24e JAARGANG VRIJDAG 31 MAART 1933. No. 20 NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR WIERINGEN EN OMSTREKEN „DE WAKENDE LEEUW" J. R. KEUSS. PLICHT IS GELUK S. COLTOF KANAALWEG DEN HELDER WIERINGER COURANT VERSCHIJNT ELKIN DINSDAG cn VRIJDAG. ABONNEMENTSPRIJS per 3 maanden 1.— BUREAU: ADVERTENTIIN UITGEVER Hlppolyttuheef Wierinfen. Van 1—regels o.Mx CORlf. J. BOSKER, WIERDIGEE. Telefoon Intercomm. Mo. 11. Iedere regel meer o.lt VOOR BETERE PIJP - TABAK TABAKSFABRIEK Laat 125 Alkmaar. BEGROOTING ZUIDERZEEFONDS 1933. De uitvoering van de Steunwet. Begrooting aangenomen. De Eerste Kamer behandelde Dinsdag de begrooting van het Zuiderzeefonds voor 1933. De heer De Gijselaar (c.h.) beschouwt de drooglegging van de Zuiderzee als een ramp. Hij kan niet voor deze begróoting stemmen, nu daarop bij nota van wijziging een post van f 700.000 is geplaatst voor de indijking van den N.O.-polder. Het is nu niet de tijd voor dergelijke uitgaven. De geldverspilling van het werk is voor de werkloozen een grooter nadeel dan de werk verruiming als gevolg der indijking van den N.O.-polder. Er is bovendien, gezien de landbouwcrisis, geen behoefte aan bouwland. Onder de te genwoordige omstandigheden had de regee ring er de voorkeur aan moeten geven de droogmaking stop te zetten. Spr. stemt tegen de begrooting. Inpoldering voortzetten De heer Van den Bergh (lib.) herinnert aan de debatten in de Tweede Kamer over de vraag of de inpoldering moet worden voort gezet. Deze begrooting brengt geen beslissing. Tegenover anderer meening, ook die van be kende persoonlijkheden, stelt spr. als de zij ne, dat met de N.O. inpoldering moet wor den gewacht tot er eenigeeconomische licht punten zijn gekomen. Spr. gelooft, dit denk beeld het eerst te hebben geopperd sinds dien zijn er ook andere stemmen in die rich ting opgegaan. Spr. acht vastlegging van een kapitaal van rond 150.000.000 gld onverantwoord in dezen tijd. Ook bestrijdt men er de werkloosheid mede. Een verlies van 66 millioen is niet te aan vaarden, en ons budget mag niet met de uit gaven van de N. O. inpoldering belast wor den. De uitspraak van de commissie-Weiter gaat volkomen parallel met spr.'s standpunt. Spr. heeft eerbied voor het inzicht en den moed van den heer Colijn, voorzitter van den Zuiderzeeraad, maar hij heeft zich terzake van het Zuiderzee-vraagstuk wel meer ver gist. Zoo gaf hij den stoot tot de versnelde inpoldering van de Wieringermeer, die een ernstige fout is gebleken. Ook heeft de heer Colijn in 1930 het verlies op de inpolderingen geschat op 200 millioen, terwijl het nu 700 a 750 millioen is gebleken. Spr. heeft het risico willen beperken tot de Wieringermeer. Hij wijst op de bezwaren, aan het verpachten van ingepolderde Wie- ringermeergronden verbonden. In de tegen woordige treurige omstandigheden blijft spr. tegen het vastleggen van groote kapitalen voor verdere werkzaamheden. Deze aangelegenheid is voor de komende regeering van het grootste belang. De heer Janssen (r.k.) betoogt dat er bij deze begrooting geen beginselbeslissing be hoeft te worden genomen. Nieuwe bestaansmogelijkheid voor honderden. In de Tweede Kamer heeft de regeering ge wezen op het belang voor de werkverruiming van de inpoldering. Dit is een gewichtig ar gument om voort te gaan. Wie uit de inpol dering direct voordeel verwacht, zal zich zien teleurgesteld. Al zijn de kosten van den af sluitdijk en den Wieringermeerpolder tegenge vallen, het groote belang is gelegen in de schepping van bestaansmogelijkheid voor honderden, wat bij den bevolkingsaanwas een factor van beteekenis is. De toepassing van de Zuiderzeesteunwet besprekend, bepaalt spr. tot het te kennen geven van zijn teleurstelling over de wijze van uitvoering dier wet. Ook spr. is in 't bij zonder ontstemd over den tragen gang van zaken. Spr. wil voorts verbetering van de toeslagregeling voor kinderen. De grondslagen der steunregeling behoort te worden herzien. Het gaat hoofdzakelijk om art. 13 van de wetdeze wet moet tegemoetkoming bren gen, geen bedeeling. De heer Westerdijk (v.d.) acht de hoofd zaak de beteekenis der droogmakerij als werk object. Het is uiterst moeilijk, te bepalen wat als werkobject het best is voortzetting der in poldering, dan wel uitvoering van tal van an dere werkobjecten. De heer Van Lanschot (r.k.) zou gaarne meer vernemen over het contract met de Maatschappij tot uitvoering der Zuiderzee werken. 's-Ministers Antwoord. De minister van Waterstaat, de heer Rey- mer, is het eens met die leden, die zeiden dat thans de quaestie der al of niet voortzetting der Zuiderzeewerken niet aan de orde is. Wat door den minister-president is gezegd, ver tolkt de meening der regeering. Wordt het volgend jaar tot voortzetting der Zuiderzee werken besloten, dan dient dit te geschieden op geheel andere basis. De M. U. Z. en andere aannemers. Wat betreft het M.U.Z.-contract, dit kan dan ook geen basis zijn voor de verdere voort zetting der werken, althans niet zonder meer, met uitsluiting van andere aannemers, waar het zulk een belangrijk nationaal werk be treft. Geen verdere inpoldering tot eiken prijs. De heer De Gijselaar was de meest onver zoenlijke tegenstander van deze begrooting. Dit was voor spr. geen openbaring hij was vroeger al tegen den afsluitdijk en de verdere werkenof de thans aangevraagde zeven ton niet beter ware te besteden voor het Twen te-Rijnkanaal, voor het kanaal Amsterdam- Rijn, is een andere vraag. De volgende regee ring mag te dezen aanzien niet worden ge bonden spr.'s standpunt is dat de verdere inpoldering zeker niet mag geschieden tot eiken prijs. Het gaat thans niet om een uit spraak over de noordoostelijke inpoldering, maar om voorbereidende werkzaamheden in verband met mogelijke werkverruiming. De regeering moet zoo economisch mogelijk naar werkobjecten zoeken, daarbij de baan voor het volgend kabinet vrij latend. Het doet spr. genoegen, dat de heer Westerdijk dit stand punt van de regeering billijkt. Een nieuw K. B. inzake Zuiderzee steunwet. De uitvoering van de Zuiderzee-steunwet werd door den heer Janssen besproken. Met den burgemeester van Urk is spr. in overleg. Spr. houdt zich overigens aan hetgeen in de Tweede Kamer is gezegd, maar moet overleg plegen met zijn ambtgenoot van Financiën. Binnenkort hoopt spr. een nieuw kon. be sluit uit te lokken maar spr. is het er mede eens, dat ook dit geen algemeene bevrediging zal wekken. De Zuiderzeefondsbegrooting aangenomen. De begrooting wordt z. h. st. aangenomen met aanteekening, dat de heer De Gijselaar geacht wordt, te hebben tegengestemd. BUITENLANDSCH NIEUWS. FEUILLETON. Naar het Engelsch. No. 16. „Ik had u haast opgegeven," riep Sir Geor- ge, terwijl hij afschoot op het gezelschapje van Mrs. Gilbert van achter een van de pila ren in den voorhal van den Town. Hall. „Toch zijn we juist vroeg," luidde het ant woord. ,,'t Is nog geen half acht." Mrs. Gilbert liep door met dien onmisbaren Mr. Thorburn vroeg hij. „Ik dacht, dat u gezegd hadt, hoe hij van avond ook van de partij zou zijn." Evelyn wierp hem een minachtenden blik toe, maar verwaardigde zich niet te antwoor den. Hij ging achter haar zitten op het balkon en zei „Geen honderd Thorburns kunnen mij van hier verdrijven dus als hij zich nu vertoont, dan zal hij zich tevreden moeten stellen met het gezelschap van Mrs. Gilbert en uw zuster en dan mag hij zich nog heel gelukkig ach ten De dames en Mary praatten met kennis sen, die op de rij vóór haar zaten Sir Geor- ge voelde zich nagenoeg alleen met Evelyn en fluisterde „Als ik had geweten, dat ik maar zoo wei nig aan u zou hebben, nu ik hier in de stad ben, dan zou ik al een week geleden naar En geland zijn gegaan." „Ik zie eigenlijk niet in, waarom u nü zoudt gaan." „Niet Dan zal ik u dit eens ronduit ver tellen." EXPLOISIE IN DE LUCHT. Een vreeselijk ongeluk heeft de Engelsche maatschappij Imperial Airways weer getrof fen een driemotorig toestel van de lijn Lon denKeulen v.v., een Argosy met drie Ja guars van 420 p.k., is Dinsdagmiddag in de buurt van Dixmuiden verongelukt en in brand gevlogen. De vijftien inzittenden ver loren daarbij allen het leven. Nadat men het toestel brandende had zien neerkomen toog de gendarmerie er natuur lijk dadelijk op af om eventueel hulp te bie den. Het tooneel was onbeschrijfelijk. Het toe stel, volkomen verbrand, lag totaal vernield, Men kon de uit de overblijfselen alleen nog maar verkoolde lijken te voorschijn brengen, Driehonderd meter in het rond werden stukken van het toestel gevonden en daarbij vond men ook, op verschillende plaatsen de lijken van vier personen verondersteld, dat dezen zich hebben trachten te redden door uit het toestel te springen en zoo den dood vonden. Wat ooggetuigen zagen gebeuren. Omtrent het ongeluk zelf verneemt men nog De inwoners van het plaatsje Zarren verklaren, dat zij, toen het toestel hun ge meente passeerde, plotseling een vlam van wel een meter lengte uit den achtersteven van het toestel hebben zien slaan. Even later had er een hevige ontploffing plaats, waar door vrijwel de geheele staart van het toestel werd afgerukt. Zij zagen, dat een heer en een dame uit het brandende vliegtuig naar beneden spron gen beiden stonden in brand. Het bleken de heer en miss Voss te zijn. De heer viel on middellijk te pletter, miss Voss had een val scherm bij zich, dat echter eveneens in brand stond en dientengevolge haar val niet kon stuiten. Even vóór zij de aarde bereikte, sloeg zfj tegen een draad van een electrische lei ding, waardoor haar been letterlijk werd af gerukt. Mevrouw Voss had ernstige brand wonden aan den rug, was natuurlijk ook on middellijk dood. De inwoners van het dorpje Essen verkla ren, dat zij de passagiers in het brandende en vallende vliegtuig hebben hooren gillen en jammeren. De namen der slachtoffers. Herhaaldelijk werd Dinsdagavond telefo nisch gevraagd of er ook Nederlanders bij waren. Dat is niet het geval. Eerst was er sprake van acht Engelschen, drie Duitschers en één Belg. Later meldde Reuter, dat uit te Londen ingewonnen inlichtingen gebleken was, dat veertien opvarenden Engelschen wa ren en dat er voorts één Belgische passagier aan boord was. En dus ook geen Duitschers. De Britsche draadlooze dienst geeft als na men der passagiers de heer en mevr. L. A. Dibdin, heer en mevr. Ilrath, miss Forrester Thompson, miss Voss, verder Sir John Row- land, Dearden, Rowsall, Thompson en Voss, benevens de Belgische bankier Krieglinger. De namen van de leden der bemanning warencaptain Leuleu, bestuurder, E. F. Stubbs, boordmecano en W. R. Brown, mar conist. Reuter seint nog uit Brussel, dat alles er op schijnt te wijzen, dat het ongeluk veroor zaakt werd, doordat een der Jaguarmotoren gedurende de vlucht explodeerde en de be- „Neen. dank u. Dit onderwerp interesseert mij niet voldoende." Intusschen voelde Evelyn duidelijk, dat zij te eeniger tijd toch voor het feit zou staan van een keuze tusschen Roger Thorburn en Sir George Illingworth. Zij had gedacht, dat haar besluit ten opzichte van die twee onher roepelijk vast stond maar het ten tooneele verschijnen van een mogelijke schoonmoeder had dit weer aan het wankelen gebracht. Op dit oogenblik, toen de verzoeking haar het sterkst werd, en zij zich het meest uitlok kend voorstelde, wat zij er wel bij winnen zou, als zij haar gevoelens geweld aandeed, zag ze uit het gangetje, dat naar het balkon leidde, Roger naar haar toe komen. Hij over handigde haar een briefje en bijna onmid dellijk keerde hij terug. En, geen acht slaand op George's verwoeden blik, vouwde zij het briefje open en las de enkele in der haast met potlood geschreven regels. „Moeder is vanavond zeer onwel. Ik kan dus niet blijven voor het concert, maar ik beloof je, dat ik morgen een oogenblik zal we ten te vinden, om bij je te komen. Roger Thorburn." Evelyn voelde ineens berouw van de gedach ten, die haar hadden vervuld, toen Roger haar het briefje had gegeven. En zoo zicht baar ontroerde zij, dat zij er een oogenblik zeer bleek en ontdaan uitzag, wat George aan leiding gaf, om te zeggen „U voelt zich zeker niet goed. Laat ik u e- ven goed op den frisschen corridor brengen." „O, 't is niets," zei ze lachende. „Maar ik ben zoo'n buitenkind geworden, dat het en kel zien van een volle zaal mij al benauwd maakt." „Denkt u, dat u mij maar van alles kunt wijsmaken vroeg hij ongeloovig. Mrs. Gilbert wenkte hen, om stil te zijn, daar de orchestmeester al ééns met zijn stok had getikt. Zoozeer onder den indruk van de schoone vertolking van het klassieke programma was VOOR DE SCHOONMAAK VAN UW WINKEL KAMER, KEUKEN, KANTOOR of ZOLDER Bouclé-, Vel. Haar-, GROOTE KEUZE Vloerzeil Linoleum Inlaid Krommenie 0.52 1.15 2.55 Axminster-, DevenCer-voorwerk-, Tapis Beige KARPETTEN in fikt maat en groote keuze. stuurder door een der stukken van den uit elkaar springenden motor getroffen en ge dood werd, waardoor het toestel stuurloos werd. Een ander telegram, eveneens van Reuter, spreekt ervan, dat ooggetuigen eerst rook en daarna vlammen aan den staart van het vliegtuig zagen. Daarna planeerde het toestel nog even, draaide eenige malen om zijn ei gen as en viel daarop te pletter. Ook hier weer een ooggetuige, die van een c-xplosie sprak. Zoo hevig was de slag waarmee het toestel neerkwam dat een groot stuk van een vleugel zeventig meter ver werd weggeslingerd. BINNENLANDSCH NIEUWS. BANKBILJET IN KACHEL GEWORPEN. De vrouw van den winkelier C. B. te Scher- penisse gooide met wat oud papier een biljet van 100 gulden mede in de brandende kachel. Eensklaps zag zij het en haalde het reeds brandende biljet uit de kachel. Het nummer is gespaard gebleven, zoodat het te bevoeg- der plaatse wel voor ruiling in aanmerking zal komen. BLOEDVERGIFTIGING. Het 12-jarig dochtertje van v. G. in de Tongelreschestraat te Eindhoven, dat dezer dagen een puistje op den neus open krabde, waardoor bloedvergiftiging optrad is aan de gevolgen hiervan overleden. DE ROLLEN OMGEKEERD. Het Hbld. meldt Te Zaandam is het, zooals het wel overal zal zijn, verboden reclamebiljetten op ander mans eigendom te plakken. Toch wordt er in dit opzicht, nu de verkie zing in 't zicht is, meer dan eenmaal tegen dit verbod gezondigd. De politie kan er niet veel aan doen, omdat de propagandisten posten uitzetten en ge waarschuwd worden, zoodra politie komt op dagen. Deze heeft nu den maatregelen genomen om overal waar wederrechtelijk biljetten zijn opgeplakt, deze terstond te verwijderen. Tegen dezen maatregel zijn de plakkers in verzet gekomen bij den burgemeester, het hoofd der politie, die de klagers een gewillig oor heeft geleend en thans bepaald heeft, dat het verbod van plakken moet geliand- haaft worden, maar dat, wanneer de biljetten eenmaal opgeplakt zijn, de politie ze niet mag verwijderen. Met het systeem van posters hebben nu de plakkers vrijwel geheel hun zin gekregen. Maar bovendien worden nu de politieman nen door propagandisten gevolgd, om te con troleeren of ze biljetten verwijderen. Zoo zijn de rollen omgekeerd. GEEN MEISJES MEER. De vleeschwarenfabriek van de firma An- ton Hunink te Deventer heeft besloten met het oog op verruiming van werkgelegenheid niet langer met meisjes in de fabriek te wer ken. Wijziging der Drankwet goedgekeurd. De Eerste Kamer heeft met 87 tegen 5 stemmen aangenomen het wetsont werp tot wijziging van de drankwet, hoofdzakelijk betreffende bestrijding van het dansgevaar. Evelyn, dat zij onwillekeurig, bij het wegster ven van de laatste tonen, tot de anderen fluisterde „Niet spreken Toe, praat als-je-blieft niet tegen mij Maar reeds maakte het publiek aanstalten, om de zaal te verlaten, en daarmee was de stemming verbroken. Toen haar tante en zuster merkten, dat Evelyn zoo stil was, besloten zij daaruit, dat zij het zich zoozeer had aangetrokken, hoe Roger niet op het concert had kunnen zijn en dit stelde haar in zooverre gerust, daar zij juist wel eens getwijfeld hadden aan Evelyns gevoelens. Toen dien volgenden ochtend het rijtuig voor de deur van het huis van Mrs. Gilbert stil hield, stonden Mary en Evelyn al klaar. „Evelyn," zei Mary. „Ik kan het niet langer aanzien, dat je dien armen jongen in zoo'n verkeerden waan brengt. Als jij hemzelf niet vertelt van Thorburn, dan zal ik het doen. „Wat wil je hem dan vertellen „Wel, dat je verloofd bent." „Maar dat is niet waar „Evelyn, je meent toch niet, dat je gebro ken hebt met Mr. Thorburn „Neen, zeker niet. Hij heeft mij gevraagd, hem te trouwen en Vader wil niet, dat ik mij verloof gedurende een jaar, of liever gedu rende acht maanden, zooals het nu geworden is. Zóó is de stand van zaken en zoo noodig ben ik bereid, dit aan Sir Illingworth mee te deelen, maar voor het oogenblik acht ik het nog te voorbarig, om daarmee te voorschijn te komen. Je zoudt er dus geen goed aan doen, om tusschenbeide te treden." „Maar je zet zooveel op het spel, Evelyn, als je jezelve nu misleidt, dan verwoest je het geluk van drie." „Meisjes, komen jullie nu eindelijk?" riep Mrs. Gilbert, „anders gaan Sir George en ik maar alleen HOOFDSTUK XIV. Mary's aanmaning was toch niet zonder uitwerking gebleven, want Evelyn wilde bij voorbeeld geen enkelen keer met Sir George alleen zijn. Toch deed zij haar best, om heel vroolijk en aardig te zijn, waartoe ook het weer in niet geringe mate meewerkte. Het was heerlijk op het strand de zeelucht was prikkelend en Sir George had gezorgd voor een uitstekenden lunch, die in de buitenlucht gebruikt werd. George deed zijn best om tevreden te zijn over den dag, maar toen ze bij het terugkee- ren Roger in den voortuin zagen staan, hen opwachtend, was ineens weer zijn jalouzie gewekt en zag hij met leede oogen, hoe Thor burn de dames uit het rijtuigje hielp, terwijl hij op innig-teleurgestelden toon vroeg „Zal ik je nu niet zien vóór morgenavond „Ik denk het niet," antwoordde Mrs. Gil bert. „De meisjes moeten den heelen dag wat rust nemen, om frisch te zijn voor het bal." George keek naar Roger met vernietigen den blik, nam de leidsels en legde de zweep over de paarden, waarna hij in een wolk van stof verdween. Toen Evelyn naar haar kamer ging, om haar goed af te leggen, voelde zij zich zeer opgewonden, want ze begreep, dat er nu toch een spannend onderhoud zou volgen. Met het onschuldigste gezicht van de we reld trad zij den salon binnen en vroeg naar de gezondheid van zijn moeder. Toen zij daarop een bevredigend antwoord had gekre gen, sprak ze met eenige warmte „Ik voel mij wel wat schuldig jegens haar, want, toen zij hier een bezoek bracht, was ik niet in een best humeur." Hij glimlachte en zei „Als je elkaar op de teenen getrapt hebt, dan zal je het elkaar nu wel vergeven hebben, niet waar „Ja, je was hoogst-onaangenaam, Evelyn dat moet ik zeggen," viel Mrs. Gilbert in. „Ik schaamde mij over je Op dit oogenblik trad Mary het vertrek binnen met dien eigenaardigen glans ln de oogen, die zich daar altijd vertoonde, als zij weer een nieuwe zelfoverwinning had be- PARIJSCHE MODEBRIEF. ALS DE LENTE IN HET LAND KOMT. Hoedjesdie men niet au sérieux neemt. We beleefden juist en kele heerlijk zoele voor- Jaarsdagen toen ik, na een griepweekje, voor het eerst weer beneden kwam. Dat „beneden" is natuurlijk maar bij wijze van spreken. In een rechtgeaarde Parijsche woning bestaat er geen boven en beneden. Alle kamers bevinden zich gelijkvloerse h, hetgeen, vooral in den winter, vele voordeelen biedt. En ook nu bleek het een groot gemak dat ik, een weinig knikkend in de knieën en duizelig in het hoofd zooals men dat na een week bed-rust zijn, hebben kan niet eerst met moeite een trap behoefde af te klim men, maar dadelijk in de gezellige, zonnige ser re kon plaats nemen. Ik werd naar een ge- makkelijken stoel geleld, een gedienstige hand schoof een paar zachte kussens in mijn rug en daarna trachtte men met een kopje geurige bouillon de krachten van de arme zieke weer een weinig te herstellen. „Heerlijk is toch zoo'n dagje nazieken," be dacht ik, toen ik droomerig naar buiten zat te staren. „Het is zoo rustig, je bent eens heelemaal uit het jachtige leven uit Maar tegelijkertijd bedacht ik reeds, wat het eerste werkje zou zijn, waarmee ik den vol genden dag zou beginnen. Ik zal eerst maar eens de koffers uitpakken en ons voorjaarsgoed voor den dag halen. Dan zie ik meteen wat er veranderd dient te worden en wat ik nog gebruiken kan." Daar werd gebeld en even daarna stond Simone in de kamer, die mij een geurig toef je lelietjes der dalen toereikte. .Simone, je komt als geroepen," zei ik ver heugd. „Ik zit juist over de voorjaarsmode na te denken. Jij bent altijd zoo goed op de hoogte wat is de laatste mode ,Wel, dat komt goed uit," zei mijn vrien din, „doe je oogen wijd open en bekijk mij eens goed, ik draag vandaag voor het eerst mijn nieuwe lentepakje en het is een snufje." 8imone zag fer beeldig uit, een „studie in het grijs" zou ik het willen noemen. Ze droeg een mantelcostuum van een heel fijne nuan ce lichtgrijs. Of eigenlijk was het meer een ensemble een lichtgrijze japon met een mantel, die tot aan de knieën reikte. Aan beide zijden op den schouder was een sjawl, van grijs satijn met blauwe moezen, beves tigd, die van voren door slipjes was getrok ken en op zij vastgeknoopt. Aan den hals, de ceintuur en de mouwen haald, iets, dat misschien alleen haar moeder en Stogdale hadden waargenomen. Na het diner gingen Mrs. Gilbert en Mary met een handwerk in de eetkamer zitten en Evelyn en Roger waren in den salon. „Ik hoop, dat Mr. Thorburn maar niets weet van Evelyns houding jegens Sir George Illingworth," zei Mrs. Gilbert. „Ik geloof toch van wel, te oordeelen naar de uitdrukking op zijn gelaat, toen ik hem zooeven op het concert zag. Maar als zij eenigszins twijfelt aan zichzelve, dan zal zij hem dit wel meedeelen alleen ben ik bang, dat zij in haar streven om oprecht te zijn, zich soms wat al te zwart maakt." „Zij beschouwt zich zeker nog vrij, om van keuze te veranderen. Het was dan ook, om vergissingen te voorkomen, dat je Vader de verloving nog een jaar wilde uitstellen. En als zij nu meent, dat een huwelijk met 8lr George haar beter in staat zal stellen, haar eerzucht te voldoen, welnu, dan moet zij dit zelve weten en kunnen wij er niets aan veranderen." „Maar ik had zoo'n hoop, dat u eens met haar spreken zoudt, Tante Fanny." „Wat zou het geven, kind Als iemand nog eenigen invloed op haar had, dan zou Jij het zijn. Omdat zeker geen ander met zoo'n inni ge overtuiging haar onder het oog zou weten te brengen, dat zij zichzelve en haar aan staanden echtgenoot een onherstelbaar on recht zou aandoen, wanneer zij een huwelijk aanging, om eenige andere reden dan liefde." „Maar u is het toch wel met haar eens „In theorie, Ja, maar, helaas, leert de erva ring, ons enkele droeve en niet bepaald ver rassende lessen. Contact met de wereld doet ons al spoedig het doelmatige vooropstellen. Als Evelyn de liefde niet het allerhoogste goed acht, waarom zou zij zich dan de din gen ontzeggen, die zij zoozeer op prijs stelt, ter wille van huwelijk uit liefde Ik ben over tuigd, dat, ondanks allen invloed, dien wij op haar willen uitoefenen, zij tóch haar eigen lot schept." (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Wieringer courant | 1933 | | pagina 1