Falcon- en
Loden jas
24e JAARGANG
DINSDAG 3 JANUARI 1933
No. i
H8P NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR
WIERINGEN EN OMSTREKEN
BIJ S. COL TOF.
KANAALWEG DEN HELDER.
GERECHTIGHEID.
FBISO
BAAI
DOUWE EGBERTS
■WIERINGER COURANT
VERSCHIJNT ELKEN
BUREAU
a U V t K 'l' N T H N
DINSDAG en VRIJDAG.
UITGEVER
Hfppolytoshoef Wleiinren.
Van 1—6 regen
f 0.5a
ABONNEMENTSPRIJS
CORN. J. BOSKER,
WIERINGEN.
Telefoon Intercomm. No. IS.
Iedere regel meer
0.10.
per 3 maanden 1.
DAMES en HEEREN koopt uw
DE ONBEWAAKTE OVERWEG
BEKOSTIGD
Met 29 dooden en 29 gewonden.
Hoeveel nog
DROEVE STAAT OVER HET AFGELOOPEN
JAAR.
rvE onbewaakte overwegen in ons land
hebben zich zachtjes aan een berucht-
baarheid verworven. Als ooit een be
zuinigingsmaatregel bij het publiek antipa
thiek is geweest, dan is het wel deze. Vroeger
waren de spoorwegondernemingen wettelijk
verplicht alle overwegen te doen bewaken,
hetgeen natuurlijk een zwaren financieeïen
last beteekende. In 1922 bracht de Spoorweg
wet verlichting aan de Spoorwegondernemers
door de bepaling dat voortaan bij algemee-
nen maatregel van bestuur ontheffing zou
kunnen worden verleend van de verplichting
tot het afsluiten van overwegen. Als gevolg
hiervan is sindsdien de bewaking van een
groot aantal overwegen opgeheven, zoodat
er thans zelfs tweemaal zooveel onbewaakte
als bewaakte overwegen zijn. Het laat zich
indenken, dat ondanks de duidelijke waar
schuwingen, welke bij elke overweg worden
geplaatst, ongelukken niet langer te vermij
den waren.
Wij willen op gezag van de Spoorwegen
gaarne aannemen, dat het grootste deel der
ongevallen aan eigen roekeloosheid of onop
lettendheid te wijten was, maar er zijn zeker
ook slachtoffers gevallen doordat het uitzicht
op de spoorbaan belemmerd was of door an
dere onfortuinlijke omstandigheden. Zij, die
den bestaanden toestand blijven verdedigen
of tenminste tolereeren onder het motief, dat
het publiek maar moet leeren, laden dan
ook een zware verantwoordelijkheid op zich.
Want een bezuiniging, die jaarlijks gekocht
moet worden met tientallen menschenlevens,
is moeilijk te verdedigen, ook niet met eer-
beroep op de schuldvraag. De doodenlijst ver
toont een bijna onafgebroken stijgende lijn
in 1925 maakte de onbewaakte overweg 11
dooden en 18 gewonden in 1926 resp. 17 en
17 in 1927 resp. 20 en 21 in 1928 resp. 23 en
15 in 1929 resp. 22 en 27 in 1930 „slechts"
11 dooden en 25 gewonden in 1931 tenslot
te vielen er 44 dooden. Wanneer wij thans de
droeve balans van het afgeloopen jaar 1932
opmaken, dan komen wij tot de slotsom, dat
de dood op den onbewaakten overweg weer
28 slachtoffers maakte, voorts dat er 11 men-
schen zwaar en 18 licht gewond werden 2
paarden gedood en tenslotte 63 schapen en
2 honden werden gedood.
Om den lezer een zoo zuiver mogelijk in
zicht te geven in de omstandigheden die van
deze ongevallen de oorzaak waren, laten wij
hier het droeve relaas volgen van een aantal
der meest noodlottige gevallen. Allereerst
blijkt dan, dan op 6 Januari de 60-jarige heer
H. de Corte door zijn doofheid (dus buiten
zijn schuld) op den onbewaakten overweg bij
Deurne werd overreden en onherkenbaar ver
minkt. Op 9 Januari werd op den overweg te
Maastricht het totaal vermorzelde lijk gevon
den van den 42-jarigen G., die niet wel bij
het hoofd was. Op 25 Jan. werd te Duiven-
drecht een 30-jarige fietser gegrepen, zonder
dat de machinist iets merkte en 600 meter
meegesleurd. Bij De Haar werd op 4 Maart
FEUILLETON.
No. 17.
Het was laat in den nacht, toen hij met
Paul in zijn auto stapte. Zij spraken niet veel
gedurende den rit, doch telkens zocht Paul's
hand de zijne in een stevigen druk van alles
begrijpen wat er in hem omging.
Twee dagen gingen voorbij de spanning
vermeerderde. De lucht was geladen met elec-
triciteit. De minister van buitenlandsche za
ken verliet zijn bureau bijna niet. Het gebeur
de soms, dat hij er den nacht doorbracht.
Vreemde gezanten, hooggeplaatste militai
ren, politici en diplomaten kwamen en gin
gen zonder ophouden.
De minister was dan niet verwonderd, toen
de kamerbewaker, even vóór middernacht,
nog eens aan de deur van zijne kamer tikte.
De man had een verzegeld pakket in de
hand.
Mij is gezegd dit aan Uwe Excellentie
persoonlijk ter hand te stellen.
De minister stak de hand uit en nam het
aan. Het was een dikke vierkante enveloppe.
Haastig verbrak hij de zegels en haalde een
papier half uit het couvert te voorschijn, dat
hij even snel weer terugschoot.
Wie bracht dit vroeg hij zich tot kalm
te dwingende.
Een man, Eencellentie.
Hoe zag hij er uit
Hij was op een motorfiets en droeg een
stofbril, een racepet en een leeren jas met
hoogen kraag, zoodat ik niet veel heb kunnen
onderschelden.
Het is goed. Je kunt gaan.
De man verdween en de minister haalde nu
den inhoud der enveloppe geheel te voor
schijn. Het was het bewuste geheime docu
ment, dat hij coüte que coüte wilde leeren
kennen. Er bij lag een stukje papier, het be
ruchte, ordinaire, geruite postpapier, waarop
een luxe-auto uit Leersum geheel vernield,
doordat den bestuurder, den heer van Dijk,
het uitzicht werd belemmerd door het wacht
posthuisje. Een merkwaardig staaltje was het
ongeluk, dat op 23 Maart den handelsreiziger
F. uit «Utrecht trof, die op den Waterlooschen
weg te Apeldoorn den overweg passeerde, ter
wijl in de verte een trein naderde. Met de
rustige zekerheid dat het gevaar achter den
rug was, passeerde hij een tweeden overweg,
doch moest toen ervaren, dat hij zizch lee-
lijk had vergist en de trein op deze baan
reed en niet op de eerst-gepasseerde Het
uitzicht op de tweede spoorbaan was hem
bovendien door een wachthuisje belemmerd.
De bestuurder moest tusschen de brokstuk
ken van zijn wagen worden uitgezaagd en
naar het ziekenhuis worden vervoerd. Het
was de derde maal dat hij door den trein
werd overreden
Een zeer droevig ongeval had plaats op 11
April op den beruchten overweg bij de halte
Zuidplaspolder op de lijn Gouda-Den Haag.,
waar eveneens het uitzicht door een dubbele
woning wordt belemmerd. De tuinder P. van
Vuuren uit Capelle aan den IJsel, werd met
zijn auto gegrepen en werd tezamen met
zijn 5-jarig dochtertje gedood. De man was
met de gevaarlijke situatie aldaar niet be
kend.
Niet minder noodlottig was het ongeluk op
12 April in de z.g. Allee te Meppel, waar twee
kleine meisjes, die alle aandacht had
den voor een goederentrein, niet op den uit
tegenovergestelde richting naderenden snel
trein letten en zoodanig werden vermorzeld,
dat de ouders de lijkjes slechts aan de klee-
ren konden herkennen. Een ander geval,
waarbij zeker niet van roekeloosheid sprake
was op 19 Mei fietste de 15-jarige F. Hor-
singe te Loon in een onweersbui, waarbij bo
vendien het zand door den wind werd opge
jaagd. De jongen zag den trein niet,, omdat
hij voorover gebogen op zijn rijwiel zat en
werd door den locomotief gegrepen en ge
dood.
Een tragisch ongeval was ook dat op 21 Ju
ni, toen de 69-jarige A. Kleyn te Schiedam,
die doofstoom was, bij den Laagslootschenweg
door den trein van Hoek bij Holland werd
gedood. Te Geleen werd op 28 Juni de heer
Jansen uit Schimmert met zijn auto gegre
pen en op slag gedood. Op 23 Juli werd te
Goor de 33-jarige J. Wiermering, die eenige
weken later in het huwelijk zou treden, op
zijn fiets 50 Meter meegesleurd en gedood.
Nauwelijks een week later viel er weer een
slachtoffer, de 50-jarige arbeider Poffert, die
te Vroomshoop 300 Meter werd medegesleurd
en gedood. Acht kinderen bleven ouderloos
achter toen op 22 Augustus hun vader, de
heer Schel uit Rosmalen met zijn fiets onder
den trein geraakte. Op 10 Augustus had bij
Echt een zeer droevig ongeval plaats, waarbij
een 50-jarige schaapherder werd gedood en
bovendien 63 schapen en twee herdershon
den om het leven kwamen. Op 14 Augustus
geraakte te Bunnik de 22-jarige K. van N.
juist op den overweg met zijn hengel bekneld
tusschen zijn fiets, waardoor hij voor den
sneltrein kwam te vallen en op slag werd
gedood. Eigen schuld Wél in hooge mate
roekeloos was een autobestuurder uit Eind
hoven, die op 9 September te Drunen niet op
den naderenden trein lette, hoewel het uit
zicht geheel vrij was. De auto werd vernield,
doch beide inzittenden ontkwamen als door
een wonder aan den dood.
de woorden stonden „Robert le Diable."
Verwonderd bleef de minister een oogenblik
op de papieren staren. Langzaam trok een
fijne glimlach langs zijne lippen.
Zou hij Robert le Diablemompelde
hij en maakte dan een gebaar alsof hij iets
onzinnigs uit zijne gedachten wilde bannen.
Hij nam de dicht-beschreven vellen papier,
die het geheime verdrag bevatten, in de hand
en streek ze peinzend glad.
Wie hij dan ook is, de man die mij deze
papieren zond, heeft het vaderland een on-
schatbaren dienst bewezen, sprak hij, terwijl
zijne oogen reeds over de eerste regels vlogen.
Tot diep in den nacht zat de minister over
de belangrijke papieren gebogen. Toen stond
hij op en streek met de hand over het voor
hoofd. Hij wist nu meer dan hij ooit verwacht
had te zullen weten en hij wist ook, dat de
oorlog onvermijdelijk was. Hij besloot onver
wijld een geheimen ministerraad bijeen te
roepen, maar eerst liet hij zich naar het
Elysée rijden. Den Prisident moest hij zijne
ontdekking meedeelen en het geheime docu
ment toonen.
Hoe is het u gelukt, dit stuk in handen
te krijgen vroeg de President, nadat zij het
samen hadden doorgelezen en besproken.
De minister haalde de schouders op.
Het is mij gebracht, zei hij kortaf.
Maar hoe, wanneer en door wien
Te middernacht. Een man, dien niemand
kent, heeft het aan den kamerbewaarder af
gegeven, met de opdracht het mij onverwijld
en persoonlijk ter hand te stellen.
De President stond een oogenblik in ge
dachten verdiept en zeide, met dezelfde woor
den die de minister gebruikt had
Wie hij ook zij, hij heeft het vaderland
een onschatbaren dienst bewezen.
De beide mannen stonden een oogenblik
tegenover elkaar en zagen elkaar vast in de
oogen.
Het zal dus oorlog zijn, zeide de Presi
dent eindelijk op ernstigen toon.
En de minister richtte zich wat hooger op
en herhaalde krachtig
De 64-jarige A. Vroegindewei te Rotterdam
kwam op 19 September door weifelend over
stekend op den overweg bij het Roode Hek
onder de electrische tram moest dit met den
dood bekoopen. Op den beruchten overgang
te Onnen bij Meppel hadden op 24 September
zelfs twee ongevallen plaats, doordat eerst
een fietser en later een autobestuurder door
huisjes en struikgewas den trein niet zagen
aankomen en slechts door terzijde tegen een
hek op te rijden het veege lijf konden red
den. Op den niet minder beruchten overweg
aan den Zwarteweg te Gouda waren dit jaar
weer verscheiden ongevallen te betreuren.
Het meest noodlottig was wel dat op 18 Oc-
tober, toen de 30-jarige mej. J. van Eyk uit
Reeuwijk door den hevig striemenden regen
den trein niet opmerkte en te pletter reed.
Het ergste maakte het wel de overweg te
Kethel, die op 21 October den 48-jarigen mo
torrijder W. Schruyer uit Rotterdam het
slachtoffer maakte en daarmede het lugubere
record van 100 dooden vestigde Op 7 No
vember werd de 35-jarige J. de Boer uit
Borgsmeer op den overweg nabij Farmssem
met zijn fiets door de tram gegrepen en ge
dood. Op denzelfden overweg te Echt, waar
in Augustus een herder met 63 schapen werd
gedood, had op 22 November een ontzettend
ongeluk plaats, dat den gebroeders A. en H.
Delsing uit Echt, door eigen onoplettendheid
het leven kostte. Een beruchte overweg is ook
die te Hillegersberg, waar op 30 November
het zooveelste ongeluk gebeurde, dat welis
waar door een toeval geen menschenlevens
eischte, maar waarbij een verhuisauto uit
Winschoten werd meegesleurd en in elkaar
gedrukt. Een dag later reed de chef-veldwach
ter R. Klaassen der gemeente Maartensdijk
zich met zijn motorfiets op den overweg bij
de Hollandsche Rading tegen den trein te
pletter. Op St. Nicolaasavond had een vree-
selijk ongeval plaats op den overweg te Zijpe
bij Schagen, het vierde reeds op dezelfde
plek Hoewel het uitzicht geheel vrij was,
reed den heer P. Ero uit Alkmaar met zijn
auto tegen den trein op. De wagen werd ge
heel vernield, terwijl de bestuurder zwaar
werd gewond. Nog erger was er aan toe een
der gezusters ter Bruggen uit Heiloo, die in
hoogst zorgwekkenden toestand naar het zie
kenhuis werd vervoerd. Haar zuster kwam er
met lichte verwondingen af. Aan eigen roe
keloosheid was het ongeluk te wijten dat op
7 December den voerman D. B. te Baflo trof,
die ondanks het naderen van een trein nog
trachtte over te steken, waardoor zijn wagen
werd vernield. Hij kwam er zelf met den
schrik en een verdiend proces-verbaal af.
Ook Nootdorp is berucht om zijn gevaarlijk
overwegen, waarvan er één, n.1. die bij den
Veenweg op 31 October een doode eischte.
Een chauffeur van de Vios-autobus-onderne-
ming, die als bezadigd zijnde bekend staat,
reed met een luxe auto tegen de locomotief.
De 50-jarige bakkersknecht W. uit Den Haag,
die gevraagd had mee te mogen rijden, werd
uit den auto geslingerd en op slag gedood.
De chauffeur werd slechts licht gewond.
Dezer dagen viel het 29e slachtoffer, de 87-
jarige J. Oudhof, die bij het oversteken van
den spoorweg ter hoogte van het z.g. Klap
hek, nabij den Zeeweg te IJmuiden-Oost,
door den electrischen trein werd gegrepen
en onmiddellijk gedood. Deze droeve feiten
wij noemen slechts de voornaamste schij
nen nog steeds weinig indruk te maken op
de spoorweg-autoriteiten. Wij lezen althans,
dat het in het voornemen ligt om zeer binnen
kort ook den derden overweg in meer ge
noemde gemeente Nootdorp onbewaakt te
laten. De Vios Mij. achtte het dan ook niet
langer verantwoord om haar busdienst op
het traject DelftLeidschendam te handha
ven en zag zich genoodzaakt om Ged. Staten
om ontheffing van de concessie te verzoeken
tegen hetzelfde tijdstip, waarop de bewa
king van dezen overweg zal worden opgehe
ven. Op een verzoek van het gem. bestuur
van Gouda om den bewusten overweg bij den
Zwarteweg onder bewaking te stellen, kreeg
men van de directie der Ned. Spoorwegen
een antwoord, dat „alle ongevallen op bedoel
den overweg moeten worden toegeschreven
aan onoplettendheid der slachtoffers", zoodat
de directie geen aanleiding kon vinden de
afsluiting te herstellenWij zullen dus het
volgend jaar opnieuw de balans moeten op
maken.
BINNENLANDSCH NIEUWS.
BOEREN IN WERKVERSCHAFFING.
Het Tweede Kamerlid, de heer Braat, stel
de aan den minister van Binnenlandsche Za
ken de volgende vragen
I. Is het den minister bekend dat kleine
boeren, die eigenaar zijn van b.v. meer dan
1 ha land, zij het dan ook zwaar belast, even
als hun gebouwen, dikwijls van werkver
schaffing worden uitgesloten
II. Is het den minister voorts bekend dat
veel werk thans bij wijze van werkverschaf
fing wordt uitgevoerd dat oorspronkelijk
daartoe niet was bestemd en dat mede daar
door vele kleine boeren en tuinders, benevens
kleine middenstanders en z.g. rijke arbeiders
zonder inkomen of werk zijn
III. Is de minister bereid maatregelen te
treffen dat de bedoelde personen wel in de
werkverschaffing worden begrepen en als
norm van toelating een inkomengrens te
bepalen
BROODELOOZE VARKENSHANDELAREN.
Het Tweede Kamerlid, de heer Van der
Sluis heeft aan den minister van Economi
sche Zaken en A. gevraagd
Peronj 12 c».
p. V» ons 6 ct.
Héél
goedkoop!
Héél best!
Donderdagmiddag is te Vlaardingen
(binnengeloopen de stoombeuger „Voor
lichting" VI 114, schipper T. E. van de
Reederij Doggermaatschappij aldaar,
waarvan de bemanning Dondordug-
1. Kan de minister mededeelen, hoeveel morgen ter hoogte van Schevetlingen
zijn gorden twee mannen, die in een open jol hul-
peloos ronddreven, had gered.
Het zal oorlog zijn, nu het moet. Maar
wij zullen het eerste woord niet spreken. Wij
zullen slechts trachten gereed te zijn.
HOOFDSTUK XIV.
Van het oogenblik waarop het mobilisatie
bevel was gegeven, had eene groote rusteloos
heid zich van Boris Lebrensky meester ge
maakt. Zijne mannen had hij zien vertrek
ken, den een na den ander en als ze afscheid
kwamen nemen van hun chef, met een har-
telijken handdruk, een enkel woord over de
avonturen en gevaren, die zij samen gedeeld
hadden, was er een vreemde blik in zijn don
kere oogen en diepe rimpels lagen op zijn
voorhoofd.
Hij was immers een vreemdeling, hij was
vrij om het land te verlaten, vrij om te gaan
waarheen hij wilde, hij stond te midden van
hen en scheen nu plotseling uitgebannen,
eenzamer dan hij ooit gedacht had te kun
nen zijn.
Fransois, de Parijsche voyou, de deugniet,
dol op gevaarlijke ondernemingen en gewaag
de expedities, vertrok den eersten dag, Jac-
ques, de chauffeur den derden, in gezelschap
van een viertal anderen. En zoo slonk het
troepje dag aan dag, om druppel voor druppel
te worden opgenomen in het groote leger,
waarvan ze waarschijnlijk niet eens de slecht
ste soldaten zouden uitmaken.
Ik houd het niet langer uit, riep Boris
hartstochtelijk, toen hij afscheid genomen
had van Jacques, die als een razende Roland
met hem over de wegen was gestoven, in den
torpedovormigen racewagen, die niet te ach
terhalen was. Er gebeure wat wil, ik kan me
niet langer onttrekken aan mijn plicht, ik
moet dienstnemen. Als ik denk, dat de ande
ren, mijne kameraads van vroeger, nu al op
weg zijn, terwijl de.neen en neen en neen!
Ik blijf niet langer werkloos wachten, ik wil...
Je kunt je toch bij een vreemdelingen
legioen laten inschrijven, merkte Paul op,
tot wien deze wilde toespraak gericht was.
Er was minder vastheid in zijn stem dan an
door de werking van de varkenscentrale
2. Kan de minister mededeelen, öf en zoo
ja op welke wijze deze menschen zijn gehol
pen
VORMEN VAN IJSWACHTEN.
Doe het nu
De Ned. Bond tot het Redden van Drenke
lingen tracht met alle geoorloofde middelen
den verdrinkingsdood in ons land te bestrij
den en heeft van zijn oprichting in 1917 af
gewezen op de gevaren in ijstijd, omdat de
keerzijde van het ijsvermaak is, dat in iedere
vorstperiode een groot aantal personen het
slachtoffer worden van ongelukken.
Het droef gebeuren in Februari 1932 toen
op enkele plaatsen van ons land één dag be
rijdbaar ijs was en toch tal van ongevallen
met doodelijken afloop te betreuren waren
(o.a. twee kinderen te Westzaan, twee men
schen te Erp, vier jongelui te Bemmel, enz.)
heeft het Bestuur van den Bond aanleiding
gegeven tot het verzenden van een 800-tal
circulaires aan de gemeentebesturen hier te
lande.
In deze circulaire worden worden de ge
meentebesturen opgewekt te overwegen of
met in de gemeente bestaande zwemvereeni-
gingen, E.H.B.O.-vereenigingen, of met leden
van een ijsvereeniging, of wel van het Oran
je-, het Groene,- het Witte-, of het Geel
witte Kruis, te vormen zou zijn een „Vrij
willige IJswacht", die ten doel heeft, in ijs
tijd op rivieren, vaarten, kanalen, leemput
ten of afgravingen, waar veel wordt gereden,
bij een ongeval direct helpend op te treden.
Gewenscht is, dat een dergelijke „IJswacht"
de beschikking heeft over een paar goede,
moedige zwemmers (bij voorkeur onderlegd
in zwemmend redden) en over leden, die een
cursus volgen in EHBO.
Waar de vorming van ijswachten voorbe
reiding vordert, vertrouwt het Bondsbestuur,
dat men niet wacht tot de vorst is ingeval
len, dan is het onherroepelijk te laat.
Ruim een etmaal in een roeiboot op zee
Twee Scheveningers door Vlaar-
dingschen stoombeuger gered.
Schipper Eygenraam deelde hierom
trent het volgende mede
Na verkoop van de versche visch
te IJmuiden, vertrok de VI 114 Donder
dagmorgen van daar naar Vlaardingen
Om elf uur werd ter hoogte van Sche-
veningen een open roeiboot, een jol,
waarop een klein mastje met zeil stond
ontdekt. Op dit scheepje maakte een
man alle mogelijke gebaren om de aan
dacht te trekken. Vermoedende dat er
iets niet in orde was, stoomde de VI.
114 er dadelijk heen en toen bleek dat
in het bootje zich twee mannen bevon
den, die verkleumd waren van koude
en rammelden van den honger.
Zij waren afkomstig van Schevenin-
gen en waren Woensdagmorgen naar
zee gegaan met een klein net om te
trachten, zooals er wel meer deden,
schar te vangen. Doordat echter de
wind uit de wal was gekomen, waren
zij van de kust afgedreven. Circa 30
uur hadden zij zonder eten of drinken
en in voortdurenden angst dat de wind
zou gaan opsteken, op zee rondgedre
ven, daar zij niet konden zeilen door
een mankement aan de boot. Groot
was dus hun blijdschap toen de VI 114
voorhij kwam.
Dadelijk werden de twee Schevenin
gers aan boord gehaald, waar zij zich
in de machïï lzeer mo< /^iden venvar-
men, waarna zij *11,
('o.
s in de
.bruine boonen" vielen, de be
manning ging juist middagmalen. Bei
den verorberden hiervan een geweldi
ge portie. Zij konden letterlijk niet ge
noeg krijgen, vertelde de zegsman.
De boot werd op sleeptouw genomen
en Donderdagmiddag kwam de VI 114
te Vlaardingen aan, waarna de gcred-
ders en hij zag buitengewoon bleek.
Zoo is het, chef, merkte een der mannen
op, die bij het gesprek tegenwoordig was,
daar hij eenige instructies had te ontvangen.
Als het niet was, dat ik ben afgekeurd, dan
zat ik ook niet meer hier, maar
Ik wil niet dienen in een ander regi
ment, zei Boris heftig, alle voorzichtigheid
vergetend, die hij tegenover zijne meest ver
trouwden toch nooit uit het oog had verlo
ren. Ik wil vechten onder mijn eigen vlag en...
Een snelle waarschuwende blik van Paul
bracht hem tot bezinning. Hij zweeg plotse
ling.
Ik weet niet, of er een Poolsch regiment
gevormd wordt, merkte de man op, wien de
beteekenis van den uitval ontgaan was.
Boris hoorde de opmerking niet. Hij liep
naar de garage en kwam terug met een mo-
torpot op en zijn steeds gereedstaande mo
torfiets aan de hand.
Ik ga naar Parijs, zeide hij kort tot Paul.
de machine in gang brengende. Vanavond
ben ik terug.
Laat mij mee gaan.
Neen, was het korte antwoord. Ik moet
alleen gaan. Wees niet ongerust.
Een sprekende blik, een stevige handdruk,
die den slanken jongen de tranen in de oo
gen deed springen en hij was weg.
Met een razende snelheid vloog de machi
ne over den gladden grintweg, scherpe boch
ten omzwierend, steile hellingen afstuivend,
tot de berijder, eenmaal binnen de muren
der stad, zijn dolle vaart moest matigen.
Hij reed naar het ministerie van buiten
landsche zaken, en vroeg den minister te
spreken.
Er werden bezwaren gemaakt, doch einde
lijk kreeg hij gedaan, dat een kamerbewaar
der met het kaartje van graaf Boris Lebrens
ky naar de ministerskamer ging.
Zonder eenig uitstel werd Boris toegelaten.
De minister kwam met uitgestrekte hand
naar he toe.
Mijn beste vriend, waarmee kan ik u
van dienst zijn
Woorden en toon waren van eene niet tc
miskennen welwillendheid.
Boris voelde den scherpen, onderzoekenden
blik van den fijnen diplomaat op zich rus
ten. Zijne wangen kleurden zich een tintje
donkerder, doch hij wendde den blik niet af
en zag hem vrijmoedig in de oogen.
Excellentie, ik kom u een groote gunst
verzoeken.
Wees er van verzekerd, beste vriend, dat
ik bereid ben u alles toe te staan, wat niet in
strijd is met de belangen van het vaderland.
Ik geloof het niet, antwoordde Boris
fijntjes lachend. Ik wil dienst nemen en de
gunst, die ik u verzoek, is mij in te deelen in
het Fransche leger en niet in een vreemde
lingenregiment.
Opnieuw stak de minister hem de hand toe.
Ik geloof, dat u daar volkmen op uw
plaats zult zijn, zeide hij met nadruk. Ik zal
persoonlijk met mijn collega van oorlog over
deze zaak spreken en ik sta er voor in, dat
uw verzoek zal worden ingewilligd. Ik meen
u iets verschuldigd te zijn, graaf Lebrensky.
Boris drukte hartelijk de aangeboden had.
Hij voelde, dat de man, die daar voor hem
stond, iets van zijne geheimen had geraden
en hem toch zijne genegenheid niet onthield.
Nog een oogenblik spraken zij over den po-
litieken toestand, over de vooruitzichten van
het leger, over de aanleiding tot den oorlog,
maar het geheimzinnig document werd met
geen enkel woord aangeroerd.
Volgens zijn belofte was Boris Lebrensky
in den loop van den avond op de villa terug.
Opgewonden vertelde hij de toezegging
van den minister. Voor het eerst deelde Paul
niet in zijne vreugde.
En ik dan
Boris legde de handen op zijne schouders.
JU
Ja. ik Denk Je dat ik hier alleen en
van God en menschen verlaten wil achter-
bhjven Denk je.
Maar kind, zei Boris, het zal wel moeten
Je kunt toch nietbedenk toch
Wordt vervnigd.