22e Jaargang. Dinsdag 3 Februari 1931 No. 10. NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR SER WIERINGEN EN OMSTREKEN BUiïENLANDSCHE WERKKRACHTEN DE VERSCHOPPELING. WIERINGER COURANT a VERSCHIJNT ELKEN DINSDAG en VRIJDAG. ABONNEMENTSPRIJS per 3 maanden 1. UITGEVER CORN. J. BOSKER, WI ERINOEN BUREAU: Hippolylushoei Wielingen. Telefoon Intercomm. No. 19. ADVERTENTIëN: Van 1—5 regels 0-50. Iedere regel meer 0.11 Na overleg met een zestal Ministers is een commissie ingesteld, die aan de Regeering zal hebben te rapporteeren omtrent het vraag stuk van het werken van niet-Nederlandsche arbeiders in Nederland. Ieder zal dit begrij pen, meent de „Nederlander." (chr. Hist.) Als de werkloosheid toeneemt, vraagt men allereerst zich af, waarom wij aan die vreem de menschen den kost geven en onze eigen menschen broodeloos laten. Sigarenmakers en glasbewerkers, dienstbo den en artisten van vreemden bodem bezet ten de plaatsen, die toch allereerst voor de onzen moesten bestemd zijn. Het blad begrijpt de geesteshouding, de stemming, de verbittering, die in menige 1 kring heerscht. De daad der Regeering zal dan ook waardeering vinden. En psycholo gisch is zij een handeling van wijs beleid. Maar er is nog een derde partij behalve de commissie-leden èn de buitenlandsche arbei ders. Namelijk het Nederlandsche publiek, ingesloten de Nederlandsche werkloozen. Dezen zien na de benoeming der commis sie de buitenlanders reeds vertrekken en de Nederlandsche werkloosheid reeds belang rijk verminderd. Gebeurt dit niet er is alle kans, dat het niet gebeurt dan treedt straks teleurstel ling in; nieuwe ontmoediging en verbittering, ook nieuwe critiek op het Regeeringsbeleid. Als het kan, moet dit vermeden worden. Weder om psychologisch redenen. Wij moe ten niet het geval krijgen, dat nu en dan een daad verricht wordt, alleen omdat er iets ge beuren moet" of zelfs „opdat er iets schijnt te gebeuren." Het blad wijst dan eerst op het volstrekt onvolledige van de opdracht. Er werken niet slechts buitenlanders hier, maar ook Neder landers buiten. Daarover zal het onderzoek zeker ook gaan. Waarom dit dan niet aan stonds gezegd? Als er duizend vreemden werken hier en tienduizend Nederlanders elders dit kan het geval zijn dan bestaat de heele kwes- tie niet. Dan zou een maatregel, die de buitenlan ders weert en dus répressaille wakker roept van andere regeeringen, onze arbeidsmarkt niet met duizend man verbeteren, doch met negen duizend man verslechteren. Nog een tweede opmerking. Het is natuurlijk niet uit toeval, uit wille keur, uit aardigheid, dat deze vreemden hier hun arbeid vonden, t Is ook allerminst waar, dat lager loon de oorzaak is. Er moet in ons eigen volksleven een en an der als oorzaak of ter verklaring worden ge vonden, dus moet dit ook worden aangewezen Neem als voorbeeld het dienstboden vraag stuk. Zijn onze dienstboden werkloos, omdat de vreemden hun plaats hebben ingenomen Of vonden de vreemden een plaats, omdat onze jonge meisjes zich niet aanboden Geldt het laatste, dan baat een actie tot wering van de vreemden niet. Dan is die ac tie zelfs volstrekt overbodig. Dan moet ons volk veranderen iets, wat buiten de macht der Regeering valtverandert ons volk, dan verdwijnen op dit terrein automatisch de vreemden. De instelling der commissie mag niet ten ge volge hebben, dat de gedrukten oncler ons volk enkel staren op den vreemde binnen onze grenzen. Het gaat evengoed om de Ne landers in den vreemde, en om de Nederlan ders thuis. BINNENL. NIEUWS. JE GELD OF JE LEVEN Vrijdagavond omstreeks negen uur was een drietal uitvoerders van de Betonmaatpij Achilles, te Eindhoen, in 'n directiekeet aan den Bennekelsche Akker bezig met het gereed maken van de loonstaten voor de arbeiders. Plotseling drongen twee gemaskerde man- FEUILLETON. nen, met revolvers gewapend, de keet binnen Een hunner riep Je geld of je leven Han den omhoog Toen een der uitvoerders vroeg, wat de mannen wilden, antwoordden zij Al het geld Nadat de uitvoerders hadden medegedeeld, dat het geld nog moest worden gehaald, heb ben de beide indringers het huis doorzocht. Toen zij niets vondeA, verlieten zij de keet onder bedreiging te zullen schieten, als de politie werd gewaarschuwd Kort nadat de mannen waren vertrokken, werd de recher che opgebeld, die tot dusver geen resultaat met haar nasporingen heeft gehad. SUBSIDIE WERKLOOZENKASSEN. De Minister van Arbeid, Handel en Nijver heid heeft aan de besturen der werklozen kassen een circulaire verzonden, over de sub- sidieering van deze kassen. De Minister verklaart zich bereid, ertoe mede te werken, dat de reglementen van werkloozenkassen waarvan de leden be- hooren, of gedeelte behooren, tot een bedrijfs tak, waarin van crisis-werkloosheid kan wor den gesproken zoolang worden gewijzigd, dat voor alle leden, dan wel voor bepaalde groepen van leden, n.1. die, welke behooren tot een bedrijfstak, waarin crisis-werkloos heid voorkomt, de uitkeeringsduur wordt verlengd. Het aanbrengen dezer wijziging zal ten ge volge hebben, dat leden, die volgens den on- gewijzigden reglementairen termijn geen recht op uitkeering meer zouden hebben, nog gedurende den termijn, waarover de verlen ging zich uitstrekt, in 1931 aanspraak op uit keering zullen kunnen doen gelden. Deze aanspraak zal bestaan totdat in 1931 de crisistiestand over den bedrijfstak als ge ëindigd zal moeten worden beschouwd. Met het oog op den omvang der werkloos heid is de Minister bereid, te bevorderen, om, zoo het noodig blijkt, door het toekennen van een subsidie van meer dan 100 het verstrek ken .van uitkeering over de verlenging van den reglementairen termijn mogelijk te ma ken, met dien verstande, dat dit verhoogde subsidie percentage zoodanig zal worden ge steld, dat het bedrag der middelen, waarover de werkloozenkassen beschikken op den da turn waarop voor haar de tijd, gedurende wel ken de verlenging werkt, als geëindigd zal worden beschouwd, niet zal dalen beneden 50 van het bedrag der middelen, waarover zij kon beschikken op het einde van 1930, blij kens het vermogensblad over dat jaar. Indien het bestuur eener werkloozenkas tot verlenging van uitkeeringsduur wenscht over te gaan, moet het een voorstel van regie mentswijziging in dien zin aan den Minister doen toekomen, aangevende in welke mate het den uitkeeringsduur voor alle reglemen tair rechthebbende ledeh, of voor bepaalde groepen daarvan, wenscht te verlengen, met dien verstande, dat de verlenging ten hoogste 6 weken zal bedragen. De wijziging kan niet zoodanig zijn, dat leden, die in 1931 geen recht op uitkeering zouden hebben omdat zij reeds 3 of meer ja ren achtereen zijn uitgetrokken, tengevolge ervan in 1931 recht zouden krijgen. Op het verzoek zal alleen dan gunstig kun nen worden beschikt, indien bepaaldelijk van een crisistoestand kon worden gesproken terwijl aan het kasbestuur mededeeling zal worden gedaan, zoodra naar het oordeel van den Minister, in 1931 voor dien bedrijfstak, welks beoefenaars tot hem behooren, deze toestand als geëindigd moet worden be schouwd. DE STIJGING VAN HET AANTAL AUTO-ONGELKKEN. Op strenge maatregelen aangedrongen, Verschenen is het voorloopig verslag van de commissie van rapporteurs der Eerste Kamer over het ontwerp van wet tot wijziging van de Motor- en Rijwielwet Bij het afdeelingsonderzoek van dit wets- 33 Hij dronk zijn kop thee leeg en bleef een poos in gepeins verzonken zitten. Hij was on gerust over Mary en had gaarne willen weten hoe het haar ging hij durfde haar zijn adres niet opgeven. Toevallig keek hij de „Morning Post" in en las daar hetzelfde bericht, dat Mary zulk een schrik had aangejaagd. „Van Mary aan Bazil. Ik lig op sterven. Kom bij mij." Hij werd bleek van schrik en mompelde dat kan toch niet voor mij bedoel zijn Onlangs was zij heel wel.. Zij zei, dat zij nooit erg ziek was geweest. Het kan niet zijn. Hij bleef met de krant in zijn handen staan en zei met heesche stem O, Mary, wat is dat Het zweet stond hem op het voorhoofd. Nooit in zijn leven was hij zoo ongerust ge weest. Als zij op sterven lag, wat zou hij dan toch beginnen Hij moest haar nog eens zien.. Zij heeft zeker een ongeluk gehad, dacht hij. Het kwam hem geen oogenblik in de ge dachten, dat dit bericht weieens niet voor hem bedoeld kon geweest zijn en hij aarzelde geen oogenblik om naar haar toe te gaan. Al zou ook de politie te Chisholme op hem loe ren, dan zou hij toch zien daarheen te komen, wat er dan gebeuren kon, was van later zorg. Hij reed naar het station en kwam daar nog juist bijtijds om een trein naar Chisholme te pakken. Zouden zij hem daar binnen laten Dat moet, dacht hij, ik wil en zal haar zien. Het leek hem vreemd toe om onder deze ontwerp spraken eenige leden er hun leedwe zen over uit dat de Regeering deze gelegen heid niet heeft gebruikt om bok die wijzigin gen voor te stellen, welke het lid der Tweede Kamer, de heer Rutgers van Rozenburg, door zijn amendementen heeft willen aanbrengen. Deze leden waren van oordeel, dat de tal rijke ongelukken door roekeloos rijden met automobielen in den laatsten veroorzaakt, beter met ontneming van rijbewijzen voor langen tijd dan met gevangenisstraf of hech tenis kunnen worden gestraft. Sommige andere leden, geheel instemmen de met het hierboven weergegeven betoog, wenschen daaraan toe te voegen, dat het hun inziens aanbeveling zou verdienen een zeer strenge sanctie te stellen op het misdrijf, be gaan door hen wien het rijbewijs ontnomen is en die niettemin een automobiel besturen. De zulken moesten tot een vrijheids straf van langen duur kunnen worden ver oordeeld. Weer andere leden bepleitten een wijziging van art. 15 der Motor- en Rijwielwet in dezen zin, dat rijbewijzen slechts zullen worden verstrekt aan degenen, die geen geestelijke afwijkingen vertoonen. Momenteel wordt n.1. voor het verkrijgen van een rijbewijs slechts verlangd dat de aanvrager lichamelijk ge schikt en bekwaam is tot het besturen van een motorrijtuig. De leden, hier aan het woord, wezen er op, dat juist de meeste ongevallen op wegen een gevolg zijn van een gebrek aan tegenwoordig heid van geest en van onvoldoende schatting der afstanden. Mocht een onderzoek naar de geestelijke geschiktheid van den rijder, zooals dit ten aanzien van aviateurs reeds bestaat, als re gel te veel tijd en moeite kosten, dan zou het wellicht kunnen worden ingesteld bij iemand, die met zijn motorrijtuig een ernstig ongeluk heeft veroorzaakt, indien dit feit waarschijn lijk te wijten is geweest aan een geestelijke afwijking. In zulk een geval behoort naar de meening der leden, hier aan het woord, zoowel intrek- trekking van het rijbewijs, als een psychia trisch onderzoek volgen, terwijl het rijbe wijs slechts wederom zou mogen worden verstrekt, indien zal zijn gebleken, dat de rij der geen geestelijke afwijkingen vertoont EEN STEMLUSTIGE RAAD. In den Gemeenteraad van Muiden was aan de orde de benoeming van twee leden voor de commissie voor maatschappelijken steun. Bij eerste stemming werd op ieder der ze ven Raadsleden één stem uitgebracht, het geen bij het aflezen der stemmen niet weinig vroolijkheid verwekte. Wethouder Hottentot (schertsend)„Ze hebben natuurlijk allemaal op zichzelf ge stemd." (Gelach.) De heer Pleit (Dem. Arb.) Dat is een af spraak. Ik wensch aan de stemming geen deel meer te nemen. Wethouder Hottentot (C.H.) Och, maar dat bestaat toch niet. De heer v. Klooster (R.K.) Wat de heer Pleit van de anderen denkt, kunnen de ande ren ook van hem denken. De voorzitter Maar dat kan toch nooit een afspraak wezen. Stemt de heer Pleit dus blanco De heer Pleit antwoordt bevestigend^ Bij tweede vrije stemming worden dus stemmen uitgebracht, welke weer verdeeld zijn over 6 Raadsleden, wethouder Beuke- boom (R.K.) viel ditmaal er buiten. Na raadpleging van het reglement van or de zei de voorzitter, dat er nu een tusschen- stemming moest plaats hebben, om uit te maken, wie voor herstemming in aanmerking kwamen. Maarer waren geen leden, die meer stemmen op zich vereenigd hadden, dan een der andere. Het resultaat was derhalve, dat er feitelijk een derde vrij stemming plaats had, waarbij alleen op den heer Beukelboom geen stem mocht worden uitgebracht. Alsnu omstandigheden op die bekende plaats terug te komen. Hij had niet verwacht om het om het groote, witte huis weer zoo gauw te rug te zien. Hij had haast om bij Mary te komen, dus te voet gaan wilde hij niet, uit vrees van te laat te komen Zij zou hem niet, met zulk een dringend bericht verschrikt hebben als er geen reden voor bestaan had. De korte rit was spoedig ten einde, hij durf de nauwelijks hopen, dat hij haar nog levend zou vinden. Onder deze omtandigheden zou lord Warburton niet weigeren hem te ont vangen. Als zij nog leefde, zouden haar wen schen wel in de eerste plaats ingewilligd wor den, nu kwam het er natuurlijk niet meer op aan, of hij haar waard was of niet. Toen hij het groote hek door was, zag hij een man op een pad in het struikgewas, dien hij terstond herkende als den detectieve Brookfield. Zelfs toen vermoedde Ashford nog geen onraad, want het verdriet had zijn verstand verduisterd. Hij kon aan niets denken dan aan Mary. Het leek hem niets bijzonders, dat de politie zijn gangen na ging en op hem loerde en het kwam er ook niet op aan, als hij Mary nog maar kon zien en afscheid van haar kon nemen. Hij zou nu ook wel niet ge arresteerd worden. Dat zou hij niet toelaten. Zelfs een dozijn manhen zouden hem niet kunnen pakken. Haastig sprong hij de stoep op en belde. De knecht, die hem open deed, keek hem verwonderd aan en zei alleen Breng mij bij juffrouw Maturin. XXVIII. Het is nu tijd om naar Mary terug te kee- ren en haar bewegingen te volgen sedert zij wist, dat haar geliefde zijn verderf tegemoet zou gaan. Haastig kleedde zij zich en zei te gen lady Somerville Ik ga naar Chisholme, Amy, en ik neem werden uitgebracht op de heeren- Willig en Schouten ieder 2 stemmen en op de heeren Dijkstra en Van Klooster 1 stem 1 blanco. Toen kwam een herstemming tusschen de heeren Schouten en Willig. De heer Willig (C.H.) kreeg 4 stemmen, de heer Schouten (V.B.) 3 stemmen. (De heer Pleit stemde weer mee.) Gekozen de heer Willig, die echter verklaar de, de benoeming niet te willen aannemen. De voorzitter 't is goed, dat 't nog vroeg is. De heer Schouten vraagt, wie de leden der commissie voor maatschappelijken steun zijn, waarop de voorzitter de namen der leden noemt. De stemming begint dan van voren af aan. De heer Schouten verkrijgt 4 stem men, de heer Dijkstra -2, de heer Van Kloos ter 1 stem. De heer Schouten is benoemd dochverklaart de benoeming niet aan te nemen. Wederom staat men voor een nieuwe stem ming. Op den heer Dijkstra worden 4 stem men uitgebracht, op de heeren Pleit, Hotten tot en Van Klooster ieder 1 stem. Benoemd is dus de heer Dijkstra (V.B.), die verklaart de benoeming aan te nemen. De voorzitter Ziezoo, we zijn op de helft. Alsnu heeft de stemming plaats voor het tweede lid van de bovengenoemde commissie. Op den heer Van Klooster worden uitge bracht 4 stemmen,op den heer Hottentot en op den heer Beukekom 1stem. Benoemd is de heer Van Klooster, die de benoeming aan neemt. BUITENLANDSCH NIEUWS. GEDURENDE 22 JAAR IN VEESTAL OPGESLOTEN. De Warschausche dagbladen berichten het volgende Een afgrijselijke ontdekking is dezer dagen door de poolsche politie in het dorp Mschkoff, district Pozansk gedaan. Het was de politie ter oore gekomen, dat in den veestal van den landbouwer Kontchak reeds vele jaren een vrouw opgesloten zat. Ter plaatse werd door de politie geconstateerd, dat in een hoekje naast het vee een dochter van dezen boer lag. Toen de politie den stal binnentrad, vertoonde de ongelukkige, die met slechts enkele lompen bedekt was, geen teekenen van vrees. Toen zij aangesproken werd, antwoordde zij niet, en het bleek, dat zij niet in staat was, den zin van het gespro kene te vatten. Toen men haar vroeg, op te staan, verroerde zij zich niet; zij bleek het vermogen, zich te bewegen, verloren te hebben. De ongelukkige was, ten gevolge van het zich gedurende vele jaren bevinden in gebogen houding, zoo goed als verlamd. Zij kan zich slechts van haar rech terhand bedienen, om voedsel tot zich te ne men. De ongelukkige werd uit haar gevangen schap bevrijd en naar het ziekenhuis ver voerd. Uit een ingesteld onderzoek bleek dat zij op 20-jarigen leeftijd door haar verloofde te leurgesteld was, en sinds dien tijd sympto men van abnormaliteit vertoonde. Zij was in verschillende huizen in dienstbetrekking ge weest, maar werd overal wegens haar abnor- malen geestestoestand ontslagen. Na terugkeer tot haar ouders in het dorp, werd door verschillende „helderzienden" ver klaard, dat zij van den duivel bezeten was. Zij leed veel aan aanvallen van wilde drift. Zij werd veel geslagen, waarmede men hoop te, den duiver uit haar lichaam te verdrijven. Tenslotte wierp men haar in den veestal waar zij gedurende 22 jaar onafgebroken op gesloten bleef. GRIEP-CIJFERS UIT NEW YORK. In New York zijn in de maand Januari cir ca 30.000 personen door griep aangetast384 gevallen waren met doodelijken afloop. In denzelfden tijd zijn meer dan 4000 personen aan longontsteking ziek geworden, van wie 1800 personen zijn gestorven. geen kamenier mee. Ik kan mijzelf wel hel pen. Zij nam een taxi naar het station en had weldra een trein, die haar naar de plaats ha- rer bestemming bracht. Is lord Warburton thuis vroeg zij di rect bij haar aankomst. Neen, juffrouw. En lord Cosmo Die is ook uit en lord en lady Warburton zijn uit voor den lunch. Mary wachtte niet langer, maar ging naar binnen en hing haar mantèl in de gang. Het was onaangenaam, dat er niemand thuis was en zij liep onrustig en zenuwachtig in huis op en neer. Cosmo kwam niet terug en het was nu tijd voor den lunch. Waarschijnlijk zou hij op het uur van den lunch wel verschijnen. Eindelijk werd er gebeld en zij dacht dat het was. Een bediende deed de deur open en kondigde aan „Mijnheer Ahsford, juf frouw." Zij keken elkander verbaasd aan en zeiden geen van beiden een woord. Eindelijk stak Ashford de armen uit en Mary omhelsde hem vol vreugde. Ik dacht dat je op sterven lag, zei hij, wat een angst heb ik uitgestaan. Och, Bazil, ik mankeer niets en ik had met dat courantenbericht niets te maken. Zelf heb ik het pas een paar uur geleden gezien. Wat beteekent het dan Het is gezet om je in de val te laten loo- pen, anders kan ik het niet verklaren. Ie mand, die van onze liefde af weet, heeft het geplaatst om je hierheen te lokken. Dus je weet, dat de politie mij zoekt. Ja. Ik denk, dat je gelijk hebt. En had je mij hier verwacht BOER TERRORISEERT EEN DORP. Te Palmages dc Jadruque in Spanje heeft een boer het geheele dorp in opstand ge bracht en de bewoners geterroriseerd totdat hij eindelijk onschadelijk is gemaakt. Woe dend, omdat hij zijn vee niet door het land van zijn buurman mocht drijven, schoot hij zijn buurman door het been. Een der dorps bewoners, die tusschenbeide wilde komen, kreeg een schot door het hoofd en was op slag dood. Het incident maakte den boer dol van woede. Hij rende door het dorp, drong in de gemeenteraadsvergadering en schoot blin delings om zich heen, waardoor verschillende leden van den gemeenteraad werden gewond. Toen begaf hij zich naar het huis van den burgemeester, waar hij dezen, diens vrouw, hun 10-jarigen zoon en het dienstmeisje ernstige wonden toebracht. Op zijn vlucht stak hij een aantal schapenstallen in brand, die alle in vlammen opgingen en waarbij hon derden schapen omkwamen. Bij de vervol ging, waaraan alle dorpsbewoners deelna men, voor zoover zij nog niet waren gewond, slaagde men er tenslotte in den als een waan zinnige om zich heen schietende boer te vat ten. Men had groote moeite een lynchpartij te voorkomen. GIFMENGSTERSWAANZIN. In een dorp in het Zuiden van Italië, Bene- vento, heeft een moeder ter gelegenheid van het huwelijk van haar zoon, getracht de ge heele familie van haar schoondochter te ver- giftigen. Zij had zich lang tegen het huwe- lijk verzet en ten slotte slechts met tegenzin haar toestemming gegeven. Bij het bruilofst- feest wist zij het zoo in te richten, dat beide families afzonderlijk kwamen te zitten, waar op zij de familie van haar schoondochter vergiftigden wijn voorzette. Het gevolg was, dat 25 personen ernstig ziek werden. Onder de dorpsbewoners ontstond zoo groote ver ontwaardiging over het misdrijf dat zij de schuldige trachtte te lynchen. Slechts met veel moeite gelukte het de politie, de vrouw tegen de woedende volksmenigte te bescher men. GEEN BOLLEN NAAR VENEZUELA Tulpen van 75 cm hoog, maar géén bloemen De Ned. gezant te Caracas, hoofdstad van Venezuela, heeft voor eigen rekening een proef genomen, om na te gaan of Ned. bloem bollen daar kunnen gedijen en wel met cro- cussen, gladiolen, tulpen en hyacinthen. De bollen kwamen spoedig uit en schoten hoog op, tulpen 75 cm, crocussen een halven meter, terwijl hyacinthen en gladiolen bla den en planten gaven van ruim 2 a 3 maal zoo groot als in Nederland Bloemen gaven ze echter niet, alleen enke le hyacinthen een allerkleinst verschrompeld bloemtrosje. Zeven andere personen, die bol len van den gezant ontvingen, deden dezelf de ervaringen op, ook in bergklimaat Ook planting in grond, vermengd met zand, gaf niets. SNEEUWSTORMEN BOVEN SCHOTLAND. Belangrijke verkeersvertraging. Gedurende het afgeloopen week-end heb ben naar V. D. meldt Schotland en het noor den van Engeland te lijden gehad van hevige sneeuwstormen, waardoor het verkeer belang rijke vertraging heeft ondervonden en op sommige plaatsen zelfs geheel ontwricht werd. De expres van Inverness naar Londen had een vertraging van 13 uur. Het traject tusschen Inverness en Perth was geheel inge sneeuwd, zoodat de trein bleef steken en na derhand een omweg moest maken van 250 km. Uit. bijna alle districten van de Schotsche hooglanden worden ernstige verkeersstorin- gen gemeld, waardoor zoowel het spoorweg als het auto- en autobusverkeer of ernstige vertraging ondervonden of geheel onmogelijk werden, zoodat de passagiers hun reis moes- ten opgeven, uitstappen en door mist en Ik was in Londen bij een vriendin, maar toen ik het bericht las ben ik gauw hierheen gereisd om je zoo mogelijk te beschermen. Verdenk je Cosmo Neen, ik donk dat het een valstrik van de politie is. Het is Cosmo welWat een lafaard is dat Waar is hij Gelukkig niet hier. Denk niet aan hem, Ba zil, maar aan jezelf. Ontsnap, terwijl het nog tijd is. Daar is het te laat voor.- Op mijn weg hierheen passeerde ik een detectieve. Cosmo heeft het slim aangelegd. Alle uitgangen zijn nu bewaakt. Laten wij eens zien, of wij daar zeker heid van hebben zei Mary hem naar een raam trekkend vanwaar zij de oprijlaan kon zien. Daar stonden een paar agenten op wacht en Mary ging met een kreet van schrik ach teruit. Laten wij eens aan den achterkant kij ken Bazil, misschien is daar niemand. Och neen, kind, zei hij op teederen toon, laten wij den tijd dat wij nu nog samen zijn maar goed gebruiken. Zij kunnen nu ieder oogenblik komen. Zeg mij, dat je mij lief hebt en mij vertrouwt. Zij klemde zich aan hem vast en zei Ik heb je innig lief en zal dat altijd blij ven doen en zal ik nooit iets kwaads van je gelooven, zoolang je het mijzelf niet gezegd hebt. God zegene je kind Bazil, moet je onschuld bewezen wor den 't Kan wel zijn, dat ik onrechtvaardig nog zal moeten lijden voor een poos. Zou je in de gevangenis moeten Misschien. Maar kun je je onschuld niet bewijzen? Nog niet dadelijk. Daarom ben ik van je weggegaan. Ik kon je niet vragen om mij te trouwen, zoolang mijn onschuld niet bewezen is. Och, Bazil, ik begrijp het niet, Cosmo is een slecht mensch. Hoe heeft hij zooiets dur ven doen De deur achter hen ging open en Cosmo trad zelf binnen. Hij bleef een oogenblik als verplet staan, toen hij Mary in de armen zag van Ashford. Brookfield stond in de verte te kijken en Cosmo zei Zoo schelm, heb ik je eindelijk. Mary sprong tusschen de beide mannen, die elkander met vijandige blikken beschouw den. Cosmo, je bent een slechte man, zei Mary en ik veracht je diep. Ga hier weg, Mary, zei hij, dit is geen plaats voor je. Ik blijf hier, zei Mary en wat wil jij doen Dezen schelm aan de justitie over leve ren Jij bent de schelm. Weet je vader iets af van dat bericht in de courant Ja, zeker. Dat is een leugen, Cosmo. Hij is een man van eer en houdt niet van slinksche wegen, maar ik zal hem vertellen, wat je gedaan hebt. Iedereen zal het weten. Je kunt dan aan je kennissen vertellen, dat je mij bedankt hebt voor een misdadiger, zei Cosmo, die half buiten zichzelf was van woede en ergernis, je zult mij later nog dank baar zijn, dat ik je voor je eigen dwaasheden beschermd heb. Hier, Brookfield neem dezen man maar mee. De detectieve, die aandachtig naar het gë- Isprek geluisterd had, trad nu naar voren. I (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Wieringer courant | 1931 | | pagina 1