Komtdealcotiolbij'tsielverkeer,
Dan gaal '1 snel verkeerd.
Alcohol, jeugd en jeugdbeweging.
Geschiedenisles in de 4de klas eener lagere school.
Ik vertel van de Batavieren, de Romeinen en in verband
daarmee ook iets uit het leven van sommige der Romein-
sche keizers.
Als Nero behandeld wordt en zijn wreedheid ter spra
ke komt, ldinkt opeens de stem van een jongetje „Ja,
juffrouw, dat weet ik. Dat staat op dat bord op den Pol
derweg." En direct krijgt hij bijval van andere kinderen,
die 't ook gelezen hebben. Ik begrijp er eerst niet veel
van en ga eens informeeren, wat er dan precies staat.
„Ja, daar staat 't van dien wreeden koning." En toen
ging me opeens een licht op. Het drankweercomité had
daar een bord geplaatst met 't opschrift
„Alcohol, die wreede koning.
Verslindt 't geluk in meen'ge woning."
De woorden „wreede koning" hadden blijkbaar meer
indruk gemaakt dan 't woord „alcohol."
Maar 't was voor mij een ongezochte gelegenheid, om
die twee koningen „Nero en Alcohol" eens te vergelijken
en te vertellen, dat de laatste veel gevaarlijker is, dan
de eerste ooit geweest is. Terwijl de eerste allang dood is,
staat de laatste nog altijd op de loer, de menschen in zijn
macht te brengen en 't aantal der ongelukkigen, die hun
geluk ter wille van koning alcohol hebben geofferd, is
zóó groot, dat 't noodig is, er telkens voor te waarschu
wen.
Maar 't is voor vele menschen zoo moeilijk hun ont
spanning te zoeken zonder gebruik van alcohol. Dat dit
echter heel goed mogelijk is, leert ook de jeugdbeweging.
Daar wordt overal de alcohol als vijand beschouwd.
Heeft de J. V. O. de geheel-onthouding als hoofdge
dachte in haar programma, de A. J. C. "(Arbeiders Jeugd
Centrale) vraagt aan haar leden eveneens geen drank te
gebruiken, terwijl Christelijke jeugdvereenigingen als
V. C. J. B. (Vrijzinnig Christelijke Jongeren Bond) en
D. J. B. (Doopsgezinde Jongeren Bond) wel niet van
hun leden eischen dat zij geheel-onthouder zijn, maar
toch wel een sterk streven in die richting vertoonen.
Op onze samenkomsten, kampen en conferenties wordt
nooit sterke drank of bier geschonken, in lezingen en
besprekingen wordt de geheel-onthouding gepropageerd.
Zeer velen der bij de D. J, B. en V. C. J. B. aangesloten
jongeren (helaas nog niet alle) kunnen tot de geheel
onthouders gerekend worden. Want, wil men zich scha
ren onder de Christenen, dan moet men ook op allerlei
gebied toonen, dat men bereid is, na te laten, wat voor
lichaam en ziel Schadelijk is. En er is wel bijna niets te
bedenken, dat zoo'n nadeeligen invloed op beide heeft,
als de alcohol.
En als we eens kijken naar 't verschil in gelaatsuit
drukking van een groepje jongeren, die een kamp of
conferentie hebben meegemaakt, waar ze in de vrije na
tuur samen ernstig gesproken hebben en hun levens
vreugde in volksdansen hebben geuit en van een andere
groep, die hun Zondag hebben doorgebracht met 't ééne
café na 't andere te bezoeken, dan spreekt dit verschil zoo
voor zich zelf, dat er maar weinig goede wil noodig is,
om te zeggen „Weg met den alcohol."
BETS DE WIT.
De alcohol en het kind.
Wie alcohol aan een kind geeft, hoe weinig ook, brengt
hem onvermijdelijk schade toe, al is deze niet in cijfers
te geven. Naast andere weefsels, wordt vooral het bij
kinderen zoo uiterst gevoelige hersenweefsel benadeeld
en des te meer, naarmate het kind jonger is. Dat alco
hol, door de zuigeling met het zog, of voor de geboorte
met het bloed der moeder opgenomen, verre van on
schadelijk is, ligt voor de hand.
Ook indirect doordat vader of moeder drinkt, doet de
alcohol onnoemelijk veel kwaad aan de kinderen van ons
volk aan hun gezondheid o.a. door vergrooting
der kans op tuberculose door onvoldoende voeding en
verzorging, aan hun verstand door verwaarloozing
der opvoeding, aan hun ziel de alcohol is een der
voornaamste oorzaken ervan, dat vele kinderen moeten
opgroeien niet alleen in armoede, maar ook in de ruw
ste, meest verdorven omgeving. Niet slechts misbruik,
ook z.g.n. matig gebruik thuis, kan door het voorbeeld
voor het kind noodlottig zijn in een kritiek oogenblik van
zijn leven.
Veel noodeloos lichamelijk en geestelijk kinderlijden
wordt veroorzaakt door de gevolgen van onze drinkge
woonten. In onze kinderziekenhuizen en sanatoria wordt
men helaas vaak an herinnerd. Kon ieder slechts een
tipje oplichten van den sluier, die al dat lijden van dui-
zende stumpers bedekt, geen weldenkende zou den alco
hol nog als genotmiddel willen gebruiken.
Dr. D. v. Dorp-Beucker Andreae te
Katwijk a. Zee.
Directrice Kinderhospitium.
Wie wat meer wil lezen omtrent het drankvraagstuk,
vindt in liet weekblad van de N. V., de Blauwe Vaan, en
in tal van brochures, van die vereeniging, alles wat hij
verlangt.
Koopt en leest onze uitgaven. Ze zijn zeer goedkoop en
altijd de moeite waard.
De J. V. O.'ers colporteeren geregeld met hun blad, de
Jonge Onthouder. Ook dit belangwekkende en aardige
blad is Uw aandacht wfcard.
Waarom J. V. O.-erWaarom niet
Over het algemeen vindt de J. V. O. nog al sympathie
bij de bevolking. Maar toch, en ten onrechte, ook tegen
werking. Zoo hoorde ik laatst nog iemand zeggen Al
zouden mijn kinderen nog zoo graag lid willen worden,
dan wilde ik het toch niet hebben. En waarom niet
Omdat de J. V. O.'ers geen alcohol drinken Of, mis
schien, omdat er geen straatliedjes, doch jeugd- en
strijdliederen worden gezongen Het zou wel een zeer
belachelijke reden zijn. Neen, het is hierom, omdat de
j. V. O. breekt met de oude sleur en gewoonten. En, om
dat de jeugdbeweging nog weinig bekend is op Wielin
gen, wordt zij eerst afgekeurd en zelfs bespot. Toch ge
loof ik, dat heel wat jongens en meisjes lid werden, als
ze zich maar niet stoorden aan de plagerijen van hun
vrienden. Vooral onder de jongens komt dat nogal eens
voor. Bijna alle jongens'afinken bier en rooken sigaret
ten en hij, die zich daartegen verzet, wordt uitgelachen
en een saaie Piet genoemd. Maar och, als ze zien dat je
het werkelijk meent en niets om die praatjes geeft, hou
den ze wel op. Als wij in onze jeugd zulke kleine offers
niet kunnen brengen, hoe zullen we dan later wel tegen
over de moeilijkheden staan, die ook overwonnen moe
ten worden. Daarom zou ik zeggen, stoor je niet aan de
critiek van je vrienden, maar wordt lid van de J. V. O.
MARIE DE VRIES.
Vol liefde willen wij dragen
Uw leed, o kameraad
Wie zwak is, willen wij schragen,
Wie strijdt, is onze maat.
Zoo verstaan wij 't nieuwe leven,
Maak dan voor de jeugd ruim baan,
Als wij onze krachten geven,
Zal de menschheid voorwaarts gaan.
(Uit het Wandellied van de J. V. O.)
BIJBEL EN ALCOHOL.
Het is louter misverstand, indien men den
Bijbel plaatst aan de zijde van de verdedigers
van den alcohol. Zoowel de wet van Mozes als
de profeten trachtten Israël te beschermen te
gen het Kanaanietisch heidendopi door krach
tig remmend te werken op het gebruik van
bedwelmenden drank. Dat daarbij de algemee-
ne 'eisch van Igeheelonthouding niet gesteld
werd, was een gevolg van de omstandigheid,
dat Israël geen gedistilleerd, geen kroegen en
geen alcoholisme kende. Daarom is elke ver
gelijking tusschen de dagen van het Oude Tes
tament en onzen tijd onmogelijk.
Dat Jezus in de kwestie van den alcohol geen
positie nam, spreekt vanzelf. Dat was in zijn
tijd geen kwestie. Bovendien richtte zijn werk
zich op den wortel van alle kwaad, de zonde,
en niet op haar uitwassen. Daarom heeft hij
juist universeele beteekenis ook voor onzen
strijd.
Toen namelijk dat werk van Jezus moest
worden toegepast op de wereld der eerste eeuw
toen zagen de beide apostelen, die onder de
heidenen werkten, Petrus en Paulus, zich ge
noopt, scherp tegen den alcohol op te treden,
opdat de jonge christelijke gemeente niet zou
afglijden naar het heidendom.
De eenige consequentie van dit alles in on
zen tijd is geen andere dan deze: wie den gods
dienst zuiver wil houden en de wereld redden
van het alcoholisme, die moet komen tot de
praktijk van de geheelonthouding.
Dr. A. H. Edelkoort te Meppel.
Een paar van de Citaten, opgenomen in dit
blad, zijn overgenomen uit de brochure: De
menschheid en de alcohol", uitgegeven door de
N. V. Deze brochure, waarin tal van vooraan
staande landgenooten hun meening uitspreken
over het alcoholvraagstuk, wordt iedere belang
stellende aanbevolen.
ALCOHOL EN PUBLIEKE VEILIGHEID.
„De wereld staat in het teeken van het ver
keer.
Die uitspraak zal gieen tegenspraak wekken.
De factoren „snelheid" en intensiteit" bij het
verkeer, doen het element „gevaar" meer dan
recht evenredig toenemen, m.a.w. een 3 maal
drukker en sneller verkeer verhoogt het ge
vaar bij dat verkeer wellicht 3x3x3 maal.
Aannemende dat het straatverkeer van voer
tuigen in onze steden en op onze straatwegen
sinds de laatste 20 jaar 3 maal drukker en 3
maal sneller is geworden, dan overdrijven wij
zeker niet. En een blik in het eerste het beste
dagblad zal U overtuigen, dat mijn bewering
omtrent de toename van het gevaar evenmin o-
verdreven is, maar dan moet een voertuigbe
stuurder ook ten minste 9 maal zoo paraat zijn
als vroeger.
Bevat een bericht over een verkeersongeval
de mededeeling, dat de bestuurder dronken
was, dan is iedereen verontwaardigd en terecht.
Die verontwaardiging komt echter niet op, al
zou men weten, dat een ongeval veroorzaakt is
door iemand, die een enkel glaasje bier, wijn
of sterken drank op heeft.
Omdat men niet algemeen weet, dat zoo'n)
beetje drank den man een weinig roekeloozer,
een weinig vrijpostiger, een weinig minder be
trouwbaar in zijn reacties maakt; jufcst genoeg
om, met het grooter gevarenelement, een onge
luk te veroorzaken.
't Wordt tijd dat men dat wél weet; men
het groote publiek moet gaan inzien, dat ter
wille van de gemeenschap, voor ieder bestuur
der van een voertuig tegenwoordig geldt:
Ieder alcoholgebruik, eenige uren vóór- of tij
dens het rijden, is misbruik.
Ir. F. A. Brandt te Utrecht.
Afd. Chef le kl. „Weg en Werken" N. Sp.
(Het volgende gedichtje behoort tot
de „Proletarische liedjes" van de jon
ge dichter Willem van Iependaal en
is met andere door de auteur op 1 Mei
voorgedragen voor de radio. In zijn
kortheid en felheid teekent het de
stijl van de jonge volksdichter.
In zoo'n klein beetje wilgenhout.
Waarom hebben de jonges een vader
en is moeder met zóó een getrouwd
Waf heit ze nou an een kerel die
alleen maar van borreltjes houdt
Waarom, as-ie zoo naar de schilletjes
stinkt, huilt ze en noemp ze me schaap,
en wor ik, as-ie van de meisies zingt,
op 't stoepie gezet in me slaap
Waarom, as er toch zoo veel bakkers
zijn,
Zoo'n paar losse cente voor brood!
Waarom voor een baasie, nog veels te
klein,
is de werrekbroek zoo groot
Waarom, as de Onze Lieve Heer
zooveel van de kindere houdt,
laat ie dan saves de zon niet an
De nachte ze benne zoo koud
Dus een ventje in klompen kloeg
Voor 'n bakker, hunkerend, oud
Kerels zooveel en zoo bitter leed
in zoo'n klein beetje wilgenhout
Een arbeider, wiens neus te rood is,
Is iemand, die voor de beweging dood is;
Want al staat de gevel dan in vurig rood,
In 't wrakke huis is 't strijdvuur dood.
1917. Albert Halm.
Steekt nu één onzer tegenstanders
ons, met een zoetzuur gezicht, een
pluim op den hoed, aldu&: „Veel en
veel symphatieker is ons het mooie
iwerk der drankbestrijding, dat zich
richt op het lenigen van den nood uit
misbruik ontstaan" dan antwoord
den we „Ja, dat liédje kennen wé, 't
is al oud, wij meenden: verouderd I
Het liedje van: laat de gaskraan o-
penstaan, en wanneer er dan hier of
daar iemand neervalt of stervende is
door gasvergiftiging, tracht dan te
redden wat te redden is: dat is een no
bel werk I Maar laat in elk geval de
gaskraan openstaan, want denk aan
de persoonlijke vrijheid, om te ruiken
of niet te ruiken wat we willen.
Ds. v. Krevelen.
Het afdeelingsbestuur van de N. V.
J. de Wit, voorzitter
J. Schutte, vice-voorzitter
P. J. Steinmetz, secretaris, Verl. Polderweg
D. Wit-Slikker, penningmeesteres
J. Klare, lid.
Het afdeelingsbestuur van de J. V. O.
P. de Vries, voorzitter
Jb. Smit, secretaris, Vermaningsteeg
Piet Verbiest, penningmeester
Marie de Vries, Reintje Rotgans,
Dorus Weerelts, leden.