WIERINGER COURANT TWEEDE BLAD. VRIJDAG 20 MEI No. 40. RAAD VAN WIERINGEN. VERGADERING VAN DEN GEMEENTERAAD op Vrijdag, den 20en Mei 1932, des na middags ten twee uur. Afwezig de Heer J. J. Bosker. De voorzitter, de Heer L. C. Kolff zegt in zün openingswoord dat volgende week het groote moment daar zal zijn n.m. het sluiten van de „Viieter" zoodat de afsluiting van dc Zuiderzee dan eenfeit zal zijn. De notulen worden onveranderd goedgek. Ingekomen stukken Van J. J. R Groos is bericht ingekomen van aanneming zijner benoeming tot onder wijzer te H.-hoef van B. Kat bericht van aanneming zijner benoeming tot keurmees ter der zeegras-exploitatiee van C. J. Bos ker bericht van aanneming zijner benoe ming tot lid van de commissie van toezicht op het L. O. van Mw. G. Kaan-Koorn be richt alsvoren van J. C. Klein, O. J. Bosker, T. Bakker Vz.. E. Jager, A. Vroone berichten van aanneming hunner benoeming in de com missie van toeezicht op de werkloosheidsver zekering en arbeidsbemiddeling va n D. Lont waagmeester, dankbetuiging voor de verhoo ging van zijn salaris van Gerieputeerde Staten goedgekeurde raadsbesluiten inzake rekening-courant - overeenkomst met de Bank voor Ned. Gem., inzake opneming van kas en boeken van den ontvanger door het Centraal Bureau der Ver. v. Ned. Gem. als deskundige, inzake verkoop van zeis perceelen bouwterrein, te Den Oever, inzake ingebruik- geving van een deel van den G asthuisweg aan W. Verkerk berichten van verdaging der beslissingen inzake belegging 'van gelden bij de Coop. Boerenleenbank en betreffende de gemeentebegrooting 1932 g oedgekeurd raadsbesluit tot het plaatsen van gelden a deposito bij de Boerenleenband vi in den Mi nister van Arbeid bericht, dat de, gemeente lijke winkelsluitingsverordening »is goedge- keuid processen-verbaal van fcasopneming bij den gemeente-ontvanger en den kassier der Zeegras-exploitatie maandstaten der zeegras-exploitatie over Februari J2 en Maart 175 pakken, het verslag betreffencle de volks huisvesting over 1931 jaarverslag over 1931 van de Bank voor Ned. Gemeenten idem van den vleeschkeuriagsd'iens.t kring Barsin- gerhorn al deze stukken worden voor ken nisgeving aangenomen. Van de Nat_ Comm.lss.ie tegen het alcoholis me verzoek om maatrr.-gelen te nemen tot vaststelling -*an het. 7.naximum-iaantal verlo ven op bestaande getal. Dit stuk gaat om $tf?ieadvies naar, Burgemeester en Weth. Aldus besloten. De Heer p. Kooij, vraagt naar aanleiding van het rapport vrxn de Volkshuisvesting, of er nu nog geen uitbreidingsplein klaar is voor Hippolytushoef. Spr. heeft gezien op het uitbreidingsplan van den Oever dat nu al esn perceel afgebroken moet worden aange zien. daar een straat geprojecteerd is. Ik zou dat voo-r Hippolytushoel' wenschen te voor komen. Voorzitter zeigt. dat hij aan het eind der vergaxiering medjedeelingen zal doen aangaan de de nieuw te maken weg waarvoor dus het "a weer vewijzigd zal moeten worden. -w-t is heel moeilijk om nu met een ge iteed plan te komen, aangezien gedurig wij zigingen worden aangebracht, in verband met Zuiderzeewerken. Van den gemeente-deurwaarder C. Duijnker is een verzoek ingekomen om hem, evenals het vorig jaar,, ook voor 1931, een gratifica tie toe te kennen. B. en W. stellen voor een bedrag van f 100,- toe te kennen. In verband met de wisselende bevolking worden hier n.1. nog steeds een groot aantal vervolgingsstukken ontvangen uit andere gemeenten, ter beteekening aan alhier verblijvende personen. Vaak kost het veel moeite deze personen op te sporen, dik wijls zijn zij niet thuis te treffen, soms moe ten er lange afstanden voor worden afgelegd enz., terwijl hetgeen aan vervolgingskosten wordt ontvangen een onvoldoende belooning is voor de verrichte werkzaamheden. Ook de gemeente-ontvanger, die over het verzoek is gehoord, adviseert om f 100,- toe te kennen. Voor volgende jaren zal het toekennen van een gratificatie opnieuw kunnen worden overwogen. Wordt toegestaan. Van de gemeente Landsmeer is een verzoek ingekomen om adhaesie te betuigen aan een tot de Tweede Kamer gericht adres inzake het ingediende wetsontwerp, houdende een garantieregeling ten behoeve van de kippen- houderij. B. en W. meenen, dat het belang van de gemeente Wieringen bij de pluimvee houderij groot genoeg is, om aan dit verzoek te voldoen. Met het in het adres uiteengezet te standpunt kunnen B. en W. zich in het algemeen vereenigen, speciaal met den aan drang om ook de niet in coöperaties georga niseerde pluimveehouders te steunen, alsme de om maatregelen ten behoeve van de een denhouders te nemen. Zij stellen daarom voor bij de kamer ad haesie te betuigen aan de strekking van dit adres. Aldus besloten. B. en W. stellen voor geen adhaesie te be tuigen aan het adres van den Raad van Ooststellingwerf aan den Minister van Bin- nenlandsche Zaken en Landbouw, om bij het invoeren van maatregelen tot steunverlee- ning aan den land- en tuinbouw, den meest mogelijken spoed te betrachten. Het spreekt toch van zelf, en de Minister heeft het reeds meermalen in het openbaar uitgesproken, dat de noodtoestand van land en tuinbouw aan de Regeering ten volle be kend is en dat deze niets zal nalaten wat binnen het bereik der mogelijkheid ligt te doen om hulp te verleenen, waar die noo- dig is. Er is ook geen enkele reden om te ver onderstellen, dat door de Regeering op dit punt niet de noodige spoed wordt betracht. Aldus besloten. Van den 2en ambtenaar ter secretarie, J. de Wit is een verzoek ingekomen om verhoo ging van zijn jaarwedde. B. en W. deelen mede. dat zij bezwaar moeten maken daarop gunstig te adviseeren. Wel is hètgeen De Wit ter motiveering van dat verzoek aanvoert, n.1. dat zijn functie door de uitbreiding van het secretarieperso- neel en wijziging daardoor van zijn taak een meer verantwoordelijk karakter heeft gekre gen, juist, doch B. en W. nemen het stand punt in, dat, hoewel een verlaging der jaar wedden van het personeel door hen niet vvenschelijk wordt geacht, in de tegenwoor dige omstandigheden ook een salarisverhoo- ging achterwege behoort te blijven. Zij stellen daarom voor od het verzoek af wijzend te beschikken. De Heer P. Kooij vraagt hoe of het staat, met de meerdere werkzaamheden van dien ambtenaar, wanneer hij inderdaad aanspraak maakt op een hoogere belooning om deze re den en zal spr. hieromtrent een voorstel doen. De Voorzitter zegt. dat de aanstelling van een tijdelijke ambtenaar, inderdaad meerdere verantwoordelijkheid op de schouders van de 2e ambtenaar heeft gelegd. Spr. persoonlijke meening is, dat De Wit een hooger salaris toekomt in verband met ;sijn werkzaamheden. De salarisregeling van de 2e ambtenaar loopt van f 1400 tot f 1800.-, de Wit vraagt nu ingedeeld te worden op de regeling van f 1700.- tot f 2100.-/ Het salaris van de le ambtenaar loopt van 1' 2200.- tot f 2600.-, zoodat dit nog al een groote tegenstelling is met dat van de 2e ambtenaar, terwijl, zonder mindere waar deering te hebben voor het werk van de eer ste ambtenaar, de werkzaamheden vrijwel even belangrijk zijn, hoewel op zichzelf staand natuurlijk. Wij mogen gerust beweren dat De Wit één van onze beste ambtenaren is. De Heer P. Kooij maakt hieruit op dat het verzoek alleszins gewettigd is. De heer Oden spreekt in gelijke zin 'en ondersteunt het voorstel van den Heer P. Kooij. Weth. Tijsen acht het met tegenwoordige toestand niet gewenscht salarisverhooging te geven. Dc heer P. Kooij zegt dat verleden jaar bij de verhooging Wethouderssalarissen ook geen iekenschap is gehouden met de crisis. Laten wij de crisis nu buiten beschouwing laten, maar beoordeelen of het de ambtenaar toe komt. De heer Jn. Lont wil, nu men toch midden in het dienstjaar zit, voorstellen om f 100.- meer te geven, dan kunnen we bij de begroo ting nog eens opnieuw zien. Weth. Kaan acht het tegenover de burgerij niet verantwoord, tot verhooging over te gaan. Het voorstel P. Kooij om de salarisregeling van f 1700 tot f 2200.- te brengen wordt ver worpen met 7 tegen 3 stemmen. Voor stemden de heeren Lub, Oden en P. Kooij, tegen de heeren Tijsen. Kaan, Bakker, Lont, M. Kooij. J. Doves en D. Boersen. Het voorstel J. Lont om het te brengen van van f 1500 f 1900 wordt verworpen met 6 tegen 4 stemmen. Voor stemden.de heeren Lont, Oden Lub en P. Kooij, tegen de heeren Tijsen, Bakker, Kaan, Doves, Boersen en M. Kooij. Uitzending van kinderen naar vacantieko- lonies en kinderherstellingsoorden. Een ingezetene dezer gemeente heeft zich tot B. en W. gewend met het verzoek, hem een bijdrage te verleenen in de kosten van uitzending van een zijner kinderen naar een vacantiekolonie. Blijkens een overgelegde verklaring acht de behandelende geneesheer de uitzending noodzakelijk, terwijl de finan- cieele omstandigheden van den vader niet van dien aard zijn, dat hij de kosten van uit zending zelf ten volle zou kunnen dragen. Naar aanleiding van dit verzoek hebben B. en W. overwogen, of het niet gewenscht is, voor dergelijke gevallen een algemepne rege ling tot stand te brengen. Het is toch niet onwaarschijnlijk, dat meerdere aanvragen tot dit doel worden ingediend. Vooral in de zen tijd van crisis en werkloosheid kan het voorkomen, dat uitzending van kinderen nuttig ennoodig is. doch dat in de gezinnen de middelen daartoe ontbreken. Het zal echter niet gewenscht zijn een uniforme regeling toe te passen, omdat de financieele en andere omstandigheden zoo verschillend zijn. Dit zou van geval tot ge val beoordeeld moeten worden, wat het best door B. en W. kan geschieden. Zij stellen daarom voor een algemeene machtiging te verleenen voor de uitzending van kinderen naar vacantiekolonies en kinderherstellings oorden. Bij de beoordeeling der gevallen zal zooveel mogelijk op geneeskundige adviezen worden afgegaan, terwijl uiteraard bij het bepalen der bijdrage rekening zal worden gehouden met de financieele omstandighe den der ouders en verzorgers. Tevens zal omtrent een en ander samenwerking worden gezocht met dekort opgerichte afdeeling Wieringen van het Centraal genootschap voor kinderherstellingsoorden en vacantie kolonies. Ten einde eenig inzicht te geven omtrent de aan dit voorstel verbonden kosten, deelen B. en W. nog mede, dat in het bedoelde ge val een uitzending gedurende drie maanden noodig werd geacht, terwijl de kosten f 8.75 per week bedragen. De gemeentelijke bijdra ge zou naar hun oordeel vastgesteld moeten worden op f 5.- per week, waardoor de totale kosten van dit geval voor de gemeente onge veer f 65.- beloopen. Dc Heer J. Lont. Is het mogelijk, dat ieder geval aan den Raad wordt mede gedeeld Voorz. Dat werkt niet zoo soepel De Heer P. Kooij. 't Doet me genoe gen dat dit voorstel in den Raad wordt gebracht. Ik hoop dat B. en W. een ruim standpunt innemen. Zonder hoofdei, stemming aangeno men. Aanwijzing lakken van dienst. Ten aanzien van de op 6 November j.1. vastgestelde verordening tot aanwijzing van de takken van dienst voor detoepassing van artikel 252 der Gemeentewet, hebben Gede puteerde Staten de opmerking gemaakt, dat ten onrechte niet zijn opgenomen bepalingen betreffende afschrijving van den post Uit- keering van het bedrag saldo aan de gemeen te en af- en overschrijving van of op den post „afschrijvingen." Dat dit noodig zou zijn, hebben B. en W. ontkend en van dit gevoelen aan gedeputeer de Staten kennis gegeven. Ook na herhaalde briefwisseling is het ech tel* niet mogen gelukken Ged. Staten hun zienswijze te doen deelen. Daar de zaak van weinig belang is, geven B. en W. in overwe ging de gevraagde wijziging aan te brengen en de verordening opnieuw in haar geheel vast te stellen. Aa ngenomen. Aanleg gedeelten riolecring in de Elft. Als gevolg van de toenemende bebouwing Als gevolg van de toenemende bebouwing van het gedeelte Elft tot den Slingerweg is het wenschelijk gebleken hier rioleering aan te leggen. Langs de Noordzijde van de straat dient een leiding te worden gelegd van een put, gelegen tegenover het perceel van den Heer L. C. Kolff over een lengte van 175 Meter Oostwaarts, welk stuk door een dwarsriool in verbinding wordt gebracht met een aan te leggen leiding langs de Zuidzijde, lang 125 M., loopende ongeveer van het perceel van den Heer H. J. Krommedam in Oostelijke rich ting tot even bezuiden den hoek van de Lon- jeweg. De leiding zal bestaan uit betonrioolbuizen van 20 c.M. diameter met 8 stuks normaal- betonstraatkolken in de Noordelijke en 5 der gelijke kolken alsmede 1 gewapend-betonnen zinkput in de Zuidelijke leiding. De kosten zullen bedragen voor het Noordelijk gedeel te f 650,- en voor het Zuidelijk gedeelte f 470,-, inbegrepen de profielverbetering der bermen. B. en W. stellen voor de noodige credïeten te verleenen. Do Heer J Lont. Op de teekening staat niet aangegeven, dat de rioleering vanaf dokter zal loopen. Of blijft daar rioleering De Heer Doves. Daar ligt rioleering. Misschien zijn echter de buizen te klein Voorz. A' daar rioleering ligt, wordt natuurlijk s»ét bedrag iets minder. Goedgekeurd. Uitkeering winst gemaaid zeegras oogst 1931. Naar aanleiding van het door den heer Oden ingediend voorsteld, strekkende tot het weder doen uitkeeren van de winst, voort spruitende uit den verkoop van den oogst 1931 van gemaaid zeegras aan de maaiers, welke aan de maaierij voor dien oogst heb ben deelgenomen, deelen B. en W. het vol gende mede. Aannemende dat met het voorstel weder om wordt beoogd de animo tot het zeegras- maaien zooveel mogelijk aan te moedigen, kunnen B. en W. zich daarmede vereenigen, weshalve zij adviseeren tot dat doel weer een soortgelijke verordening vast te stellen als het vorige jaar. Goedgekeurd. Verstrekking gelden voor de stichting van een hulplokaal bij de bijzondere lagere school te Hippolytushoef. Naar aanleiding van de aanvrage van het Roomsch Katholiek Kerkbestuur van de parochie van den H. Hippolytus alhier, om beschikbaarstelling van gelden uit de ge meentekas voor het stichten van een houten hulplokaal bij de in aanbouw zijnde bijzon dere school te Hippolytushoef, deelen B. en W. het volgende mede. De aanvrage is ingediend als gevolg van de omstandigheid, dat het nieuwe schoolgebouw niet voldoende ruimte zal bieden om de leer lingen plaats te geven, aangezien er thans 3 leerkrachten aan de school zijn verbonden. Naar de meening van B. en W. is er geen enkel bezwaar tegen tot dit doel tijdelijk ge bruik te blijven maken van de oude school, waardoor de gemeente zich de uitgaaf voor bedoelde stichting zal kunnen besparen. Op dien grond stellen B. en W. voor de ge vraagde verstrekking van gelden te weigeren en daartoe een besluit te nemen, als in ont werp wordt overgelegd. Goedgekeurd. Bezoldiging gemeentepersoneel in verband met de wet van 18 Maart 1932 (stbl. no. 104). Bij de wet van 18 Maart 1932 (stbl. no. 10Vi is bepaald, dat in elk der jaren 1932 33, 1933/34 en 1934/35 de uitkeering per inwoner uit het gemeentefonds aan de gemeenten wordt .verminderd niet 3 van liet bedrag dor door of vanwege het gemeentebestuur vastge stelde wedden en loonen over 1931 van het in vasten dienst der gemeente zijnde personeel.: De vermindering blijft o.a. achterwege, indien in de ja ren 1932, 1933 en 1934 de salarissen van liet gemeentepersoneel gemiddeld 3 'o lager zijn dan in het jaar 1931 en de be grooting sluitend is gemaakt zonder het heffen van meer dan 40 opcenten op de gemeentefondsbelasting en deze opcentenheffing niet progressief is ge regeld. De bedoeling is dus om druk uit te oefenen op de gemeenten, ten einde te komen tot verlaging der wedden van het personeel der gemeivnten. Tot een rcchtstrecksche verlagi.bg kan niet worden besloten, omdat de Regeering daartoe de bevoegheid mist, zocdai deze omweg werd gekozen. Vit hetgeen hierboven omtrent de wet is medegedeeld, blijkt, dat de ver mindering van de uitkeering uit het gemeentefonds voor de gemeente Wie ringen een feit is, aangezien hier meer dan 40 opcenten op de gemeentefonds- belasting worden geheven en de opcen- tenregeling hier progressief is. Het bedrag, dat de gemeente in de jaren 1932 ,1934 en 1934 zal derven wegens die korting zal ongeveer bedragen f 650 per jaar. De vraag onder de oogen ziende of als gevolg van de wet van 18 Maart in deze gemeente tot verlaging van wed den dient te worden overgegaan, mer ken B. en in de eerste plaats op, dat dooi- zoodanigen maatregel zouden worden getroffen niet alleen de jaar wedden, die in de laatste jaren zijn ver hoogd, doch oo die wedden, die- slechts in geringe mate zijn gestegen of steeds gelijk zijn gebleven. Dit laatste zou al zeer onbillijk zijn. In de 2e plaats is het de overtuiging van B. en W., dat de bezwaren, die dikwijls in den lande worden gehoord over de bezol diging van het gemeentepersoneel, in hoofdzaak zijn gericht tegen de sala rissen in de groote steden, welke te recht of ten onrechte te hoog worden geacht. Op het platteland zijn over het algemeen de wedden, vergeleken bij die in de steden, laag te noemen. In het algemeen worden dan ook op het platteland, en ook te Wieringen, niet de'bezwaren ondervonden, die de ste den kennen bij het sluitend maken van hun begrootingen. B. en W. zien niet voorbij, dat de al gemeene toestand in ons land zeer ongunstig is, doch bij beoordecling van een maatregel als deze kijkt men niet naar anderen, doch dient men uitslui tend als maatstaf te nemen den toe stand in de gemeente zelf. Omgekeerd toch ziet men bij eigen minder roos- klcurigen toestand ook niet naar den voorspoed, die men misschien elders aantreft. Beziet men nu het bedrag, dat de ge meente in de eerste drie jaren moet missen, n.1. f 650 per jaar dan is dit toch wel onbeduidend te noemen te genover een jaarbudget van ongeveer 2 tofi In elk geval is dit bedrag niet van dien aard, dat er aanleiding be staat de wedden van het personeel aan te tasten. B. en W. stellen dan ook voor, daartoe niet over te gaan. In dit verband meenen zij het volgen de te moeten opmerken over de circu laire van Ged. Staten. Uit dit rond schrijven blijkt, dat ook dit College geen termen aanwezig acht om een algemeene verlaging der jaarwedden van de burgemeesters, secretarissen en ontvangers in deze provincie in over weging te nemen. Wel wenschen Ged. Staten de mogelijkheid te openen om pensioen verhaal loe te passen en vra gen hierover 't inzicht van den Raad te vernemen. Hoewel, zooals hekend is, in deze ge meente al jarenlang door de ambte naren premievrij pensioen wordt geno ten en de door Ged. Staten voorgeno men wijziging van de weddenregeling dus een min of meer declaratoir ka rakter ten aanzien van de gemeente heeft, zijn B. en W. van die wijziging toch geen bewonderaars. Immers de tegenwoordige bepaling, dat bij ver haal van pensioensbijdragen de jaar wedden automatisch met het verhaalde bedrag worden verhoogd, is in het le ven geroepen om de voorheen in gelijk soortige gemeenten bestaande verschil len in de salarissen tegen te gaan. Dit beginsel wordt dooi- de voorgenomen wijziging weer teniet gedaan, hetgeen B. en W. betreuren. Op den weg naar premievrij staatspensioen wordt hier mede een stap achteruit gezet. B. en W. meenen daarom te moeten adviseeren als het gevoelen van den Raad aan Ged. Staten kenbaar te ma- kon, dat invoering van de gedachte wij ziging geen aanbeveling verdient. Aangenomen. Ondersteuning van werkloozen. De S.D.A.P. fractie licht in een schrij ven toe, dat de ondersteuning van werkloozen van b.v. f 10 per weck te weinig is. Gaat daar af 1 4 huishuur, dan is f 6 per week voor levensonder houd voor eon gezin niet voldoende en de fractie dringt er dan ook op aan door een betere regeling de groote el lende in de gezinnen te verzachten. Naai aanleiding van het voorstel van de Sociaal-Democratische Raads fractie tot het vaststellen van een rege ling, aangevende de bedragen waarop de ondersteuning van werkloozen dient te worden gesteld, brengen B. en W. op nieuw in herinnering art. 30 der Ar menwet, volgens hetwelk het bestuur dei* burgerlijke instelling en, bij gebre ke daarvan, Burgemeester en Wethou ders zonder beroep beslissen op het verzoek om ondersteuning. Over het verstrekken van onderstand is de Raad dus onbevoegd tot het maken van een regeling, aangezien dit uitsluitend aan B. en is opgedragen. De Raad kan dus niets anders doen, clan het schrijven der fractie voor ken nisgeving aannemen, waartoe- B. en W,. het voorstel doen. Slechts willen zij omerken, dat zij bereid zijn de in het schrijven vervatte wenschen in overweging te nemen. De heer Lub. Wij hebben een voorstel in gediend om de Armenwet soepeler toepassing te doen vinden de armenwet spreekt van levensonderhoud, doch een mensch kan met een beetje vet en margarine niet toe, daar moet ook kleeding en huishuur zijn. En dan is de ondersteuning onvoldoende. Het verheugd spr. ten zeerste dat B. en W. 'L verzoek in overweging willen nemen, maar spr. zou 't nog meer verheugen, als daar stond in „gunstige" overweging. De Heer P. Kooij. Het is bekend, dat hier sinds December 125 werkloozen rondloopen, die dus weken bij de arbeidsbeurs staan in geschreven en maar geen werk krijgen, ter wijl anderen, die hier 'n week-of veertien da gen zijn, dadelijk bij de M.U.Z. of W.-meer werk krijgen. Het is ten hemel schreiënd is dat nu een toestand Wij hebben een commissie waarom onder zoekt die de zaak niet eens Wat de steunregeling betreftik ken een gezin met 5 kinderen, die van f 6.- per week gevoed en gekleed moeten worden. Ik weet wel, dat B. en W. alle gevallen niet kunnen beoordeelen en goede en kwade elementen moeilijk zijn te siften, maar spr. zou daarom 't noodzakelijk vinden, dat een commissie werd ingesteld uit menschen van vakbonden, middenstand, enz., dus niet éénzijdig, die B en W. van advies diende. Voorz. Dat hier werkloozen rondloopen komt uit de oude kwestie, dat zij die in kee- ten zitten t eerste werk krijgen verschillen de gehuwden daardoor ontslag 't is 'n wan toestand. Men neemt in de eerste plaats* die arbeiders waarvoor niet voor onderdak moet worden gezorgd. De kwestie van ondersteuning is inderdaad moeilijk. Wij ondervonden ook wel eens, dat we onderstand gaven, terwijl door zoons f 50 per week thuis werd gebracht. B. en W. wil len niets liever als een dusdanige commissie het is alleen maar moeilijk leden in die com - missie te krijgen we hebben 't al meer ge probeerd. Zoo'n commissie krijgt een moei lijke taak. Immers we staan aan t' begin'van 't einde. Volgende week gaat de Viieter dicht. Bij de M.U.Z .werken 2000 arbeiders, in de W.-meer 1200, waarvan velen in den loop van 't jaar zullen worden bedankt. B. en W. zijn ook al werkzaam een oplossing te vinden, 't Rijk zal in de bres moeten springen. De Heer Kooij. Wat de Voorz. zegt van menschen uit keeten eerst aanne men, daar weet ik ander staaltjes van. Gehuwden uit Beverwijk, die hier aan kwamen werden zoo aan 't werk gezet en hier loopen werkloozen maanden rond. Ik gun die menschen uit Beverwijk ook wel werk, 'maar het is een ongezon de toestand en een commissie zou hier goed werk kunnen verrichten. De Heer Lub vraagt naar wijziging in de slot-alinea van 't prae-advies. Voorz. Wij kunnen toch geen vaste bedragen noemen voor steun, maar ik beloof u alle pogingen in 't werk te zullen stellen om zoo spoedig mogelijk leen dergelijke Co,mmissie voor elkaar Ite krijgen, die ons vertrouwde advie zen kan geven. 't Verzoek S.D.A.P. wordt daarop voor kennisgeving aangenomen. Stichting badinrichting aan het Am- stelmeer. Het voorstel van de Sociaal-Democra tische fraciie tot stichting van een bad inrichting aan het Amstelmeer gaat niet vergezeld van eenige toelichting. Hoewel dit er niet in vermeld is, veron derstellen wij, dat bedoeld is het voor stel opnieuw aan de orde te stellen, liet welk wij in Uw zitting van 30 Juni 1931 hebben ingediend en destijds werd verworpen. Was dit niet zoo, dan had 'l zeker op den weg van de voorstellers gelegen hun bedoeling meer te preci seeren. Wat nu dit nieuwe voorstel betreft, merken wij op, dat één der voornaam ste bezwaren tegen het verworpene was, dat de mogelijkheid groot werd geacht, dat na dit ontwerp ook een ver zoek om een dergelijke inrichting in Oost-W ieringen te stichten was te ver wachten en dat alsdan de kosten 'n te gioot bezwaar zouden gaan vormen. Op dit bezwaar willen wij thans niet ingaan en oordeelen het niet noodig op nieuw van ons gevoelen te doen blij ken. Wij meenen de beslissing aan den Raad te moeten overlaten. De lieer P. Kooij. Op 30 Juni van 't vorige jaar werd ons voorstel voor 'n zweminrichting met 6 tegen 5 stemmen verworpen. Het was een beleediging voor onze jeugdige zwemmers. Nu is de samensteling van den Raad veran dert, en ik geloof dat de nieuwe leden als goede zwemmers bekend staan. Ech ter spr. verbaast zich over de kleinzie ligheid in het prae-advies als de West iets vraagt zal de Oost ook ko men. Wij zijn toch menschen in een gemeente, 't Oude prae-advies bevatte een aanmoediging nu ko,mt men met bezwaren, 't Oude plan zou f 2500 kosten. Zoo'n badgelegenheid aan Lutje zou toch geen bezwaar zijn en de liefhebberij is groot genoeg. Wethouder Tijsen. In dat vuile groe ne wat?r bij Lutje Terjvijl men aan de Noordkant frisch zeewater teover heeft. De Heer P. Kooij. 't Bezwaar van 't vuile water had ik dan graag in 't prae-advies gezien, 't Kan mij niet schelen waar, als 't er maar komt. Bij de Quanrantaine is ook een behoor lijke gelegenheid, maar men moet niet komen met de dooddoener, dat de Oost 't. dan ook zou vragen. De Heer M. Kooij. Ik zat verleden jaar op (Ae wip met /mijn stem is 't ge Relderd. Maar ik heb menigmaal een kijkje genomen bij 't zwemmen en een giegenheidje moet er komen. Maar 't voorstel van de S.D.A.P. is veel te duur Niet meer als f 300 is noodig* voor 'n 25 uitkleedhokjes En 't zwemwater in 't boezemmeer is wel aan te beve len. Voorz. 't Is mij toch gebleken, g men liever bij de Quarantaine zwemt B. en Wt hebben zich in 't prae-advies uitgesproken, maar spr. begrijpt dat men nu een eenvoudige gelegenheid wil. De Heer Boersen. Voor f 300 maak je niet veel. Voorz. Als de Raad nu B. en W. op dracht geeft een volgende vergadering met een eenvoudig plan te komen, dan kan ook worden overwogen over de plaats. In beginsel wordt daarop besloten, aan B. en W. op te dragen, met plannen te komen voor een eenvoudige badin richting. Vaststelling eener 2e suppletoire begrooting dienst 1931. Wordt vastgesteld. V erg unningsrecht. Ingevolge de nieuwe Drankwet moe ten de plaatselijke verordeningen, rege lende het heffen van vergunningsrecht voor zooveel noodig, binnen zes maan den na den dag, waarop de wet in wer king is getreden, zijnde 1 April 1932. Ter voldoening hieraan bieden B. en W. de noodige verordeningen ter vaststel ling aan. Daar de meeste bepalingen uitvloeisel zijn van de wet, kan de toe lichting kort zijn. B. en W. volstaan daarom met er de aandacht op te ves tigen, dat het tarief onveranderd is gela ten, behoudens de door de wet voorge schreven verhooging van het minimum recht van f 25,-- op f 40,-. dat het tarief het maximum is van het wettelijk toegelatene dat ook de bedragen en tarieven op genomen in de andere artikelen dei- verordening rechtstreeks steunen op de wet. Overeenkomstig de verordening zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd. Verlof srecht. Mede in verband met de inwerking treding van de nieuwe Drankwet bie den B. en W. ter vaststelling aan ont werpen van verordeningen tot heffing en invordering van verlofsrecht. Het bedrag van het verlofsrecht wordt door art. 46 der wet bepaald op f 25 ,-- per jaar; hierin kan geen ver andering worden gebracht. De hëlft van het verlofsrecht moet aan het Rijk worden afgedragen. Overeenkomstig aldus z.h.st. vastgesteld. Gratificatie aan den brigadier der Rijksveldwacht A. Bergsma. Evenals zijn voorganger is ook de thans alhier gestationneerde rijksveld wachter-brigadier A. Bergsma bereic gevonden om diverse werkzaa,mhede? op politiegebied tenbehoeve van de g( meente te verrichten. B. en W. achte het daarom billijk om ook hem daai

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Wieringer courant | 1932 | | pagina 3