22e Jaargang.
Dinsdag 3 Februari 1931
No. 10.
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR SER
WIERINGEN EN OMSTREKEN
BUiïENLANDSCHE WERKKRACHTEN
DE VERSCHOPPELING.
WIERINGER COURANT a
VERSCHIJNT ELKEN
DINSDAG en VRIJDAG.
ABONNEMENTSPRIJS
per 3 maanden 1.
UITGEVER
CORN. J. BOSKER, WI
ERINOEN
BUREAU:
Hippolylushoei Wielingen.
Telefoon Intercomm. No. 19.
ADVERTENTIëN:
Van 1—5 regels 0-50.
Iedere regel meer 0.11
Na overleg met een zestal Ministers is een
commissie ingesteld, die aan de Regeering zal
hebben te rapporteeren omtrent het vraag
stuk van het werken van niet-Nederlandsche
arbeiders in Nederland. Ieder zal dit begrij
pen, meent de „Nederlander." (chr. Hist.)
Als de werkloosheid toeneemt, vraagt men
allereerst zich af, waarom wij aan die vreem
de menschen den kost geven en onze eigen
menschen broodeloos laten.
Sigarenmakers en glasbewerkers, dienstbo
den en artisten van vreemden bodem bezet
ten de plaatsen, die toch allereerst voor de
onzen moesten bestemd zijn.
Het blad begrijpt de geesteshouding, de
stemming, de verbittering, die in menige 1
kring heerscht. De daad der Regeering zal
dan ook waardeering vinden. En psycholo
gisch is zij een handeling van wijs beleid.
Maar er is nog een derde partij behalve de
commissie-leden èn de buitenlandsche arbei
ders. Namelijk het Nederlandsche publiek,
ingesloten de Nederlandsche werkloozen.
Dezen zien na de benoeming der commis
sie de buitenlanders reeds vertrekken en de
Nederlandsche werkloosheid reeds belang
rijk verminderd.
Gebeurt dit niet er is alle kans, dat het
niet gebeurt dan treedt straks teleurstel
ling in; nieuwe ontmoediging en verbittering,
ook nieuwe critiek op het Regeeringsbeleid.
Als het kan, moet dit vermeden worden.
Weder om psychologisch redenen. Wij moe
ten niet het geval krijgen, dat nu en dan een
daad verricht wordt, alleen omdat er iets ge
beuren moet" of zelfs „opdat er iets schijnt
te gebeuren."
Het blad wijst dan eerst op het volstrekt
onvolledige van de opdracht. Er werken niet
slechts buitenlanders hier, maar ook Neder
landers buiten. Daarover zal het onderzoek
zeker ook gaan. Waarom dit dan niet aan
stonds gezegd?
Als er duizend vreemden werken hier en
tienduizend Nederlanders elders dit kan
het geval zijn dan bestaat de heele kwes-
tie niet.
Dan zou een maatregel, die de buitenlan
ders weert en dus répressaille wakker roept
van andere regeeringen, onze arbeidsmarkt
niet met duizend man verbeteren, doch met
negen duizend man verslechteren.
Nog een tweede opmerking.
Het is natuurlijk niet uit toeval, uit wille
keur, uit aardigheid, dat deze vreemden hier
hun arbeid vonden, t Is ook allerminst waar,
dat lager loon de oorzaak is.
Er moet in ons eigen volksleven een en an
der als oorzaak of ter verklaring worden ge
vonden, dus moet dit ook worden aangewezen
Neem als voorbeeld het dienstboden vraag
stuk. Zijn onze dienstboden werkloos, omdat
de vreemden hun plaats hebben ingenomen
Of vonden de vreemden een plaats, omdat
onze jonge meisjes zich niet aanboden
Geldt het laatste, dan baat een actie tot
wering van de vreemden niet. Dan is die ac
tie zelfs volstrekt overbodig. Dan moet ons
volk veranderen iets, wat buiten de macht
der Regeering valtverandert ons volk, dan
verdwijnen op dit terrein automatisch de
vreemden.
De instelling der commissie mag niet ten ge
volge hebben, dat de gedrukten oncler ons
volk enkel staren op den vreemde binnen
onze grenzen. Het gaat evengoed om de Ne
landers in den vreemde, en om de Nederlan
ders thuis.
BINNENL. NIEUWS.
JE GELD OF JE LEVEN
Vrijdagavond omstreeks negen uur was
een drietal uitvoerders van de Betonmaatpij
Achilles, te Eindhoen, in 'n directiekeet aan
den Bennekelsche Akker bezig met het gereed
maken van de loonstaten voor de arbeiders.
Plotseling drongen twee gemaskerde man-
FEUILLETON.
nen, met revolvers gewapend, de keet binnen
Een hunner riep Je geld of je leven Han
den omhoog Toen een der uitvoerders vroeg,
wat de mannen wilden, antwoordden zij Al
het geld
Nadat de uitvoerders hadden medegedeeld,
dat het geld nog moest worden gehaald, heb
ben de beide indringers het huis doorzocht.
Toen zij niets vondeA, verlieten zij de keet
onder bedreiging te zullen schieten, als de
politie werd gewaarschuwd Kort nadat de
mannen waren vertrokken, werd de recher
che opgebeld, die tot dusver geen resultaat
met haar nasporingen heeft gehad.
SUBSIDIE WERKLOOZENKASSEN.
De Minister van Arbeid, Handel en Nijver
heid heeft aan de besturen der werklozen
kassen een circulaire verzonden, over de sub-
sidieering van deze kassen.
De Minister verklaart zich bereid, ertoe
mede te werken, dat de reglementen van
werkloozenkassen waarvan de leden be-
hooren, of gedeelte behooren, tot een bedrijfs
tak, waarin van crisis-werkloosheid kan wor
den gesproken zoolang worden gewijzigd,
dat voor alle leden, dan wel voor bepaalde
groepen van leden, n.1. die, welke behooren
tot een bedrijfstak, waarin crisis-werkloos
heid voorkomt, de uitkeeringsduur wordt
verlengd.
Het aanbrengen dezer wijziging zal ten ge
volge hebben, dat leden, die volgens den on-
gewijzigden reglementairen termijn geen
recht op uitkeering meer zouden hebben, nog
gedurende den termijn, waarover de verlen
ging zich uitstrekt, in 1931 aanspraak op uit
keering zullen kunnen doen gelden.
Deze aanspraak zal bestaan totdat in 1931
de crisistiestand over den bedrijfstak als ge
ëindigd zal moeten worden beschouwd.
Met het oog op den omvang der werkloos
heid is de Minister bereid, te bevorderen, om,
zoo het noodig blijkt, door het toekennen van
een subsidie van meer dan 100 het verstrek
ken .van uitkeering over de verlenging van
den reglementairen termijn mogelijk te ma
ken, met dien verstande, dat dit verhoogde
subsidie percentage zoodanig zal worden ge
steld, dat het bedrag der middelen, waarover
de werkloozenkassen beschikken op den da
turn waarop voor haar de tijd, gedurende wel
ken de verlenging werkt, als geëindigd zal
worden beschouwd, niet zal dalen beneden
50 van het bedrag der middelen, waarover
zij kon beschikken op het einde van 1930, blij
kens het vermogensblad over dat jaar.
Indien het bestuur eener werkloozenkas
tot verlenging van uitkeeringsduur wenscht
over te gaan, moet het een voorstel van regie
mentswijziging in dien zin aan den Minister
doen toekomen, aangevende in welke mate
het den uitkeeringsduur voor alle reglemen
tair rechthebbende ledeh, of voor bepaalde
groepen daarvan, wenscht te verlengen, met
dien verstande, dat de verlenging ten hoogste
6 weken zal bedragen.
De wijziging kan niet zoodanig zijn, dat
leden, die in 1931 geen recht op uitkeering
zouden hebben omdat zij reeds 3 of meer ja
ren achtereen zijn uitgetrokken, tengevolge
ervan in 1931 recht zouden krijgen.
Op het verzoek zal alleen dan gunstig kun
nen worden beschikt, indien bepaaldelijk
van een crisistoestand kon worden gesproken
terwijl aan het kasbestuur mededeeling zal
worden gedaan, zoodra naar het oordeel van
den Minister, in 1931 voor dien bedrijfstak,
welks beoefenaars tot hem behooren, deze
toestand als geëindigd moet worden be
schouwd.
DE STIJGING VAN HET AANTAL
AUTO-ONGELKKEN.
Op strenge maatregelen aangedrongen,
Verschenen is het voorloopig verslag van de
commissie van rapporteurs der Eerste Kamer
over het ontwerp van wet tot wijziging van
de Motor- en Rijwielwet
Bij het afdeelingsonderzoek van dit wets-
33
Hij dronk zijn kop thee leeg en bleef een
poos in gepeins verzonken zitten. Hij was on
gerust over Mary en had gaarne willen weten
hoe het haar ging hij durfde haar zijn adres
niet opgeven. Toevallig keek hij de „Morning
Post" in en las daar hetzelfde bericht, dat
Mary zulk een schrik had aangejaagd.
„Van Mary aan Bazil. Ik lig op sterven. Kom
bij mij."
Hij werd bleek van schrik en mompelde
dat kan toch niet voor mij bedoel zijn
Onlangs was zij heel wel.. Zij zei, dat zij
nooit erg ziek was geweest. Het kan niet zijn.
Hij bleef met de krant in zijn handen
staan en zei met heesche stem O, Mary, wat
is dat
Het zweet stond hem op het voorhoofd.
Nooit in zijn leven was hij zoo ongerust ge
weest. Als zij op sterven lag, wat zou hij dan
toch beginnen Hij moest haar nog eens
zien..
Zij heeft zeker een ongeluk gehad, dacht
hij.
Het kwam hem geen oogenblik in de ge
dachten, dat dit bericht weieens niet voor
hem bedoeld kon geweest zijn en hij aarzelde
geen oogenblik om naar haar toe te gaan. Al
zou ook de politie te Chisholme op hem loe
ren, dan zou hij toch zien daarheen te komen,
wat er dan gebeuren kon, was van later zorg.
Hij reed naar het station en kwam daar nog
juist bijtijds om een trein naar Chisholme te
pakken. Zouden zij hem daar binnen laten
Dat moet, dacht hij, ik wil en zal haar
zien.
Het leek hem vreemd toe om onder deze
ontwerp spraken eenige leden er hun leedwe
zen over uit dat de Regeering deze gelegen
heid niet heeft gebruikt om bok die wijzigin
gen voor te stellen, welke het lid der Tweede
Kamer, de heer Rutgers van Rozenburg, door
zijn amendementen heeft willen aanbrengen.
Deze leden waren van oordeel, dat de tal
rijke ongelukken door roekeloos rijden met
automobielen in den laatsten veroorzaakt,
beter met ontneming van rijbewijzen voor
langen tijd dan met gevangenisstraf of hech
tenis kunnen worden gestraft.
Sommige andere leden, geheel instemmen
de met het hierboven weergegeven betoog,
wenschen daaraan toe te voegen, dat het hun
inziens aanbeveling zou verdienen een zeer
strenge sanctie te stellen op het misdrijf, be
gaan door hen wien het rijbewijs ontnomen
is en die niettemin een automobiel besturen.
De zulken moesten tot een vrijheids
straf van langen duur kunnen worden ver
oordeeld.
Weer andere leden bepleitten een wijziging
van art. 15 der Motor- en Rijwielwet in dezen
zin, dat rijbewijzen slechts zullen worden
verstrekt aan degenen, die geen geestelijke
afwijkingen vertoonen. Momenteel wordt n.1.
voor het verkrijgen van een rijbewijs slechts
verlangd dat de aanvrager lichamelijk ge
schikt en bekwaam is tot het besturen van
een motorrijtuig.
De leden, hier aan het woord, wezen er op,
dat juist de meeste ongevallen op wegen een
gevolg zijn van een gebrek aan tegenwoordig
heid van geest en van onvoldoende schatting
der afstanden.
Mocht een onderzoek naar de geestelijke
geschiktheid van den rijder, zooals dit ten
aanzien van aviateurs reeds bestaat, als re
gel te veel tijd en moeite kosten, dan zou het
wellicht kunnen worden ingesteld bij iemand,
die met zijn motorrijtuig een ernstig ongeluk
heeft veroorzaakt, indien dit feit waarschijn
lijk te wijten is geweest aan een geestelijke
afwijking.
In zulk een geval behoort naar de meening
der leden, hier aan het woord, zoowel intrek-
trekking van het rijbewijs, als een psychia
trisch onderzoek volgen, terwijl het rijbe
wijs slechts wederom zou mogen worden
verstrekt, indien zal zijn gebleken, dat de rij
der geen geestelijke afwijkingen vertoont
EEN STEMLUSTIGE RAAD.
In den Gemeenteraad van Muiden was aan
de orde de benoeming van twee leden voor de
commissie voor maatschappelijken steun.
Bij eerste stemming werd op ieder der ze
ven Raadsleden één stem uitgebracht, het
geen bij het aflezen der stemmen niet weinig
vroolijkheid verwekte.
Wethouder Hottentot (schertsend)„Ze
hebben natuurlijk allemaal op zichzelf ge
stemd." (Gelach.)
De heer Pleit (Dem. Arb.) Dat is een af
spraak. Ik wensch aan de stemming geen deel
meer te nemen.
Wethouder Hottentot (C.H.) Och, maar
dat bestaat toch niet.
De heer v. Klooster (R.K.) Wat de heer
Pleit van de anderen denkt, kunnen de ande
ren ook van hem denken.
De voorzitter Maar dat kan toch nooit
een afspraak wezen. Stemt de heer Pleit dus
blanco
De heer Pleit antwoordt bevestigend^
Bij tweede vrije stemming worden dus
stemmen uitgebracht, welke weer verdeeld
zijn over 6 Raadsleden, wethouder Beuke-
boom (R.K.) viel ditmaal er buiten.
Na raadpleging van het reglement van or
de zei de voorzitter, dat er nu een tusschen-
stemming moest plaats hebben, om uit te
maken, wie voor herstemming in aanmerking
kwamen. Maarer waren geen leden, die
meer stemmen op zich vereenigd hadden, dan
een der andere. Het resultaat was derhalve,
dat er feitelijk een derde vrij stemming plaats
had, waarbij alleen op den heer Beukelboom
geen stem mocht worden uitgebracht. Alsnu
omstandigheden op die bekende plaats terug
te komen. Hij had niet verwacht om het
om het groote, witte huis weer zoo gauw te
rug te zien. Hij had haast om bij Mary te
komen, dus te voet gaan wilde hij niet, uit
vrees van te laat te komen Zij zou hem
niet, met zulk een dringend bericht verschrikt
hebben als er geen reden voor bestaan had.
De korte rit was spoedig ten einde, hij durf
de nauwelijks hopen, dat hij haar nog levend
zou vinden. Onder deze omtandigheden zou
lord Warburton niet weigeren hem te ont
vangen. Als zij nog leefde, zouden haar wen
schen wel in de eerste plaats ingewilligd wor
den, nu kwam het er natuurlijk niet meer op
aan, of hij haar waard was of niet. Toen hij
het groote hek door was, zag hij een man op
een pad in het struikgewas, dien hij terstond
herkende als den detectieve Brookfield.
Zelfs toen vermoedde Ashford nog geen
onraad, want het verdriet had zijn verstand
verduisterd. Hij kon aan niets denken dan
aan Mary. Het leek hem niets bijzonders, dat
de politie zijn gangen na ging en op hem
loerde en het kwam er ook niet op aan, als
hij Mary nog maar kon zien en afscheid van
haar kon nemen. Hij zou nu ook wel niet ge
arresteerd worden. Dat zou hij niet toelaten.
Zelfs een dozijn manhen zouden hem niet
kunnen pakken. Haastig sprong hij de stoep
op en belde. De knecht, die hem open deed,
keek hem verwonderd aan en zei alleen
Breng mij bij juffrouw Maturin.
XXVIII.
Het is nu tijd om naar Mary terug te kee-
ren en haar bewegingen te volgen sedert zij
wist, dat haar geliefde zijn verderf tegemoet
zou gaan. Haastig kleedde zij zich en zei te
gen lady Somerville
Ik ga naar Chisholme, Amy, en ik neem
werden uitgebracht op de heeren- Willig en
Schouten ieder 2 stemmen en op de heeren
Dijkstra en Van Klooster 1 stem 1 blanco.
Toen kwam een herstemming tusschen de
heeren Schouten en Willig. De heer Willig
(C.H.) kreeg 4 stemmen, de heer Schouten
(V.B.) 3 stemmen. (De heer Pleit stemde weer
mee.)
Gekozen de heer Willig, die echter verklaar
de, de benoeming niet te willen aannemen.
De voorzitter 't is goed, dat 't nog vroeg is.
De heer Schouten vraagt, wie de leden der
commissie voor maatschappelijken steun zijn,
waarop de voorzitter de namen der leden
noemt. De stemming begint dan van voren
af aan. De heer Schouten verkrijgt 4 stem
men, de heer Dijkstra -2, de heer Van Kloos
ter 1 stem. De heer Schouten is benoemd
dochverklaart de benoeming niet aan te
nemen.
Wederom staat men voor een nieuwe stem
ming. Op den heer Dijkstra worden 4 stem
men uitgebracht, op de heeren Pleit, Hotten
tot en Van Klooster ieder 1 stem.
Benoemd is dus de heer Dijkstra (V.B.),
die verklaart de benoeming aan te nemen.
De voorzitter Ziezoo, we zijn op de helft.
Alsnu heeft de stemming plaats voor het
tweede lid van de bovengenoemde commissie.
Op den heer Van Klooster worden uitge
bracht 4 stemmen,op den heer Hottentot en
op den heer Beukekom 1stem. Benoemd is
de heer Van Klooster, die de benoeming aan
neemt.
BUITENLANDSCH NIEUWS.
GEDURENDE 22 JAAR IN VEESTAL
OPGESLOTEN.
De Warschausche dagbladen berichten
het volgende Een afgrijselijke ontdekking is
dezer dagen door de poolsche politie in het
dorp Mschkoff, district Pozansk gedaan. Het
was de politie ter oore gekomen, dat in den
veestal van den landbouwer Kontchak reeds
vele jaren een vrouw opgesloten zat. Ter
plaatse werd door de politie geconstateerd,
dat in een hoekje naast het vee een dochter
van dezen boer lag. Toen de politie den stal
binnentrad, vertoonde de ongelukkige, die
met slechts enkele lompen bedekt was, geen
teekenen van vrees. Toen zij aangesproken
werd, antwoordde zij niet, en het bleek, dat
zij niet in staat was, den zin van het gespro
kene te vatten. Toen men haar vroeg, op te
staan, verroerde zij zich niet; zij bleek het
vermogen, zich te bewegen,
verloren te hebben. De ongelukkige was, ten
gevolge van het zich gedurende vele jaren
bevinden in gebogen houding, zoo goed als
verlamd. Zij kan zich slechts van haar rech
terhand bedienen, om voedsel tot zich te ne
men. De ongelukkige werd uit haar gevangen
schap bevrijd en naar het ziekenhuis ver
voerd.
Uit een ingesteld onderzoek bleek dat zij
op 20-jarigen leeftijd door haar verloofde te
leurgesteld was, en sinds dien tijd sympto
men van abnormaliteit vertoonde. Zij was in
verschillende huizen in dienstbetrekking ge
weest, maar werd overal wegens haar abnor-
malen geestestoestand ontslagen.
Na terugkeer tot haar ouders in het dorp,
werd door verschillende „helderzienden" ver
klaard, dat zij van den duivel bezeten was.
Zij leed veel aan aanvallen van wilde drift.
Zij werd veel geslagen, waarmede men hoop
te, den duiver uit haar lichaam te verdrijven.
Tenslotte wierp men haar in den veestal
waar zij gedurende 22 jaar onafgebroken op
gesloten bleef.
GRIEP-CIJFERS UIT NEW YORK.
In New York zijn in de maand Januari cir
ca 30.000 personen door griep aangetast384
gevallen waren met doodelijken afloop. In
denzelfden tijd zijn meer dan 4000 personen
aan longontsteking ziek geworden, van wie
1800 personen zijn gestorven.
geen kamenier mee. Ik kan mijzelf wel hel
pen.
Zij nam een taxi naar het station en had
weldra een trein, die haar naar de plaats ha-
rer bestemming bracht.
Is lord Warburton thuis vroeg zij di
rect bij haar aankomst.
Neen, juffrouw.
En lord Cosmo
Die is ook uit en lord en lady Warburton
zijn uit voor den lunch.
Mary wachtte niet langer, maar ging naar
binnen en hing haar mantèl in de gang.
Het was onaangenaam, dat er niemand thuis
was en zij liep onrustig en zenuwachtig in
huis op en neer.
Cosmo kwam niet terug en het was nu tijd
voor den lunch. Waarschijnlijk zou hij op het
uur van den lunch wel verschijnen.
Eindelijk werd er gebeld en zij dacht dat
het was. Een bediende deed de deur open
en kondigde aan „Mijnheer Ahsford, juf
frouw."
Zij keken elkander verbaasd aan en zeiden
geen van beiden een woord. Eindelijk stak
Ashford de armen uit en Mary omhelsde hem
vol vreugde.
Ik dacht dat je op sterven lag, zei hij,
wat een angst heb ik uitgestaan.
Och, Bazil, ik mankeer niets en ik had
met dat courantenbericht niets te maken.
Zelf heb ik het pas een paar uur geleden
gezien.
Wat beteekent het dan
Het is gezet om je in de val te laten loo-
pen, anders kan ik het niet verklaren. Ie
mand, die van onze liefde af weet, heeft het
geplaatst om je hierheen te lokken.
Dus je weet, dat de politie mij zoekt.
Ja.
Ik denk, dat je gelijk hebt. En had je
mij hier verwacht
BOER TERRORISEERT EEN DORP.
Te Palmages dc Jadruque in Spanje heeft
een boer het geheele dorp in opstand ge
bracht en de bewoners geterroriseerd totdat
hij eindelijk onschadelijk is gemaakt. Woe
dend, omdat hij zijn vee niet door het land
van zijn buurman mocht drijven, schoot hij
zijn buurman door het been. Een der dorps
bewoners, die tusschenbeide wilde komen,
kreeg een schot door het hoofd en was op
slag dood. Het incident maakte den boer dol
van woede. Hij rende door het dorp, drong in
de gemeenteraadsvergadering en schoot blin
delings om zich heen, waardoor verschillende
leden van den gemeenteraad werden gewond.
Toen begaf hij zich naar het huis van den
burgemeester, waar hij dezen, diens vrouw,
hun 10-jarigen zoon en het dienstmeisje
ernstige wonden toebracht. Op zijn vlucht
stak hij een aantal schapenstallen in brand,
die alle in vlammen opgingen en waarbij hon
derden schapen omkwamen. Bij de vervol
ging, waaraan alle dorpsbewoners deelna
men, voor zoover zij nog niet waren gewond,
slaagde men er tenslotte in den als een waan
zinnige om zich heen schietende boer te vat
ten. Men had groote moeite een lynchpartij
te voorkomen.
GIFMENGSTERSWAANZIN.
In een dorp in het Zuiden van Italië, Bene-
vento, heeft een moeder ter gelegenheid van
het huwelijk van haar zoon, getracht de ge
heele familie van haar schoondochter te ver-
giftigen. Zij had zich lang tegen het huwe-
lijk verzet en ten slotte slechts met tegenzin
haar toestemming gegeven. Bij het bruilofst-
feest wist zij het zoo in te richten, dat beide
families afzonderlijk kwamen te zitten, waar
op zij de familie van haar schoondochter
vergiftigden wijn voorzette. Het gevolg was,
dat 25 personen ernstig ziek werden. Onder
de dorpsbewoners ontstond zoo groote ver
ontwaardiging over het misdrijf dat zij de
schuldige trachtte te lynchen. Slechts met
veel moeite gelukte het de politie, de vrouw
tegen de woedende volksmenigte te bescher
men.
GEEN BOLLEN NAAR VENEZUELA
Tulpen van 75 cm hoog, maar géén
bloemen
De Ned. gezant te Caracas, hoofdstad van
Venezuela, heeft voor eigen rekening een
proef genomen, om na te gaan of Ned. bloem
bollen daar kunnen gedijen en wel met cro-
cussen, gladiolen, tulpen en hyacinthen.
De bollen kwamen spoedig uit en schoten
hoog op, tulpen 75 cm, crocussen een halven
meter, terwijl hyacinthen en gladiolen bla
den en planten gaven van ruim 2 a 3 maal
zoo groot als in Nederland
Bloemen gaven ze echter niet, alleen enke
le hyacinthen een allerkleinst verschrompeld
bloemtrosje. Zeven andere personen, die bol
len van den gezant ontvingen, deden dezelf
de ervaringen op, ook in bergklimaat Ook
planting in grond, vermengd met zand, gaf
niets.
SNEEUWSTORMEN BOVEN SCHOTLAND.
Belangrijke verkeersvertraging.
Gedurende het afgeloopen week-end heb
ben naar V. D. meldt Schotland en het noor
den van Engeland te lijden gehad van hevige
sneeuwstormen, waardoor het verkeer belang
rijke vertraging heeft ondervonden en op
sommige plaatsen zelfs geheel ontwricht
werd. De expres van Inverness naar Londen
had een vertraging van 13 uur. Het traject
tusschen Inverness en Perth was geheel inge
sneeuwd, zoodat de trein bleef steken en na
derhand een omweg moest maken van 250 km.
Uit. bijna alle districten van de Schotsche
hooglanden worden ernstige verkeersstorin-
gen gemeld, waardoor zoowel het spoorweg
als het auto- en autobusverkeer of ernstige
vertraging ondervonden of geheel onmogelijk
werden, zoodat de passagiers hun reis moes-
ten opgeven, uitstappen en door mist en
Ik was in Londen bij een vriendin, maar
toen ik het bericht las ben ik gauw hierheen
gereisd om je zoo mogelijk te beschermen.
Verdenk je Cosmo
Neen, ik donk dat het een valstrik van
de politie is.
Het is Cosmo welWat een lafaard is
dat Waar is hij
Gelukkig niet hier. Denk niet aan hem, Ba
zil, maar aan jezelf. Ontsnap, terwijl het nog
tijd is.
Daar is het te laat voor.- Op mijn weg
hierheen passeerde ik een detectieve. Cosmo
heeft het slim aangelegd.
Alle uitgangen zijn nu bewaakt.
Laten wij eens zien, of wij daar zeker
heid van hebben zei Mary hem naar een
raam trekkend vanwaar zij de oprijlaan kon
zien.
Daar stonden een paar agenten op wacht
en Mary ging met een kreet van schrik ach
teruit.
Laten wij eens aan den achterkant kij
ken Bazil, misschien is daar niemand.
Och neen, kind, zei hij op teederen toon,
laten wij den tijd dat wij nu nog samen zijn
maar goed gebruiken. Zij kunnen nu ieder
oogenblik komen. Zeg mij, dat je mij lief hebt
en mij vertrouwt.
Zij klemde zich aan hem vast en zei
Ik heb je innig lief en zal dat altijd blij
ven doen en zal ik nooit iets kwaads van je
gelooven, zoolang je het mijzelf niet gezegd
hebt.
God zegene je kind
Bazil, moet je onschuld bewezen wor
den
't Kan wel zijn, dat ik onrechtvaardig
nog zal moeten lijden voor een poos.
Zou je in de gevangenis moeten
Misschien.
Maar kun je je onschuld niet bewijzen?
Nog niet dadelijk. Daarom ben ik van je
weggegaan. Ik kon je niet vragen om mij te
trouwen, zoolang mijn onschuld niet bewezen
is.
Och, Bazil, ik begrijp het niet, Cosmo is
een slecht mensch. Hoe heeft hij zooiets dur
ven doen
De deur achter hen ging open en Cosmo
trad zelf binnen.
Hij bleef een oogenblik als verplet staan,
toen hij Mary in de armen zag van Ashford.
Brookfield stond in de verte te kijken en
Cosmo zei
Zoo schelm, heb ik je eindelijk.
Mary sprong tusschen de beide mannen,
die elkander met vijandige blikken beschouw
den.
Cosmo, je bent een slechte man, zei
Mary en ik veracht je diep.
Ga hier weg, Mary, zei hij, dit is geen
plaats voor je.
Ik blijf hier, zei Mary en wat wil jij
doen
Dezen schelm aan de justitie over leve
ren
Jij bent de schelm. Weet je vader iets af
van dat bericht in de courant
Ja, zeker.
Dat is een leugen, Cosmo. Hij is een man
van eer en houdt niet van slinksche wegen,
maar ik zal hem vertellen, wat je gedaan
hebt. Iedereen zal het weten.
Je kunt dan aan je kennissen vertellen,
dat je mij bedankt hebt voor een misdadiger,
zei Cosmo, die half buiten zichzelf was van
woede en ergernis, je zult mij later nog dank
baar zijn, dat ik je voor je eigen dwaasheden
beschermd heb. Hier, Brookfield neem dezen
man maar mee.
De detectieve, die aandachtig naar het gë-
Isprek geluisterd had, trad nu naar voren.
I (Wordt vervolgd.)