziek en op den crisisdag zou hij andere kin deren blij moeten maken terwijl zijn gedach ten natuurlijk voortdurend bij zijn naamge nootje zouden zijn. De uitnoodiging afslaan deed hij niet. Dat kon niet meer en het scheelde hem te veel, ook al, omdat het ventje in zijn koortsachtig begeeren van het ziekbed om cadeautjes ge smeekt had. Hij stapte dus naar het warenhuis, tegelijk met den jongen pasgeyestigden dokter, wiens uiterlijk den ernst van den toestand verried. U bent laat, v. d. Drempel, zeide de chef haast u wat, de kinderen drommen al buiten. Ja ja, mompelde de ongelukkige groot vader verontschuldigend. Een kwartier later troonde hij in den fau teuil, streek door zijn witten baard, lachte de kinderen toe en streelde angstige kleuters geruststèllend onder de kin. De directeuren zagen het evenwel de Sint leek betrokken, zijn oog was vertroebeld en zijn hand beefde, als hij de pakjes en de zakjes aan het jonge volkje overhandigde. De man is ziek of hij wordt te oud, meen de de chef, we moeten het volgend jaar naar een ander uitzien. Dat gestaar maakt de kin deren bang. v. d. Drempel ving het losse gezegde op en keek schichtig om. Hij bepaalde zijn aan dacht weer bij zijn werk, het spelen van de St. Nicolaasrol en hij voelde zich een paljas. De tegenstelling was wel schrijnend. Het liep tegen zessen, toen een vriendelijke dame, die tot de laatste bezoekers behoorde en instinct matig het leed van den gebogen Sint gevoeld scheen te hebben, tot hem doordong en een praatje aanknoopte. Hebt u zelf ook kinderen v. d. Drempel schrikte en plotseling, impul sief vertelde hij. Ja, en een kleinkind,, maar het is heel erg ziek. Neem dan dien beer mee, dat zal het baasje wel opvroolijken. O, mevrouw De Sint ontstelde van deze goede gast, maar de dame glimlachte, liep naar den chef, liet den beer inpakken, noteerde een adres en fluisterde hem iets in het oor. Klokslag 6 uur werd de receptie opgeheven. De chef kondigde het aan. Jongelui, St. Nicolaas gaat thans weer verder. De auto wacht op hem, hij moet nog naar andere kindertjes. De auto v. d. Drempel vertrouwde zijn ooren niet. Zoover had de firma hét nog nooit doorge dreven. Met een auto en door de straten, het lokte hem allerminst aan. Hij liep onzeker naar beneden, doch kijk, daar wachtte hem alweer de goede fee. Ik zal u even naar huis laten brengen. In een oogwenk reed de snelle auto v. d. Drempel naar huis. Hoe is 't vroeg hij fluisterend en nau welijks ademend. Hij roept om den Sint en ijlt om cadeau tjes Ik kom en mèt een cadeautje. Hij trad in vol ornaat in de ziekenkamer. Wel kleine man, dacht je, dat ik jou zou vergeten Het kind keek* den held van zijn droomen vol verrukking aan. Het bedaarde, scheen vol daan, was tevreden. Het strakke gezichtje ont spande, de handjse grepen den pluchen beer, het hoofd legde zich op zij en terwijl de Sint hem glimlachend toedekte, sliep de knaap rustig in. Gered, zei een stem achter «jen grootva- Het was de dokter en naast hem weer de hulpvaardige damedokter's vrouw. DE LANDBOUWCRISIS. ergste was nu gebeurd, het was te laat om het kwaad te herstellen en het scheen hem toe zijn plicht te zijn om voor goed zijn deur voor den gevonden zoon te sluiten terwille van zijn vrouw en zijn jongsten zoon. Hij beide en zei tot den bediende, die ver scheen Zeg aan mijnheer Ashford, dat ik hem gaarne even hier zou willen spreken. Terwijl hij wachtte op Ashford's komst, liep hij zenuwachtig de kamer op en neer. Hij scheen alles te hebben, wat hem gelukkig kon maken rijkdom, een hooge positie, een mooie vrouw, een erfgenaam en toch zou hij op het oogenblik gaarne van plaats geruild hebben met een van zijn huisknechts. Als hij vroeger maar oprecht geweest was, dan zou hij dit bittere uur nooit hebben be hoeven te doorleven en hij zou trotsch heb ben kunnen zijn op zijn oudsten zoon. Het was een goede trek in zijn karakter, dat hij zichzelf meer hard viel over het mis drijf dat Bazil begaan had dan den jongeman zelf. De deur ging open en Ashford verscheen. Uiterlijk zou men gezegd hebben, dat hij niet verwachtte iets verkeerd te hooren, want zijn zijn gelaat stond opgeruimd Hij liep hoog opgericht met vasten tred bij het binnenko men. Lord Warburton kon niet nalaten zijn blik vol trots op die knappe gestalte te vesti gen. Hij zuchtte diep. Er werd mij gezegd, dat u mij wilde spreken, lord Warburton, begon de jonge man. Ja, Ashford, zei lord Warburton, ga zit ten, ik heb een ernstige zaak met je te be spreken. Waarlijk, zei de jongeman op ernstigen toon. Lord Warburton ging zitten en vroeg Is de deur dicht Ja, goed dicht. Ik heb niet over een aangenaam onder- Uitstel van zegels-plakken. Het Tweede Kamerlid de heer Braat heeft den minister van Arbeid, H. en N. de volgen de vragen gesteld Is de minister bereid, mede te deelen, waar om in dezen landbouwcrisistijd de Raad van Arbeid te Brielle weigert, om aan landbou wers, die slechts uitstel vragen voor het plakken van rentezegels, dat uitstel te verlee- nen Is de minister bereid te bevorderen, dat als nog dit uitstel aan «hen, die dit vragen, voor een billijken tijd wordt verleend .LANDBOUWCRISIS EN SMEDEN- EN TIMMERLIEDEN. De organisatie van Smeden en Timmerlie den op Overflakkee en Goedereede hebben adhaesie betuigd aan het streven der Land bouworganisaties. De motie, waarin de ziens wijze der timmerlieden is neergelegd, laten Wij hier volgen, de smeden spraken zich in denzelfden geest uit. Genoemde motie luidt „De Timmerliedenpatroonsvereeniging „Ee- nigheid vermag veel", gevestigd te Sommels- öijk, omvattende vrijwel alle timmerlieden patroons van het eiland Overflakkee en Goe dereede, gezien den zeer slechten toestand, waarin zich de landbouw bevindt, gelet op de nu reeds merkbare gevolgen daarvan óók voor de timmerlieden, gelet op de motie, aangenomen in de pro testvergadering van 7 November 1.1., gehou den te Middelharnis en uitgaande van de drie afdeelingen van de Holl. Mij. v. Landbouw op ons eiland. besluit aan deze motie haar adhaesie te be tuigen en van dit besluit mededeeling te doen aan den minister van Landbouw en aan de Tweede Kamer." Opgemerkt zij, dat de afdeelingen zich on der meer uitspraken voor het maal- en meng gebod en bescherming der suikerbietenteelt. HET MAAL- EN MENGGEBOD. Het November-nummer van „Maatschappij Belangen bevat een artikel van den heer Jan Schilthuis over het ontwerp-Tarwewet. De schrijver komt hier in tot de volgende conclu sie Met het voordeel, dat de tarwe-verbouwers, die 6 a 7 van het Nederlandsche bouwland in gebruik hebben, uit een maal en mengge- bod kunnen verkrijgen ten koste van de ge- heele Nederlandsche bevolking, die in de prij zen der tarweproducten (hoofdzakelijk brood) de kosten moet onbrengen, gaat dus gepaard le vernietiging of althans zeer sterke ach teruitgang van het bedrijf der importeurs van en handelaren in buitenlandsche tarwe bloem en benadeeling der talrijke van hen afhankelijke werknemers. 2e. ernstige benadeeling der fabrieken van biscuits, speculaas, enz. 3e. benadeeling van den pluimveehouders en den eieren export. 4e. gevaar voor Amerikaansche maatrege len ten nadeele van den tuinbouw. 5e. kostbaar en ook om verschillende an dere redenen zeer ongewenscht ambtelijk toe zicht op tallooze bedrijven. 6e. waarschijnlijke oprichting van een re- geerings-aankoop en distributie-bureau voor Nederlandsche tarwe en de daarvan vervaar digde bloem en meel. 7e. verhooging van den broodprijs en ach teruitgang van de kwaliteit van het brood. 8e. schade aan stoomvaartlijnen en andere vervoerbedrijven. In een artikel over het „Maal- en mengge- bod en overheidssteun in de crisis" in het zelfde orgaan, komt de redacteur, mr. Bie- rens de Haan, tot de volgende conclusies werp te spreken, maar het is mijn plicht het te doen. Het schijnt, dat je mij niet volkomen de waarheid omtrent jezelf hebt gezegd. Je bent hier gekomen onder een valschen naam. Mylord Laat mij uitspreken, er is een detective uit Scotland Yard hier in huis. Hij zoekt een persoon, die Clement Redmayne zou heeten en die door de politie te Chicago gezocht wordt wegens valschheid in geschrifte. Ashford sprong verschrikt op en riep Is er een detectieve hier in huis Hij zag erg bleek. Ja, antwoordde lord Warburton, hij is hier in huis, maar hij zal je niet lastig vallen. Ik heb hem op mijn woord verzekerd, dat hij zich in de identiteit vergist. Hebt u daar uw woord op gegeven Ja, dat heb ik gedaan om je er uit te redden, maar zeg mij de waarheid. Ontken maar niet, je bent die persoon wel. Ik mocht je gaarne lijden, Ashford, van den dag af dat ik je voor het eerst ontmoette. Ik dacht heel iets anders van je dan dit en ik wou, dat je aan mijn verwachting beant woord had, terwille hiervan heb ik je nu be schermd, wat ik eigenlijk niet had mogen doen. Hoe kan ik u ooit genoeg danken Ashford op zachten toon, ik weet wel, dat ik uw goedheid niet verdien en dat ik van uw gastvrijheid misbruik heb gemaakt op een schandelijke manier, maar Lord Warburton hief de hand op als om de dankbaarheid van den jongeman te stuiten en ging voort Ik geef je nu de gelegenheid om te ont snappen, ik behoef natuurlijk niet te zeggen, dat je mijn huis terstond moet verlaten. —Moet dat Goede hemelDacht je, dat ik je nu nog zou toestaan om te blijven Steun mag niet bestaan in hulp, die, bij tij delijke verlichting, het ondersteunde bedrijf dringt in een richting, die op den duur geen uitkomst biedt. De steun moet tijdelijk zijn. De tijdelijk heid van den steun moet duidelijk blijken in de wijze, waarop deze verleend wordt. Het moet zoo duidelijk mogelijk zijn, hoe - groot het bedrag is, dat de gemeenschap be steedt voor steun aan bepaalde groepen van belangen. Dit bedrag moet geheel aan de belangheb benden ten goede komen. Het moet blijken, dat belanghebbenden niet slechts dezen steun inderdaad noodig hebben, maar dat het bovendien een landsbelang is, hun dezen te verleenen. De steun' aan een bepaalde groep moet be schouwd worden in verband met de belangen van andere groepen. Het ontwerp maal- en menggebod voldoet ongeveer aan geen van deze eischen. Het is, naar de schrijver meent, met andere derge lijke voorstellen, volstrekt verwerpelijk. Naar zijn inzicht wordt hieraan het best voldaan door, waar tijdelijke steun noodza kelijk blijkt, dezen te verleenen in den vorm van credieten tegen matige rente of wel ren teloos, desnoods van subsidies of wel door kwijtschelding of opschorting van belasting schuld. Slechts op grond van een weloverwogen plan, geleid door een vaste gedachte, lettend op de moeilijkheden van hét"géheele bedrijfs leven en bewust van de consequenties en, daarbij moet gevoegd worden verheven bo ven partij-politieke belangen slechts zoo mogen Regeering en Staten Generaal beslissen tot tijdelijken steun aan in nood verkeeren- de takken van ons bedrijfsleven. BINNENL. NIEUWS. ROEIBOOT OMGESLAGEN. Twee menschen verdronken. Het V. D.-bureau meldt uit Hank N. Br. Gistermiddag kwamen de gebroeders W. en P. Rijke, oud resp. 20 en 22 jaar, en A. van Dinteren, oud 70 jaar, werkzaam in den Bies- bosch, door den polder Gesterd van hun werk. Plotseling sloeg het roeibootje, waarin zij zich naar huis begaven, door onbekende oor zaak om. De gebroeders Rijke verdronken. Van Dinteren werd gered door passeerende arbeiders. De slachtoffers waren ongehuwd. Hun lijken zijn nog niet gevonden. AUTO TE WATER. De inzittenden gered. Zaterdagmiddag omstreeks half vier is een auto-ongeluk gebeurd, dat ernstige gevolgen had kunnen hebben, doch dat wonder boven wonder goed is afgeloopen. Een geneesheer uit Edam was, vergezeld van een kennis, per auto op weg van Amsterdam naar eerstgenoemde plaats. Op den weg langs het Broekermeer, die ter plaatse zeer smal ié, moest de auto uitwijken voor een uit tegenovergestelde rich ting komende vrachtwagen en slipte daarbij, tengevolge waarvan de auto in het Broeker meer reed. De wagen kwam met de vier wie len naar boven in het water te liggen. Dank zij de gelukkige omstandigheid, dat het onge val geschiedde in de nabijheid van een boer derij. waar ter gelegenheid van een Sint Ni- colaasfeestje een groot gezelschap, o.w. een dokter, aanwezig was en op kort gelegen af stand een twaalftal gemeentewerklieden be zig waren baggerwerk te verrichten, schoot van alle kanten hulp toe. Met vereende krach ten slaagde men er in de auto tedoen kante len, waarna de beide inzittenden konden worden bevrijd. De geneesheer had reeds het bewustzijn verloren de ander was echter nog bij kennis. Dr. Van Paree mocht er in slagen na toepassing van kunstmatige ademhaling de levensgeesten van den drenkeling op te wekken, waarna beide personen per auto van den Amsterdamschen G. G. en G. D. naar E- dam werden vervoerd. Ontsteld staarde Ashford hem aan en vroëg op smeekenden toon O, zend mij niet voor goed weg, lord Warburton Nog niet, heb toch medelijden met mij en laat mij nog een paar dagen, nog een enkelen dag blijven. En waarom dring je er zoo op aan om te blijven Wat heb je met ons te maken, dat je dit zoo gaarne wilt Och, ik ben hier zoo gezellig, zei Ash ford, iedereen is zoo goed voor mij. Anders niets Neen. Op je woord Ik ben verliefd op uw pupil. Wat Op Mary Maturin Ja. Dacht u, dat ik geen gevoel had, om dat ik Dat is onmogelijk, zei de graaf op hefti- gen toon, ik begrijp niet, hoe je nog den moed kunt hebben, om dat te vragen. Ik geef je nu een kans om te ontkomen en meer kan ik niet voor je doen, nu natuurlijk nog minder, nu je mij dit bekend hebt. Als Mary's voogd en als heer des huizes verbied ik je om haar terug te zien. Je moet weg. Ge nu Geef u mij tenminste permissie om af scheid vaar haar te nemen. Neen, vergeet je geheel en al, dat zij de aanstaande is van mijn zoon En vergeet je ook geheel, wie en wat jezelf bent Verlaat onmiddellijk dit huis, anders zou het mij spij ten, dat ik je hier ooit toegelaten had en dat ik je nu beschermd heb voor de gevolgen van je misdaad. Mijn misdaad riep Ashford, zou het ee nig verschil in uw besluit brengen, als ik i zwoer, dat ik onschuldig ben aan een mis daad Neen, onschuldige menschen gaan niet op de vlucht. Soms wel. Dan zijn het lafaards. Je hebt ons bedro gen misbruik gemaakt van mijn gastvrij heid. Nu je schuld uitgekomeri is, heb je nog de onbeschaamdheid mij te vragen om hier te mogen blijven als een geëerde gast in het gezelschap van mijn vrouw en van de aan staande van mijn zoon, wie je het hof wilt maken. Het klinkt vreemd, dat is zoo, zei Ash ford, die nu zijn zelfbeheersching had herkre gen. Ik geloof, dat u mij aanziet voor een doortrapten schelm, maar het is mij alleen te- gengeloopen en niet geheel mijn schuld. Herinnert u zich no^ dat gesprek, dat ik met u had op den dag van uw thuiskomst. Wij spraken er over, dat er jongelieden wa ren, die opgroeiden zonder dat iemand naar hen omkeek gedurende hun jeugd. Ja, dat herinner ik mij zeer goed, zei de graaf. Nu, zoo ben ik opgegroeid. Ik heb u toen niet de waarheid gezegd, ik heb mijn vader nooit gekend, hij nam geen notitie van mij en mijn moeder was dood. De menschen, die op mij pasten waren niet veel bijzonders. Ik ben in den wilde opgegroeid en ik gaf om nie mand. Op school vroegen de jongens mij, wie mijn vader was en zij lachten mij uit, als ik zei, dat ik het niet wist. Ik haatte die jon gens, ranselde ze af en zij hadden ook een hekel aan mij. Ik was dertien jaar oud, toen ik in Amerika kwam en ik had zelf mijn pas sage betaald door er voor op de boot te wer ken. Sedert dien tijd heb ik voor mijzelf moeten zorgen en dat was lastig genoeg. Het spijt' mij erg voor je, zei lord War burton op bijna onhoorbaren toon, men kan je niet hard vallen over iets kwaads, zooals men dat een ander doen zou. Maar toch is het jammer Het is een verkwist leven Ie mand, die zoo knap van uiterlijk is, had den goeden weg op moeten gaan, Ashford. (Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Wieringer courant | 1930 | | pagina 1