22E JAARGANG DINSDAG 28 JULI 1931. NO. e>8 til!!! NIEUWS-. EN ADVERTENTIEBLAD VOOR WIERINGEN EN OMSTREKEN DE VONDELING. GEMEENTE ZIJPE. ■WIERINGER COURANT* n i—i i - - VERSCHIJNT ELKEN DINSDAG EN VRIJDAG. ABONNEMENTSPRIJS per 3 maanden 1. UITGEVER CORN. J. BOSEER, WIERINGEN, BUREAU Hippolytushoef Wieringen. Telefoon Intercomm. No. 19. VOORKEURSTEMMEN. Tot de zeer beknopte rechten en vrijheden, welke de tegenwoordige Kieswet met haar evenredige vertegenwoordiging den kiezer nog gelaten heeft, behoort, zoo merkt de „Zutphensche Courant" op, de bevoegdheid om zijn voorkeur voor een bepaalden candi- daat uit te spreken, al staat die dan ook nog zoo laag op het lijstje. Aan die vrijheid hebben leiders van enke le partijen getornd, van den aanvang af dat ons land met dit evenredigheidsstelsel werd „gezegend". De leiders geven „adviezen" en zoo, vóór de candidaatstelling en uit de voor loopige lijsten mogen dan de leden der par tij door een referendum kiezen voor de de finitieve volgorde. Doch staat dan eenmaal die volgorde vast, dan moeten de kiezers zich daar ook aan vast houden. Het wordt als eer^ inbreuk op de tucht beschouwd, wan neer de kiezers voorkeurstemmen uitbren gen. Immers, speciaal de R.K. en soc.-dem. leiders geven bij verkiezingen immer het parool uit stemt op nummer één. Van deze stramme methodes is in den re gel het merkwaardige gevolg, dat die num mer één (technisch „lijstaanvoerder" gehee- ten), een belachelijk groot aantal stemmen krijgt. Zij die direct op hem volgen en die dan toch eveneens als voortreffelijke partij - genooten worden beschouwd, immers anders ware hun niet de eer gegund zoo vlak na den lijstaanvoerder de lijst te sieren, moeten zich dan maar tevreden stellen met een ge ring aantal of nul stemmen. Voor de rest ïeven zij van den „afval" van wat nummer 1 overlaat na den kiesdeeler te hebben ver worven. Nu wordt in de S.D.A.P. de tucht met ij zeren hand bewaard. Daar vooral geldtge hoorzaamheid aan het parool. In dat opzicht zijn de soc. dem. gedrenkt in een geest van militairisme, waaraan beroepsmilitairen nog een voorbeeld kunnen nemen. Van dien geest zijn in deze dagen weer twee duidelijk sprekende bewijzen openbaar geworden. Bij de Raadsverkiezingen van Ju ni toch zijn in vier gevallen soc. dem. geko zen met voorkeurstemmen. En dadelijk was het partijbestuur erbij om bekend te maken dat de afdeelingen op zijn steun konden re kenen, wanneer zij uitspraken, dat zoo'n met voorkeurstemmen gekozen partijgenoot zijn Raadslidmaatschap niet mag aanvaarden. Want het werd als „diciplinebreuk" be schouwd wanneer een candidaat een actie voert voor zijn eigen candidatuur of toelaat, dat anderen die voeren, ,Twee gevallen zijn nu al ruchtbaar gewor den, waarin de afdeeling inderdaad zoo'n partijgenoot heeft verboden zijn lidmaat schap van den Raad te aanvaarden. In Dord recht was dat de heer Kruijt, wiens „ondis ciplinair en onorganisatorisch optreden" scherp werd afgekeurd hij moest zijn man daat ter beschikking stellen. En in Zwolle was het niet minder dan een der z.g. „12 Apostelen," een der 12 oprichters van de partij, de heer H. J. v. d. Vegt, die, ofschoon no. 12 op de lijst, met 1100 voorkeurstemmen was gekozen met groote meerderheid werd hij door de afdeeling als lid geroyeerd. Merkwaardigerwijze denken beide gekoze nen er niet aan om voor hun zetel te bedan ken. Zij gaan in den Raad zitten. En zij zijn van plan daar hun beginsel te verdedigen, los van het partij-verband. Is het reeds een merkwaardig waarschijn sel, dat twee in hun kring gewaardeerde par tijgenooten den moed bezitten, om tegen hun partijbestuur in te gaan, 't is eigenlijk nog opmerkelijker, dat zooveel soc.-dem. hun zin voor vrijheid en zelfstandigheid openba ren, door van hun voorkeur voor een be- FEUILLETON. - v&S&M 45. Kalm trad' hij dus het hol binnen, met een minzamen glimlach op het gelaat Daar ik al in zoo'n tijd het genoegen niet heb gehad u te zien, mijnheer Têterol, wilde ik u toch niet langer wachten met eens naar den staat van uw gezondheid te komen vragen. Maakt u het goed De heer Têterol haalde de schouders op en, terwijl hij zijn bezoeker eens van terzij de aankeek, luidde zijn niet heel vriendelijk antwoord Wanneer zult u er toch eens van af zien, mijnheer Crépin, om zulke ideote vragen te doen Neem mij niet kwalijk, waarde heer, ik weet ook wel, dat u altijd heel flink en ge zond is, maar toch vind ik dat u er vandaag wat betrokken uitziet. Ik zie er net uit als anders of moest ik er misschien een bijzonder gezicht op na houden voor de speciale gelegenheid, dat mij de eer te beurt valt Zijn doorluchtigheid, den heer Crépin, bij mij te ontvangen De gewezen rentmeester antwoordde met een buiging. Zou het mij dan tenminste vergund zijn naar den staat van gezondheid van uw zoon te vragen Hij is toch zeker hier en ik hoop, dat u mij eens wilt voorstellen aan dat knappe jongmensch. Verbolgen riep de oude heer Ik verbied u, mij van hem te spreken Hoe zóó veinsde de heer Crépin. 't Lijkt wel, dat u mij heelemaal wilt uithooren. Dat ligt toch heelemaal niet in mijn bedoeling. Nieuwsgierigheid is wel de aller laatste ondeugd, die mij ten laste gelegd kan paald candidaat, buiten no. 1 om, blijk te geven. Intusschen, dat zoovelen in de S.D.A.P. ondanks bedreigingen tegen de bevelen van bovenaf ingaan, bewijst wel, aldua besluit het blad, dat ook daar de vrijheidszin leven dig blijft. Ook daar zijn er blijkbaar nog ge noeg kiezers, die zelf willen uitmaken, wien zij hun vertrouwen als vertegenwoordiger hunner belangen willen schenken. VERBETERING DER LANDARBEIDERSWET. „De Banier" het orgaan van denKamer kring Leeuwarden der Chr. Hist. Unie toont zich zeer ingenomen met een wetsontwerp van enkele regels, dat de Tweede Kamer met den meesten spoed heeft behandeld en aan genomen. Is dat wetsontwerp van den geringst mo gelijken omvang, dan van zooveel beteekenis, dat daaraan een artikel in ons blad moet worden gewijd Inderdaad Het betreft hier een wijziging van de Land arbeiderswet in dien zin, dat de rente, ver schuldigd aan het Rijk voor de verleende voorschotten tot het stichten van plaatsjes enz. voortaan niet door de wet wordt be paald, doch door de Regeering bij maatregel van bestuur. De bestaande wet bepaalt een vaste rente van 4 pCt. 's jaars, doch het wijzigingsont- werp legt in elk opzicht niets anders voor dan ditdat de rente ten hoogste 4 pCt. mag bedragen, terwijl deze jaarlijks door de Regeering wordt bepaald. De Regeering stelt zich voor, deze rente van 4 op 3 pCt. te brengen. Kort en duidelijk meenen wij hier de be doeling van den wetgever overzichtelijk te hebben gemaakt. Allereerst maakte de verlaging van den rentestandaard bovengenoemde wijziging noodzakelijk. Hier diende billijkheid te gaan boven in de wet vastgelegde rechten. Wel had de Regeering, wanneer zij zich had kun nen stellen op het standpunt, dat de belang hebbenden bij de verkrijging van de voor schotten hebben gerekend met een renteper centage van 4 pCt., en schuld blijft nu een maal schuld, doch met het oog op den slech ten economischen toestand en een daling van den rente-standaard was het een eisch van billijkheid dat hier tegenover de landar beiders een tegemoetkomende houding werd aangenomen. De landarbeiders die krachtens de Landar- beiderswet een plaatjes hebben gekregen zul len zeer verheugd zijn over bedoelde wets wijziging, omdat verlaging van de rente en annuïteit in dezen tijd voor velen een be langrijke en zeer gewenschte tegemoetko ming is. Wellicht hebben velen gewenscht, dat ook een herschatting met het oog op de waarde vermindering van de plaatsjes tengevolge van den slechten economischen toestand, plaats zou hebben, doch wij gevoelen, dat hiertegen allerlei bezwaren kunnen worden aangevoerd, wat evenwel niet wegneemt, dat de Regeering daartegenover niet geheel af wij zend stond, doch meende dat dit aan de ge meentebesturen moest worden overgelaten. WINKELSLUITINGSWET. (Staatsblad 1930 No. 460). door J. L. Lutjeharms te Schagen. 3. Ook is het zoo met de toonzalen van schil ders. De vraag of de rechter de talrijke „kunsthandels", waar de prijs der schilde- worden. Ik dacht dan ook niet dat het u onaangenaam zou zijn om van dien knap pen, flinke jongeman te spreken, die het ge luk heeft uw zoon te zijn en waar u zeer trotsch op is. Ik haat hem riep de heer Têterol en als om zijn betuiging kracht bij te zetten, greep hij Crépin's pols zoo geweldig tusschen duim en vinger, dat dit het uitschreeuwde van pijn. Au! Neem mij niet kwalijkMijn schuld is het toch niet riep hij, terwijl hij zijn hand eens goed schudde, om te zien, of ze nog wel aan zijn arm vastzat. Maar hoe komt dat toch allemaal Wat heeft uw aangebeden zoon u toch gedaan Heeft hij bijgeval een gat in de maan geslagen Denk je nu heusch, dat ik je alles en alles vertellen zal De hqer Crépin deed of hij opstond. Ik zie, dat ik al een zeer ongelegen oo- genblik voor mijn bezoek gekozen heb. God zegene u, mijnheer Têterol. Op een anderen keer, als u eens wat minder zenuwachtig is, zal ik mijn bezoek wel eens herhalen. Neen, je blijftcommandeerde de heer Têterol, terwijl hij hem met geweld op zijn stoel drukte. En nog geen tien minuten waren er ver- loopen of hij was bezweken voor de verlei ding om zijn verdriet nog eens te herkau wen en haarfijn vertelde hij dus de heele geschiedenis, terwijl hij zijn verhaal illus treerde met heftige gebaren en sterk gekrui de uitdrukkingen. Toen hij ophield riep de heer Crépin, die met bijna heilige aandacht had zitten luisteren Wat een malle jongen toch ook Bedan ken voor een De Saligneux Hij is wel gebla- zeerd, maar hij zal zeker ergens een trek pleister hebben. Ja, dat begrijp ik ook wel. Het komt door zijn moeder, dat de jongen er die Oos- tersche verbeelding op nahoudt. U zult er u in moeten schikken, mijn heer Têterol. Als zoo'n vriendin eenmaal het hart van een jongeman veroverd heeft, dan rijen wel voornamelijk van de kwaliteit der lijsten afhangt onder winkels zal rangschik ken, waag ik met „ja" te beantwoorden. Maar als men nu een schilderij van Rem- brandt gaat verkoopen, wat op zal brengen 10 a 12.000.-. Verkoopt men dan nog in het klein Hierop moet worden geantwoord metja want Rembrandts gaan per stuk. Dus is het kleinhandel- of heeft het artikel nu nog zooveel waarde. In artikel 1 wordt niet alleen van verkoo- doch ook van afleveren gesproken. In de Memorie van Toelichting leest men hierover „De gekozen redactie (artikel 1 eerste lid) breidt het begrip (winkel) uit tot de zelfstan dige localiteit, van waaruit elders gekochte of bestelde goederen plegen te worden afge leverd. Het woord afleveren heeft dus blijk baar niet de ruime beteekenis van in de macht van een ander brengen" welke er bij voorbeeld in andere wetten van wordt toe gekend,. In de Memorie van Antwoord op het Voorloopig Verslag der Tweede Kamer deel de de Minister mede, dat in artikel 3, eerste lid, onder b, met aflevering bedoeld wordt het aan huis bezorgen. Bij de openbare behandeling van het wetsontwerp heeft de Minister van A., H. en N. zich nog uitgelaten over inrichtingen voor het verhuren van rijwielen en over fotografische ateliers. Deze zouden naar zijn meening niet onder de omschrijving van ar tikel 1, eerste lid zijn te brengen. Het is te begrijpen dat rij wiel verhuurinrichtingen niet vallen onder het begrip winkel want er wordt hier geen koopovereenkomst gesloten noch afgeleverd alleen maar verhuurd voor een bepaalde of onbepaalden tijd. Maar heeft die verhuurinrichting tevens rijwielonderdeelen ten verkoop voorradig, dan valt deze rijwiel- verhuurinrichting onder het begrip winkel. Zoo is het ook met fotografische ateliers. Als deze alleen maar foto's maakt dan valt dat fotografisch atelier niet onder het begrip winkel. Levert de fotograaf ook nog andere artikelen af, films enz. of deze ten verkoop voorradig, dan valt hij ook onder het begrip winkel. Alleen het fotografisch atelier valt niet onder het begrip winkel, maar de fo tograaf mag dan ook nergens anders in han delen. Er zijn fotograven die lijsten eet. bij de portretten verkoopen. Zij zullen zich zien aangemerkt als winkel in de zin van art. I, lste lid. De barbiers en kapperszaken worden bij winkels ingelijfd in overeenstemming met artikel drie der Arbeidswet 1919. Als we nu artikel drie der Arbeidswet vergelijken, trekt het nog de aandacht, dat apotheken, koffie huizen en hotels niet aan de omschrijving van winkels zijn onttrokken. Zie hiervoor evenwel artikel drie der Winkelsluitingswet. Onder h. van artikel drie wordt genoemd de automaat. Dit artikel (sub. h.) ontheft de politie e.a. om na te gaan of automaten on der „winkels" zijn te begrijpen. Geen enkele bepaling der wet, derhalve ook niet artikel 8, waar ik ze anders liever zou onderbrengen, is er n.1. op van toepassing. Persoonlijk zou ik liever gezien hebben dat men de automaten in de winkelsluitingswet geheel verboden had, deze te gebruiken. Im mers de groote zaken kunnen zoo'n auto maat aanschaffen, maar de kleine winkelier kan dat niet Alleen de vrij groote zaken man vaart hier wel mee maar de kleine man niet. Vandaar dan ook dat ik sterk voor af schaffing van automaten ben. Er zullen er echter wel anderen zijn. Over de beteekenis van het woord publiek zal ik in een der vol gende beschouwingen iets zeggen. Wordt vervolgd. HET VOLK VAN ZEEVAARDERS. /"\NS volk is van de oudste tijden af een volk van zeevaarders, en natuurlijk telt de wil van een vader niet veel meer Wat nu, Crépin Een vader is alles! her haalde de heer Têterol met groote heftig heid. Een vader heeft het recht om te beve len zijn bevelen te herroepen, een schik king te maken en daar weer verandering in te brengen, zoo dikwijls als hem dit goed dunkt. Drommels, wijlen Saturnus peuzelde zijn kinderen lekkertjes op en er wordt be weerd, dat hij ze heel makkelijk verteerde. Ik heb niets noodig met uw Saturnus. Ik spreek van mijn zoon. Ja zeker, en ik vind ook dat zijn ge drag niet te verontschuldigen valt. Made- moiselle De Saligneux is toch zoo'n aller liefst persoontje. Het spijt mij, dat ik die meening niet deelen kan, maar ik vind haar nu heel wei nig bekoorlijk Sinds wanneer dan ik heb vroeger toch wel eens den indruk gekregen 't Is een nuf, een aanstelster, zeg ik je! Als nu op dit oogenblik baron De Saligneux mij op beide knieën zijn dochter kwam aan bieden, en mijnheer mijn zoon mij met ge vouwen handen om haar smeekte, ik zou toch neen en nog eens neen zeggen. Ik ben weer teruggekeerd tot mijn eerste idee, dat het beste is van een huwelijk moet niets komen. Saligneux zal van mij zijn en van mij alleen Al moest ik er dan ook vier ja ren op wachten, maar ik verzeker je dat ik in de helft van dien tijd wel zoover ben. Hebt u er iets op tegen Ik Neen, natuurlijk niet. Alleen begrijp ik niet al te best, wat u uw zoon eigenlijk te. verwijten heeft. Mijn zoon is een onbeschaamde rekel Ik zal hem onterven riep de heer Têterol tandenknarsend. Een nuttelooze bedreiging een vader kan zijn zoon niet onterven dat is bij de wet verboden. Heb je het er nu op toegelegd, om mij woedend te maken? Mijn'geld is van mij, nietwaar? Of heeft mijn jongen het soms weerspiegelt zich dat in de omgangstaal. De volgende brief van een vader aan zijn zoon, die door tegenslag in zaken ontmoedigd schijnt, getuigt ervan. De schrijver zelf is een oud en rijk geworden zeeman. Beste jongen. Je noodkreet „man over boord" heeft mij bereikt. Nog pas van wal gestoken, vrees je nu reeds aan lager wal te zijn geraakt, erger nog je zegt dat je aan den grond zit. Toch begrijp ik het niet, want zoodra je zeilree was ben je onder den wind gegaan en hoewel het te ver wachten was, dat je eerst in de branding zou komen, wist je door handig het roer om te gooien de eerste moeilijkheden uit den koers te blijven en zoo met vlag en wimpel in volle zee te komen. Dat je nu ineens zoo'n deining maakt, doet me vragen of deze eerste tegenslag wellicht ook de tol is, dien wij allen, op onze eer ste reis, aan Neptunus te betalen hebben? Laat ik aanvangen met je toe te roe pen kerel, blijf, naast God, meester van het schip Tracht je kornuiten den loef af te steken, verzet als het moet de ba kens naar het getij, haal bakzeil, als je daarin voor een oogenblik je voordeel ziet, maar strijk nimmer de vlag, voor je de absolute zekerheid hebt, dat je over stag zult gaan. Houd moedig koers en zorg een oog in 't zeil te houden, al word je in woelige zee ook van bakboord naar stuurbord geslingerd. Zie den wind te vangen en ga met bolle zeilen en een stijve bries achterop de woelige zee te gemoet. Zorg er verder voor je gang boord te houden en met een stel zeebee- nen tot den laatsten man aan boord te blijven. Eenmaal het anker gelicht en de trossen losgegooid, moet je je aan God en aan de golven prijsgeven. Ik weet wel, dat het er soms leeüjk spoken kan en ook wel wordt het je zóó warm, dathet pek de naden uitloopt maar neem niet te spoedig mistbanken waar. Bij helder zicht, als het scheepje voor den wind gaat, moet je trachten alles wat voor je komt te lappen. Ga piraten zooveel mogelijk uit den weg en als je ze te pakken krijgt, dat je ze dan kielhalc, jongen Zorg ook vooral, dat je geen water maakt. Zet alle narigheid over boord, zie niet te gauw den Vliegenden Hollander, waarvoor wij zeelui zoo ver vaard .gijn, en stoor je niet aan raadge vingen van anderen, want je weetde beste stuurlui staan aan de wal. In tijd van gevaar Alle hens aan dek Mocht je op een klip loopen, onmiddellijk de zeilen reven; loop je averij op, direct ka lefateren, voor je dreigt met man en en muis te vergaan, en eerst als de rat ten het schip verlaten, zeg dan een, twee drie, in Godsnaam Maar met een extra oorlam kun je veel onheil vermijden. Het niet tijdig in de peiling hebben van gevaar is zoo vaak reeds 's zeemans graf geworden. En als je er dan in slaagt onder den wal te komen,in veilige haven aan te landen, het anker uit te gooien en aan den wal te meren, hijsch dan opnieuw de vlag en ga wéér onder zeil. Bid God en houd je kruit droog. Veilige vaart Je Vader." BINNENL. NIEUWS. GESLIPT. Een motorrijder heeft den gehee- len nacht zwaar gewond langs den weg gelegen. Zaterdagmorgen omstreeks vijf uur zag verdiend 't Is van u, maar u kunt het toch niet opeten en wat er van overblijft, na uw dood, dat is van uw zoon, volgens artikel 913 van het wetboek„De legaten mogen de helft van de bezittingen van den erflater niet te boven gaan, als hij bij zijn overlijden een wettig kind nalaat." Blijf mij van het lijf met je wetboek Dat is wel de gekste uitvinding, die er be staat. 't Hangt er maar van af, hoe je het uitlegt. Maar weet u, wat ik in uw plaats zou doen, mijnheer Têterol Je zult nu wel een groote dwaasheid gaan zeggen, maar dat hindert nietspreek maar vrij uit De leelijkste poets, die een vader zijn zoon kan bakken is, dat hij eenvoudig her trouwt. Ik zou hertrouwen riep de heer Tête rol ten zeerste getroffen door die vreemde gedachte, die hem nog nooit ingevallen was. Had ik geen gelijk, dat u een groote dwaas heid zou zeggen Een groote dwaasheid Waarom U is nog prachtig geconserveerd en heeft nog al uw tanden u is een van die mannen, die geen leeftijd hebben. Volg mijn raad dus hertrouw, en ik ken wel iemand, die leelijk op zijn neus zal kijken. En je weet zeker ook wel iemand, die mij aan een vrouw zou kunnen helpen Zoo moeilijk is dat niet, antwoordde Crépin levendig. Maar er zou met oordeel gekozen moeten worden. De tweede mevrouw Têterol moet er goed uitzien, zonder nog al te mooi te wezen mooie vrouwen zijn maar coquet. Begrijpt u Dan nog liever leelijk, maar aangenaam om te zien. Ook moet ze niet meer zoo in haar allereerste jeugd zijn, want o, die jonge dingen zijn zoo lastig en ze hebben zoo veel pretenties Een bruids schat, daar hoeft niet eens sprake van te zijn. Wat zoudt u nu een rijke erfgenaam noodig hebben Als ze niets heeft, kimt u haar ook des te gemakkelijker naar uw hand ADVERTENTIëN: Van 1—5 regels 0.50. Iedere regel meer 0.10. een voorbijganger langs den weg EdeWe- kerum, in de nabijheid van laatstgenoemde plaats, een motorrijwiel liggen en op enkele meters afstand den bestuurder. Hoewel de man niet in staat was inlichtingen te ver strekken, kwam vast te staan, dat deze man, genaamd Frank van Roekei, wonende te Wekerum, hier den heelen nacht gelegen moet hebben, daar hij in den voornacht met zijn motor geslipt en langs den weg geslin gerd was, waardoor hij een zware hersen schudding had bekomen. De man, die in het gelaat onherkenbaar gewond was, is naar het ziekenhuis te Wageningen vervoerd. DE VARKENSHANDEL. Uit de Betuwe bericht men, dat de varkens handel de laatste dagen sterk toegenomen is. De prijzen van zouters voor export en van vette en drachtige varkens zijn oploopend. Zouters noteeren 22 ct., zware varkens voor de slacht 23 ct.per pond levend, met gunsti ger vooruitzichten op hooger. Zware varkens zijn slechts zeer sporadisch aan te treffen, het aanbod is ver van evenredig aan de vraag. Ook de handel in biggen is veel vlot ter en williger dan eenige weken terug, de prijs is eveneens stijgende. Biggen doen van 8 tot 14 per stuk. DE TABAKSVELDEN IN DE BETUWE. De in deze omgeving te veld staande ta bak, waarvan op verschillende hofsteden nog perceelen als tusschenbouw worden aange troffen, staat er best bij. Dank zij het af wisselende vochtige en droge weer hebben de planten zich uitstekend ontwikkeld en toonden zij nu reeds forschen en stevigen bladgroei. Men verwacht hier van de inland- sche tabak een ruimen oogst. GEVAARLIJK SPELLETJE. Zaterdagavond moest de trein, die tegen 8 uur uit Den Bosch was vertrokken in de richting Rosmalen, even voorbij Orthen stop pen wegens een hindernis op de lijn. Bij on derzoek is gebleken, dat twee kinderen van 8 en 11 jaar, nabij de spoorlijn aan het spe len geweest en daarbij een stuk materiaal der wegwerkers over een der rails hadden gelegd. Met eenige vertraging kon de trein verder gaan. BLOEMBOLLEN. Te Bovencarspel heeft Vrijdag de Bloem- bollenveilingsvereeniging West-Friesland (dit jaar haar derde veiling van leverbare bloem bollen gehouden. Er was veel belangstelling de aanvoer bedroeg bijna 14 millioen stuks. Mede door den grooteren aanvoer van flinke hoeveelheden kleine bollen waren de prijzen over het geheel iets minder dan op de voor afgaande veiling. De vroegere dure soorten brachten naar verhouding het minst op. SCHAGERBRUG. Door het bestuur van de afd. Schagerbrug van den Bond voor Staats- pensionneering, werd Vrijdagavond eene ver gadering gehouden ter bespreking van het plan om met de Ouden van Dagen een auto tocht te maken. Besloten werd op Dinsdag 11 Augustus a.s. deze tocht te doen plaats vinden en de be zitters van auto's te verzoeken om hunne onmisbare medewerking. Door eenige dames zal aan de ingezetenen een lijst ter teeke- ning worden aangeboden voor geldelijke bij dragen en men verwacht dat allen voor dit doel zich van hunne royale zijde zullen la ten kennen, om deze menschen een prettige, aangename dag te bezorgen. Voor de Ouden van Dagen, welke deze tocht mede wenschen te maken verwijzen zetten. Toch was het niet kwaad, als ze een enkel spaarduitje bezatdat zou tenminste bewijzen, dat ze met orde en overleg te werk ging. En mijnheer Têterol, dit zult u in ieder geval met mij eens zijn, of ze nu mooi of leelijk, rijk of arm is, het moet een eenvou dige, verstandige vrouw zijn en een ervaren huishoudster. Als u dat maar eens aan mij overlaat, dan zult u zien, hoe best het zaakje in orde komt! Onderwijl de heer Crépin zoo aan het pra ten was, dacht Têterol eens na en herinner de zich opeens, dat hij den zaakwaarnemer wel had hooren spreken van een nu niet al te jonge ongetrouwde zuster, die al sinds ee nige jaren in Engeland woonde, waar ze juf frouw van gezelschap bij een rijke familie was. De heer Crépin wist in het eerst niet wat hij hoorde, toen Têterol hem met spot tend lachje vroeg 't Zou mij niets verwonderen, vriendlief, als je heelemaal het Kanaal over moest, om een geschikt iemand voor mij te vinden Intusschen spitste Crépin de ooren en riep met vrijwel gelukkig-geveinsde verrassing Mijn zuster U denkt dus, dat ik mijn zuster op het oog had Ik moet eerlijk zeg gen, dat ik in de verste verte niet aan haar dacht. Maar daarom is het nog zoo'n kwaad idee niet. Wilt u, dat ik u eens met haar laat kennis maken Dank je welZeer verplicht voor je vriendelijkheid, antwoordde Têterol. Maar ik heb mijn rust veel te lief. De meest be scheiden en verstandige vrouwen hebben dwaze opvattingen. Hier in huis dus geen vrouwenrokken meer en de wraak, die ik op mijn zoon denk te nemen is, dat ik op zijn minst honderd jaren leven zal. U moet doen, zooals u wilt, antwoordde de heer Crépin. En hij stond op om heen te gaan. Het zaad was nu eenmaal gestrooid verder moest hij het aan zon, wind en regen overlaten, om het te doen groeien. a' (Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Wieringer courant | 1931 | | pagina 1