Falcon- en Lodc tn Jas 24e JAARGANG DINSDAG 21 FEBRUARI 1933. No. 15 NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR WIERINGEN EN OMSTREKEN IS DE MARINE BETROUWBAAR? PLICHT IS GELUK BIJ S. COL TOF. KANAALWEG DEN HELDER. WIERINGER COURANT ELKEN VERSCHIJNT DINSDAG en VRIJDAG ABONNEMENTSPRIJS per 3 maanden 1.—. DE MOTIEVEN DER KAMERONTBINDING. Regeeringsrapport aan H.M. de Koningin. De „Staatscourant" van Vrijdag dagavond bevat het rapport inzake de ontbinding van de Tweede Kamer, dat de voorzitter van den Ministerraad, jhr. Ch. J. M. Ruys de Beerenhrouck, aan H.M. de Koningin heeft uitge bracht. Het schrijven luidt als volgt Aan Hare Majesteit de Koningin. In aansluiting aan het onderhoud, dat ik met Uwe Majesteit mocht heb ben, veroorloof ik mij eerbiedig het navolgende onder de aandacht van Uwe Majesteit te brengen. In de vergadering der Tweede Ka mer van 9 Febr. j.1. heeft de Minister van Justitie de mededeeling gedaan, dat van het Kabinet niet is te ver wachten, dat het in het gebrek aan medewerking, dat zich in de terzijde stelling van de wetsontwerpen be treffende de rechterlijke macht al dan niet bij wijze van motie - zou be- toonen, kan berusten. Daarna heeft de Tweede Kamer op dienzelfden dag een motie van orde aangenomen van den volgenden in houd „De Kamer, van oordeel, dat bezuiniging op de kosten der rechtspleging en rechter lijke organisatie noodzakelijk en mo gelijk is, dat echter opheffing van 4 Recht banken en van een zoo groot aantal kantongerechten ongewenscht is, schorst de beraadslaging over de onderhavige wetsontwerpen". Hierdoor is een conflict ontstaan tusschen het Kabinet en de Tweede Kamer. In dezen tijd van ongeëvenaard groöte moeilijkheden van economi- schen en anderen aard acht liet Kabi net zich niet verantwoord, Uwer Ma jesteit zijne portefeuilles ter beschik king te stellen. De eenige uitweg is ontbinding van de Tweede Kamer, waardoor het terrein geëffend kon worden voor de vervroegde vorming van een parlementair Kabinet, dat in ons huidig tijdsgewricht zeker niet minder dan onder normale omstan digheden als het meest in overeen stemming met ons Staatsbestel moet worden geacht. De buitengewone tijdsomstandighe den leiden er mede toe, dat de Ka mer behoort te worden ontbonden op zoodanig tijdstip, dat de nieuw geko zen Kamer onmiddellijk in hare plaats kan treden. Op dezen zelfden grond behoort ook de zitting van de Staten-Generaal te worden gesloten op een tijdstip, aan die ontbinding onmid dellijk voorafgaande. Het is toch wen schelijk, dat ieder oogenblik het Kabi net met het oog op maatregelen, waar van de totstandkoming geen uitstel gedoogt, een beroep op de medewer king van de Voksvertegenwoordiging kan doen. BUREAU ADVERTBNTIIN: UITGEVER EUppolytiuhoei WIerinfen. Van 1—5 regels t 0.5A CORN. J. BOSKER, WIERINGER. Telefoon Intercomm. No. 19. Iedere regel meer f O.U Op grond van het bovenstaande ver-'gevulde kaken, verschillende oud-on oorlooft de Raad van Ministers zich eerbiedig ingevolge de machtiging, op 14 Februari j.1. door uwe Majesteit mondeling aan zijn Voorzitter ver leend, hierbij ter bekrachtiging aan te bieden een ontwerpbesluit, strekkeu de tot sluiting van de zitting van de Staten-Generaal op 0 Mei e.k., alsmede tot ontbinding van de Tweede Kamer met 8 Mei e.k., onder vaststelling van den 15den Maart voor de candidaat- stelling van de verkiezing van de leden der Tweede Kamer en bepaling van den 9den Mei als den dag van eerste samenkomst van de Eerste Kamer en de nieuw verkozen Tweede Kamer. 's Gravenhage, 15 Februari 1933. De Minister van Staat, Minister van Binnenl. Zaken, Voorzitter van den Raad van Ministers Ruys de Beerenhrouck. De heer P. Beversluis, oud-voorzit ter van den Bond van Marine-onder officieren, behandelt in „De Telegraaf" de vraag „Is de Nederlandschc ma rine, onder de tegenwoordige om standigheden, 'n betrouwbaar machts instituut in handen van de wettige overheid In haar algemeenheid kan de heer Beversluis deze vraag niet bevestigend beantwoorden en hij gelooft, dat niemand dat kan doen. Door het onmiskenbaar groot aan tal overtuigde of willooze volgelingen van de S.D.A.P. die het personeel on zer marine, zoowel onder de onderof ficieren als onder de korporaals en en ongegradueerden telt, is, gezien het halfslachtige standpunt dat die partij inneemt, deze onvolkomen be trouwbaarheid reeds verklaard. On der deze niet onbelangrijke groep heerscht een geest van deloyaliteit die door het individu niet. openlijk wordt getoond, doch daardoor dubbel gevaarlijk onder een schijnbaar legale oppervlakte voortwoekert. Waardin individueel niet openlijk voor deze sympathie met de linksclie Staatkun dige partij wordt uitgekomen Ten eerste uit vrees, dat een derge lijke openhartigheid hun zou kunnen schaden in een welbeschermd huidig en toekomstig materieel bestaan, maar ten tweede omdat men het toch eigenlijk zelf ook wel wat „vreemd" vindt als vrijwillig dienend militiair te gaan vechten en demonstreeren te gen eigen brood bestaan. Dat tot voor kort, toon zulks voor de militairen verboden was, vrijwillig dienende militairen (ook onderofficie ren) dapper meestappen in lMei- en analoge betoogingen, het werd als iets „geks" maar als een blijkbaar toe laatbaar verschijnsel van den vreem den tegenwoordigen tijd, door de Hel- dersche bewoners (zij het meermalen onder hoorbaar protest) aanvaard. Dat men in diezelfde betoogingen, waarin natuurlijk ook doeken mei de bekende opschriften van „geen cent voor de bewapening etc. etc., worden medegevoerd, ook met den gloed van den politieken hartstocht op hun wel- FEUILLETON. Naar het Engelsch. No. 5. „Neen, maar dat werk hoef jij niet te doen. Toch zou je je vergissen, als je meende, dat niet voor ieder soort werk eenige handigheid of bekwaamheid werd vereischt." „Nu, ik zal dan maar beginnen met vruch ten te plukken," zei Evelyn en keek om naar een mandje, zooals er wel een stuk of zes on der haar aanrecht stonden. Binnen het kwartier keerde zij terug, warm en moe en vrijwel uit haar humeur. Mary droeg de vruchten naar den kelder, terwijl Evelyn op de bank neerviel, om uit te rusten. „Ik ben klaar," zei Brian en gaf Mary zijn lei, zoodra zij weer in de keuken kwam. „Ik het eerstriep Charlie, terwijl hij zijn lei op die van zijn broertje legde. „He, nog één minuutriep Rosamond en schreef, met een kleur van inspanning, de laatste cijfers van haar som op. „Doe nu nog wat mondeling rekenen met ons, Mary zei Charlie, „want we willen niet achter zijn bij de anderen, als wij op school komen." „Neen, natuurlijk nietviel Brian in. „Na Paschen ga ik naar de St. Pietersschool, maar jij niet, hoor Jij blijft lekker thuis, net als een meisje," plaagde de „groote" broer. „Ik ben bang, dat jij geen goed figuur zult slaan op school, Brian," zei Mary. „Van je sommen deugt niet veel.. Je hebt zeker naar ons zitten luisteren. En, C harlie, jouw cijfers vallen allemaal om. Zet maar eens gauw een rij betere en verander die drie fouten. Rosa mond heeft haar sommen goed en zij heeft er nog een meer af, dan jullie. Daar heb jij derofficieren ontwaart, waaronder gepensionneerde adjudant-onderoffi cieren, die vanaf hun 45ste jaar tot na hun dood een marine-pensioen van f 2500 tot f 2700 per jaar meetorsen, terwijl aan hun dan eventueel achter blijvende]! weduwen nog een pensioen van circa f 1400 per jaar eveneens tot overlijden is verzekerd, 't Kost moeite er aan te wennen, maar in Den Hel der is alles mogelijk. Het marine-personeel is misleid, zegt de schrijver, dc bom moest komen maar hij is op verkeerde hoofden neer gekomen. Niet op „De Zeven Provinciën" maar in Den Helder, in comfortabele kanto ren rondom fabelachtig materieel be schermde materieele posities, zou het projectiel de bewuste grond bedrijvers van alle rampen hebben getroffen De publieke meening stelle niet het gezag, dat zich om duizend en één re denen moest handhaven, aansprake lijk voor de vreeselijke ontknooping, maar de burgerbestuurders en ambte naren, de burger-redacteur van het marine-weekblad en een kleine groep van partijplicht boven al het andere stellende militaire bondsbestuurders. Zij dragen de schuld van de aangrij penden rouw en het leed dat thans over zoovelpn is gebracht, dragen de vreeselijke verantwoording voor het feit dat in deze tijdsomstandigheden een goed bestaan en een bezorgde toe komst van honderden van marine-men schen en hun nabestaanden vermoe delijk voor eeuwig is vernield Zullen deze moreele bedrijvers vrij-uit gaan Of zal er nu eindelijk, na zoo'n tra gisch zoenoffer, een marinebestuur op staan dat met een stalen stalbezem aan dat misdadige politieke gekonkel een zoo goed mogelijk einde maakt Geen chauvinisme maar een doodge woon verklaarbaar, rechtmatig waar- deeringsgevoel voor de marine die mij 32 jaren met al haar ups en downs onder haar bevolking telde, die thans het bestaan van mij en duizenden an deren nog steeds verzorgt, benevens simpele liefde voor het landje dip, ons in diepste wezen, toch allen dierbaar is, doet ons hartgrondig naar dat on afwijsbare reinigingsproces verlangen Voor een zeer klein deel der marine officieren is, naar do meening van den heer Beversluis, alle hoop op ge- heelen of gedeeltelijken terugkeer van de dwalingen huns weegs te eenen.ma- le uitgesloten. De marine zal goed doen, uit een oogpunt van gezond ei genbelang en van nationale veilig heid, zich zoo spoedig mogelijk van deze kleine groep van „positief onbe- trouwbaren" te ontdoen zonder hen evenwel op eenlgerlei wijze tot' marte laar van de door hen als heilig ge voelde politieke zaak te maken. Ook voor de korporaals en man schappen met dc bij de marine alge meene bekende antecedenten welke wijzen op absolute deloyale gevoelens jegens de huidige maatschappij en de wettige Regeering, zullen de deuren op onpijnlijke, maar eiken twijfel uit- DAMES en HEEREN koopt uw sluitende gezet. wijze moeten worden open een stuk gebrande suiker, Roos Het kind brak het stuk in drieën en geza menlijk gingen ze toen spelen. ,Je hebt ze nog al aardig leeren rekenen, Mary," vond Evelyn. „Maar je bent niet heel streng." ,Toch streng genoeg, als het noodig is. Maar over het geheel doen ze hun best en werken graag dus wat wil je meer „Ik zal ze eens nemen tot de Paaschvacan- tie," zei Evelyn, overtuigd, dat de kinderen dan veel harder zouden voortkomen. „En wat doet Grace „Die is, geloof ik, aan het piano-studeeren, of ze heeft Fransch, of Duitsch bij Moeder." 's Avonds na de thee stond Evelyn er op, om af te wasschen. Mary verzette zich daar wel tegen, maar moeder gaf haar een wenk. Grace bood aan, haar te helpen, maar Evelyn betuigde met nadruk, dat zij liever alleen haar gang ging. Stogdale stelde voor, een emmer water voor haar te halen, maar ook dit sloeg zij af. Een kwartier later werd er zoo'n doordrin gende gil uit de keuken gehoord, dat het hee- le huisgezin om het hardst kwam toeloopen. De gazen deur, die diende, om vliegen, muskieten en andere insecten te weren, was in brand geraakt, doordat Evelyn er te dicht de kaars bij had gehouden, waarmee zij in de schuur had willen kijken in het watervat. De brand was dadelijk gebluscht en ander maal verzocht Evelyn iedereen, de keuken te verlaten. Toen Mary een half uur later zich bij de anderen had gevoegd, ging ze toch nog eens even door de veranda door het keukenvenster naar binnen kijken. Evelyn had niet meer dan de helft van de vaten gewasschen. Ze sprong als een ongelukkige in het rond, met een wolk muskieten om zich heen, die bin nengedrongen waren, toen de keukendeur openstond zonder beschutting van de gazen deur, die immers voor een deel vernield was. „O, Mary riep ze, toen haar zuster bin nentrad. „Wat is het toch verschrikkelijk, lijk maken." „Beste Evelyn, we hebben je nu eens alleen je gang laten gaan, zooals je dit immers ver langde. Maar je zit nu wel, dat dit werk niet geschikt is voor je. Je kunt immers nog zoo veel anders vinden, zonder dat je in de keu ken komt." „Maar Evelyn was niet te overtuigen. De eerste tien dagen, die zij op Irya doorbracht, waren één aaneenschakeling van ongerief lijkheden voor heel het gezin en vernederin gen voor haarzelve. Onervaren als zij was in de kunst van les geven, maakte zij al gauw, dat de kinderen een hekel kregen aan hun lessen, in plaats dat zij ze prettig vonden de jongens morden over haar overgroote strengheid, Rosamond bracht de helft van den tijd in tranen door. Toen Mary, naar aanleiding daarvan, eens ernstig met haar sprak, beweerde zij, hoe het onvermijdelijk was, dat de kinderen het land zouden krijgen aan hun werk, naarmate dit moeilijker werd maar dat zij haar taak van onderwijzeres wel wilde opgeven, als Mary zich niet met haar leerwijze vereenigen kon. Mrs. Gilbert had naar Melbourne moeten terugkeeren, omdat haar huisbewaarster ziek was geworden, anders zou zij Evelyn's al te groote energie wel hebben weten te remmen. Nu wilde het jonge meisje bij voorbeeld ook het eten koken en tracteerde het gezin op vleesch, wild of vlsch, die beurtelings te hard gebakken of in het geheel niet gaar was. „Ik wil door eigen ervaring leeren." heette het altijd. Maar zij verloor hierbij uit het oog, dat het ook zeer onaangename lessen waren voor de anderen. Die droegen deze proeven met de grootste lijdzaamheid, want ze waardeer den in leder geval Evelyns streven om ook een werkzaam aandeel te nemen in de huis lij ke bezigheden. Na verloop van een maand was Evelyn e: met recht aan gaan twijfelen, of zij zich ooit wel zou weten aan te passen aan het leven op Iriya, zoodat ze al haast van plan was, EEN SCHERP VONNIS. Professor J. Goudriaan Jr. over de muiterij op „De Zeven Provinciën." In het jongste nummer van de „Groene Amsterdammer" velt professor J. Goudriaan Jr., lid van de S.D.A.P., het volgende scherpe vonnis over de halfslachtige houding der sociaal-democratische leiders in de quaestle van de muiterij op de „Zeven Provinciën" „In de tragedie van „De Zeven Provin ciën" is de houding van het Tweede Ka merlid, ir. Cramer, en van de redactie van „Het Volk" een der droevigste tafe- reelen. „En dit uit den band springen van en kele op zichzelf staande personen van het tweede en derde plan Is nog niet eens het ergste. Veel erger is de houding van den voorzitter van de S. D. A. P., die in zijn radiorede over „De Zeven Provin - ciënkrant," die verboden werd, en de 8 tot 11 provinciënkranten, die nog komen konden, het onwaardige spel der verbo den blaadjes lustig heeft meegespeeld. Het ergste is het feit, dat noch hij, noch de voorzitter der Tweede Kamerfractie duidelijk en hard heeft uitgesproken, dat de S. D. A. P. de muiterij onvoorwaarde lijk afkeurt. „Het ergste is, dat men heeft nagelaten namens de S. D. A. P. een beroep te doen op de opstandelingen om hun verzet te gen het wettig gezag onmiddellijk te staken. Want de taak van een groote democra tische partij, die zich haar verantwoor delijkheid tegenover het geheele volk be wust ls, bestaat niet in het zich encanall- leeren met de reactionnalre, anarchisti sche instincten, die ln elke volksmassa sluimeren en in tijd van nood maar al te gemakkelijk tot uitbarsting komen. „De taak van een verantwoordelijke de mocratische partij is een taak van opvoe ding en altijd weer van opvoeding. Zij moet elk harer leden, zij moet elk staatsburger het bewustzijn inprenten van zijn rechten èn van zijn plichten. Met name den onafwijsbaren plicht van vrijwillige onderschikking onder het ge zag, dat hij, als staatsburger, zelf mede heeft tot stand gebracht. Het gezag, waar op hij, dank zij de democratie, ten allen tijde èn door middel van zijn organisatie èn door middel van zijn gekozen verte genwoordiger, zijn critlek kan doen gel den. „Een democratische partij behoort haar volgelingen duidelijk te maken, dat de ergste misdaad, waaraan zij zich kun nen schuldig maken, bestaat in de onwet tige of onloyale aantasting van het op wettige en loyale wijze tot stand gekomen gezag. De onwettige aantasting van het wettig gezag ls een misdaad tegen de democratie zelf. „En wanneer, ondanks haar beleid, deze onwettige aantasting toch plaats vindt, dan behoort een democratische partij om 't even of zij zelf aan het bewind is of oppositie ls zich loyaal om de regeering te scharen en deze te steu- rugkeeren. Haar oogen deden haar voortdu rend pijn van het terugdringen van de tra nen en het was haar telkens, of zij een brok in de keel had. Op een dag tegen het eind van Februari hoorde Evelyn voor het eerst de geschiedenis van Stogdal's komst op Irvya. Mary, die haar zuster zoo terneergeslagen zag onder haar eigen leed, trachtte haar wat afleiding te be zorgen, door haar te vertellen, hoe verwon derlijk haar vader ineens dien jongen man als 't ware tot zich gevoerd kreeg. „Om Kersttijd wist vader niet, hoe hij er zich doorheen zou slaan en zietMr. Stog dale daagde op en met diens hulp zullen wij het op Iriya nog tot een bloeiend bedrijf kun nen maken." Evelyn had ook zoo levendig belang gesteld in deze geschiedenis, dat ze waarlijk weer veel opgewekter werd gestemd en zich dien middag met bijzondere zorg kleedde. Ze zat op haar eigen kamer te lezen, tot ze niet lan ger zien kon en ging toen naar den salon, waar zij haar vader en Mr. Thorburn In de schemering bijeen vond zitten. nen in het hoog houden van het wettig gezag, waarop èn regeeringspartU èn op positie gemeenschappelijk berusten. Zij kan de regeering ter verantwoording roe pen later. Zoolang het democratisch gezag bedreigd wordt, is er maar één leus Hoog het gezag. Weg met de anar chie. „Een sterk overheidsgezag is geen reac tionnalre leushet is de eisch per excellence van de democratie. „Een democratische partij, die de ver dediging van het gezag in tijd van nood aan anderen overlaat, pleegt verraad aan haar eigen beginselzij speelt ln de kaart der reactie. „Democratische leiders, die erin gnui ven wanneer aan dat gezag een slag wordt toegebracht, moeten het a. b. c. van de democratie nog leeren. „Het is dit soort kinderkamerdemocra ten, dat de democratie in de afgeloopen dagen verduiveld veel kwaad heeft ge daan. „Men kan de vraag stellen en men zal haar na het gebeurde opnieuw moeten stellen Is de S. D. A. P. wel een demo cratische partij Tenslotte zegt prof. Goudriaan het volgende „De gelegenheid voor een massapsy- chole is nog nooit zoo gunstig geweest als thans en nog nooit ls de massale In fectie zoo bewust stelselmatig toegepast als thans. „Wie in dit milieu met het vuur der revolutie speelt, is een misdadiger, een misdadige kwajongen of een ideoot." B1NNENLANDSCH NIEUWS. Hoogere bietensteun 7 Doch dan Nederlandschc jute zakken gebruiken Zooals men weet, overweegt dc Re geering, om den steun aan de suiker bieten (80 pCt, der vroegere, normale productie), die in 1931 nog f 4.50 en in 1932 reeds f 8.25 per ton bieten be droeg, dit jaar verder te verhoogen mot het oog op de sterke daling der suikerprijzen. Naar aanleiding daarvan hebben B. en W. van de gemeente Goirle (N.-B.) een adres gezonden aan minister Ver schuur, waarin zij erop wijzen, dat iu een haal suiker van 100 kilo niet min der dan 600 centen rijkssteun zit. Adressanten vervolgen dan „Do suikerindustrie zal toch geen gegronde bezwaren kunnen opperen, c<m voor de zakken, waarin die sui ker is verpakt, Nederlandsch fabri kaat te gebruiken, hetgeen 2Vé cent per zak duurder zal uitkomen, dan wanneer deze zakken uit het huiten- land worden betrokkon (in zeker niet betere qualiteit), indien hierdoor een echt-Nederlandsche industrie (de jute industrie), waarin op het oogenblik 'n schrikbarende werkloosheid heerschi, kan worden gered, wanneer althans dat wij nog zijn blootgesteld aan zoovele klei- haar ouders te vragen, haar naar het huis ne bezwaren, die het leven hier zoo ondraag- van Tante Fanny ln Melbourne te laten te HOOFDSTUK V. Het feit op zichzelve al, dat er bezoek was op Iriya, zou een verrassing zijn geweest voor Evelyn en vooral nu zij overtuigd was, dat haar tegenwoordigheid allereerst aanleiding had gegeven tot de komst van Mr. Thorburn. Zij reikte hem de hand en nam toen een stoel, zoo ver van hem af, als de ruimte van het vertrek dit maar toeliet. Ze sprak maar heel weinig, maar het leek Thornburn, dat zij zijn gedachten las. Ze verstond uitstekend de kunst van luisteren en de jonge man ge noot enkel bij het zien van haar persoontje. Thornburn ging dien eersten ochtend ook al vroeg mee met Stogdale, toen die zou mel ken en de muskieten waren hem geen ver schrikking. Hij was getroffen door de huis houdelljke inrichting op Iriya, waardoor alles zoo uitstekend ging, met zoo weinig handen. Toen hij terugkwam, was Evelyn bezig aan het schikken van de bloemen. Stogdale zag van verre de ontmoeting tusschen die twee, merkte wel, hoe het stond en dacht „Zoo. je schoonheid heeft dus al een over winning behaald Toch zal je nog heel wat moeten leeren, eer je een geschikte huisvrouw zult zijn.." Daar het nog al een frissche dag beloofde te worden, werd er aan het ontbijt tot een picnic besloten. Het geheele gezelschap zou in bootjes naar het eiland geroeid worden en de vlsch, die zij zelden vingen, zou dan 's mid dags gegeten worden. Het eilandje lag tus schen de rivier en het meer. Evelyn wilde dien middag ook mee visschen. Ze had een hengel van een van de broertjes genomen en wierp het aas uit. Thorburn zat naast haar op den oever. „Wie hier komt moet zwijgen," zei Evelyn. .Zooveel weet Ik nu wel van visschen, dat er niet gepraat mag worden." „Het voorbeeld ls meer waard dan het voorschrift," zei haar vader. „Ik mag lijden, dat Mr. Thorburn dan maar kans ziet, Je stil te houden, anders hebben wij van middag niets te eten." Dokter Underwood ging een eind verderop zijn geluk met den hengel beproeven, terwijl Mary de kinderen, die tot nog toe vrij luid ruchtig waren, om zich heen riep en hun op een beschaduwd plekje een mooi verhaal ging vertellen. Stogdale en Grace maakten intusschen een vuurtje aan en spreidden een servet uit over de tafel van zand. Mrs. Underwood zat met haar breiwerk makkelijk tegen een boom stam geleund, het geheel te overzien. Thorburn wierp van tijd tot tijd een be- jvonderenden blik op Evelyns mooi gezichtje en dacht „Als zij niet voor mij voelt, wat zal ik dan ongelukkig zijn En zoo ja. wat zal moeder dan ook van haar genieten „Oooo riep Evelyn en kreeg zulk een ge weldigen ruk aan haar hengel, dat ze wel zeker was, hoe de vlsch had aangebeten. Met groote voorzichtigheid hielp Thorburn haar een reusachtlgen baars ophalen. Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Wieringer courant | 1933 | | pagina 1