WIERINGER COURANT
TWEEDE BLAD. VRIJDAG 20 MEI No. 40.
RAAD VAN WIERINGEN.
VERGADERING VAN DEN
GEMEENTERAAD
op Vrijdag, den 20en Mei 1932, des na
middags ten twee uur.
Afwezig de Heer J. J. Bosker.
De voorzitter, de Heer L. C. Kolff zegt in
zün openingswoord dat volgende week het
groote moment daar zal zijn n.m. het sluiten
van de „Viieter" zoodat de afsluiting van dc
Zuiderzee dan eenfeit zal zijn.
De notulen worden onveranderd goedgek.
Ingekomen stukken
Van J. J. R Groos is bericht ingekomen
van aanneming zijner benoeming tot onder
wijzer te H.-hoef van B. Kat bericht van
aanneming zijner benoeming tot keurmees
ter der zeegras-exploitatiee van C. J. Bos
ker bericht van aanneming zijner benoe
ming tot lid van de commissie van toezicht
op het L. O. van Mw. G. Kaan-Koorn be
richt alsvoren van J. C. Klein, O. J. Bosker,
T. Bakker Vz.. E. Jager, A. Vroone berichten
van aanneming hunner benoeming in de com
missie van toeezicht op de werkloosheidsver
zekering en arbeidsbemiddeling va n D. Lont
waagmeester, dankbetuiging voor de verhoo
ging van zijn salaris van Gerieputeerde
Staten goedgekeurde raadsbesluiten inzake
rekening-courant - overeenkomst met de
Bank voor Ned. Gem., inzake opneming van
kas en boeken van den ontvanger door het
Centraal Bureau der Ver. v. Ned. Gem. als
deskundige, inzake verkoop van zeis perceelen
bouwterrein, te Den Oever, inzake ingebruik-
geving van een deel van den G asthuisweg
aan W. Verkerk berichten van verdaging
der beslissingen inzake belegging 'van gelden
bij de Coop. Boerenleenbank en betreffende
de gemeentebegrooting 1932 g oedgekeurd
raadsbesluit tot het plaatsen van gelden a
deposito bij de Boerenleenband vi in den Mi
nister van Arbeid bericht, dat de, gemeente
lijke winkelsluitingsverordening »is goedge-
keuid processen-verbaal van fcasopneming
bij den gemeente-ontvanger en den kassier
der Zeegras-exploitatie maandstaten der
zeegras-exploitatie over Februari J2 en Maart
175 pakken, het verslag betreffencle de volks
huisvesting over 1931 jaarverslag over 1931
van de Bank voor Ned. Gemeenten idem
van den vleeschkeuriagsd'iens.t kring Barsin-
gerhorn al deze stukken worden voor ken
nisgeving aangenomen.
Van de Nat_ Comm.lss.ie tegen het alcoholis
me verzoek om maatrr.-gelen te nemen tot
vaststelling -*an het. 7.naximum-iaantal verlo
ven op bestaande getal. Dit stuk gaat
om $tf?ieadvies naar, Burgemeester en Weth.
Aldus besloten.
De Heer p. Kooij, vraagt naar aanleiding
van het rapport vrxn de Volkshuisvesting, of
er nu nog geen uitbreidingsplein klaar is
voor Hippolytushoef. Spr. heeft gezien op het
uitbreidingsplan van den Oever dat nu al
esn perceel afgebroken moet worden aange
zien. daar een straat geprojecteerd is. Ik zou
dat voo-r Hippolytushoel' wenschen te voor
komen.
Voorzitter zeigt. dat hij aan het eind der
vergaxiering medjedeelingen zal doen aangaan
de de nieuw te maken weg waarvoor dus het
"a weer vewijzigd zal moeten worden.
-w-t is heel moeilijk om nu met een ge
iteed plan te komen, aangezien gedurig wij
zigingen worden aangebracht, in verband met
Zuiderzeewerken.
Van den gemeente-deurwaarder C. Duijnker
is een verzoek ingekomen om hem, evenals
het vorig jaar,, ook voor 1931, een gratifica
tie toe te kennen.
B. en W. stellen voor een bedrag van f 100,-
toe te kennen. In verband met de wisselende
bevolking worden hier n.1. nog steeds een
groot aantal vervolgingsstukken ontvangen
uit andere gemeenten, ter beteekening aan
alhier verblijvende personen. Vaak kost het
veel moeite deze personen op te sporen, dik
wijls zijn zij niet thuis te treffen, soms moe
ten er lange afstanden voor worden afgelegd
enz., terwijl hetgeen aan vervolgingskosten
wordt ontvangen een onvoldoende belooning
is voor de verrichte werkzaamheden. Ook de
gemeente-ontvanger, die over het verzoek is
gehoord, adviseert om f 100,- toe te kennen.
Voor volgende jaren zal het toekennen van
een gratificatie opnieuw kunnen worden
overwogen.
Wordt toegestaan.
Van de gemeente Landsmeer is een verzoek
ingekomen om adhaesie te betuigen aan een
tot de Tweede Kamer gericht adres inzake
het ingediende wetsontwerp, houdende een
garantieregeling ten behoeve van de kippen-
houderij. B. en W. meenen, dat het belang
van de gemeente Wieringen bij de pluimvee
houderij groot genoeg is, om aan dit verzoek
te voldoen. Met het in het adres uiteengezet
te standpunt kunnen B. en W. zich in het
algemeen vereenigen, speciaal met den aan
drang om ook de niet in coöperaties georga
niseerde pluimveehouders te steunen, alsme
de om maatregelen ten behoeve van de een
denhouders te nemen.
Zij stellen daarom voor bij de kamer ad
haesie te betuigen aan de strekking van dit
adres.
Aldus besloten.
B. en W. stellen voor geen adhaesie te be
tuigen aan het adres van den Raad van
Ooststellingwerf aan den Minister van Bin-
nenlandsche Zaken en Landbouw, om bij het
invoeren van maatregelen tot steunverlee-
ning aan den land- en tuinbouw, den meest
mogelijken spoed te betrachten.
Het spreekt toch van zelf, en de Minister
heeft het reeds meermalen in het openbaar
uitgesproken, dat de noodtoestand van land
en tuinbouw aan de Regeering ten volle be
kend is en dat deze niets zal nalaten wat
binnen het bereik der mogelijkheid ligt te
doen om hulp te verleenen, waar die noo-
dig is. Er is ook geen enkele reden om te ver
onderstellen, dat door de Regeering op dit
punt niet de noodige spoed wordt betracht.
Aldus besloten.
Van den 2en ambtenaar ter secretarie, J.
de Wit is een verzoek ingekomen om verhoo
ging van zijn jaarwedde. B. en W. deelen
mede. dat zij bezwaar moeten maken daarop
gunstig te adviseeren.
Wel is hètgeen De Wit ter motiveering van
dat verzoek aanvoert, n.1. dat zijn functie
door de uitbreiding van het secretarieperso-
neel en wijziging daardoor van zijn taak een
meer verantwoordelijk karakter heeft gekre
gen, juist, doch B. en W. nemen het stand
punt in, dat, hoewel een verlaging der jaar
wedden van het personeel door hen niet
vvenschelijk wordt geacht, in de tegenwoor
dige omstandigheden ook een salarisverhoo-
ging achterwege behoort te blijven.
Zij stellen daarom voor od het verzoek af
wijzend te beschikken.
De Heer P. Kooij vraagt hoe of het staat,
met de meerdere werkzaamheden van dien
ambtenaar, wanneer hij inderdaad aanspraak
maakt op een hoogere belooning om deze re
den en zal spr. hieromtrent een voorstel
doen.
De Voorzitter zegt. dat de aanstelling van
een tijdelijke ambtenaar, inderdaad meerdere
verantwoordelijkheid op de schouders van de
2e ambtenaar heeft gelegd.
Spr. persoonlijke meening is, dat De Wit
een hooger salaris toekomt in verband met
;sijn werkzaamheden. De salarisregeling van
de 2e ambtenaar loopt van f 1400 tot f 1800.-,
de Wit vraagt nu ingedeeld te worden op de
regeling van f 1700.- tot f 2100.-/
Het salaris van de le ambtenaar loopt van
1' 2200.- tot f 2600.-, zoodat dit nog al een
groote tegenstelling is met dat van de 2e
ambtenaar, terwijl, zonder mindere waar
deering te hebben voor het werk van de eer
ste ambtenaar, de werkzaamheden vrijwel
even belangrijk zijn, hoewel op zichzelf staand
natuurlijk. Wij mogen gerust beweren dat De
Wit één van onze beste ambtenaren is.
De Heer P. Kooij maakt hieruit op dat het
verzoek alleszins gewettigd is.
De heer Oden spreekt in gelijke zin 'en
ondersteunt het voorstel van den Heer P.
Kooij.
Weth. Tijsen acht het met tegenwoordige
toestand niet gewenscht salarisverhooging te
geven.
Dc heer P. Kooij zegt dat verleden jaar bij
de verhooging Wethouderssalarissen ook geen
iekenschap is gehouden met de crisis.
Laten wij de crisis nu buiten beschouwing
laten, maar beoordeelen of het de ambtenaar
toe komt.
De heer Jn. Lont wil, nu men toch midden
in het dienstjaar zit, voorstellen om f 100.-
meer te geven, dan kunnen we bij de begroo
ting nog eens opnieuw zien.
Weth. Kaan acht het tegenover de burgerij
niet verantwoord, tot verhooging over te
gaan.
Het voorstel P. Kooij om de salarisregeling
van f 1700 tot f 2200.- te brengen wordt ver
worpen met 7 tegen 3 stemmen.
Voor stemden de heeren Lub, Oden en P.
Kooij, tegen de heeren Tijsen. Kaan, Bakker,
Lont, M. Kooij. J. Doves en D. Boersen.
Het voorstel J. Lont om het te brengen van
van f 1500 f 1900 wordt verworpen met 6
tegen 4 stemmen.
Voor stemden.de heeren Lont, Oden Lub en
P. Kooij, tegen de heeren Tijsen, Bakker,
Kaan, Doves, Boersen en M. Kooij.
Uitzending van kinderen naar vacantieko-
lonies en kinderherstellingsoorden.
Een ingezetene dezer gemeente heeft zich
tot B. en W. gewend met het verzoek, hem
een bijdrage te verleenen in de kosten van
uitzending van een zijner kinderen naar een
vacantiekolonie. Blijkens een overgelegde
verklaring acht de behandelende geneesheer
de uitzending noodzakelijk, terwijl de finan-
cieele omstandigheden van den vader niet
van dien aard zijn, dat hij de kosten van uit
zending zelf ten volle zou kunnen dragen.
Naar aanleiding van dit verzoek hebben B.
en W. overwogen, of het niet gewenscht is,
voor dergelijke gevallen een algemepne rege
ling tot stand te brengen. Het is toch niet
onwaarschijnlijk, dat meerdere aanvragen
tot dit doel worden ingediend. Vooral in de
zen tijd van crisis en werkloosheid kan het
voorkomen, dat uitzending van kinderen
nuttig ennoodig is. doch dat in de gezinnen
de middelen daartoe ontbreken.
Het zal echter niet gewenscht zijn een
uniforme regeling toe te passen, omdat de
financieele en andere omstandigheden zoo
verschillend zijn. Dit zou van geval tot ge
val beoordeeld moeten worden, wat het best
door B. en W. kan geschieden. Zij stellen
daarom voor een algemeene machtiging te
verleenen voor de uitzending van kinderen
naar vacantiekolonies en kinderherstellings
oorden. Bij de beoordeeling der gevallen zal
zooveel mogelijk op geneeskundige adviezen
worden afgegaan, terwijl uiteraard bij het
bepalen der bijdrage rekening zal worden
gehouden met de financieele omstandighe
den der ouders en verzorgers. Tevens zal
omtrent een en ander samenwerking worden
gezocht met dekort opgerichte afdeeling
Wieringen van het Centraal genootschap
voor kinderherstellingsoorden en vacantie
kolonies.
Ten einde eenig inzicht te geven omtrent
de aan dit voorstel verbonden kosten, deelen
B. en W. nog mede, dat in het bedoelde ge
val een uitzending gedurende drie maanden
noodig werd geacht, terwijl de kosten f 8.75
per week bedragen. De gemeentelijke bijdra
ge zou naar hun oordeel vastgesteld moeten
worden op f 5.- per week, waardoor de totale
kosten van dit geval voor de gemeente onge
veer f 65.- beloopen.
Dc Heer J. Lont. Is het mogelijk, dat
ieder geval aan den Raad wordt mede
gedeeld
Voorz. Dat werkt niet zoo soepel
De Heer P. Kooij. 't Doet me genoe
gen dat dit voorstel in den Raad wordt
gebracht. Ik hoop dat B. en W. een
ruim standpunt innemen.
Zonder hoofdei, stemming aangeno
men.
Aanwijzing lakken van dienst.
Ten aanzien van de op 6 November j.1.
vastgestelde verordening tot aanwijzing van
de takken van dienst voor detoepassing van
artikel 252 der Gemeentewet, hebben Gede
puteerde Staten de opmerking gemaakt, dat
ten onrechte niet zijn opgenomen bepalingen
betreffende afschrijving van den post Uit-
keering van het bedrag saldo aan de gemeen
te en af- en overschrijving van of op den
post „afschrijvingen."
Dat dit noodig zou zijn, hebben B. en W.
ontkend en van dit gevoelen aan gedeputeer
de Staten kennis gegeven.
Ook na herhaalde briefwisseling is het ech
tel* niet mogen gelukken Ged. Staten hun
zienswijze te doen deelen. Daar de zaak van
weinig belang is, geven B. en W. in overwe
ging de gevraagde wijziging aan te brengen
en de verordening opnieuw in haar geheel
vast te stellen.
Aa ngenomen.
Aanleg gedeelten riolecring in de Elft.
Als gevolg van de toenemende bebouwing
Als gevolg van de toenemende bebouwing
van het gedeelte Elft tot den Slingerweg is
het wenschelijk gebleken hier rioleering aan
te leggen.
Langs de Noordzijde van de straat dient
een leiding te worden gelegd van een put,
gelegen tegenover het perceel van den Heer
L. C. Kolff over een lengte van 175 Meter
Oostwaarts, welk stuk door een dwarsriool in
verbinding wordt gebracht met een aan te
leggen leiding langs de Zuidzijde, lang 125 M.,
loopende ongeveer van het perceel van den
Heer H. J. Krommedam in Oostelijke rich
ting tot even bezuiden den hoek van de Lon-
jeweg.
De leiding zal bestaan uit betonrioolbuizen
van 20 c.M. diameter met 8 stuks normaal-
betonstraatkolken in de Noordelijke en 5 der
gelijke kolken alsmede 1 gewapend-betonnen
zinkput in de Zuidelijke leiding. De kosten
zullen bedragen voor het Noordelijk gedeel
te f 650,- en voor het Zuidelijk gedeelte
f 470,-, inbegrepen de profielverbetering der
bermen.
B. en W. stellen voor de noodige credïeten
te verleenen.
Do Heer J Lont. Op de teekening
staat niet aangegeven, dat de rioleering
vanaf dokter zal loopen. Of blijft daar
rioleering
De Heer Doves. Daar ligt rioleering.
Misschien zijn echter de buizen te klein
Voorz. A' daar rioleering ligt, wordt
natuurlijk sȎt bedrag iets minder.
Goedgekeurd.
Uitkeering winst gemaaid zeegras oogst
1931. Naar aanleiding van het door den heer
Oden ingediend voorsteld, strekkende tot het
weder doen uitkeeren van de winst, voort
spruitende uit den verkoop van den oogst
1931 van gemaaid zeegras aan de maaiers,
welke aan de maaierij voor dien oogst heb
ben deelgenomen, deelen B. en W. het vol
gende mede.
Aannemende dat met het voorstel weder
om wordt beoogd de animo tot het zeegras-
maaien zooveel mogelijk aan te moedigen,
kunnen B. en W. zich daarmede vereenigen,
weshalve zij adviseeren tot dat doel weer
een soortgelijke verordening vast te stellen
als het vorige jaar.
Goedgekeurd.
Verstrekking gelden voor de stichting van
een hulplokaal bij de bijzondere lagere school
te Hippolytushoef.
Naar aanleiding van de aanvrage van het
Roomsch Katholiek Kerkbestuur van de
parochie van den H. Hippolytus alhier, om
beschikbaarstelling van gelden uit de ge
meentekas voor het stichten van een houten
hulplokaal bij de in aanbouw zijnde bijzon
dere school te Hippolytushoef, deelen B. en
W. het volgende mede.
De aanvrage is ingediend als gevolg van de
omstandigheid, dat het nieuwe schoolgebouw
niet voldoende ruimte zal bieden om de leer
lingen plaats te geven, aangezien er thans
3 leerkrachten aan de school zijn verbonden.
Naar de meening van B. en W. is er geen
enkel bezwaar tegen tot dit doel tijdelijk ge
bruik te blijven maken van de oude school,
waardoor de gemeente zich de uitgaaf voor
bedoelde stichting zal kunnen besparen.
Op dien grond stellen B. en W. voor de ge
vraagde verstrekking van gelden te weigeren
en daartoe een besluit te nemen, als in ont
werp wordt overgelegd.
Goedgekeurd.
Bezoldiging gemeentepersoneel in
verband met de wet van 18 Maart 1932
(stbl. no. 104).
Bij de wet van 18 Maart 1932 (stbl. no.
10Vi is bepaald, dat in elk der jaren
1932 33, 1933/34 en 1934/35 de uitkeering
per inwoner uit het gemeentefonds
aan de gemeenten wordt .verminderd
niet 3 van liet bedrag dor door of
vanwege het gemeentebestuur vastge
stelde wedden en loonen over 1931
van het in vasten dienst der gemeente
zijnde personeel.: De vermindering
blijft o.a. achterwege, indien in de ja
ren 1932, 1933 en 1934 de salarissen van
liet gemeentepersoneel gemiddeld 3 'o
lager zijn dan in het jaar 1931 en de be
grooting sluitend is gemaakt zonder
het heffen van meer dan 40 opcenten
op de gemeentefondsbelasting en deze
opcentenheffing niet progressief is ge
regeld.
De bedoeling is dus om druk uit te
oefenen op de gemeenten, ten einde te
komen tot verlaging der wedden van
het personeel der gemeivnten. Tot een
rcchtstrecksche verlagi.bg kan niet
worden besloten, omdat de Regeering
daartoe de bevoegheid mist, zocdai
deze omweg werd gekozen.
Vit hetgeen hierboven omtrent de
wet is medegedeeld, blijkt, dat de ver
mindering van de uitkeering uit het
gemeentefonds voor de gemeente Wie
ringen een feit is, aangezien hier meer
dan 40 opcenten op de gemeentefonds-
belasting worden geheven en de opcen-
tenregeling hier progressief is. Het
bedrag, dat de gemeente in de jaren
1932 ,1934 en 1934 zal derven wegens
die korting zal ongeveer bedragen f 650
per jaar.
De vraag onder de oogen ziende of
als gevolg van de wet van 18 Maart in
deze gemeente tot verlaging van wed
den dient te worden overgegaan, mer
ken B. en in de eerste plaats op, dat
dooi- zoodanigen maatregel zouden
worden getroffen niet alleen de jaar
wedden, die in de laatste jaren zijn ver
hoogd, doch oo die wedden, die- slechts
in geringe mate zijn gestegen of steeds
gelijk zijn gebleven. Dit laatste zou
al zeer onbillijk zijn. In de 2e plaats
is het de overtuiging van B. en W.,
dat de bezwaren, die dikwijls in den
lande worden gehoord over de bezol
diging van het gemeentepersoneel, in
hoofdzaak zijn gericht tegen de sala
rissen in de groote steden, welke te
recht of ten onrechte te hoog worden
geacht. Op het platteland zijn over het
algemeen de wedden, vergeleken bij
die in de steden, laag te noemen. In
het algemeen worden dan ook op het
platteland, en ook te Wieringen, niet
de'bezwaren ondervonden, die de ste
den kennen bij het sluitend maken
van hun begrootingen.
B. en W. zien niet voorbij, dat de al
gemeene toestand in ons land zeer
ongunstig is, doch bij beoordecling van
een maatregel als deze kijkt men niet
naar anderen, doch dient men uitslui
tend als maatstaf te nemen den toe
stand in de gemeente zelf. Omgekeerd
toch ziet men bij eigen minder roos-
klcurigen toestand ook niet naar den
voorspoed, die men misschien elders
aantreft.
Beziet men nu het bedrag, dat de ge
meente in de eerste drie jaren moet
missen, n.1. f 650 per jaar dan is dit
toch wel onbeduidend te noemen te
genover een jaarbudget van ongeveer
2 tofi In elk geval is dit bedrag niet
van dien aard, dat er aanleiding be
staat de wedden van het personeel aan
te tasten. B. en W. stellen dan ook
voor, daartoe niet over te gaan.
In dit verband meenen zij het volgen
de te moeten opmerken over de circu
laire van Ged. Staten. Uit dit rond
schrijven blijkt, dat ook dit College
geen termen aanwezig acht om een
algemeene verlaging der jaarwedden
van de burgemeesters, secretarissen
en ontvangers in deze provincie in over
weging te nemen. Wel wenschen Ged.
Staten de mogelijkheid te openen om
pensioen verhaal loe te passen en vra
gen hierover 't inzicht van den Raad
te vernemen.
Hoewel, zooals hekend is, in deze ge
meente al jarenlang door de ambte
naren premievrij pensioen wordt geno
ten en de door Ged. Staten voorgeno
men wijziging van de weddenregeling
dus een min of meer declaratoir ka
rakter ten aanzien van de gemeente
heeft, zijn B. en W. van die wijziging
toch geen bewonderaars. Immers de
tegenwoordige bepaling, dat bij ver
haal van pensioensbijdragen de jaar
wedden automatisch met het verhaalde
bedrag worden verhoogd, is in het le
ven geroepen om de voorheen in gelijk
soortige gemeenten bestaande verschil
len in de salarissen tegen te gaan. Dit
beginsel wordt dooi- de voorgenomen
wijziging weer teniet gedaan, hetgeen
B. en W. betreuren. Op den weg naar
premievrij staatspensioen wordt hier
mede een stap achteruit gezet.
B. en W. meenen daarom te moeten
adviseeren als het gevoelen van den
Raad aan Ged. Staten kenbaar te ma-
kon, dat invoering van de gedachte wij
ziging geen aanbeveling verdient.
Aangenomen.
Ondersteuning van werkloozen.
De S.D.A.P. fractie licht in een schrij
ven toe, dat de ondersteuning van
werkloozen van b.v. f 10 per weck te
weinig is. Gaat daar af 1 4 huishuur,
dan is f 6 per week voor levensonder
houd voor eon gezin niet voldoende
en de fractie dringt er dan ook op aan
door een betere regeling de groote el
lende in de gezinnen te verzachten.
Naai aanleiding van het voorstel
van de Sociaal-Democratische Raads
fractie tot het vaststellen van een rege
ling, aangevende de bedragen waarop
de ondersteuning van werkloozen dient
te worden gesteld, brengen B. en W. op
nieuw in herinnering art. 30 der Ar
menwet, volgens hetwelk het bestuur
dei* burgerlijke instelling en, bij gebre
ke daarvan, Burgemeester en Wethou
ders zonder beroep beslissen op het
verzoek om ondersteuning. Over het
verstrekken van onderstand is de Raad
dus onbevoegd tot het maken van een
regeling, aangezien dit uitsluitend aan
B. en is opgedragen.
De Raad kan dus niets anders doen,
clan het schrijven der fractie voor ken
nisgeving aannemen, waartoe- B. en
W,. het voorstel doen.
Slechts willen zij omerken, dat zij
bereid zijn de in het schrijven vervatte
wenschen in overweging te nemen.
De heer Lub. Wij hebben een voorstel in
gediend om de Armenwet soepeler toepassing
te doen vinden de armenwet spreekt van
levensonderhoud, doch een mensch kan met
een beetje vet en margarine niet toe, daar
moet ook kleeding en huishuur zijn. En dan
is de ondersteuning onvoldoende.
Het verheugd spr. ten zeerste dat B. en W.
'L verzoek in overweging willen nemen, maar
spr. zou 't nog meer verheugen, als daar
stond in „gunstige" overweging.
De Heer P. Kooij. Het is bekend, dat hier
sinds December 125 werkloozen rondloopen,
die dus weken bij de arbeidsbeurs staan in
geschreven en maar geen werk krijgen, ter
wijl anderen, die hier 'n week-of veertien da
gen zijn, dadelijk bij de M.U.Z. of W.-meer
werk krijgen. Het is ten hemel schreiënd is
dat nu een toestand
Wij hebben een commissie waarom onder
zoekt die de zaak niet eens
Wat de steunregeling betreftik ken een
gezin met 5 kinderen, die van f 6.- per week
gevoed en gekleed moeten worden. Ik weet
wel, dat B. en W. alle gevallen niet kunnen
beoordeelen en goede en kwade elementen
moeilijk zijn te siften, maar spr. zou daarom
't noodzakelijk vinden, dat een commissie
werd ingesteld uit menschen van vakbonden,
middenstand, enz., dus niet éénzijdig, die B
en W. van advies diende.
Voorz. Dat hier werkloozen rondloopen
komt uit de oude kwestie, dat zij die in kee-
ten zitten t eerste werk krijgen verschillen
de gehuwden daardoor ontslag 't is 'n wan
toestand. Men neemt in de eerste plaats* die
arbeiders waarvoor niet voor onderdak moet
worden gezorgd.
De kwestie van ondersteuning is inderdaad
moeilijk. Wij ondervonden ook wel eens, dat
we onderstand gaven, terwijl door zoons f 50
per week thuis werd gebracht. B. en W. wil
len niets liever als een dusdanige commissie
het is alleen maar moeilijk leden in die com -
missie te krijgen we hebben 't al meer ge
probeerd. Zoo'n commissie krijgt een moei
lijke taak. Immers we staan aan t' begin'van
't einde. Volgende week gaat de Viieter dicht.
Bij de M.U.Z .werken 2000 arbeiders, in de
W.-meer 1200, waarvan velen in den loop van
't jaar zullen worden bedankt. B. en W. zijn
ook al werkzaam een oplossing te vinden, 't
Rijk zal in de bres moeten springen.
De Heer Kooij. Wat de Voorz. zegt
van menschen uit keeten eerst aanne
men, daar weet ik ander staaltjes van.
Gehuwden uit Beverwijk, die hier aan
kwamen werden zoo aan 't werk gezet
en hier loopen werkloozen maanden
rond.
Ik gun die menschen uit Beverwijk
ook wel werk, 'maar het is een ongezon
de toestand en een commissie zou hier
goed werk kunnen verrichten.
De Heer Lub vraagt naar wijziging
in de slot-alinea van 't prae-advies.
Voorz. Wij kunnen toch geen vaste
bedragen noemen voor steun, maar ik
beloof u alle pogingen in 't werk te
zullen stellen om zoo spoedig mogelijk
leen dergelijke Co,mmissie voor elkaar
Ite krijgen, die ons vertrouwde advie
zen kan geven.
't Verzoek S.D.A.P. wordt daarop voor
kennisgeving aangenomen.
Stichting badinrichting aan het Am-
stelmeer.
Het voorstel van de Sociaal-Democra
tische fraciie tot stichting van een bad
inrichting aan het Amstelmeer gaat
niet vergezeld van eenige toelichting.
Hoewel dit er niet in vermeld is, veron
derstellen wij, dat bedoeld is het voor
stel opnieuw aan de orde te stellen, liet
welk wij in Uw zitting van 30 Juni
1931 hebben ingediend en destijds werd
verworpen. Was dit niet zoo, dan had
'l zeker op den weg van de voorstellers
gelegen hun bedoeling meer te preci
seeren.
Wat nu dit nieuwe voorstel betreft,
merken wij op, dat één der voornaam
ste bezwaren tegen het verworpene
was, dat de mogelijkheid groot werd
geacht, dat na dit ontwerp ook een ver
zoek om een dergelijke inrichting in
Oost-W ieringen te stichten was te ver
wachten en dat alsdan de kosten 'n te
gioot bezwaar zouden gaan vormen.
Op dit bezwaar willen wij thans niet
ingaan en oordeelen het niet noodig op
nieuw van ons gevoelen te doen blij
ken. Wij meenen de beslissing aan den
Raad te moeten overlaten.
De lieer P. Kooij. Op 30 Juni van 't
vorige jaar werd ons voorstel voor 'n
zweminrichting met 6 tegen 5 stemmen
verworpen. Het was een beleediging
voor onze jeugdige zwemmers. Nu is
de samensteling van den Raad veran
dert, en ik geloof dat de nieuwe leden
als goede zwemmers bekend staan. Ech
ter spr. verbaast zich over de kleinzie
ligheid in het prae-advies als de
West iets vraagt zal de Oost ook ko
men. Wij zijn toch menschen in een
gemeente, 't Oude prae-advies bevatte
een aanmoediging nu ko,mt men
met bezwaren, 't Oude plan zou f 2500
kosten. Zoo'n badgelegenheid aan
Lutje zou toch geen bezwaar zijn en
de liefhebberij is groot genoeg.
Wethouder Tijsen. In dat vuile groe
ne wat?r bij Lutje Terjvijl men aan
de Noordkant frisch zeewater teover
heeft.
De Heer P. Kooij. 't Bezwaar van 't
vuile water had ik dan graag in 't
prae-advies gezien, 't Kan mij niet
schelen waar, als 't er maar komt. Bij
de Quanrantaine is ook een behoor
lijke gelegenheid, maar men moet
niet komen met de dooddoener, dat de
Oost 't. dan ook zou vragen.
De Heer M. Kooij. Ik zat verleden
jaar op (Ae wip met /mijn stem is 't ge
Relderd. Maar ik heb menigmaal een
kijkje genomen bij 't zwemmen en een
giegenheidje moet er komen. Maar 't
voorstel van de S.D.A.P. is veel te duur
Niet meer als f 300 is noodig* voor 'n
25 uitkleedhokjes En 't zwemwater
in 't boezemmeer is wel aan te beve
len.
Voorz. 't Is mij toch gebleken, g
men liever bij de Quarantaine zwemt
B. en Wt hebben zich in 't prae-advies
uitgesproken, maar spr. begrijpt dat
men nu een eenvoudige gelegenheid
wil.
De Heer Boersen. Voor f 300 maak
je niet veel.
Voorz. Als de Raad nu B. en W. op
dracht geeft een volgende vergadering
met een eenvoudig plan te komen, dan
kan ook worden overwogen over de
plaats.
In beginsel wordt daarop besloten,
aan B. en W. op te dragen, met plannen
te komen voor een eenvoudige badin
richting.
Vaststelling eener 2e suppletoire begrooting
dienst 1931.
Wordt vastgesteld.
V erg unningsrecht.
Ingevolge de nieuwe Drankwet moe
ten de plaatselijke verordeningen, rege
lende het heffen van vergunningsrecht
voor zooveel noodig, binnen zes maan
den na den dag, waarop de wet in wer
king is getreden, zijnde 1 April 1932.
Ter voldoening hieraan bieden B. en W.
de noodige verordeningen ter vaststel
ling aan. Daar de meeste bepalingen
uitvloeisel zijn van de wet, kan de toe
lichting kort zijn. B. en W. volstaan
daarom met er de aandacht op te ves
tigen,
dat het tarief onveranderd is gela
ten, behoudens de door de wet voorge
schreven verhooging van het minimum
recht van f 25,-- op f 40,-.
dat het tarief het maximum is van
het wettelijk toegelatene
dat ook de bedragen en tarieven op
genomen in de andere artikelen dei-
verordening rechtstreeks steunen op
de wet.
Overeenkomstig de verordening zonder
hoofdelijke stemming goedgekeurd.
Verlof srecht.
Mede in verband met de inwerking
treding van de nieuwe Drankwet bie
den B. en W. ter vaststelling aan ont
werpen van verordeningen tot heffing
en invordering van verlofsrecht.
Het bedrag van het verlofsrecht
wordt door art. 46 der wet bepaald op
f 25 ,-- per jaar; hierin kan geen ver
andering worden gebracht. De hëlft
van het verlofsrecht moet aan het Rijk
worden afgedragen.
Overeenkomstig aldus z.h.st. vastgesteld.
Gratificatie aan den brigadier der
Rijksveldwacht A. Bergsma.
Evenals zijn voorganger is ook de
thans alhier gestationneerde rijksveld
wachter-brigadier A. Bergsma bereic
gevonden om diverse werkzaa,mhede?
op politiegebied tenbehoeve van de g(
meente te verrichten. B. en W. achte
het daarom billijk om ook hem daai