22E JAARGANG
DINSDAG 3 SEPTEMBER 1931
No. 6©
gljpl NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR WB&
WIERINGEN EN OMSTREKEN
WIJ BREIEN
DE WEES.
-WIERINGER COURANT*
s BUREAU:
UITGEVER- -p-f Hippolytushoef Wieringen.
CORN. J. BOSKER, WIERINGEN. Telefoon Intercomm. No. 19.
VERSCHIJNT ELKEN
DINSDAG EN VRIJDAG.
ABONNEMENTSPRIJS
per 3 maanden 1.
EIEREN ONDER DE WARENWET.
WANNEER MAG GESPROKEN WORDEN
VAN „VERSCHE" EIEREN?
In het „Staatsblad" is afgekondigd het Ko-
ninkbesluit, waarbij eieren gesteld worden
onder art. 14 der Warenwet.
Wij ontleenen er het volgende aan
Eieren, waaronder in dit besluit worden
verstaan kippen- en eendeneieren, mogen
uitsluitend en moeten worden aangeduid met
een der navolgende aanduidingen a. ver-
sche eieren, b. koelhuiseieren, c. geconser
veerde eieren of kalkeieren, d. eieren 2e
soort, e. buitenlandsche eieren.
Zijn de eieren uit Nederland afkomstig, dan
mag in de aanduiding het woord „Nederland-
sche" of „Hollandsche" worden opgenomen.
Inplaats van het woord „eieren," mag in de
ze aanduidingen worden gebezigd een samen
stelling van dit woord met den naam van de
diersoort, waarvan de eieren afkomstig zijn.
B.v. „versche eendeneieren," „geconserveerde
kippeneieren."
De aanduiding „versche eieren" moet wor
den gebezigd voor eieren, welke geen bewa
ring in een koelinrichting of andere behan
deling tot wering van bederf hebben onder
gaan. zij moeten bovendien voldoen aan de
volgende eischen a. zij moeten bij schou
wing doorschijnend zijn, een onduidelijk
zichtbaren dooier, stevig wit en een luchtka
mer van niet meer dan 6 m.M. diepte bevat
ten b. Hun inhoud moet bij schouwing vrij
zijn van duidelijk zichtbare vlekken of stip
pen, alsmede van aanwijzingen, die duiden
op ontwikkeling van een kuiken c. Zij mo
gen niet vuilschalig zijn d. Zij mogen - -
voor zoover het kippeneieren betreft niet
anders gereinigd zijn dan door plaatselijk af
vegen met een vochtigen doeke. Zij mogen
ge enbehandeling hebben ondergaan, waar
door zij ongeschikt zijn, om als versch te kun
nen gelden f. Hun inhoud mag geen afwij
kenden smaak hebben of geur bezitten, en
moet in deugdelijken toestand verkeeren.
De aanduiding „koelhuiseieren" moet wor
den gebezigd voor eieren, welke door inleg
gen in vloeistof (b.v. kalkwater of waterglas)'
of op eenige andere wijze, anders dan door
afkoeling, ter wering van bederf worden of
zijn bewaard.
De vorenbedoelde eieren moeten zijn voor
zien van een of meer duidelijke en duurzame
stempels, zooals door den Minister te bepaald
De aanduiding „buitenlandsche eieren"
moet worden gebezigd voor eieren, welke uit
het buitenland zijn of worden ingevoerd. Zij
moeten gestempeld zijn op de wijze, zooals
is aangegeven in de wet betreffende den in-
en doorvoer van kippen- en eendeneieren.
De aanduiding „eieren" 2e soort" moet wcr
den gebezigd voor alle andere eieren dan de
hierbovengenoemde.
De voorwerpen, waarin eieren worden ver
voerd, of op markten, in winkels of op ande
re voor het publiek toegankelijke plaatsen
ten verkoop of ter aflevering aanwezig zijn,
moeten aan de buitenzijde voorzien zijn van
een opschrift, vermeldende de aanduiding,
waarmede de eieren, volgens de hierboven-
vermelde bepalingen moeten worden aange
duid. Deze bepaling geldt niet voor voorwer-
en repareeren alle soorten wollen kleeding,
kousen en sokken, ook de allerfijnste. Voor
NIEUWWERK ZIJN WIJ No. 1
JAAP SNOR,
DEN HELDER, Zuidstraat 19.
(Let op den Gelen Winkel.)
Depots voor Wieringen Hippolytushoef
C. DUIJNKER, Den Oever Jb. Kaleveld.
FEUILLETON.
No. 2.
De beide handen sloten ineen. Voor het
eerst in zijn leven voelde Royal, dat zijn va
der vertrouwelijk naar hem opzag, dat de
koude onverschilligheid, die hij hem tot nog
toe getoond had, slechts schijn was geweest
en dat sir Reginald's hart toch ook met wa
re liefde voor zijn eerst geborene was ver
vuld.
Met een van aandoening half verstikte
stem sprak de jongeman enkele troostrijke
woorden van hoop op beterschap.
Neen, zei de vader met een diepen zucht
Spreek zoo niet, mijn jongen, het zal spoedig
met mij gedaan zijn, dat voel ikzelf het best!
Toch ben ik dankbaar, dat ik nog lang ge
noeg heb mogen leven, om je te zien en je
een bewijs van mijn vertrouwen te kunnen
geven.
Angstig dwaalden sir Reginald's oogen
door het vertrek, alvorens hij de vraag deed
Zijn we hier alleen
Geheel alleen.
Ben je zeker, dat geen ander ons hoo-
ren kan
Sarah, is, geloof ik, bij de deur blijven
staan. Wil ik haar wegzenden
Sir Riginald schudde het hoofd. Hij vestig
de zijn blikken op Royal, alsof hij diens in
nigste gedachten op het gezicht wilde lezen.
Je bent op en top je moeder, zei hij op
zonderling week geworden toon. Ik ben geen
goed vader voor je geweest, maar ik weet
toch, dat ik op je rekenen kan. Je hebt mij
nog nooit van je leven, zelfs in het geringste
bedrogen. Leg je hand in de mijne, Royal en
zweer mij, dat je nooit eenig levend wezen
onthullen zult, wat ik je in mijn laatste uur
pen, waarin zich versche eieren bevinden,
noch op voorwerpen, waarin buitenlandsche
eieren zich bevinden, tijdens het vervoer of
tijdens het verblijf in de koelhuizen.
Het pakmateriaal voor eieren moet droog,
reukeloos en zindelijk zijn.
Dit besluit is in werking getreden met in
gang van 1 September ji.
BEZWAREN TEGEN DE TARWEWET.
Men schrijft aan het Handelsblad (Libe
raal)
„Wij, boeren, hadden van onzen ouden oogst,
blijkens de officieele cijfers der Tarwecen-
trale, 47.000 ton in hoop op de Tarwewet be
waard. Daarvan is blijkens die zélfde cijfers
goedgekeurd 36.000, zoodat is afgekeurd en
dus om niet bewaard niet minder dan 11.000
ton, dat is het vierde deel van wat wij be
waard hadden.
Voor de goedgekeurde tarwe had de minis
ter ons voor de drie kwaliteiten in uitzicht
gesteld f 11 1/2, f 12 1/2, f 13 1/2, benevens
dan f 14 1/2 voor topkwaliteit voor de krop-
meelmaalderij. De middelprijs was dus f
12 1/2, maar kunt u mij een boer aanwijzen,
die ook werkelijk f 12 1/2 gemiddeld heeft
gekregen In de eerste plaats is er heel wei
nig- vraag naar de betere kwaliteiten. Tweede
en vooral derde zijn het meest gevraagd dooi
de fabriekanten, zoodat de middelprijs feite
lijk f 12 en niet f 12 1/2 is. Maar bovendien
wordt er nog een bedrag op den prijs ge
kort, waarvan wij niet veel terug zullen zien,
omdat de tarwe-organisaties den handel moe
ten betalen, b.v. de firma Van Waveren, die
de tarwe zoolang bewaart, opknapt en er voor
schot op geeft, totdat zij aan de meelfabri
kanten wordt geleverd.
Maar bovendien heeft de boerenstand op
het afgekeurde vierde deel groote verliezen
geleden, doordat als hij die tarwe niet had
bewaard in hoop op de Tarwewet maar haar
vroeger verkocht had, er een veel hoogeren
prijs voor had kunnen maken, dan hij thans
voor den afgekeurden boel kan krijgen. (Da
ling tarweprijzen, gewichtsverlies, kwaliteits
verlies en moeite en kosten van het bewa
ren).
Als wij dus de rekening opmaken, niet per
boer, maar als boerenstand, in zijn geheel,
en we gaan dus eens na, wat we met zijn
allen samen voor goedgekeurd en afgekeurd
samen, dus 47.000 ton, hebben ontvangen,
dan zal een ieder toch wel moeten toegeven,
dat wij na ruim zes maanden Tarwewet nog
heelemaal geen reden hebben, om in onze
handen te wrijven. En het publiek en de Ka
merleden denken natuurlijk de tarweboe
ren, daar zijn we van af, die zijn flink gehol
pen.
Maar zoo is het niet, de heeren in Den Haag
kunnen goed rekenen en in het Alg. Ned.
Landbouwblad las ik, dat het nu in eens ge
legen is gekomen, dat de bakkers zooveel
mogelijk meel hebben ingeslagen, dat ze on
ze tarwe een tijd lang heelemaal niet noodig
hadden. Ik begrijp er nu niets meer van,
maar wél weet ik, dat het na de Eerste Ka
mer een half jaar heeft moeten duren voor
het publiek onze tarwe in zijn brood kreeg en
dat de steun voor onzen ouden oogst stuk
ken minder is geworden, dan ons voorgespie
geld was.
Het is Utrecht verschijnende landbouwblad
„Stichtsch Weekblad" schrijft
De uitvoering der Tarwewet valt den ver
bouwers van tarwe niet mee, althans niet in
de provincie Utrecht. Naar wij vernemen,
wordt gemiddeld f 10 uitbetaald.
Nu wordt er wel vervolgt het blad be
weerd, dat er misschien later nog wat toe-
betaald zal worden, maar op dat „misschien"
kan men niet zoo'n groot vertrouwen stellen.
Het blad eindigt met de volgende vraag
heb meegedeeld.
Royal ontstelde. Er scheen voor hem iets
angstigs in den verlangden eed te liggen.
Hoor eens, vader, zei hij ernstig, be
staat de kans niet, dat ik tot spreken ge
dwongen word Kan er nooit iets gebeuren,
dat mij gebiedt het stilzwijgen te verbreken?
Het was niet zonder grond, dat Royal deze
vragen stelde, Hij meende, dat de eed, waar
toe de stervende vader hem wilde verplich
ten, in verband stond tot het een of ander
ernstig geheim uit het leven van zijn broe
der. Het denkbeeld had zich aan hem opge
drongen, dat zijn vader den wensch zou te
kennen geven, dat hij zou goed maken, dat,
zijn broeder Ralph had misdreven, dat aan
hem de zorg kon worden opgedragen voor
deze of gene, aan wie zijn broeder zich in
zijn leven bezondigd had. Hij zweeg, in ge
peins verzonken.
Laten wij den eed in „gelofte" veran
deren, hernam sir Reginald, het aarzelen
van zijn zoon bemerkend, met zwakker
stemgeluid. Beloof mij, dat je niemand iets
zult mededeelen, van hetgeen ik je zeggen
ga, tenzij de persoon, die bij de zaak betrok
ken is, daartoe vergunning verleent, dan
wel gestorven is.
Nog altijd weifelde Royal in zijn antwoord.
Zou je mij dat weigeren vroeg zijn va
der. Wil je mij dan niet in vrede laten ster
ven Heb je geen gevoel Zie je dan nier,
hoe kort mijn strijd is met den dood, hoe ik
hem minuut voor minuut moet betwisten
Ik kan niet sterven zonder je gelofte
Een gelofte is een ernstige zaak, ant
woordde Royal, een schrikaanjagende zaak,
als zij iemand tot hem nog onbekende din
gen verplicht, doch het is mij niet mogelijk,
uw verzoek van de hand te wijzen, vader
't Moge goed of verkeerd zijn, ik doe, wat gij
van mij eischt.
Ik wist het welJe wentelt mij daar
mede een last van het hart, mijn jongen
Je bent denzoon van je moeder en houdt je
eenmaal gegeven woord. 1
Blijft er bij de uitvoering der Tarwewet
niet te veel aan maat en strijkstok hangen
BINNENLANDSCH NIEUWS.
BEKNELD GERAAKT.
Een mijnopzichter overleden.
In de ondergrondsche werken van staats
mijn Maurits te Lutterade is Vrijdag de af-
deelingsopzichter H. T. Maesen uit Stein be
kneld geraakt tusschen een locomotief en
een zijwand van een steengang. De man was
vrijwel onmiddellijk dood. Hij was gehuwd
en laat een vrouw met zes kinderen achter.
EEN BOTSING.
Vrijdagmiddag wilde op den len Wormen-
schenweg te - Apeldoorn een motorrijder een
hem tegemoetkomende motorfiets passeeren,
toen deze een zijstraat wilde inslaan. De eer
ste reed tegen den trottoirband, waardoor hij
het beheer over zijn stuur kwijt raakte en
botste vervolgens tegen een stilstaande
vrachtauto op, welk voertuig zwaar werd be
schadigd. De motorrijder werd van den mo
tor geslingerd en bekwam daarbij ernstige
kwetsuren. Hij is naar het ziekenhuis te Apel
doom vervoerd. De duorijder zag de botsing
aankomen en wist even voordien van den
motor af te springen, waardoor hij er zonder
letsel afkwam.
SMOKKELHANDEL.
Een aantal leden van de bemanning van
het Nederlandsche stoomschip „Reginia"
heeft Zaterdag te Hove in Engeland voor den
politierechter terechtgestaan wegens het drij
ven van smokkelhandel in sterken drank, si
garetten en sigaren, aldus meldt Reuter uit
Londen.
De kapitein werd veroordeeld tot een boete
van zes pond sterling, drie anderen resp. tot
vier en drie pond sterling en zestien shillings
boete.
De douane-ambtenaar verklaarde tijdens
het proces, dat hij aan boord van de „Regi-
na" was gekomen en dat de kapitein, die
niet vermoedde, dat hij van de douane was,
gepoogd had hem flesschen brandewijn te
verkoopen.
LANDBOUW.
MEDEDEELING VAN HET RIJKSLAND
BOUWPROEFSTATION TE MAASTRICHT.
Door de moeilijke tijdsomstandigheden
zijn vele inzenders er toe overgegaan, hun
aankoopen van kunstmeststoffen belangrijk
te reduceeren. En meerderen lieten het aan
gekochte niet onderzoeken, om ook op deze
wijze op hunne uitgaven te bezuinigen.
Hoe gewenscht het echter blijft, den gekoch-
ten kunstmest ook thans te laten onderzoe
ken, is in het afgeloopen tijdsbestek van
1 Juni 1930—1 Juni 1931 maar al te zeer ge
bleken. Ter illusstratie mogen eenige der
meest sprekende voorbeelden dienen.
In bovengenoemde periode toch moest een
korting wegens geconstateerd ondergehalte
worden voorgeschreven
bij Leuna-, Leuna-Montan- of Montansal-
peter op circa 17 procent van het aantal in
gezonden en onderzochte monsters
bij ureum op ruim 47 procent van het aan
tal ingezonden en onderzochte monsters
bij superphosphaat opruim 9 procent van
het aantal ingezonden en onderzochte mon
sters
bij kalizout 40 op circa 8 procent van
het aantal ingezonden en onderzochte mon
sters
bij kalkmergel op ruim 15 procent van het
aantal Ingezonden en onderzochte monsters;
bij ongebluschte kalk op ruim 14 procent
Ja vader, zoo waarlijk helpe mij God
sprak de jongeman plechtig, zonder daarbij
te beseffen, welke gevolgen die gelofte na
zich zou sleepen en hoe vreeselijk ze zou in
grijpen in zijn jong en vooruitstrevend be
staan. Er volgde in zijn leven menig uur,
waarin hij met blijdschap afstand had
willen doen van al zijn aardsche goederen,
zoo hij maar te laat was gekomen voor dit
laatste onderhoud met zijn vader.
't Was schemerdonker geworden de roode
gloed, die den Westelijken gezichtseinder
omzoomde, was nog niet geheel verdwenen,
maar dit was dan ook het eenige licht, dat
in de ziekenkamer doorbrak, terwijl Royal
de verlangde gelofte aflegde.
Hierop begon sir Reginald zijn onthullin
gen. Hij sprak in koortsachtige gejaagdheid.
Zwakte, pijn, ja zelfs de naderende dood
schenen vergeten te zijn, toen hij zijn ge
heim openbaarde.
Royal luisterde toe, als door een boozen
droom bevangen. Het vreeselijke van den toe
stand had hem geheel overweldigd. Gaarne,
ja, met de hand op het hart, gaarne, had hij
thans in de plaats van zijn vader willen zijn,
want de dood kwam hem verkieselijker
voor, dan het torsen van den last, die hem
nu werd opgelegd.
Gedenk, luidden de laatste woorden,
welke de stervende mond uitsprak, gedenk,
wat je mij hebt beloofd, RoyalGeef mij je
hand Het wordt alles donker om mij heen
en ik hoor de stem van je moeder. Ik kom
Mary
En met den naam zijner vrouw op de lip
pen, ging sir Reginald Chrateris naar betere
gewesten over, op de schouders van zijn zoon
een last achterlatend, te zwaar bijna voor
dien kracht.
I.
Er bestaan gezinnen in de wereld, die den
ganschen schat van warm gevoel, waarover
zij te beschikken hebben, ln eigen kring ver
van het aantal ingezonden en onderzochte
monsters
bij gebluschte kalk op ruim 16 procent van
het aantal ingezonden en onderzochte mon
sters.
Moge deze kleine mededeeling er toe lei
den, dat vele koopers van kunstmeststoffen
voor schade gevrijwaard blijven, hetgeen
slechts mogelijk is indien het aangekochte
gecontroleerd wordt.
De Directeur van het
Rijkslandbouwproe f station
Maastricht, Dr. A. D. Berkhout.
Voormelkerscursus. De Commissie ter ver
betering van de melkwlnning in Noordhol
land ingesteld door de Vefeeniging Hollands
Noorderkwartier, de Hollandsche Maatschap
pij v. Landbouw, en den R. K. Dioc. Land
en Tuinbouwbond heeft op 1 en 2 September
de leerlingen van den voormelkkerscursus
geëxamineerd. Aan alle 9 kon het diplimo
toegekend worden.
De practische lessen zijn gegeven dooi
den Heer Daan Kaan op diens boerderij te
Wieringerwaard en de theoretische te Hoorn
door den Rijkszuivelconsulent Dr. Schey.
De namen der geslaagden luidenJ. de
Boer Wz., Edam A. Dekker Gz. Callantsoog;
C. Dijkstra, Spanbroek P. Mayer, Beets
H. M. A. J. J. van Schie, Haarlem Th. A.
Schipper, Spanbroek C. Vedder, Diemen
D. Visser Jz., Berkhout; P. van der Wal,
Weere Winkel.
SCHRIJF IN VOOR DE LEGWEDSTRIJD.
Een terugblik over een afgeloopen jaar,
waarbij rustig de licht en schaduwzijde te
gen elkaar worden afgewogen is steeds leer
zaam en nuttig.
In het jaarverslag van de N. P. F. lazen
we over de legwedstrijden
„Over gebrek aan belangstelling behoeven
deze legwedstrijden niet te klagen blijkens
het groot aantal ingezonden toornen.
Wij achten het een gelukkig verschijnsel
dat deze regelen in een jaarverslag voorko
men, maar zijn toch niet tevreden. Ons in
ziens zijn er nog steeds veel te weinig inzen
dingen.
Het is een nationaal belang en een eisch
des tijds dat zoowel voor het binnen als bui
tenland de aandacht wordt gevestigd op de
kwaliteitshen en het kwaliteitsei. Behoeft
het nog gezegd dat slechts controle op de leg
ons productieve hennen doet krijgen en be
houden. Behoeft het nog gezegd dat den
gewone boer de tijd om de leghoenders te
controleeren ontbreekt en dat dus deze ar
beid voor de speciaalbedrijven is weggelegd.
En is het niet van groot belang dat deze
bedrijven hun prestaties aan allen die dit
behoeven doen weten. Alles wat een waar
borg kan zijn voor de waar die men koopt is
èn 't belang van den kooper èn in 't belang
van het bedrijf dat het product levert.
Welnu een een van de middelen om de
buitenstaanders en ingewijden de prestaties
te toonen zijn de legwedstrijden. Daarom
moest het aantal deelnemers ook veel groo-
ter zijn. Ieder die zijn bedrijf heeft ingericht
voor de verkoop van broedeieren, eendags-
kuikens, jonge hennen enz., ieder dus die
zijn eigen bedrijf heeft opgevoerd dat hij
anderen van goed materiaal kan voorzien
moest dus aan deze wedstrijd deelnemen.
In 't belang van hem zelf in 't belang van
den kooper.
Aan die allen „dus schrijf in voor de leg-
wedstrijd" (te Beemster)
Sch.
BUITENLANDSCH NIEUWS.
DE OESTERS BEDREIGD.
De oester is een lekker hapje, beschikbaar
voor smulpapen wanneer er een R in de
bruiken, en die het bekende Fransche spreek
woord, hetwelk zelfzuchtige menschen zoo
gaarne plegen aan te halen, dat de goed ge
regelde liefdadigheid bij zichzelf begint,
voortdurend in practijk brengen, zonder
evenwel die liefdadigheid ook tot anderen
uit te strekken. De leden van zulk een gezin
zijn in den omgang dikwijls zeer beminnelij
ke en aangename menschen ze hebben soms
tal van vrienden, die hen voor niet beter of
slechter houden dan anderen, daar zij wel
zoo voorzichtig zijn, om hun eigenaardige
zwakheden zooveel doenlijk te bemantelen.
Men laat van weerskanten elkaar in het rus
tig bezit van hetgeen men heeft en zoodoen
de wordt de vrede ook niet verstoord. Maar
wanneer iemand, die buiten het gezin staat,
een hunner lievelingsplannen in duigen
dreigt te doen vallen, dan ontwaakt al hun
boosheid en toonen zij grooter verbittering en
vijandschap dan men ooit van hen zou heb
ben verwacht. Zij verstaan de kunst om hun
scherpe klauwen achter zacht fluweel verbor
gen te houden, doch indien zij die eenmaal
hebben uitgestrekt, is hun greep vaak doode-
lijk.
Zulk een gezin vormden de Delameres. In
het oog der wereld waren het allerliefste men
schende dochters hadden geen vlieg kwaad
kunnen doen en mama was beschermvrouw
van alle liefdadlgheidsvereenigingen in den
omtrek. Zij weigerde nooit haar handteeke-
ning bij de inzameling voor wees- of zieken
huizen, en niettemin maakte zij het leven
van het eenige wezen, dat aan haar liefda
digheid was toevertrouwd, zoo bitter, en zoo
pijnlijk, dat de arme kleine Nel herhaaldelijk
wenschte, dat ze maar bij haar moeder
mocht liggen en in vrede mocht rusten onder
de groene zoden op het kleine kerkhof van
haar geboorteplaats.
Arme, kleine NelDe herinnering aan dat
vriendelijke dorpje was het liefste, dat zij
bezat. Ze was pas tien jaar oud, toen een
boosaardige koorts den dorpsgeestelijke en
zijn vrouw haar moeder, binnen een week
ADVERTENTIëN:
Van 15 regels 0.50.
Iedere regel meer 0.10.
maand is. In Engeland vreest men, dat dit
hapje, R of geen R in de maand, over een
jaar of twaalf niet meer beschikbaar zal
zijn. De oester is te smakelijk. Haar smakelijk
heid is haar ondergang. Er zijn niet alleen
smulpapen onder de menschen. Er zijn er
ook onder de schepselen, die de zeeën bewo
nen. En daar geldt hoe kleiner beest hoe
grooter smulpaap. De oesters verdwijnen snel
uit de Engelsche wateren en zij, die van de
oesterteelt moeten bestaan, hebben aan de
regeering gevraagd met bekwamen spoed
nieuwe oesterbedden aan te leggen in de
mondingen van de Theems, de Severin, de
Humber en andere rivieren. Het is gebleken,
dat millioenenlegers van kleine alikruiken
de bestaande oesterbedden zijn binnengeval
len. Deze diertjes zijn verzot op oesters en
zuigen de schelpen leeg na er eerst met een
door de natuur verschaft scherp boortje een
gaatje in te hebben gemaakt. Maar niet al
leen aliekruiken vinden deze oesters lekker.
Zee-anemonen, zeesterren, kwallen en ande
re dril-achtige organismen van de zee maken
de oesterschelpen open met chemische voch
ten, die zij afscheiden en verorberen den in
houd. Dit proces van uitroeiing van de fijn
ste lekkernij van de zee is al lang aan den
gang en de deskundigen van het departe
ment voor visscherij in Engeland vreezen.
dat er geen oestertje meer te pikken zal zijn
in 1943, indien men geen maatregelen neemt
de teelt gezond te maken en op andere plaat
sen waar aliekruiken en andere bedreigers
kunnen worden geweerd van den aanvang af
te beginnen. De raad, welken de oesterte
lers van officieele zijde hebben gekregen, is
dat zij zoo gauw mogelijk oesters moeten,
invoeren van de gezonde bedden in Neder
land, Frankrijk en Spanje teneinde hun ge
decimeerde bedden aan te vullen. Volgens de
Britsche autoriteiten is het kwaad geens
zins tot Engeland beperkt.
DE „HONDENGRAVIN." f
In haar villa bij Saarbrücken is de 51 ja
rige weduwe Braun dood gevonden. Hierbij
ontdekte men wonderlijke toestanden. De
weduwe Braun was algemeen bekend onder
den naam „Hondengravin." Sedert 6 jaar
na den dood van haar man leefde zij als
een kluizenares. Zij dulde geen dienstperso
neel, doch had acht groote honden en een
aarital andere dieren om zich heen. Hoewel
zij schatrijk was, gaf zij nagenoeg niets voor
zich zelf uit, doch bestelde de fijnste delica
tessen voor haar dieren. Alleen een postbode
en diens vrouw mochten haar huis betreden.
Ook de loopjongen van een kruidenierswin
kel was een van haar vertrouwden.
Toen de vrouw Donderdagochtend dood
werd gevonden, woog zij nauwelijks 60 pond.
De kostbare meubels zaten dik onder het
vuil en de muizen en ratten vluchtten bij
troepen, toen de politie het huis betrad. De
nalatenschap is zeer aanzienlijk. De erfgena
men zijn de postbode, zijn vrouw, de loop
jongen en de honden. Aan de laatsten is de
villa vermaakt met een voldoende kapitaal,
opdat de villa als hondenasyl verder kan blij
ven bestaan.
WINKELSLUITINGSWET
(Staatsblad 1930, No. 460.)
door J. L. Lutjeharms te Schageü.
No. 11.
De bepalingen omtrent de Zondags- de
Sabbats- en de avondsluiting worden gecom-
pliteerd door artikel zeven. Het is in de eer
ste plaats, volgens dit artikel, verboden, ie
mand in den winkel enz. te bedienen. Het
lastige woordje „publiek" zijn we hier geluk
kig kwijt. Niet alleen het verkoopen is ver
boden, doch in het algemeen het bedienen,
waaronder b.v. kan worden begrepen het ter
had weggerukt en toch had zij niet de klein
ste bijzonderheid uit haar kinderjaren verge
ten en hing zij met heel haar hart aan het
ouderlijk huis, welks gemis zij zoo innig be
treuren moest.
Arme, kleine NelZij voelde wat het zeg
gen wil, een wees te zijn. Naar een gesticht
was ze niet gezonden, dat had de trots van
de Delameres niet toegelaten, want in spijt
van alle zwakheden en tekortkomingen ha-
rer moeder, was deze toch ontegenzeggelijk
een dochter van het oude, edele huis ge
weest,
De geheele familie had Ellen, sedert het
verre beneden haar stand gesloten huwelijk,
eenparig aan haar lot overgelaten. De oude
lord verging van woede en had iedereen ver
boden, om in zijn bijzijn ook slechts haar
naam te noemen. Toen hij evenwel het be
richt van den plotselingen dood van man
en vrouw in de courant gelezen en kort daar
na ook vernomen had, dat er reeds stappen
waren gedaan, om zijn kleinkind in een wees
huis te plaatsen kwam al zijn familietrots
daartegen in verzet. Hij gaf aan de weduwe
van zijn zoon, mevrouw Delamere, te ken
nen dat hij nooit zou toestaan, dat zijn klein
dochter in een weeshuispakje gestoken werd
en verzocht haar om de kleine Nel bij zich
aan huis te nemen en met haar kinderen op
te voeden. Wat de kosten betreft, die zouden
door hem ruimschoots worden vergoed.
Mevrouw Delamere was veel te bang voor
haar schoonvader, om zich tegen diens uit
drukkelijk verlangen te durven verzetten,
maar van dat oogenblik haatte zij het kind,
waarvoor de oude man zoo veel belangstel
ling had getoond. Het kwam onder haar dak,
maar werd door haar als een vreemde, zoo
niet erger, behandeld. Zij liet Nel haar af
hankelijkheid bitter gevoelen, het meisje
werd nooit gekleed of gevoed als haar nich
ten, hoewel de vergoeding, die lord Delame
re haar voor het kind deed toekomen, daar
toe meer dan voldoende mocht heeten.
(Wordt vervolgd,