i
21e Jaargang.
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR
WIERINGEN EN OMSTREKEN
DE VERSCHOPPELING
WIERINGER COURANTm
V KHSCHIJNT ELKEN
DINSDAG en VRIJDAG.
abonnementsprijs
per 3 maand.Tl 1.
UITGEVZK i
COXN. J, B08KEX, WIEKINGEN
BUREAU
Hippolytushoei Wielingen.
Telefoon Intercomm. No. 19.
ADVERTENTIèN:
Van 15 regels 0.50.
Iedere regel meer 0.1 n
EEN VOORSTEL VAN GED. STATEN VAN
NOORDHOLLAND OM STEUN TE VERLEE-
NEN AAN NOODLIJDENDE
AKKERBOUWERS.
Praeadvies van Ged. Staten over de
motie-Colijn voorschotten tot een
maximum van 4000 of f 150 per
bunder voor kleine akkerbouwers.
Gedep. Staten van Noordholland hebben
prae-advies uitgebracht over de motie-ColiJn,
waarin wordt gevraagd te overwegen, of óók
aan de akkerbouwers steun kan worden ver
leend. Uit de door Ged. Staten ingewonnen
adviezen blijkt, dat de meeste bedrijven de
nadeelige gevolgen ondervinden van de zeer
lage prijzen der producten en geen winst
doch verlies opleveren. Vooropgesteld wordt,
dat voor zooveel kon worden nagegaan, in
den akkerbouw niet in die mate als in den
tuinbouw een algemeene noodtoestand be
staat. Aan den anderen kant heeft het inge
stelde onderzoek buiten twijfel gesteld, dat er
een categorie van akkerbouwers is, die in
groote moeilijkheden zijn geraakt en die niet
voldoende draagkracht bezitten, om zonder
hulp die moeilijkheden te overwinnen.
Dat ook de aard der geteelde producten
hierbij een groote rol speelt, behoeft geen be
toog.
Dezelfde redenen, welke er toe geleid heb
ben, een regeling te treffen met betrekking
tot het verleenen van garantie voor tuinders
voorschotten pleiten voor het treffen van een
soortgelijke regeling ten behoeve van de ak
kerbouwers. Evenwel zal beperking geboden
zijn. Het denkbeeld behoort niet post te vat
ten, zeggen Ged. Staten, als zou het tot de
taak der provincie behooren, om aan takken
van bedrijf, die tijdelijk ongunstige resulta
ten opleveren, door borgstelling de mogelijk
held tot het verkrijgen van credieten te ope
nen.
Indien dan ook de provincie bijwijze van
uitzondering ten behoeve van noodlijdende
akkerbouwers tot een borgstelling als hier be
doeld, overgaat, zooals zij dat ook deed ten
behoeve van noodlijdende tuinbouwers, dan
behooren door dezen maatregel slechts die
akkerbouwers te worden gesteund, wier eco
nomische positie met die van de tuinbouwers
in hoofdzaak gelijk gesteld kan worden en bij
wie evenmin als bij dezen voldoende draag
kracht mag worden ondersteld.
Op grond hiervan meenen Ged. Staten, dat
er aanleiding bestaat, om het besluit van
28 Oct. j.1. aan te vullen in dien zin, dat Ged.
Staten worden gemachtigd, de borgstelling
der provincie uit te strekken tot de overeen
komsten van geldleening, welke zullen wor
den gesloten door die akkerbouwers in de
provincie, die naar het oordeel van Ged. Sta
ten voor steun tot in standhouding van hun
bedrijven in aanmerking komen.
In de voorwaarden, waaronder voorschot
ten aan tuinders zullen kunnen worden ver
leend, onder garantie van de provincie ei
van de gemeenten, zal op het voetspoor van
de in 1923 vastgestelde regeling worden be
paald, dat elk voorschot ten hoogste 1/6 deel
van den veilingsomzet van aanvrager gedu
rende de jaren 1928 en 1929 tezamen be
draagt, en niet een bedrag van f 4000 over
schrijdt.
Op overeenkomstige wijze zouden Ged. Sta
ten de aan sommige akkerbouwers te verlee
nen voorschotten willen beperken tot een
maximum van f 4000 in totaal en van f 150
per H.A.
Het gevolg zal zijn, eensdeels, dat de gara-
tieverleening in het bijzondër aan de kleine
re, minst draagkrachtige bedrijven zal ten
goede komen, anderdeels dat geen voorschot
ten verstrekt zullen worden, welke te groot
zouden zijn in verhouding tot den omvang
van de bedrijven.
Aangenomen moet worden, dat indien een
bedrijf een dergelijk voorschot zou behoeven
om in stand te kunnen blijven, de mogelijk
heid van aflossing van te voren als gering
beschouwd zou moeten worden en dus feite
lijk de provinciale steun op een gift zou neer
komen.
In alle bijzondere gevallen zal er voor ge
waakt moeten worden, dat slechts de bedrij
ven geholpen worden, die inderdaad door de
ongunstige omstandigheden, niet om andere
redenen in moeilijkheden gekomen zijn.
WIJ BREIEN en repareeren alle soorten Wol
len Kleeding. Kousen en Sokken, ook de aller
fijnste. JAAP SNOR ZUIDSTRAAT 15,
DEN HELDER. Let op den Gelen Winkel.
FEUILLETON.
DE VRIJHEID VAN DEN ONDERWIJZER.
Het zal wel steeds een netelige vraag blij
ven, schrijft De Nederlander (Chr. Hist.), in
hoeverre de onderwijzer buiten de school zich
volkomen vrij mag uiten.
Er is geen sprake van, dat wij hem zonder
meer zouden willen binden. Doch even vast
moet het staan, dat de onderwijzer van de
vrijheid met veel tact gebruik moet maken
en dat hij zich beperkingen opleggen moet
in het belang van zijn school, die immers zijn
eerste taak is en zijn voornaamsten plicht
hem stelt.
HET EEN IS ZOO DUIDELIJK ALS HET
ANDER.
De moeilijkheid gaat pas beginnen, wan
neer het den onderwijzer aan dien tact man
gelt.
Dezer dagen heeft te Velsen het geval zich
in zeer klare lijnen voorgedaan.
Daar was bij het openbaar onderwijs een
onderwijzer voorgedragen, die door B. en W.
niet ter benoeming aan den Raad voorgedra
gen werd.
Waarom niet Zoo is in de Raadsvergade
ring gevraagd.
De wethouder antwoordde
dat B. en W. meenden, dat de eerst voorge-
dragene in de politiek te zeer op den voor
grond trad. Spr. achtte het niet in het belang
van het openbaar onderwijs daarop dieper in
te gaan.
Een der Raadsleden, die het college steu
nen wilde, merkte op
at de onderwijzer als ambtenaar verplich
tingen heeft en dat zijn optreden in vrij jiren
zoodanig moet zijn, dat zijn ambt er door
wordt opgebouwd. Waar het openbaar onder
wijs neutraal is, was spr. het B. en W. eens,
dat de onderwijzer in zijn vrijen tijd niet mag
ondermijnen datgene, wat hij als onderwij
zer moet opbouwen.
Het blad laat de politieke richting van wet
houder, Raadslid en onderwijzer onvermeld.
Want het is niet om één bepaalde richting
te doen, doch om het vraagstuk in algemee-
nen zin.
Ook wij zijn van oordeel, aldus besluit het
blad, dat wie uit vrij levenskeus de school
zich als levensterrein en levenstoekomst
heeft gekozen, nu ook moreel gebonden is tot
een gedrag, waardoor die school geen schade
lijdt.
En dat de overheid voor de overheidsschool
volkomen bevoegd is, om bij voordracht en
benoeming zich de norm te herinneren.
Niet de vrijheid is daarbij in het spel, maar
de toekomst van het belang, waaraan én Over
hied én onderwijzer zich moeten wijden.
BINNENL. NIEUWS.
TEKORT AAN DEVOTIE.
In „Het Ouderlingenblad" maandschrift
ten dienste van hen, die de Gereformeerde
kerken in het ambt dienen, lezen wij over te
kort aan devotie in den eeredienst het vol-
(21.
Zij las uit een overzicht van de literatuur
van den dag en toen het uit was, legde zij
het tijdschrift op haar schoot en deed een
opmerking.
Is u het met mij eens vroeg zij.
Ik begrijp het niet goed.
Dan hebt u er niet naar geluisterd.
Ik verzeker u, dat geen woord mij ont
gaan is, zeide hij, ik heb voortdurend uw
stem gehoord, die mij als muziek in de ooren
klonk. Bent u boos
Welniet zoo boos, als ik wel moest
zijn.
Hij stond op en kwam naast haar staan,
op haar neerziende.
Ik wou iets zeggen, zei hij, dat u mis
schien kwalijk zult nemen. Als dat zoo is,
moet u het mij zeggen, dan zal ik weten dat
ik een dwaasheid heb begaan.
Ik ben niet zoo erg gelukkig in mijn leven
geweest. Er bestaat een reden, waarom ik u
niet ten huwelijk kan vragen, maar als het
mij gelukt om die reden uit den weg te rui
men, mag ik dan terug komen
Het duurde een poos voor zij hem ant
woord gaf, haar hoofd zonk lager op haar
borst, zij werd erg bleek en leek wel uit mar
mer gehouwen. Eindelijk hief zij het hoofd op
en zei
Ja.
Mag ik dus terugkomen
Ja, herhaalde zij bedaard en op duidelij
ken toon.
Dank u, zei hij op zachten toon, daarop
gende teekénende stukje
„Wij weten allen, dat in onze kerkdiensten
bij tijden een geroezemoes wordt waargeno
men, dat hinderlijk is zoowel voor den die
naar des Woords bij zijn prediking en gebed
als voor hen, die hun zielen op den eeredienst
zoeken in te stellen. Er is menigmaal een on
gemotiveerd gedraai en geschuifel, een onge
duldige en geprikkelde sfeer, die de aandacht
belet om zich ten volle op het heilige te
richten. Er is op de ongelegenste oogenblik-
ken een ongetemperd overluid voldoen aan
allerlei lichamelijke prikkels, als hoesten,
niezen en neussnuiten, dit laatste soms tot
onder het bidden toe. Er valt te klagen over
ergerlijk gestommel, gegichel en geginnegap
van opgeschoten jongens en dito meisjes, bij
elkander gegroept in afgelegen hoeken van
het kerkgebouw, waarbij speciaal de gaande
rijen berucht zijn. Er waart vooral in die Ge
meenten. waar men om redenen aan de vee
teelt ontleend geen avond- maar middag
diensten heeft ingericht, wel eens de geest
eens slaaps en soms eens diepen slaaps door
de kerkbanken en kerkstoelen."
SOCIALISME EN KERK.
Vrees voor politiek op den kansel.
„Politiek" nog geen verkiezingsge-
doc. Een appelen-geschiedenis.
In antwoord op het stuk van den heer H.
Braat in de (Doopsgez.) Zondagsbode, waar
in de sch. zijn vrees voor politiek op den
kansel uitte, schrijft ds. F. Kuiper te Krom
menie, voorzitter van het comité „Socialisme
en Kerk" welks stichting aanleiding tot die
vrees had gegeven nu in het zelfde blad.
„In elk geval stel ik er prijs op, aanstonds
te verklaren, dat ik niet de eerste, noch de
eenige ben onder onze predikanten, die zich
op politiek terrein beweegt of bewogen heeft.
Verder wil ik er nu reeds op wijzen, dat
politiek, althans socialistische politiek, niet
in hoofdzaak is een verkiezings-quaestie,
maar een streven naar meer gerechtigheid in
de samenleving. Wanneer dit streven dan tot
dusver in ons gemeenteleven „steeds een zeer
ondergeschikte plaats innam", zooals br.
Braat opmerkt, dan lijkt het me zéér de
vraag of dat voor een Christelijke gemeen
schap te verantwoorden is.
„In de derde plaats wil ik opmerken, dat
het meer op den voorgrond plaatsen van po
litieke vragen m.i. volstrekt niet behoeft te
leiden tot het uiteenvallen van onze broe
derschap. zooals br. Braat meent. Onze een
heid mag toch niet berusten op het verzwij
gen van verschilpunten, maar moet bereikt
worden door het daarbovenuit elkaar vinden
in de gemeenschap met God.
„De slotzin van het stukje van br. Braat
heeft mij daarom zéér pijnlijk getroffen. Ik
hoop, dat hij ook ten aanzien van mij het oog
zal willen richten op wat ons vereenigt als
leden van dezelfde Christelijke Broederschap"
De redacteur van het blad, ds. W. Koeke-
bakker te Dordrecht, maakt er een opmer
king bij over de twistappels, die tegenwoordig
onder, de Doopsgezinden worden geworpen
(de andere twistappel is natuurlijk de zaak
van ontwapening en dienstweigering.)
Na de komende Kerst- en Oude jaarsover
denkingen hoopt zij pennevruchten uit Krom
menie te ontvangen, echter zonder appeltjes
er bij die aanleiding kunnen geven tot een
uittocht uit het (Doopsgez.) paradijs.
DE HERV. KERK EN DE ZUIDERZEE.
De actie van het Zuiderzeefonds.
Nadat vanwege het Zuiderzeefonds der
Ned. Herv. Kerk in verschillende classicale
ressorten besprekingen waren gehouden en
overleg was gepleegd over de wijze van uit
voering van de gestelde taak en over het
vormen van classicale commissies, zijn
langs achtereenvolgens te Utrecht, Breda en
Meppel, voor omliggende ressorten vergade
ringen belegd. Voorzitter was prof. dr. Slote
maker de Bruine, met wien de tweede voor
zitter, ds. Eilerts de Haan, de secretaris, de
heer Van Voorst van Beest, en de penning
meester. de heer De Jong Schouenburg, aan
wezig waren. Het doel der bijeenkomsten was
een onderzoek in te stellen aangaande den
stand van het werk, kennis te nemen van
eventueele bezwaren voorts de afgevaardig
den van classicale besturen, of van reeds be
staande classicale commissies nader voor te
lichten en in te lichten, ook over den vorm,
waarin en de wijze, waarop in eenige ressor
ten aan dit belangrijk werk een begin van
uitvoeren zou kunnen worden gegeven. Eeni
ge bezwaren zijn besproken en van reeds ver
kregen resultaten kon met voldoening wor
den kennis genomen. In de classis waar men
tot dusver op bezwaren stuitte, zal het werk
nu met kracht worden aangepakt en voortge
zet. Van de 44 classes hebben er 35 aan deze
vergaderingen deelgenomen.
PLATTELANDERSBOND.
De crisis.
Donderdag j.1. hield de Plattelandersbond
te Utrecht zijn algemeene vergadering. Na
langdurige discussies werd met algemeene
stemmen een motie aangenomen, waarin bij
de Regeering wordt aangedrongen op spoedige
hulp aan den landbouw door loonende pro
ductieprijzen te verzekeren voor landbouw
producten, tarwe, aardappelen, suikerbieten,
zuivel- tuinbouwproducten, en den land
bouw in het algemeen van de lasten, voort
spruitende uit de sociale verzekering, te ont
heffen.
AUTO TE WATER.
Drie inzittenden verdronken.
Zaterdagmorgen is te Zwolle een auto,
waarin zich bevonden, de 27-jarige Nanne
Jelmersma, zijn 3 jarig zoontje en zijn schoon
vader de heer T. Koenen, allen uit Sittard
ter hoogte van de Kerkstraat in de Stads
gracht gereden. Zij hadden in Zwolle over
nacht, bevreesd voor dien dichten mist en de
gladheid van den weg. s Morgens om 5 uur
hadden zij zich per auto' op weg begeven om
een begrafenis in Leeuwarden bij te wonen.
Een slagersjongen die om dien tijd op een af
stand passeerde, hoorde een klap. Toen hij
ging kijken zag hij, dat er een auto in de
Stadsrgacht was gereden. De jongen waar
schuwde onmiddellijk de politie. Er werd een
onderzoek ingesteld en het gelukte met groo
te moeite de drie personen boven te brengen.
Zij waren echter reeds dood.
Nader meldt men :De auto moet met vrij
groote snelheid de Kerkstraat uitgereden
zijn. Hier moet men om over de Diezepoort-
brug den Meppelerweg te bereiken, een hoek
maken van 90 graden. Als waarschuwing
staat hier een verkeerspaal met roode lan
taarn. Waarschijnlijk is deze door den be
stuurder van de auto niet opgemerkt, als
gevolg van den mist, en is de auto in volle
vaart van den hoogen steilen wal in de stads
gracht gereden.
De auto is daarbij over den kop geslagen
toen men den wagen vond, stond deze met
de voorwielen naar den wal gekeerd. De au
to was diep in den modder gedrongen. De
Stadsgracht is hier ter plaatse vrij diep.
Door den slag in het water werden eenige
schippers, die in de nabijheid van de plek van
het ongeval met hun schepen in de Stads
gracht liggen, gewekt. Zij hebben onmiddel
lijk getracht hulp te verleenen, door te pro-
beeren onder water de portieren open te ma
ken. Dit lukte evenwel niet.
Spoedig was de politie ter plaatse. Met een
bootje" werd de auto bereikt en de politie
heeft, om de inzittenden te kunnen helpen
den kap van den wagen stukgeslagen. In de
auto vond men de 27-jarige Nanne Jelmers
ma, zijn driejarig zoontje en zijn schoonva
der T. Koenen, allen uit Sittard. De drie
slachtoffers, die dik onder de modder zaten
werden onmiddellijk op den wal gebracht,
bukte hij zich en drukte een kus op haar
lippen, waarna hij de kamer verliet.
Toen de deur dicht ging was de spanning,
waarin zij verkeerde, verbroken. Met een lui
den kreet viel zij achterover in deh armstoel
en bedekte haar gelaat met de handen.
Hij had haar dus lief. Ja, zij had dat al ver
scheidene dagen geweten en zij had er tegen
gestreden, maar had den strijd niet kunnen
winnen. Zij had haar best gedaan om trouw
te blijven aan Cosmo, maar nu wist zij einde
lijk, dat gij hem nooit zou willen of kunnen
trouwen. Zij zou nooit gelukkig kunnen zijn
met iemand anders dan Ashford.
Welke hinderpaal zou er in den weg staan?
Een ander meisje Was hij misschien al ge
trouwd Had hij in zijn jeugd een misslag
begaan, waarvoor hij nu moest boeten Hij
behoorde nu aan haar toe. Die kus had haar
tot de zijne gemaakt en zij kon het denkbeeld
niet verdragen, dat een andere vrouw recht
op hem zou hebben.
Ik wou, dat hij mij meer verteld had,
dacht zij.
Waarschijnlijk zou hij er weer over praten,
voordat hij vertrok. Tegen Cosmo kon zij
hierover niets zeggen, zoolang Ashford nog in
huis was en misschien vertrok hij wel gauw.
Zij verwachtte al te hooren, dat hij den
volgenden morgen zou vertrekken, of mis
schien dienzelfden dag nog en dat vervulde
haar hart met schrik.
Het was wel hard, dat zij nu zouden moe
ten scheiden dacht zij.
Het zou ook hard zijn, dat zij na zijn ver
trek aan Cosmo en haar voogd hkar veran
derde omstandigheden zou moeten zeggen en
tevens dat Ashford haar om een onbeken
de reden niet ten huwelijk kon vragen. Dat
zou zoo zonderling lijken.
Zij voelde wel, dat zij nog een poos alleen
wilde blijven. Ashford kwam niet terug, dat
had zij ook niet verwacht. Hij wilde zich be-
heerschen en daarom durfde hij nu niet heel
waar de intusschen gewaarschuwde dr. Mar-
cus slechts bij alle drie den dood kon consta-
teeren.
ACHTERUIT TE WATER GEREDEN.
De bestuurder verdronken.
Vrijdagnacht is te Usquert een auto, be
stuurd door den heer H. Niboer te 't Zand
(Gr.) te water gereden. De heer Nieboer ver
voerde de echtparen Knot en Zuur naar Us
quert. Toen het echtpaar Knot dat aldaar
moest zijn aan het kanaal was uitgestapt, en
de auto zou draaien, reed deze achterwaarts
te water en sloeg over den kop. De echtge-
noote van den heer Zuur werd spoedig opge
haald en kwam met den schrik vrij. De heer
Zuur werd later opgehaald. Zijn toestand
was Zaterdagmorgen nog bedenkelijk. De be
stuurder van de auto, de heer Nieboer, was,
toen hij uit het water werd gehaald, reeds o-
verleden.
BLOEMBOLLEN-HANDEL.
En de inschrijving van firma's in
het Handelsregister.
In de afdeeling Hillegom van de Algem.
Ver. voor Bloembollencultuur zijn ernstige
bezwaren uitgesproken tegen het klakkeloos
inschrijven van firma's in het Handelsregis
ter. Men uitte den wensch, dat het hoofdbe
stuur der Vereeniging een verzoek tot wets
wijziging zal indienen, waardoor het instel
len van een onderzoek naar de in te schrij
ven firma mogelijk wordt.
De burgemeester van Hillegom, mr. D. F.
Pont, die ter vergadering aanwezig was, zei
er zich zeer over te verheugen, dat dit onder
werp werd aangeroerd. Allerlei elementen die
in het bollenvak niet thuis behooren, laten
zich als firma inschrijven en zijn dan gerech
tigd om handel tedrijven verwisselen liefst
cm de paar weken van naam. Vooral dit laat
ste moet onmogelijk gemaakt gemaakt wor
den. Het aantal klachten dat uit het buiten
land bij hem binnenkomt is legio, waaronder
van hoogstgeplaatste regeeringspersonen, waar
door de goede naam van het vak in het bui
tenland ernstig wordt geschaad. Het hoofd
bestuur is echter angstvallig om op te treden,
spr. heeft in dezen reeds met den heer Kre-
uage een onderhoud gehad. De medewerking
der justitie is miniem, omdat men bevreesd
is bij niet-veroordeeling een precident voor
anderen te scheppen, doch alleen een zeer
krachtige actie kun succes hebben. Het is
een werkelijk belang voor de geheele streek.
Vooral Hillegom lijdt sterk aan dit besproken
euvel.
Op de te Haarlem te houden algemeene
vergadering zou de burgemeester dit onder
werp nader bespreken.
alleen met haar blijven.
Toch moet ik hem npg spreken, voordat
hij voorgoed weggaat, dacht zij, want dit
te onzeker, ik moet weten, waar ik op wacht,
hij kon weieens nooit terug komen.
xvn.
Cosmo zwierf troosteloos door het huis
rond. nadat hij Ashford had achtergelaten
in het volle genot van zijn glorie.
Hij struikelde tot zijn ergernis over een
kleedje in de hal, bleef met het dashondje
spelen tot dit naar hem beet en toen werd
hij door een boozen geest geleid naar de ka
nier van de huishoudster.
Juffrouw Bennett, de huishoudster op Chis-
holme, was er al heel lang geweest. Zij was
als helpster gekomen en in den tifd van den
ouden graaf, was met den tuinman getrouwd
en had de goede positie, die zij nu had, aan
haar eigen zorg en netheid te danken. Cos
mo had haar van zijn geboorte af gekend, zij
had hem als baby helpen verzorgen en hem
ook later helpen bederven. Zijn koffer naar
school bevatte altijd heel wat lekkernijen,
die zij bezorgde. Nu nam hij een air tegen
haar aan, maar zij adoreerde hem en soms
ging hij weieens naar haar kamer, als hij in
een neerslachtige of mededeelzame bui was
en omdat hij zich nooit zoo erg gemeenzaam
maakte met zijn minderen, waren zijn bezoe
ken steeds een eer.
Hij merkte dien middag, dat de juffrouw ie
mand bij zich had, een net uitzienden man
van middelbaren leeftijd, die aan een klein
tafeltje van een goed maal zat te genieten,
die beleefd opstond, toen hij binnenkwam.
Zoo, juffrouw, ik wist niet, dat u bezoek
had, anders was ik niet gekomen, zei Cosmo,
die terstond heen wilde gaan.
Komt u gerust binnen, mylord, zei juf
frouw Bennett, zijn lordschap heeft mijnheer
Brookfield hierheen gezonden om een kopje
koffie te drinken, voor hij naar Londen ver
BÜITENLANDSCH NIEUWS.
BELGIë. NIEUWE FORTEN TEGEN
DUITSCHLAND.
Kanonnen, die over Nederland heenschieten?
In de Chicago Tribune schrijft Anne So-
mers House een artikel over de versterkingen,
die op het oogenblik in België worden aange
legd in verband met een mogelijken nieuwen
oorlog met Duitschland.
Eben-Emael, schrijft hij, is op het oogen
blik een onbekend vredelievend boerendorp
tusschen het Belgische Luik en het Nederland
sche Maastricht. Over drie jaar zal Eben E-
mael algemeen bekend zijn, bespionneerd en
bewaakt als het laatste en modernste super
fort van België
Het fort Eben-Emael, wordt gebouwd om
een opmarsch van Duitsche troepen in Bel
gië in een mogelijken toekomstigen Europee-
schen oorlog tegen te houden.
De Chicago Tribune heeft de volgende bij
zonderheden vernomen omtrent het Belgische
program van versterkingen, dat wordt uitge
werkt onder het oppertoezicht van den Bel-
gisehen minister van nationale verdediging,
trekt.
Cosmo knikte en keek den detective on
derzoekend aan, terwijl hij vroeg
U is zeker voor zaken bij mijn vader ge
weest
Ja, mylord.
Uw gezicht is mij bekend. Waar kan ik
u meer gezien hebben
Dat kan ik u wel zeggen, mylord, een
kennis van mij, Joe Spiller en ik hebben ver
leden jaar de eer gehad om u en nog een jong
mensch naar Whitechapel te vergezellen.
O, ja, dat herinner ik mij best. En waar
over kwam u nu mijn vader spreken 0
Ik geloof, dat lord Warburton die zaak
stil wou houden, antwoordde de ditectieve,
dus u zult het mij wel niet kwalijk nemen,
als ik er over zwijg. Ik twijfel er niet aan, of
de graaf zal er uzelf over in lichten.
De geheimzinnigheid van den man maakte
Cosmo natuurlijk nog nieuwsgieriger dan hij
al was. Hij begreep echter opeens, dat het ge
sprek wel over Ashford geweest zou zijn.
Nu, dan zal ik het u verder maar niet
lastig maken, zei hij, ik kom wel eens een an
deren keer, juffrouw Bennett.
Met een knikje verliet hij de kamer. Zou
het mogelijk zijn, dat hij gelijk had gehad in
zijn onderstelling omtrent Ashford, dat de
man niet deugde Het denkbeeld alleen
bracht een gloed op zijn wangen. Natuurlijk
was het mogelijk, dat het bezoek een andere
zaak betrof over huurbetaling of een kleinen
diefstal, maar er bestond altijd een mogelijk
heid, dat het met Ashford in verband stond.
Hij ging dadelijk kijken waar zijn vader was
en vond hem in de studeerkamer, met de
courant in de hand.
Lord Warburton las anders zelden couran
ten na den lunch, er was dus wel iets dat
hem uit zijn gewoonten had gerukt.
Zeg vader, begon hij, wat kwam die man
uit Scotland Yard hier doen
Hoe weet je, dat hij hier ls vroeg lord
Warburton met gefronst voorhoofd.
Ik zag hem toevallig in de kamer van
de huishoudster. Het is toch geen geheim
O. neen, hij kwam mij over zaken spre
ken. Een onbeduidend iets.
Had het iets met Ashford te maken
Hoe denk je dat zoo
Van mijn standpunt is die onderstelling
al heel natuurlijk.
Je staat dikwijls op een verkeerd stand
punt.
Zou u dus willen beweren, dat dit bezoek
niets met Ashford te maken had
Ik beweer niets, antwoordde lord War
burton, maar ik weiger om de zaak met je te
bespreken. Als ik je mijnvertrouwen hierin
had willen schenken, dan zou ik het wel ge
daan hebben, je moet maar tevreden zijn met
de inlichtingen, die je van terzijde hebt ge
kregen.
Cosmo werd rood en zei
Vroeger zou u zoo niet tot mij gespro
ken hebben, die sinjeur heeft u betooverd.
Vindt u goed, dat ik een paar dagen uit ga,
totdat hij weg is
De vader voelde zich aangedaan en dacht,
dat hij wel wat hard geweest was in zijn
haast om Ashford te beschermen. Cosmo was
toch ook zijn zoon, de eenige, die hem vader
noemde.
Hij stak hem de hand toe met ernstig ge
laat en zei
Excuseer mij, mijn jongen, ik was wel
wat hard. Je hebt alle recht om het te we
ten en als je het weet, zal je edelmoedig zijn.
Het bezoek van den detectieve betrof inder
daad Ashford. Je vermoedens waren gegrond
en je hebt getoond, in dezen meer wereldwijs
heid te bezitten dan ik. Ik heb nu gehoord,
dat hij een avonturier is en de politie te Chi
cago zoekt hem wegens valschheid in ge
schrifte.
Dus ik had toch gelijk riep Cosmo.
(Wordt vervolgd.)