J. R. KEUSS
BLANKE KRUL PRUIMTABAK.
22E JAARGANG
VRIJDAG 25 SEPTEMBER 1931
No. 74
BLAD VOOR
NIEUWS- EN ADVERTENTIE
WIERINGEN EN OMSTREKEN
DE WEES.
HEERENBAAI
WIERINGER COURANT
VERSCHIJNT ELKEN
DINSDAG EN VRIJDAG.
ABONNEMENTSPRIJS
per 3 maanden 1.
UITGEVER
CORN. J. BOSKER,
WIERINGEN.
BUREAU:
Hippolytushoef Wieringen.
Telefoon Intercomm. No. 19.
ADVERTENTIëN
Van 1—5 regels
Iedere regel meer
0.50.
0.10.
HEERENBAAI
P0RT0RIC0.
TABAKSFABRIEK „DE WAKENDE LEEUW"
LAAT A, 125 ALKMAAR.
Prima kwaliteit in alle prijzen.
Spaart onze rebussen.
hebben ook als ponten groote waarde.
70 80 100 120 140 150 160 ISO
200 225 250 300 350 400 450 ea
500 cent per pand.
PARIJSCHE MODEBRIEF.
HERFST- EN WEERVOORSPEL
LINGEN.
Wat we in den overgangstijd dragen.
„Waarom is toch de zomer zoo kort en de
winter zoo lang." vragen we wel eens zuch
tend, wanneer we alweer voortijdig de blaad
jes aan de boomen zien kleuren. Heerlijk is
de herfst met z'n roode en gouden tinten
z'n bonte dahlia's en asters, z'n bloeiende
heide. Maar, aan het einde wacht ons de
winter en eindeloos lang zal het weer duren,
alvorens de eerste jonge spruitjes aan de
boomen verschijnen.
Stevige warme kleeren zijn dan ook in
ons land zeer de moeite èn de kosten
waard. We hebben er zoo veel en zoo lang
plezier van. We behoeven nooit, zooals bij
de zomertoiletjfs, te vreezen dat we er niet
dikwijls gebruik van zullen maken.
In de eerste herfstdagen wordt nogal eens
een japon-mantel gedragen. Deze biedt het
voordeel heel slank te maken, daar hij zon
der japon, dadelijk over een onderjurk, wordt
aangetrokken. Maar
dat houdt ook weer een
groot bezwaar in. Vele
dames vinden het tenmin
ste zeer ongemakkelijk,
dat ze nu haar mantel
niet kunnen afleggen wan
neer ze het warm krijgen.
Daarom worden ook wel
robes-manteaux ontwor
pen met 'n aparte bole
ro en blousje. We zien
dan echter niet in, waar
in ze nog van een gewoon
mantelcostuum van dat
soort verschillen. Velen
zullen dan ook waarschijn
lijk een aardig wollen
herfst-ensemble preferee-
ren waaronder een kleu
rig vestje gedragen wordt
Alles is zoo gemaakt, dat
de verschillende onder-
deelen verwisseld kunnen
worden. Men kan er een
ander rokje, een andere
blouse, een andere pull
over of zooals men te
genwoordig zegt, „slip-
over" bij dragen en dat
geeft natuurlijk een pret
tige variatie waardoor
men zoo'n pakje veel en dikwijls kan dragen.
De meeste mantels, korte zoowel als lange,
zijn van een dubbele rij knoopen voorzien, in
series van één, twee of drie onder elkaar. Die
knoopen spelen een gewichtige rol want de
geheele lijn van den mantel aan de voorzijde
hangt er van af. En niet minder belangrijk is
de ceintuur. Zeer breede ceintuurs, van heel
FEUILLETON.
soepel lakleer, zijn chic Gewoonlijk zijn ze
zwart en sluiten met een groote metalen gesp
of een strik van hetzelfde materiaal. Deze
strik is natuurlijk, qua sluiting, slechts
schijn. De eigenlijke sluiting, met haken en
oogen gewoonlijk, bevindt zich aan de onder
zijde.
Nu iets wat de voering betreft. Iedere
vrouw weet hoe prettig het is, als een man
tel zoo heerlijk glijdt bij het aantrekken.
Daarom moet de voering heel soepel en glad
en om het kleedingstuk niet te zwaar te
maken, ook heel licht zijn. Elegante man
tels zijn veelal met crêpe de chine gevoerd.
Dat is natuurlijk nogal prijzig. Maar er be
staan ook goedkoopere qualiteiten die toch
heel keurig zijn. Kunstzijde, crêpe de chine
geeft bovendien niet af naar men zegt, waar
door ze bijzonder gewild is als voering van
een donkeren mantel, waaronder men een
licht japonnetje draagt.
De modellen zijn velerlei, wijde redingotes
met aangesloten taille, lange heer-achtige
jassen met ceintuur en breede revers, drie
kwart lange mantels, vlugge korte jasjes,
mantels die vlak onder de ceintuur een kort
schootje hebben, enz.
Evenals vorige jaren is bont weer zeer in
de mode en astrakan in alle tinten zal weder
om veel gebruikt worden. Verder ook gayac,
dat er uitziet als heel zacht gemoireerd veu
lenbont. Op elegante mantels komen garnee
ringen voor van bever en sabelbont. Smalle
banden van otterbont of breitschwantz ver
sieren wit satijnen japonnen. Kragen en
mantels van hermelijn (of wit konijnenbont!
ziet men op zwarte japonnen. Ook vossen
bont blijft zeer z'n vogue behouden, hoewel
het, naar men zegt, zeer veel concurrentie
zal ondervinden van de lynx. Maar voor een
mantelcostuum blijft de ideale garneering
een kraag van zilvervos of marterbont.
Ziedaar enkele voorspellingen voor het
komende winterseizoen
Er zijn weinig vrouwen die de verleiding
kunnen weerstaan om nu en dan eens een
aardig hand- of knutselwerkje te maken. Het
is zoo'n gezellige bezigheid voor verloren
oogenblikken en aan het aardige prulletje
wordt meestal graag een plaatsje ingeruimd.
We geven hier een paar leuke speldenkussen
tjes, die alleraardigst zullen staan op een
schoorsteenmantel of toilettafel.
Het eerste is een oranjeboompje. Dit
heel eenvoudig gemaakt van een prop wat
ten met een lapje stof overtrokken, waarop
men, met borduursel of verf, oranje-appels
en donkergroene blaadjes heeft aangebracht.
De „kist" is van geverfd karton en gevuld
met mos of knipsel van groen vloeipapier.
Het molentje is een cylinder van wit satijn
met een puntig rood dakje en rood karton
nen wieken. Deur en bloemen zijn er op ge
schilderd.
WILHELMINA.
den schoenlapper, daar het aanbren
gen ervan speciale kennis en toestellen ver-
eiseht en de goede rubberzooi bovendien veel
langer mee kan dan de leeren. Het genus
„schoenlapper" krijgt bovendien speciale
concurrentie. Evenals in Amerika, waar men
in speciale winkels aan de groote verkeers
wegen in de steden, kan wachten op het aan
brengen van nieuwe zolen, terwijl men in een
klein hokje even zijn krant kan lezen, begint
men ook in Europa het verzolen te centrali-
seeren, al gebeurt dit dikwijls door een ver-
eeniging van schoenwinkels, die de schoenen
hunner klanten op een centrale plaats laten
maken.
Uit Engeland komt nu een bericht, dat in
Manchester een methode gevonden is om de
schoenen zoo te maken, dat men een zool
ervoor kan koopen, die men er ineens zelf
aan kan zetten. De schoen wordt afgewerkt
met een speciale leeren middenzooi,, die een
tong draagt van stijf leder, aan beide kan
ten even uitstekend.
De eigenlijke zool en hak zijn zoo klaar
gemaakt, dat ze aan den naar boven te kee-
ren kant een T-vormige gleuf hebben (of
liever een gleuf van T-vormige doorsneden
zoodat het mogelijk is die tong erin te schui
ven, waarna de hak en de zool stevig ten
opzichte van elkaar vastg'ezet worden. Alle
maten worden in genormaliseerde afmetin
gen gemaakt, zoodat men snel zelf een ver
nieuwing van hak en zool kan uitvoeren,
zonder dat het bovenleder iets eronder lijdt.
Of de methode practisch is, zal in het ge
bruik moeten blijken.
Merkwaardig is het, dat in ons land een
uitvinder een dergelijk idee had en wel om
losse zolen te maken voor klompen. In hoe
verre het Engelsche en het genoemde idee
in verband staan met elkaar, is ons niet be
kend. Misschien is het ook weer hier het al
gemeen bekende geval, dat de behoefte aan
bepaalde vindingen maakt, dat verscheide-
nen zich ermee bezig houden.
DE OUDSTE ABONNé OP „DE POLDERBODE"
55 JAAR GETROUWD.
VERDWIJNT de„SCHOENLAPPER"?
ï"\E schoen met rubberzolen is een bedrei-
ging voor een deel van het werk van
No. 7.
Mijnheer Clark schudde het grijze hoofd.
Ook zonder uw vervolging zal hij geen
rust hebben, mylord, zei hij. Denkt gij ook
niet, dat zijn levensgeluk is verwoest? Hij
zal zich geen oogenblik meer veilig gevoelen.
Geloof mij op mijn woord lord Delamere,
wie van de twee ook uw broeder heeft ge
dood, hij zal het leven van een gevloekte lei
den, ook zonder dat hij door u op de hielen
wordt gezeten.
Waarom
Omdat maar één van de twee de daad
kan hebben bedreven. Er zijn geen twee
menschen noodig, om iemand één messteek
te geven. Wie het nu geweest is, mylord, John
of Court, wees overtuigd, dat de ander hem
het leven tot een hel zal maken. Het kwam
mij al dadelijk voor, dat die twee elkander
niet al te best verdroegen wie nu den ander
in zijn macht heeft, zal hem dat gewis ook
laten voelen.
Het zou voor mij een genot wezen, zei
lord Delamere vol bitterheid. Hij kan niet
genoeg boete voor zijn zonde
Vergeet niet, mylord, dat de ergste daad
het werk van een oogenblik was, een enkel
oogenblik van blinden hartstochtIk ben
van oordeel, dat de schuldige zijn misdaad
dubbel en dwars betaalt met een geheel ver
nietigd leven.
Thuisgekomen, had lord Delamere aan zijn
moeder de volle waarheid medegedeeld. Ma-
rion vermoedde iets, maar verder kwam de
treurige geschiedenis niet.
Mevrouw Delamere was het met Edwin's
voornemen niet eenswel scheen haar geen
straf te zwaar voor den man, die haar oud
sten zoon had vermoord, maar zij was niet
van meening, dat Edwin zijn geheele leven
moest wijden aan de bevrediging van zijn
wraak. Waarom zou hij niet liever, volgens de
uitdrukking van den hoteleigenaar, „het ge
dane gedaan laten", zijn nicht trouwen
het leven leiden van een voornaam en rijk
edelman
Ik geef u mijn woord er op, moeder, ver
klaarde Edwin, dat, als Nel twintig jaar zal
zijn en de moordenaar dan nog niet is ge
vonden, ik met haar zal trouwen en al het
mogelijke zal doen, om het arme kind geluk
kig te maken. Claude's dood heeft mij diep
getroffen. Ik zou voor Nel een slechte man
zijn met dien ontembaren dorst naar wraak
in mijn binnenste. Maar ik heb nog eenige
jaren beschikbaar en ik beloof u, in dien tijd
zal ik den ellendeling hebben gevonden of na
verloop daarvan de zaak als hopeloos hebben
opgegeven.
De belofte werd met een handdruk beze
geld en algemeen werd het bericht verspreid,
dat de jonge lord Delamere een wetenschap
pelijke reis naar Amerika had ondernomen.
Hij was uit het oog der wereld verdwenen,
Maar aan zijn moeder had hij op haar drin
gend verzoek plechtig verzekerd te zullen
terugkeeren, als de twee jaren, die Nel in
het Hilda-huis zou blijven, zouden verstreken
zijn. Mevrouw Delamere zag gaarne, dat dan
ook maar dadelijk het huwelijk voltrokken
werd, maar daarin had'Edwin niet toege
stemd, wel, dat hij dan beginnen zou, met
ernstig werk van haar te maken. Daarmede
moest zijn moeder zich tevreden stellen.
Het was een lang en moeilijk zoeken, een
zware taak, die Edwin zichzelf had gesteld.
Hij moest eerst nauwkeurig trachten na te
gaan, met wien zijn broeder in den laatsten
tijd omgang had gehad en dat was op zich
zelf reeds een lastig werk. Claude's zooge
naamde goede vrienden waren zoo talrijk
geweest, dat het bijna een onbegonnen taak
was om uit te vinden, met wie van hen hij
SPIJKERS EN HET SPIJKEREN.
jL|ET germanisme „draadnagel" wordt
hier te lande weer langzaam verdron
gen door het oude woord „spijker", al
beteekende dit oorspronkelijk een uit de hand
gesmeed wigvormig of pyramide-achtig stuk
je ijzer, voorzien van een kop en bestemd
voor het verbinden van stukken hout. De
machinale draadnagel daarentegen, is ge
vormd uit een rol ijzerdraad, die een speciale
machine passeertdeze machine perst
een punt aan, of maakt tusschen twee toe
komstige draadnagels een knik, die in het
midden wordt doorgedrukt, zoodat er twee
punten tegelijk gevormd worden. Tegelijk
met het vormen van de punt (of punten)
wordt er een geribbelde of geruite kop op
geperst, terwijl bij den kop aan de kanten
van den spijker meestal inkervingen ge
maakt worden, die later een beter vasthou
den in hout mogelijk maken.
Deze soort spijkers worden in enorme hoe
veelheden en in tal van maten en dikten
gemaakt en hebben de gesmeede spijkers
vrijwel voor alle werk verdrongen.
De functie van den spijker bestaat in het
uiteendrijven van de houtvezels, die dan
veerkrachtig tegen den spijker aandrukken,
zoodat deze stevig wordt vastgehouden
daardoor ook twee of meer stukken hout aan
elkaar verbindt. Het is een algemeen bekend
feit dat spijkers lang niet altijd goed hech
ten. Vandaar dat vanwege het Ministerie
van Landbouw in de Vereenigde Staten van
N.-Amerika (dat alle woud- en houtzaken
behartigt) een wetenschappelijk onderzoek
heeft plaats gevonden, omtrent den besten
vorm van spijkers en deelen ervan. In de
eerste plaats is gebleken, dat de punt
Op 28 Sept. a.s. hopen de echtelieden J. O. VAN IJZENDOORN en D. VAN IJZEN-
DOORN—Mulder, aan den Meerweg Anna Paulowna hunne 55-jarige Echtvereeniging te
herdenken.
De beer IJzendoorn is vanaf de oprichting van „De Polderbode" abonné, waarvan wij
natuurlijk met waardeering melding maken.
Het is tevens een blijk hoe de inhoud van onze bladen wordt gewaardeerd en een
Gnmisbare schakel in het gezinsleven is geworden.
Wij wenschen het echtpaar IJzendoorn nog' jaren van een gelukkig echtelijk leven
toe en hopen over vijf jaren onze felicitaties jegens hen te kunnen herhalen.
grooteren invloed heeft op het hechtend ver
mogen en ook op de houtsplijtende werking
van spijkers, dan het rechte gedeelte evan.
Hoe langer de punt is, des te grooter is
het hechtend vermogen. Tegelijk is echter
ook de splijtende werking grooter, doordat
een lange punt de vezels langzaam uiteen
drijft een korte punt daarentegen vernielt
bij het inspij keren de vezels, zoodat er een
gat ontstaat, dat geen neiging tot verder
splijten bezit.
Heeft men te doen met houtsoorten, die
niet gemakkelijk splijten, dan kan men met
voordeel spijkers gebruiken met lange, scher
pe punten.
Heeft men te doen met gemakkelijk splij
tend hout en moet men de normale spijkers
gebruiken, dan is het verreweg het beste, als
men de spijkergaten tevoren iets uitboort.
Dit zal echter in vele gevallen de kosten te
groot maken, zoodat de raad slechts voor
speciaal soort van werk opgevolgd kan wor
den. Gaat dit boren niet, dan is het 't beste
minder dikke spijkers te gebruiken, dan ei
genlijk noodig is, maar daarentegen het aan-
aantal spijkers te vermeerderen, zoodat het
totale vastklemmende oppervlak der spij
kergaten toch weer wordt bereikt. Kan dit
ook niet, zoodat men het aantal spijkers
moet beperken, dan dient men stomppuntige
spijkers te nemen, of in elk geval die met
een zeer korte punt.
Misschien heeft het zijn nut, erop te wij
zen, dat er ook spijkers in den handel zijn,
die aan de oppervlakte bedekt zijn met een
dun laagje hars die kleven vrij sterk, zoodat
het mogelijk is van deze soort dunnere spij
kers te nemen dan van de gewone,, of met
minder spijkers per meter uit te komen. De
de bewuste reis had gemaakt. Alle navragen
leidden tot geen resultaat, tot er voor Edwin,
door een bloot toeval, hulp kwam opdagen
van een kant, vanwaar hij die hulp volstrekt
niet zou hebben verwacht.
Een oud vriend van zijn grootvader, die
met de familie nog steeds vriendschapsban
den onderhield, ontmoette hem in Londen
en noodigde hem tot den lunch.
Ei, ei, gaat het praatje niet, dat gij
Amerika zit vroeg de oud-generaal ver
baasd
Ik ben er geweest, antwoordde Edwin,
en moet er eerstdaags weer naar toe voor
wetenschappelijke expeditie.
Welzoo, hebt ge dat terrein gekozen
Nu ik keur het niet af, al zou de zaak ook
geen andere waarde hebben, dan dat ze jon
gelui van uw rang en stand van allerlei dwa
ze en verkeerde dingen terughoudt, zei de
oud-soldaat. Een Delamere natuurvorscher,
wie had het ooit kunnen denken
Maar ik ben ook niet als de andere De-
lamere's, antwoordde Edwin eeniger mate
geërgerd.
Ja, dat schijnt wel zoo. Nu, ge moet mij
dat niet kwalijk nemen, ik ben oud genoeg
om zooiets te mogen zeggen. Van uw broer
Claude hebt gij volstrekt nietsdat was r.u
op en top een Delamere.
Ja, Claude had veel van vader, dat zegt
iedereen.
Dat had hij Jammer, dat de arme jon
gen er zoo gauw aan moest gelooven. Dat
moet toch een bijzondere kwaadaardige
koorts zijn geweest, die het hem zoo gauw
heeft geleverd.
Edwin's hart klopte sneller. Was het mo
gelijk, dat men geen geloof sloeg aan het op
zettelijk verspreide gerucht en iets van de
waarheid vermoedde
Claude was ver en geheel alleen, ant
woordde Edwin kalm. Hij bevond zich op
reis en ik kwam helaas te laat, om hem nog
de oogen te sluiten.
Ik herinner mij nog zeer levendig, hoe
prijs van die z.g. „coated nails" is niet aan
zienlijk hooger dan die van de gewone soor
ten.
WERKVERSCHAFFING EN STEUN-
VERLEENING.
Een regeeringsmededeeling.
De minister van Binnenlandsche Zaken
heeft besloten aan de besturen van de ge
meenten, welke voor toekenning van subsi
die ten behoeve van de steunverleening en
de werkverschaffing in aanmerking komen,
in verband met de voorloopige toezegging,
welke in de afgeloopen maanden is gedaan,
het volgende rondschrijven te doen toeko
men
„Tot nu toe is voor uwe gemeente niet
vastgesteld hoe groot de Rijksbijdrage ten
behoeve van de Werkverschaffing/Steunver-
leening na 2 Mei 1931 zal zijn. Ik heb thans
in beginsel besloten, deze bijdrage in het al
gemeen te bepalen opprocent. Ik moet
mij evenwel voorbehouden t. a. v. bijzondere
ECHTE FRIESCHE
>-50 ci. per dï»
zachte en geurige rooktabak,*
vroolijk hij op reis ging. Ik was toevallig met
hem in gezelschap een tijd lang, daar ik
naar Marseille moest, om mijn zoon te ont
moeten. Tot Calais reisde ik samen met Clau
de en zijn twee vrienden. De kerels hadden
een dwaas reisprogramma opgemaakt en ga
ven zich voor broers uit, als ik 't mij wel her
inner. Die arme jongens ze waren allen zoo
uitgelaten, zoo vol hoop Het trof mij wer
kelijk diep, toen ik nauwelijks een maand
later vernam, dat reeds twee van hen niet
meer in leven waren.
Twee 't Is voor het eerst, dat ik het
hoor. De twee vrienden van Claude waren
mij niet zoo bekend. Wie stierf er dan nog
meer
Ralph Charteris. Zijn vader is sedert
dien tijd naar ziel en lichaam gebroken. Wat:
mij betreft, geloof ik evenwel niet, indien ik
alles naga, wat ik sedert van Ralph heb ge
hoord, dat zijn vader zoo veel reden heeft,
om den vroegtijdigen dood van dien jongen
te betreuren hij moet een zeer slecht leven
hebben geleid.
- Ik heb hem wel gekend, merkte lord
Delamere op, en ik vond het bijna niet te
verklaren, dat mijn broer Claude zich tot
hem voelde aangetrokken. Ik had in 't ge
heel niet met hem kunnen omgaan.
Ik evenmin. En toch was hij de lieve
ling van zijn vader, die voor Ralph's oudsten
broer geen vriendelijk woord over had. Het
is maar goed, dat sir Reginald zijn zoon Roy-
al niet kan onterven, anders geloof ik, op
mijn woord, dat hij het zou hebben gedaan.
Edwin hoorde die laatste opmerking ter
nauwernood, zoo begeerig was hij, om gene
raal Brereton de vraag te doen, van welker
beantwoording zooveel voor hem afhing.
Wat werd er toch van den derde van
hetgezelschap zei hij eindelijk. Ik kan
mij met geen mogelijkheid zijn naam te bin
nen brengen.
Als Edwin ooit waarheid had gesproken,
deed hij het nu.
De jonge Daly, zei de generaal, zonder
in de verte te vermoeden, hoeveel hij met de
zen enkelen naam zijn toehoorder mededeel
de; hij stond vroeger bij de garde, zooals u
misschien wel weet, tegelijk met uw broer.
Ge moet, dunkt me, wel het een en ander van
hem hebben gehoord.
Ik heb den laatsten tijd zoo geheel bui
ten de samenleving doorgebracht, veront
schuldigde Edwin zich, zonder goed te be
grijpen, wat hij wel gehoord moest hebben.
Ik heb dien Daly geheel en al uit het oog
verloren.
Ja, wie heeft dat niet vroeg de gene
raal met een bitter lachje. Weet ge, hoe het
in den dienst met hem is afgeloopen? Hij
heeft zijn ontslag gekregen, dienzelfden
John Daly, oneervol ontslagen wegens dron
kenschap en insubordinatie. Ga eens na.
een officier, de zoon van een edelman. Het
gaf zijn vader den genadeslag, mijnheer De
lamere Hij stierf en had niet eens den
troost, te kunnen aannemen, dat zijn zoon
niet dieper meer zou zinken. Dat de jongen
niet deugde, was al lang bekend, maar dat
hij van slechter op slechter zou vervallen, zoo
dat men zich feitelijk genoodzaakt zag, de
strengste maatregelen op hem toe te passen,
't is vreeselijk hard
De generaal haalde zijn schouders op.
De familie-bezitting werd op zijn stief
broeder overgedragen, die, voor zoo ver ik
weet, niets met hem te doen wilde hebben.
Hij geeft hem jaarlijks tweehonderd pond,
die hij door een notaris laat uitbetalen, maar
de kerel zelf schijnt van de aarde te zijn
weggevaagd. Niet lang geleden sprak ik den
notaris en vroeg hem, waar de jongen er
gens te vinden zou zijn. Ik had terwille van
zijn vader gaarne geweten, om mij eens
met eigen oogen te kunnen overtuigen, of hij
nog niet op deze of gene manier zou te red
den zijn, maar de notaris haalde eenvoudig
de schouders op en verklaarde, dat hij het
niet wist.
(Wordt vervolgd.)