22E JAARGANG
DINSDAG 28 JULI 1931.
NO. e>8
til!!! NIEUWS-. EN ADVERTENTIEBLAD VOOR
WIERINGEN EN OMSTREKEN
DE VONDELING.
GEMEENTE ZIJPE.
■WIERINGER COURANT*
n i—i i - -
VERSCHIJNT ELKEN
DINSDAG EN VRIJDAG.
ABONNEMENTSPRIJS
per 3 maanden 1.
UITGEVER
CORN. J. BOSEER,
WIERINGEN,
BUREAU
Hippolytushoef Wieringen.
Telefoon Intercomm. No. 19.
VOORKEURSTEMMEN.
Tot de zeer beknopte rechten en vrijheden,
welke de tegenwoordige Kieswet met haar
evenredige vertegenwoordiging den kiezer
nog gelaten heeft, behoort, zoo merkt de
„Zutphensche Courant" op, de bevoegdheid
om zijn voorkeur voor een bepaalden candi-
daat uit te spreken, al staat die dan ook nog
zoo laag op het lijstje.
Aan die vrijheid hebben leiders van enke
le partijen getornd, van den aanvang af dat
ons land met dit evenredigheidsstelsel werd
„gezegend". De leiders geven „adviezen" en
zoo, vóór de candidaatstelling en uit de voor
loopige lijsten mogen dan de leden der par
tij door een referendum kiezen voor de de
finitieve volgorde. Doch staat dan eenmaal
die volgorde vast, dan moeten de kiezers
zich daar ook aan vast houden. Het wordt
als eer^ inbreuk op de tucht beschouwd, wan
neer de kiezers voorkeurstemmen uitbren
gen. Immers, speciaal de R.K. en soc.-dem.
leiders geven bij verkiezingen immer het
parool uit stemt op nummer één.
Van deze stramme methodes is in den re
gel het merkwaardige gevolg, dat die num
mer één (technisch „lijstaanvoerder" gehee-
ten), een belachelijk groot aantal stemmen
krijgt. Zij die direct op hem volgen en die
dan toch eveneens als voortreffelijke partij -
genooten worden beschouwd, immers anders
ware hun niet de eer gegund zoo vlak na
den lijstaanvoerder de lijst te sieren, moeten
zich dan maar tevreden stellen met een ge
ring aantal of nul stemmen. Voor de rest
ïeven zij van den „afval" van wat nummer
1 overlaat na den kiesdeeler te hebben ver
worven.
Nu wordt in de S.D.A.P. de tucht met ij
zeren hand bewaard. Daar vooral geldtge
hoorzaamheid aan het parool. In dat opzicht
zijn de soc. dem. gedrenkt in een geest van
militairisme, waaraan beroepsmilitairen nog
een voorbeeld kunnen nemen.
Van dien geest zijn in deze dagen weer
twee duidelijk sprekende bewijzen openbaar
geworden. Bij de Raadsverkiezingen van Ju
ni toch zijn in vier gevallen soc. dem. geko
zen met voorkeurstemmen. En dadelijk was
het partijbestuur erbij om bekend te maken
dat de afdeelingen op zijn steun konden re
kenen, wanneer zij uitspraken, dat zoo'n met
voorkeurstemmen gekozen partijgenoot zijn
Raadslidmaatschap niet mag aanvaarden.
Want het werd als „diciplinebreuk" be
schouwd wanneer een candidaat
een actie voert voor zijn eigen candidatuur
of toelaat, dat anderen die voeren,
,Twee gevallen zijn nu al ruchtbaar gewor
den, waarin de afdeeling inderdaad zoo'n
partijgenoot heeft verboden zijn lidmaat
schap van den Raad te aanvaarden. In Dord
recht was dat de heer Kruijt, wiens „ondis
ciplinair en onorganisatorisch optreden"
scherp werd afgekeurd hij moest zijn man
daat ter beschikking stellen. En in Zwolle
was het niet minder dan een der z.g. „12
Apostelen," een der 12 oprichters van de
partij, de heer H. J. v. d. Vegt, die, ofschoon
no. 12 op de lijst, met 1100 voorkeurstemmen
was gekozen met groote meerderheid werd
hij door de afdeeling als lid geroyeerd.
Merkwaardigerwijze denken beide gekoze
nen er niet aan om voor hun zetel te bedan
ken. Zij gaan in den Raad zitten. En zij zijn
van plan daar hun beginsel te verdedigen,
los van het partij-verband.
Is het reeds een merkwaardig waarschijn
sel, dat twee in hun kring gewaardeerde par
tijgenooten den moed bezitten, om tegen
hun partijbestuur in te gaan, 't is eigenlijk
nog opmerkelijker, dat zooveel soc.-dem. hun
zin voor vrijheid en zelfstandigheid openba
ren, door van hun voorkeur voor een be-
FEUILLETON.
- v&S&M
45.
Kalm trad' hij dus het hol binnen, met
een minzamen glimlach op het gelaat
Daar ik al in zoo'n tijd het genoegen
niet heb gehad u te zien, mijnheer Têterol,
wilde ik u toch niet langer wachten met
eens naar den staat van uw gezondheid te
komen vragen. Maakt u het goed
De heer Têterol haalde de schouders op
en, terwijl hij zijn bezoeker eens van terzij
de aankeek, luidde zijn niet heel vriendelijk
antwoord
Wanneer zult u er toch eens van af zien,
mijnheer Crépin, om zulke ideote vragen te
doen
Neem mij niet kwalijk, waarde heer, ik
weet ook wel, dat u altijd heel flink en ge
zond is, maar toch vind ik dat u er vandaag
wat betrokken uitziet.
Ik zie er net uit als anders of moest
ik er misschien een bijzonder gezicht op na
houden voor de speciale gelegenheid, dat mij
de eer te beurt valt Zijn doorluchtigheid,
den heer Crépin, bij mij te ontvangen
De gewezen rentmeester antwoordde met
een buiging.
Zou het mij dan tenminste vergund
zijn naar den staat van gezondheid van uw
zoon te vragen Hij is toch zeker hier en ik
hoop, dat u mij eens wilt voorstellen aan
dat knappe jongmensch.
Verbolgen riep de oude heer
Ik verbied u, mij van hem te spreken
Hoe zóó veinsde de heer Crépin.
't Lijkt wel, dat u mij heelemaal wilt
uithooren.
Dat ligt toch heelemaal niet in mijn
bedoeling. Nieuwsgierigheid is wel de aller
laatste ondeugd, die mij ten laste gelegd kan
paald candidaat, buiten no. 1 om, blijk te
geven.
Intusschen, dat zoovelen in de S.D.A.P.
ondanks bedreigingen tegen de bevelen van
bovenaf ingaan, bewijst wel, aldua besluit
het blad, dat ook daar de vrijheidszin leven
dig blijft. Ook daar zijn er blijkbaar nog ge
noeg kiezers, die zelf willen uitmaken, wien
zij hun vertrouwen als vertegenwoordiger
hunner belangen willen schenken.
VERBETERING DER
LANDARBEIDERSWET.
„De Banier" het orgaan van denKamer
kring Leeuwarden der Chr. Hist. Unie toont
zich zeer ingenomen met een wetsontwerp
van enkele regels, dat de Tweede Kamer met
den meesten spoed heeft behandeld en aan
genomen.
Is dat wetsontwerp van den geringst mo
gelijken omvang, dan van zooveel beteekenis,
dat daaraan een artikel in ons blad moet
worden gewijd
Inderdaad
Het betreft hier een wijziging van de Land
arbeiderswet in dien zin, dat de rente, ver
schuldigd aan het Rijk voor de verleende
voorschotten tot het stichten van plaatsjes
enz. voortaan niet door de wet wordt be
paald, doch door de Regeering bij maatregel
van bestuur.
De bestaande wet bepaalt een vaste rente
van 4 pCt. 's jaars, doch het wijzigingsont-
werp legt in elk opzicht niets anders voor
dan ditdat de rente ten hoogste 4 pCt.
mag bedragen, terwijl deze jaarlijks door de
Regeering wordt bepaald.
De Regeering stelt zich voor, deze rente
van 4 op 3 pCt. te brengen.
Kort en duidelijk meenen wij hier de be
doeling van den wetgever overzichtelijk te
hebben gemaakt.
Allereerst maakte de verlaging van den
rentestandaard bovengenoemde wijziging
noodzakelijk. Hier diende billijkheid te gaan
boven in de wet vastgelegde rechten. Wel
had de Regeering, wanneer zij zich had kun
nen stellen op het standpunt, dat de belang
hebbenden bij de verkrijging van de voor
schotten hebben gerekend met een renteper
centage van 4 pCt., en schuld blijft nu een
maal schuld, doch met het oog op den slech
ten economischen toestand en een daling
van den rente-standaard was het een eisch
van billijkheid dat hier tegenover de landar
beiders een tegemoetkomende houding werd
aangenomen.
De landarbeiders die krachtens de Landar-
beiderswet een plaatjes hebben gekregen zul
len zeer verheugd zijn over bedoelde wets
wijziging, omdat verlaging van de rente en
annuïteit in dezen tijd voor velen een be
langrijke en zeer gewenschte tegemoetko
ming is.
Wellicht hebben velen gewenscht, dat ook
een herschatting met het oog op de waarde
vermindering van de plaatsjes tengevolge
van den slechten economischen toestand,
plaats zou hebben, doch wij gevoelen, dat
hiertegen allerlei bezwaren kunnen worden
aangevoerd, wat evenwel niet wegneemt, dat
de Regeering daartegenover niet geheel af wij
zend stond, doch meende dat dit aan de ge
meentebesturen moest worden overgelaten.
WINKELSLUITINGSWET.
(Staatsblad 1930 No. 460).
door J. L. Lutjeharms te Schagen.
3.
Ook is het zoo met de toonzalen van schil
ders. De vraag of de rechter de talrijke
„kunsthandels", waar de prijs der schilde-
worden. Ik dacht dan ook niet dat het u
onaangenaam zou zijn om van dien knap
pen, flinke jongeman te spreken, die het ge
luk heeft uw zoon te zijn en waar u zeer
trotsch op is.
Ik haat hem riep de heer Têterol en
als om zijn betuiging kracht bij te zetten,
greep hij Crépin's pols zoo geweldig tusschen
duim en vinger, dat dit het uitschreeuwde
van pijn.
Au! Neem mij niet kwalijkMijn
schuld is het toch niet riep hij, terwijl hij
zijn hand eens goed schudde, om te zien, of
ze nog wel aan zijn arm vastzat. Maar hoe
komt dat toch allemaal Wat heeft uw
aangebeden zoon u toch gedaan Heeft hij
bijgeval een gat in de maan geslagen
Denk je nu heusch, dat ik je alles en
alles vertellen zal
De hqer Crépin deed of hij opstond.
Ik zie, dat ik al een zeer ongelegen oo-
genblik voor mijn bezoek gekozen heb. God
zegene u, mijnheer Têterol. Op een anderen
keer, als u eens wat minder zenuwachtig is,
zal ik mijn bezoek wel eens herhalen.
Neen, je blijftcommandeerde de heer
Têterol, terwijl hij hem met geweld op zijn
stoel drukte.
En nog geen tien minuten waren er ver-
loopen of hij was bezweken voor de verlei
ding om zijn verdriet nog eens te herkau
wen en haarfijn vertelde hij dus de heele
geschiedenis, terwijl hij zijn verhaal illus
treerde met heftige gebaren en sterk gekrui
de uitdrukkingen. Toen hij ophield riep de
heer Crépin, die met bijna heilige aandacht
had zitten luisteren
Wat een malle jongen toch ook Bedan
ken voor een De Saligneux Hij is wel gebla-
zeerd, maar hij zal zeker ergens een trek
pleister hebben.
Ja, dat begrijp ik ook wel. Het komt
door zijn moeder, dat de jongen er die Oos-
tersche verbeelding op nahoudt.
U zult er u in moeten schikken, mijn
heer Têterol. Als zoo'n vriendin eenmaal het
hart van een jongeman veroverd heeft, dan
rijen wel voornamelijk van de kwaliteit der
lijsten afhangt onder winkels zal rangschik
ken, waag ik met „ja" te beantwoorden.
Maar als men nu een schilderij van Rem-
brandt gaat verkoopen, wat op zal brengen
10 a 12.000.-. Verkoopt men dan nog in het
klein Hierop moet worden geantwoord
metja want Rembrandts gaan per stuk.
Dus is het kleinhandel- of heeft het artikel
nu nog zooveel waarde.
In artikel 1 wordt niet alleen van verkoo-
doch ook van afleveren gesproken. In de
Memorie van Toelichting leest men hierover
„De gekozen redactie (artikel 1 eerste lid)
breidt het begrip (winkel) uit tot de zelfstan
dige localiteit, van waaruit elders gekochte
of bestelde goederen plegen te worden afge
leverd. Het woord afleveren heeft dus blijk
baar niet de ruime beteekenis van in de
macht van een ander brengen" welke er bij
voorbeeld in andere wetten van wordt toe
gekend,. In de Memorie van Antwoord op het
Voorloopig Verslag der Tweede Kamer deel
de de Minister mede, dat in artikel 3, eerste
lid, onder b, met aflevering bedoeld wordt het
aan huis bezorgen.
Bij de openbare behandeling van het
wetsontwerp heeft de Minister van A., H. en
N. zich nog uitgelaten over inrichtingen
voor het verhuren van rijwielen en over
fotografische ateliers. Deze zouden naar zijn
meening niet onder de omschrijving van ar
tikel 1, eerste lid zijn te brengen. Het is te
begrijpen dat rij wiel verhuurinrichtingen niet
vallen onder het begrip winkel want er wordt
hier geen koopovereenkomst gesloten noch
afgeleverd alleen maar verhuurd voor een
bepaalde of onbepaalden tijd. Maar heeft die
verhuurinrichting tevens rijwielonderdeelen
ten verkoop voorradig, dan valt deze rijwiel-
verhuurinrichting onder het begrip winkel.
Zoo is het ook met fotografische ateliers. Als
deze alleen maar foto's maakt dan valt dat
fotografisch atelier niet onder het begrip
winkel. Levert de fotograaf ook nog andere
artikelen af, films enz. of deze ten verkoop
voorradig, dan valt hij ook onder het begrip
winkel. Alleen het fotografisch atelier valt
niet onder het begrip winkel, maar de fo
tograaf mag dan ook nergens anders in han
delen. Er zijn fotograven die lijsten eet. bij
de portretten verkoopen. Zij zullen zich zien
aangemerkt als winkel in de zin van art. I,
lste lid. De barbiers en kapperszaken worden
bij winkels ingelijfd in overeenstemming met
artikel drie der Arbeidswet 1919. Als we nu
artikel drie der Arbeidswet vergelijken, trekt
het nog de aandacht, dat apotheken, koffie
huizen en hotels niet aan de omschrijving
van winkels zijn onttrokken. Zie hiervoor
evenwel artikel drie der Winkelsluitingswet.
Onder h. van artikel drie wordt genoemd
de automaat. Dit artikel (sub. h.) ontheft de
politie e.a. om na te gaan of automaten on
der „winkels" zijn te begrijpen. Geen enkele
bepaling der wet, derhalve ook niet artikel 8,
waar ik ze anders liever zou onderbrengen,
is er n.1. op van toepassing.
Persoonlijk zou ik liever gezien hebben dat
men de automaten in de winkelsluitingswet
geheel verboden had, deze te gebruiken. Im
mers de groote zaken kunnen zoo'n auto
maat aanschaffen, maar de kleine winkelier
kan dat niet Alleen de vrij groote zaken
man vaart hier wel mee maar de kleine man
niet. Vandaar dan ook dat ik sterk voor af
schaffing van automaten ben. Er zullen er
echter wel anderen zijn. Over de beteekenis
van het woord publiek zal ik in een der vol
gende beschouwingen iets zeggen.
Wordt vervolgd.
HET VOLK VAN ZEEVAARDERS.
/"\NS volk is van de oudste tijden af een
volk van zeevaarders, en natuurlijk
telt de wil van een vader niet veel meer
Wat nu, Crépin Een vader is alles! her
haalde de heer Têterol met groote heftig
heid. Een vader heeft het recht om te beve
len zijn bevelen te herroepen, een schik
king te maken en daar weer verandering in
te brengen, zoo dikwijls als hem dit goed
dunkt.
Drommels, wijlen Saturnus peuzelde
zijn kinderen lekkertjes op en er wordt be
weerd, dat hij ze heel makkelijk verteerde.
Ik heb niets noodig met uw Saturnus.
Ik spreek van mijn zoon.
Ja zeker, en ik vind ook dat zijn ge
drag niet te verontschuldigen valt. Made-
moiselle De Saligneux is toch zoo'n aller
liefst persoontje.
Het spijt mij, dat ik die meening niet
deelen kan, maar ik vind haar nu heel wei
nig bekoorlijk
Sinds wanneer dan ik heb vroeger toch
wel eens den indruk gekregen
't Is een nuf, een aanstelster, zeg ik je!
Als nu op dit oogenblik baron De Saligneux
mij op beide knieën zijn dochter kwam aan
bieden, en mijnheer mijn zoon mij met ge
vouwen handen om haar smeekte, ik zou
toch neen en nog eens neen zeggen. Ik ben
weer teruggekeerd tot mijn eerste idee, dat
het beste is van een huwelijk moet niets
komen. Saligneux zal van mij zijn en van
mij alleen Al moest ik er dan ook vier ja
ren op wachten, maar ik verzeker je dat
ik in de helft van dien tijd wel zoover ben.
Hebt u er iets op tegen
Ik Neen, natuurlijk niet. Alleen begrijp
ik niet al te best, wat u uw zoon eigenlijk te.
verwijten heeft.
Mijn zoon is een onbeschaamde rekel
Ik zal hem onterven riep de heer Têterol
tandenknarsend.
Een nuttelooze bedreiging een vader
kan zijn zoon niet onterven dat is bij de
wet verboden.
Heb je het er nu op toegelegd, om mij
woedend te maken? Mijn'geld is van mij,
nietwaar? Of heeft mijn jongen het soms
weerspiegelt zich dat in de omgangstaal.
De volgende brief van een vader aan zijn
zoon, die door tegenslag in zaken ontmoedigd
schijnt, getuigt ervan. De schrijver zelf is
een oud en rijk geworden zeeman.
Beste jongen.
Je noodkreet „man over boord" heeft
mij bereikt. Nog pas van wal gestoken,
vrees je nu reeds aan lager wal te zijn
geraakt, erger nog je zegt dat je aan
den grond zit. Toch begrijp ik het niet,
want zoodra je zeilree was ben je onder
den wind gegaan en hoewel het te ver
wachten was, dat je eerst in de branding
zou komen, wist je door handig het roer
om te gooien de eerste moeilijkheden uit
den koers te blijven en zoo met vlag en
wimpel in volle zee te komen. Dat je nu
ineens zoo'n deining maakt, doet me
vragen of deze eerste tegenslag wellicht
ook de tol is, dien wij allen, op onze eer
ste reis, aan Neptunus te betalen hebben?
Laat ik aanvangen met je toe te roe
pen kerel, blijf, naast God, meester van
het schip Tracht je kornuiten den loef
af te steken, verzet als het moet de ba
kens naar het getij, haal bakzeil, als je
daarin voor een oogenblik je voordeel
ziet, maar strijk nimmer de vlag, voor je
de absolute zekerheid hebt, dat je over
stag zult gaan. Houd moedig koers en
zorg een oog in 't zeil te houden, al word
je in woelige zee ook van bakboord naar
stuurbord geslingerd. Zie den wind te
vangen en ga met bolle zeilen en een
stijve bries achterop de woelige zee te
gemoet. Zorg er verder voor je gang
boord te houden en met een stel zeebee-
nen tot den laatsten man aan boord te
blijven. Eenmaal het anker gelicht en
de trossen losgegooid, moet je je aan
God en aan de golven prijsgeven. Ik
weet wel, dat het er soms leeüjk spoken
kan en ook wel wordt het je zóó warm,
dathet pek de naden uitloopt maar
neem niet te spoedig mistbanken waar.
Bij helder zicht, als het scheepje voor
den wind gaat, moet je trachten alles
wat voor je komt te lappen. Ga piraten
zooveel mogelijk uit den weg en als je ze
te pakken krijgt, dat je ze dan kielhalc,
jongen Zorg ook vooral, dat je geen
water maakt. Zet alle narigheid over
boord, zie niet te gauw den Vliegenden
Hollander, waarvoor wij zeelui zoo ver
vaard .gijn, en stoor je niet aan raadge
vingen van anderen, want je weetde
beste stuurlui staan aan de wal. In tijd
van gevaar Alle hens aan dek Mocht
je op een klip loopen, onmiddellijk de
zeilen reven; loop je averij op, direct ka
lefateren, voor je dreigt met man en
en muis te vergaan, en eerst als de rat
ten het schip verlaten, zeg dan een, twee
drie, in Godsnaam Maar met een extra
oorlam kun je veel onheil vermijden.
Het niet tijdig in de peiling hebben van
gevaar is zoo vaak reeds 's zeemans graf
geworden.
En als je er dan in slaagt onder den
wal te komen,in veilige haven aan te
landen, het anker uit te gooien en aan
den wal te meren, hijsch dan opnieuw
de vlag en ga wéér onder zeil. Bid God
en houd je kruit droog.
Veilige vaart
Je Vader."
BINNENL. NIEUWS.
GESLIPT.
Een motorrijder heeft den gehee-
len nacht zwaar gewond langs den
weg gelegen.
Zaterdagmorgen omstreeks vijf uur zag
verdiend
't Is van u, maar u kunt het toch niet
opeten en wat er van overblijft, na uw dood,
dat is van uw zoon, volgens artikel 913 van
het wetboek„De legaten mogen de helft
van de bezittingen van den erflater niet te
boven gaan, als hij bij zijn overlijden een
wettig kind nalaat."
Blijf mij van het lijf met je wetboek
Dat is wel de gekste uitvinding, die er be
staat.
't Hangt er maar van af, hoe je het
uitlegt. Maar weet u, wat ik in uw plaats
zou doen, mijnheer Têterol
Je zult nu wel een groote dwaasheid
gaan zeggen, maar dat hindert nietspreek
maar vrij uit
De leelijkste poets, die een vader zijn
zoon kan bakken is, dat hij eenvoudig her
trouwt.
Ik zou hertrouwen riep de heer Tête
rol ten zeerste getroffen door die vreemde
gedachte, die hem nog nooit ingevallen was.
Had ik geen gelijk, dat u een groote dwaas
heid zou zeggen
Een groote dwaasheid Waarom U is
nog prachtig geconserveerd en heeft nog al
uw tanden u is een van die mannen, die
geen leeftijd hebben. Volg mijn raad dus
hertrouw, en ik ken wel iemand, die leelijk
op zijn neus zal kijken.
En je weet zeker ook wel iemand, die
mij aan een vrouw zou kunnen helpen
Zoo moeilijk is dat niet, antwoordde
Crépin levendig. Maar er zou met oordeel
gekozen moeten worden. De tweede mevrouw
Têterol moet er goed uitzien, zonder nog al
te mooi te wezen mooie vrouwen zijn maar
coquet. Begrijpt u Dan nog liever leelijk,
maar aangenaam om te zien. Ook moet ze
niet meer zoo in haar allereerste jeugd zijn,
want o, die jonge dingen zijn zoo lastig en
ze hebben zoo veel pretenties Een bruids
schat, daar hoeft niet eens sprake van te
zijn. Wat zoudt u nu een rijke erfgenaam
noodig hebben Als ze niets heeft, kimt u
haar ook des te gemakkelijker naar uw hand
ADVERTENTIëN:
Van 1—5 regels 0.50.
Iedere regel meer 0.10.
een voorbijganger langs den weg EdeWe-
kerum, in de nabijheid van laatstgenoemde
plaats, een motorrijwiel liggen en op enkele
meters afstand den bestuurder. Hoewel de
man niet in staat was inlichtingen te ver
strekken, kwam vast te staan, dat deze man,
genaamd Frank van Roekei, wonende te
Wekerum, hier den heelen nacht gelegen
moet hebben, daar hij in den voornacht met
zijn motor geslipt en langs den weg geslin
gerd was, waardoor hij een zware hersen
schudding had bekomen. De man, die in het
gelaat onherkenbaar gewond was, is naar
het ziekenhuis te Wageningen vervoerd.
DE VARKENSHANDEL.
Uit de Betuwe bericht men, dat de varkens
handel de laatste dagen sterk toegenomen
is. De prijzen van zouters voor export en van
vette en drachtige varkens zijn oploopend.
Zouters noteeren 22 ct., zware varkens voor
de slacht 23 ct.per pond levend, met gunsti
ger vooruitzichten op hooger. Zware varkens
zijn slechts zeer sporadisch aan te treffen,
het aanbod is ver van evenredig aan de
vraag. Ook de handel in biggen is veel vlot
ter en williger dan eenige weken terug, de
prijs is eveneens stijgende. Biggen doen van
8 tot 14 per stuk.
DE TABAKSVELDEN IN DE BETUWE.
De in deze omgeving te veld staande ta
bak, waarvan op verschillende hofsteden nog
perceelen als tusschenbouw worden aange
troffen, staat er best bij. Dank zij het af
wisselende vochtige en droge weer hebben
de planten zich uitstekend ontwikkeld en
toonden zij nu reeds forschen en stevigen
bladgroei. Men verwacht hier van de inland-
sche tabak een ruimen oogst.
GEVAARLIJK SPELLETJE.
Zaterdagavond moest de trein, die tegen 8
uur uit Den Bosch was vertrokken in de
richting Rosmalen, even voorbij Orthen stop
pen wegens een hindernis op de lijn. Bij on
derzoek is gebleken, dat twee kinderen van
8 en 11 jaar, nabij de spoorlijn aan het spe
len geweest en daarbij een stuk materiaal
der wegwerkers over een der rails hadden
gelegd. Met eenige vertraging kon de trein
verder gaan.
BLOEMBOLLEN.
Te Bovencarspel heeft Vrijdag de Bloem-
bollenveilingsvereeniging West-Friesland (dit
jaar haar derde veiling van leverbare bloem
bollen gehouden. Er was veel belangstelling
de aanvoer bedroeg bijna 14 millioen stuks.
Mede door den grooteren aanvoer van flinke
hoeveelheden kleine bollen waren de prijzen
over het geheel iets minder dan op de voor
afgaande veiling. De vroegere dure soorten
brachten naar verhouding het minst op.
SCHAGERBRUG. Door het bestuur van de
afd. Schagerbrug van den Bond voor Staats-
pensionneering, werd Vrijdagavond eene ver
gadering gehouden ter bespreking van het
plan om met de Ouden van Dagen een auto
tocht te maken.
Besloten werd op Dinsdag 11 Augustus a.s.
deze tocht te doen plaats vinden en de be
zitters van auto's te verzoeken om hunne
onmisbare medewerking. Door eenige dames
zal aan de ingezetenen een lijst ter teeke-
ning worden aangeboden voor geldelijke bij
dragen en men verwacht dat allen voor dit
doel zich van hunne royale zijde zullen la
ten kennen, om deze menschen een prettige,
aangename dag te bezorgen.
Voor de Ouden van Dagen, welke deze
tocht mede wenschen te maken verwijzen
zetten. Toch was het niet kwaad, als ze een
enkel spaarduitje bezatdat zou tenminste
bewijzen, dat ze met orde en overleg te werk
ging. En mijnheer Têterol, dit zult u in ieder
geval met mij eens zijn, of ze nu mooi of
leelijk, rijk of arm is, het moet een eenvou
dige, verstandige vrouw zijn en een ervaren
huishoudster.
Als u dat maar eens aan mij overlaat, dan
zult u zien, hoe best het zaakje in orde komt!
Onderwijl de heer Crépin zoo aan het pra
ten was, dacht Têterol eens na en herinner
de zich opeens, dat hij den zaakwaarnemer
wel had hooren spreken van een nu niet al
te jonge ongetrouwde zuster, die al sinds ee
nige jaren in Engeland woonde, waar ze juf
frouw van gezelschap bij een rijke familie
was. De heer Crépin wist in het eerst niet
wat hij hoorde, toen Têterol hem met spot
tend lachje vroeg
't Zou mij niets verwonderen, vriendlief,
als je heelemaal het Kanaal over moest, om
een geschikt iemand voor mij te vinden
Intusschen spitste Crépin de ooren en riep
met vrijwel gelukkig-geveinsde verrassing
Mijn zuster U denkt dus, dat ik mijn
zuster op het oog had Ik moet eerlijk zeg
gen, dat ik in de verste verte niet aan haar
dacht. Maar daarom is het nog zoo'n kwaad
idee niet. Wilt u, dat ik u eens met haar
laat kennis maken
Dank je welZeer verplicht voor je
vriendelijkheid, antwoordde Têterol. Maar
ik heb mijn rust veel te lief. De meest be
scheiden en verstandige vrouwen hebben
dwaze opvattingen. Hier in huis dus geen
vrouwenrokken meer en de wraak, die ik op
mijn zoon denk te nemen is, dat ik op zijn
minst honderd jaren leven zal.
U moet doen, zooals u wilt, antwoordde
de heer Crépin.
En hij stond op om heen te gaan. Het zaad
was nu eenmaal gestrooid verder moest hij
het aan zon, wind en regen overlaten, om
het te doen groeien.
a' (Wordt vervolgd.