21e Jaargang.
Dinsdag 9 December 1930
No. 95
SB NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR
WIERINGEN EN OMSTREKEN
DE VERSCHOPPELING.
■WIERINGER COURANT^
VERSCHIJNT ELREN
DINSDAG en VRIJDAG.
abonnementsprijs
per 3 maandrn 1.
UITGEVER i
CORN. J. BOEKER, WIERINGEN
BUREAU
Hippolytnshoei Wieringen.
Telefoon Intercontm. No. 19.
ADVERTENTIëN
Van 1—5 regels 0.50.
Iedere regel meer 0.10
WAAROM VERGEET MEN IN
Wieringen het misdeelde kind
Zeven jaar reeds verschijnen er
Weldadiflheidsposzegels. tegenwoordig
bovendien Prentbriefkaarten, ze worden
verkocht van 10 Dec tot 10 Jan.
De opbrengst komt ten goede aan alle
vereenigingen die zorgen voor zieke,
zwakke, blinde, doove, doofstomme, ge-*
brekkige achterlijke, verwaarloosde en
misdadige kinderen.
Ruim 350 instellingen van alle ge
zindten deelen in de winst, verleden
jaar kon ruim f 160.000 worden uitge
keerd.
Met enthousiasme wordt door mede
werkers en comité's voor dit doel ge
werkt in meer dan 300 plaatsen van ons
land.
Maar niets in Wieringen. Tevergeefs
trachtten wij hier medewerking te
vinden.
Is hier niemand die wil deelnemen
aan dit nationale werk van Weldadig
heid
Is hier niemand die bereid is zich één
maand lang een beetje in te spannen
voor het Misdeelde Kind
Is er niemand, die daarvoor reclame
platen wil verspreiden
En is er niemand die voor Kerstmis en
Nieuwjaar Weldadigheidspostzegels en
Prentbriefkaarten voor het Misdeelde
Kind wil verkoopen
Het is niet denkbaar
Weet men dat jaarlijks plm 160.000
Misdeelde Kinderen anders dan in ei
gen gezinnen worden verzorgd d.w z.
in GeStichten, Koloniehuizen, hij pleeg
ouders
Wie slaat dit jaar in Wieringen de
hand aan de ploeg
Ondergeteekende ontvangt gaarne
vóór 15 Dcc. a.s. opgave van een of meer
bereidwillige personen.
Nadere gegevens worden door onder
geteekende met genoegen verstrekt.
Men zie ook elders in dit blad.
Namens de Centrale Propaganda
Commissie,
Jkvr. Mr. M. J. E. B. Alting von Geusau.
Secretaresse
Den Haag, Nicolaistraat 17.
Weldadigheidspostzegels en Prent
briefkaarten voor het
MISDEELDE KIND.
10 December 1930 tot en met 9 Jan. 1931
Een aanbeveling van dc alom beken
de postzegels mag overbodig schijnen,
toch zijn er, ondanks 7 jaren gestadig
doordringende propaganda, nog Neder
landers tot wie de beteekenis van bo
venstaand opschrift niet is doorgedron
gen. Ziehier de beteekenis:
IEDER KOOPT:
le. Uitsluitend Weldadigheidspostze
gels. 4 verschillende zegels
Frankeerwaarde Prijs
Lente lVs .ct. 3 ct.
Zomer 5 ct. 8 ct.
Herfst 6 ct. 10 ct.
Winter 12»'2 ct. 16 cL
2e. Minstens 2 serie's Prentbriefkaarten
6 reproducties naar schilderijen van
Maris en Neuhuys prijs 35 ct.
6 reproducties naar ontwerpen van Edz.
Koning (in kleuren) prijs 35 ct.
Gevolg:
Gij steunt pijn. 350 vereenigingen,
van alle gezindten, dus ook van Uw ei-
gen richting, die zorgen voor Misdeelde
FEUILLETON.
Kinderen. Onder Misdeelde Kinderen
verstaat men in dit verband Zieke,
Zwakke, Praetubcreuleuse, Achterlijke,
Zwakzinnige, Verwaarloosde, Misdadige
Gebrekkige, Blinde,, Doove, Doofstom
me Kinderen, voor wier opvoeding an
dere dan normale verzorging in het ei
gen gezin noodig is.
Wat reeds werd bereikt:
Verleden jaar bedroeg de netto-op-
bi enst. f 162.370.29, in één maand bijeen
gebracht.
Hiervan profiteerden:
A. Voor achterlijke en zwakzinnige kin
deren: 3 Katholieke, 3 Protestantsche,
2 Joodsche en 7 Neutrale vereenigingen
die samen ontvingen f 15.343.66.
B. Voor Zieke en Zwakke Kinderen o.a.
vacantiekolonies): 8 Protestantsche,
26 Katholieke, 4 Joodsche, en 44 Neutra
le vereenigingen, die samen ontvingen
f 27.053.19.
C. Voor verwaarloosde en Misdadige
Kinderen: 23 Afd. der Vereen, tot Steun
20 afd. der Vereen. Kinderzorg; 49 afd.
der Vereen. Liefdewerk voor Kinderbe
scherming; 10 afd. der Vereen. Pro Ju-
ventute; 4 Afd. der Vereen. Onderlin
ge Vrouwenbescherming; 8 Afd. der
Vereen. Kinderhulp, en voorts 6 Jood
sche, 37 Protestantsche, 42 Katholieke
en 36 neutrale vereenigingen, die alle
kzajnen ontvingen f111.152.42.
D. Voor Blinde, Doove, Doofstomme en
Gebrekkige Kinderen: 9 neutrale, 3 Ka
tholieke en 2 Protestantsche vereenigin
gen die samen f 8.821.02ontvingen
Het ontstaan der Weldadigheidspostzegels
voor het Kind is te danken aan de noodzake
lijke bezuiniging op de subsidies, welke de be
trokken vereenigingen genoten.
Nu wordt een deel van de verzorging der
misdeelde jeugd gelegd in handen van ONS
ALLEN DOOR ONZE VRIJWILLIGE BIJ
DRAGEN, hoe klein ook, allen bij elkaar ge
zameld, wordt aan onze jeugd een geestelijk
en lichamelijk zoo goed mogelijke opvoeding
gegeven.
Een nationale plicht is het voor een ieder
om hieraan mee te doen, een plicht die we
met liefde en trots vervullen.
Omstreeks Kerstmis en Nieuwjaar is er bij
na niemand die niet 1 of meer postzegels of
briefkaarten gebruikt
Er is niemand die daarvoor WEL 6 cent
maar NIET 10 kan uitgeven
Maar dan is er ook niemand die het Mis
deelde kind zou durven vergeten
Zeker niet wanneer men weet, dat er 60.000
kinderen zijn aan wie de opbrengst ten goede
komt.
(19.
pe graaf belde en gaf den bediende last
tien detectieve mee te nemen naar de kamer
van de huishoudster en hem iets aan te bie
den, waarop hij met een deftige buiging van
den man afscheid nam.
Toen de man weg was, zonk lord Warbur-
ton op een stoel neer en wischte zich het
voorhoofd af.
Het is dus mijn zoon De mijne, mom
pelde hij en hij heeft een valsche handteeke-
ning gezet. De schuld van die misdaad rust
op mij
Zwijgend bleef hij een poos voor zich uit
staren. De zonden en verkeerdheden, die hij
in zijn jeugd gedaan had, kwamen hem nu
weer voor den geest en hij bedacht, hoe alles
had kunnen zijn en hoe het was. Nu begreep
hij, waarom hij zich zoo aangetrokken had ge
voeld tot Ashford en waarom hij geweigerd
had om naar Cosmo's klachten te luisteren.
Het was onbewust zijn vaderlijk gevoel voor
den jongeman geweest. Zonder het zelf te
weten, had hij met vaderlijken trots op dezen
knappen man neergezien.
Een reeks van verschillende aandoeningen
bestormde hem nu. Hij voelde zich als een
marionet in de hand van het noodlot. Na zoo
veel jaren was de knaap, nu als man opge
groeid, naar zijn eigen land teruggekeerd en
hij was terecht gekomen in het huis van zijn
vader, dien hij nooit gekend had. Zulke dingen
waren wel vreemd.
Hij twijfelde geen oogenblik aan de schuld
van Ashford. Het bezoek van de detectieve
had de vrees, die hij reeds jaren lang gekoes
terd had, bevestigd en het diende nergens toe
om zichzelf te kwellen om redenen te vinden
om den man vrij te pleiten. Hij wist hoe hij
handelen moest, dat zag hij dadelijk in. Het
De DECEMBERMAAND VOOR HET MIS
DEELDE KIND.
Het Geneesmiddel.
üenige dagen voor den Zaterdag, die aan
den 5n December voorafging, kreeg de ou
de knecht v. d. Drempel steevast een bood
schap van den magazijnchef, om de St. Ni-
colaasrol te vervullen bij de reclame receptie,
die ieder jaar in het warenhuis een bijzon
dere attractie was voor jong en oud. Hij had
het niet breed, kreeg vijf gulden voor zoo'n
middag en halven avond en mocht soms een
snuisterijtje meenemen voor zijn eigen gezin,
waar om financieele redenen het Si. Nicolaas
feest niet of slechts zeer bescheiden gevierd
kon worden.
De firma was op zijn medewerking gesteld,
want hij genoot bij het publiek een zekere
populairiteit door de waardigheid, waarmede
hij den purperen mantel en den mijter droeg,
door zijn vriendelijkheid en het minzame ge
baar, dat de kleinen op hun gemak stelde.
Men had ook iemand uit het personeel voor
die rol kunnen aanwijzen, maar hield vast
aan de traditie, temeer omdat v. d. Drempel
altijd onmiddellijk bereid werd gevonden en
de benoeming blijkbaar op prijs stelde.
Ook ditmaal was de uitnoodiging gekomen,
maar thans ging v. d. Drempel met looden
schoenen. Zijn eenig kleinkind lag ernstig
ziek en op den crisisdag zou hij andere kin
deren blij moeten maken terwijl zijn gedach
ten natuurlijk voortdurend bij zijn naamge
nootje zouden zijn.
De uitnoodiging afslaan deed hij niet. Dat
kon niet meer en het scheelde hem te veel,
ook al, omdat het ventje in zijn koortsachtig
begeeren van het ziekbed om cadeautjes ge
smeekt had.
Hij stapte dus naar het warenhuis, tegelijk
met den jongen pasgeyestigden dokter, wiens
uiterlijk den ernst van den toestand verried.
U bent laat, v. d. Drempel, zeide de chef
haast u wat, de kinderen drommen al buiten.
Ja ja, mompelde de ongelukkige groot
vader verontschuldigend.
Een kwartier later troonde hij in den fau
teuil, streek door zijn witten baard, lachte de
kinderen toe en streelde angstige kleuters
geruststèllend onder de kin.
De directeuren zagen het evenwel de Sint
leek betrokken, zijn oog was vertroebeld en
zijn hand beefde, als hij de pakjes en
de zakjes aan het jonge volkje overhandigde.
De man is ziek of hij wordt te oud, meen
de de chef, we moeten het volgend jaar naar
een ander uitzien. Dat gestaar maakt de kin
deren bang.
v. d. Drempel ving het losse gezegde op en
keek schichtig om. Hij bepaalde zijn aan
dacht weer bij zijn werk, het spelen van de
St. Nicolaasrol en hij voelde zich een paljas.
De tegenstelling was wel schrijnend. Het liep
tegen zessen, toen een vriendelijke dame, die
tot de laatste bezoekers behoorde en instinct
matig het leed van den gebogen Sint gevoeld
scheen te hebben, tot hem doordong en een
praatje aanknoopte.
Hebt u zelf ook kinderen
v. d. Drempel schrikte en plotseling, impul
sief vertelde hij.
Ja, en een kleinkind,, maar het is heel
erg ziek.
Neem dan dien beer mee, dat zal het
baasje wel opvroolijken.
O, mevrouw
De Sint ontstelde van deze goede gast, maar
de dame glimlachte, liep naar den chef,
liet den beer inpakken, noteerde een adres
en fluisterde hem iets in het oor.
Klokslag 6 uur werd de receptie opgeheven.
De chef kondigde het aan.
Jongelui, St. Nicolaas gaat thans weer
verder. De auto wacht op hem, hij moet nog
naar andere kindertjes.
De auto
v. d. Drempel vertrouwde zijn ooren niet.
Zoover had de firma hét nog nooit doorge
dreven.
Met een auto en door de straten, het lokte
hem allerminst aan. Hij liep onzeker naar
beneden, doch kijk, daar wachtte hem alweer
de goede fee.
Ik zal u even naar huis laten brengen.
In een oogwenk reed de snelle auto v. d.
Drempel naar huis.
Hoe is 't vroeg hij fluisterend en nau
welijks ademend.
Hij roept om den Sint en ijlt om cadeau
tjes
Ik kom en mèt een cadeautje.
Hij trad in vol ornaat in de ziekenkamer.
Wel kleine man, dacht je, dat ik jou zou
vergeten
Het kind keek* den held van zijn droomen
vol verrukking aan. Het bedaarde, scheen vol
daan, was tevreden. Het strakke gezichtje ont
spande, de handjse grepen den pluchen beer,
het hoofd legde zich op zij en terwijl de Sint
hem glimlachend toedekte, sliep de knaap
rustig in.
Gered, zei een stem achter «jen grootva-
Het was de dokter en naast hem weer de
hulpvaardige damedokter's vrouw.
DE LANDBOUWCRISIS.
ergste was nu gebeurd, het was te laat om het
kwaad te herstellen en het scheen hem toe
zijn plicht te zijn om voor goed zijn deur
voor den gevonden zoon te sluiten terwille
van zijn vrouw en zijn jongsten zoon.
Hij beide en zei tot den bediende, die ver
scheen
Zeg aan mijnheer Ashford, dat ik hem
gaarne even hier zou willen spreken.
Terwijl hij wachtte op Ashford's komst, liep
hij zenuwachtig de kamer op en neer. Hij
scheen alles te hebben, wat hem gelukkig kon
maken rijkdom, een hooge positie, een mooie
vrouw, een erfgenaam en toch zou hij op het
oogenblik gaarne van plaats geruild hebben
met een van zijn huisknechts.
Als hij vroeger maar oprecht geweest was,
dan zou hij dit bittere uur nooit hebben be
hoeven te doorleven en hij zou trotsch heb
ben kunnen zijn op zijn oudsten zoon.
Het was een goede trek in zijn karakter,
dat hij zichzelf meer hard viel over het mis
drijf dat Bazil begaan had dan den jongeman
zelf. De deur ging open en Ashford verscheen.
Uiterlijk zou men gezegd hebben, dat hij niet
verwachtte iets verkeerd te hooren, want zijn
zijn gelaat stond opgeruimd Hij liep hoog
opgericht met vasten tred bij het binnenko
men. Lord Warburton kon niet nalaten zijn
blik vol trots op die knappe gestalte te vesti
gen. Hij zuchtte diep.
Er werd mij gezegd, dat u mij wilde
spreken, lord Warburton, begon de jonge
man.
Ja, Ashford, zei lord Warburton, ga zit
ten, ik heb een ernstige zaak met je te be
spreken.
Waarlijk, zei de jongeman op ernstigen
toon.
Lord Warburton ging zitten en vroeg
Is de deur dicht
Ja, goed dicht.
Ik heb niet over een aangenaam onder-
Uitstel van zegels-plakken.
Het Tweede Kamerlid de heer Braat heeft
den minister van Arbeid, H. en N. de volgen
de vragen gesteld
Is de minister bereid, mede te deelen, waar
om in dezen landbouwcrisistijd de Raad van
Arbeid te Brielle weigert, om aan landbou
wers, die slechts uitstel vragen voor het
plakken van rentezegels, dat uitstel te verlee-
nen
Is de minister bereid te bevorderen, dat als
nog dit uitstel aan «hen, die dit vragen, voor
een billijken tijd wordt verleend
.LANDBOUWCRISIS EN SMEDEN- EN
TIMMERLIEDEN.
De organisatie van Smeden en Timmerlie
den op Overflakkee en Goedereede hebben
adhaesie betuigd aan het streven der Land
bouworganisaties. De motie, waarin de ziens
wijze der timmerlieden is neergelegd, laten
Wij hier volgen, de smeden spraken zich in
denzelfden geest uit.
Genoemde motie luidt
„De Timmerliedenpatroonsvereeniging „Ee-
nigheid vermag veel", gevestigd te Sommels-
öijk, omvattende vrijwel alle timmerlieden
patroons van het eiland Overflakkee en Goe
dereede,
gezien den zeer slechten toestand, waarin
zich de landbouw bevindt,
gelet op de nu reeds merkbare gevolgen
daarvan óók voor de timmerlieden,
gelet op de motie, aangenomen in de pro
testvergadering van 7 November 1.1., gehou
den te Middelharnis en uitgaande van de drie
afdeelingen van de Holl. Mij. v. Landbouw
op ons eiland.
besluit aan deze motie haar adhaesie te be
tuigen en van dit besluit mededeeling te doen
aan den minister van Landbouw en aan de
Tweede Kamer."
Opgemerkt zij, dat de afdeelingen zich on
der meer uitspraken voor het maal- en meng
gebod en bescherming der suikerbietenteelt.
HET MAAL- EN MENGGEBOD.
Het November-nummer van „Maatschappij
Belangen bevat een artikel van den heer Jan
Schilthuis over het ontwerp-Tarwewet. De
schrijver komt hier in tot de volgende conclu
sie
Met het voordeel, dat de tarwe-verbouwers,
die 6 a 7 van het Nederlandsche bouwland
in gebruik hebben, uit een maal en mengge-
bod kunnen verkrijgen ten koste van de ge-
heele Nederlandsche bevolking, die in de prij
zen der tarweproducten (hoofdzakelijk brood)
de kosten moet onbrengen, gaat dus gepaard
le vernietiging of althans zeer sterke ach
teruitgang van het bedrijf der importeurs
van en handelaren in buitenlandsche tarwe
bloem en benadeeling der talrijke van hen
afhankelijke werknemers.
2e. ernstige benadeeling der fabrieken van
biscuits, speculaas, enz.
3e. benadeeling van den pluimveehouders
en den eieren export.
4e. gevaar voor Amerikaansche maatrege
len ten nadeele van den tuinbouw.
5e. kostbaar en ook om verschillende an
dere redenen zeer ongewenscht ambtelijk toe
zicht op tallooze bedrijven.
6e. waarschijnlijke oprichting van een re-
geerings-aankoop en distributie-bureau voor
Nederlandsche tarwe en de daarvan vervaar
digde bloem en meel.
7e. verhooging van den broodprijs en ach
teruitgang van de kwaliteit van het brood.
8e. schade aan stoomvaartlijnen en andere
vervoerbedrijven.
In een artikel over het „Maal- en mengge-
bod en overheidssteun in de crisis" in het
zelfde orgaan, komt de redacteur, mr. Bie-
rens de Haan, tot de volgende conclusies
werp te spreken, maar het is mijn plicht het
te doen.
Het schijnt, dat je mij niet volkomen de
waarheid omtrent jezelf hebt gezegd. Je bent
hier gekomen onder een valschen naam.
Mylord
Laat mij uitspreken, er is een detective
uit Scotland Yard hier in huis. Hij zoekt een
persoon, die Clement Redmayne zou heeten
en die door de politie te Chicago gezocht
wordt wegens valschheid in geschrifte.
Ashford sprong verschrikt op en riep
Is er een detectieve hier in huis
Hij zag erg bleek.
Ja, antwoordde lord Warburton, hij is
hier in huis, maar hij zal je niet lastig vallen.
Ik heb hem op mijn woord verzekerd, dat hij
zich in de identiteit vergist.
Hebt u daar uw woord op gegeven
Ja, dat heb ik gedaan om je er uit te
redden, maar zeg mij de waarheid. Ontken
maar niet, je bent die persoon wel. Ik mocht
je gaarne lijden, Ashford, van den dag af dat
ik je voor het eerst ontmoette.
Ik dacht heel iets anders van je dan dit en
ik wou, dat je aan mijn verwachting beant
woord had, terwille hiervan heb ik je nu be
schermd, wat ik eigenlijk niet had mogen
doen.
Hoe kan ik u ooit genoeg danken
Ashford op zachten toon, ik weet wel, dat ik
uw goedheid niet verdien en dat ik van uw
gastvrijheid misbruik heb gemaakt op een
schandelijke manier, maar
Lord Warburton hief de hand op als om de
dankbaarheid van den jongeman te stuiten
en ging voort
Ik geef je nu de gelegenheid om te ont
snappen, ik behoef natuurlijk niet te zeggen,
dat je mijn huis terstond moet verlaten.
—Moet dat
Goede hemelDacht je, dat ik je nu
nog zou toestaan om te blijven
Steun mag niet bestaan in hulp, die, bij tij
delijke verlichting, het ondersteunde bedrijf
dringt in een richting, die op den duur geen
uitkomst biedt.
De steun moet tijdelijk zijn. De tijdelijk
heid van den steun moet duidelijk blijken in
de wijze, waarop deze verleend wordt.
Het moet zoo duidelijk mogelijk zijn, hoe -
groot het bedrag is, dat de gemeenschap be
steedt voor steun aan bepaalde groepen van
belangen.
Dit bedrag moet geheel aan de belangheb
benden ten goede komen.
Het moet blijken, dat belanghebbenden niet
slechts dezen steun inderdaad noodig hebben,
maar dat het bovendien een landsbelang is,
hun dezen te verleenen.
De steun' aan een bepaalde groep moet be
schouwd worden in verband met de belangen
van andere groepen.
Het ontwerp maal- en menggebod voldoet
ongeveer aan geen van deze eischen. Het is,
naar de schrijver meent, met andere derge
lijke voorstellen, volstrekt verwerpelijk.
Naar zijn inzicht wordt hieraan het best
voldaan door, waar tijdelijke steun noodza
kelijk blijkt, dezen te verleenen in den vorm
van credieten tegen matige rente of wel ren
teloos, desnoods van subsidies of wel door
kwijtschelding of opschorting van belasting
schuld.
Slechts op grond van een weloverwogen
plan, geleid door een vaste gedachte, lettend
op de moeilijkheden van hét"géheele bedrijfs
leven en bewust van de consequenties en,
daarbij moet gevoegd worden verheven bo
ven partij-politieke belangen slechts zoo
mogen Regeering en Staten Generaal beslissen
tot tijdelijken steun aan in nood verkeeren-
de takken van ons bedrijfsleven.
BINNENL. NIEUWS.
ROEIBOOT OMGESLAGEN.
Twee menschen verdronken.
Het V. D.-bureau meldt uit Hank N. Br.
Gistermiddag kwamen de gebroeders W. en
P. Rijke, oud resp. 20 en 22 jaar, en A. van
Dinteren, oud 70 jaar, werkzaam in den Bies-
bosch, door den polder Gesterd van hun werk.
Plotseling sloeg het roeibootje, waarin zij
zich naar huis begaven, door onbekende oor
zaak om. De gebroeders Rijke verdronken.
Van Dinteren werd gered door passeerende
arbeiders. De slachtoffers waren ongehuwd.
Hun lijken zijn nog niet gevonden.
AUTO TE WATER.
De inzittenden gered.
Zaterdagmiddag omstreeks half vier is een
auto-ongeluk gebeurd, dat ernstige gevolgen
had kunnen hebben, doch dat wonder boven
wonder goed is afgeloopen. Een geneesheer uit
Edam was, vergezeld van een kennis, per auto
op weg van Amsterdam naar eerstgenoemde
plaats. Op den weg langs het Broekermeer,
die ter plaatse zeer smal ié, moest de auto
uitwijken voor een uit tegenovergestelde rich
ting komende vrachtwagen en slipte daarbij,
tengevolge waarvan de auto in het Broeker
meer reed. De wagen kwam met de vier wie
len naar boven in het water te liggen. Dank
zij de gelukkige omstandigheid, dat het onge
val geschiedde in de nabijheid van een boer
derij. waar ter gelegenheid van een Sint Ni-
colaasfeestje een groot gezelschap, o.w. een
dokter, aanwezig was en op kort gelegen af
stand een twaalftal gemeentewerklieden be
zig waren baggerwerk te verrichten, schoot
van alle kanten hulp toe. Met vereende krach
ten slaagde men er in de auto tedoen kante
len, waarna de beide inzittenden konden
worden bevrijd. De geneesheer had reeds het
bewustzijn verloren de ander was echter nog
bij kennis. Dr. Van Paree mocht er in slagen
na toepassing van kunstmatige ademhaling
de levensgeesten van den drenkeling op te
wekken, waarna beide personen per auto van
den Amsterdamschen G. G. en G. D. naar E-
dam werden vervoerd.
Ontsteld staarde Ashford hem aan en vroëg
op smeekenden toon
O, zend mij niet voor goed weg, lord
Warburton Nog niet, heb toch medelijden
met mij en laat mij nog een paar dagen, nog
een enkelen dag blijven.
En waarom dring je er zoo op aan om
te blijven Wat heb je met ons te maken, dat
je dit zoo gaarne wilt
Och, ik ben hier zoo gezellig, zei Ash
ford, iedereen is zoo goed voor mij.
Anders niets
Neen.
Op je woord
Ik ben verliefd op uw pupil.
Wat Op Mary Maturin
Ja. Dacht u, dat ik geen gevoel had, om
dat ik
Dat is onmogelijk, zei de graaf op hefti-
gen toon, ik begrijp niet, hoe je nog den moed
kunt hebben, om dat te vragen. Ik geef je
nu een kans om te ontkomen en meer kan ik
niet voor je doen, nu natuurlijk nog minder,
nu je mij dit bekend hebt. Als Mary's voogd
en als heer des huizes verbied ik je om haar
terug te zien. Je moet weg. Ge nu
Geef u mij tenminste permissie om af
scheid vaar haar te nemen.
Neen, vergeet je geheel en al, dat zij de
aanstaande is van mijn zoon En vergeet
je ook geheel, wie en wat jezelf bent Verlaat
onmiddellijk dit huis, anders zou het mij spij
ten, dat ik je hier ooit toegelaten had en dat
ik je nu beschermd heb voor de gevolgen
van je misdaad.
Mijn misdaad riep Ashford, zou het ee
nig verschil in uw besluit brengen, als ik i
zwoer, dat ik onschuldig ben aan een mis
daad
Neen, onschuldige menschen gaan niet
op de vlucht.
Soms wel.
Dan zijn het lafaards. Je hebt ons bedro
gen misbruik gemaakt van mijn gastvrij
heid. Nu je schuld uitgekomeri is, heb je nog
de onbeschaamdheid mij te vragen om hier
te mogen blijven als een geëerde gast in het
gezelschap van mijn vrouw en van de aan
staande van mijn zoon, wie je het hof wilt
maken.
Het klinkt vreemd, dat is zoo, zei Ash
ford, die nu zijn zelfbeheersching had herkre
gen. Ik geloof, dat u mij aanziet voor een
doortrapten schelm, maar het is mij alleen te-
gengeloopen en niet geheel mijn schuld.
Herinnert u zich no^ dat gesprek, dat ik
met u had op den dag van uw thuiskomst.
Wij spraken er over, dat er jongelieden wa
ren, die opgroeiden zonder dat iemand naar
hen omkeek gedurende hun jeugd.
Ja, dat herinner ik mij zeer goed, zei
de graaf.
Nu, zoo ben ik opgegroeid. Ik heb u toen
niet de waarheid gezegd, ik heb mijn vader
nooit gekend, hij nam geen notitie van mij
en mijn moeder was dood. De menschen, die
op mij pasten waren niet veel bijzonders. Ik
ben in den wilde opgegroeid en ik gaf om nie
mand. Op school vroegen de jongens mij, wie
mijn vader was en zij lachten mij uit, als ik
zei, dat ik het niet wist. Ik haatte die jon
gens, ranselde ze af en zij hadden ook een
hekel aan mij. Ik was dertien jaar oud, toen
ik in Amerika kwam en ik had zelf mijn pas
sage betaald door er voor op de boot te wer
ken.
Sedert dien tijd heb ik voor mijzelf moeten
zorgen en dat was lastig genoeg.
Het spijt' mij erg voor je, zei lord War
burton op bijna onhoorbaren toon, men kan
je niet hard vallen over iets kwaads, zooals
men dat een ander doen zou. Maar toch is
het jammer Het is een verkwist leven Ie
mand, die zoo knap van uiterlijk is, had den
goeden weg op moeten gaan, Ashford.
(Wordt vervolgd.