24e JAARGANG
VRIJDAG 31 MAART 1933.
No. 20
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR
WIERINGEN EN OMSTREKEN
„DE WAKENDE LEEUW"
J. R. KEUSS.
PLICHT IS GELUK
S. COLTOF
KANAALWEG DEN HELDER
WIERINGER COURANT
VERSCHIJNT ELKIN
DINSDAG cn VRIJDAG.
ABONNEMENTSPRIJS
per 3 maanden 1.—
BUREAU:
ADVERTENTIIN
UITGEVER
Hlppolyttuheef Wierinfen.
Van 1—regels o.Mx
CORlf. J. BOSKER, WIERDIGEE.
Telefoon Intercomm. Mo. 11.
Iedere regel meer o.lt
VOOR BETERE
PIJP - TABAK
TABAKSFABRIEK
Laat 125 Alkmaar.
BEGROOTING
ZUIDERZEEFONDS 1933.
De uitvoering van de Steunwet.
Begrooting aangenomen.
De Eerste Kamer behandelde Dinsdag de
begrooting van het Zuiderzeefonds voor 1933.
De heer De Gijselaar (c.h.) beschouwt de
drooglegging van de Zuiderzee als een ramp.
Hij kan niet voor deze begróoting stemmen,
nu daarop bij nota van wijziging een post
van f 700.000 is geplaatst voor de indijking
van den N.O.-polder. Het is nu niet de tijd
voor dergelijke uitgaven.
De geldverspilling van het werk is voor de
werkloozen een grooter nadeel dan de werk
verruiming als gevolg der indijking van den
N.O.-polder.
Er is bovendien, gezien de landbouwcrisis,
geen behoefte aan bouwland. Onder de te
genwoordige omstandigheden had de regee
ring er de voorkeur aan moeten geven de
droogmaking stop te zetten. Spr. stemt tegen
de begrooting.
Inpoldering voortzetten
De heer Van den Bergh (lib.) herinnert
aan de debatten in de Tweede Kamer over
de vraag of de inpoldering moet worden voort
gezet. Deze begrooting brengt geen beslissing.
Tegenover anderer meening, ook die van be
kende persoonlijkheden, stelt spr. als de zij
ne, dat met de N.O. inpoldering moet wor
den gewacht tot er eenigeeconomische licht
punten zijn gekomen. Spr. gelooft, dit denk
beeld het eerst te hebben geopperd sinds
dien zijn er ook andere stemmen in die rich
ting opgegaan.
Spr. acht vastlegging van een kapitaal van
rond 150.000.000 gld onverantwoord in dezen
tijd. Ook bestrijdt men er de werkloosheid
mede.
Een verlies van 66 millioen is niet te aan
vaarden, en ons budget mag niet met de uit
gaven van de N. O. inpoldering belast wor
den. De uitspraak van de commissie-Weiter
gaat volkomen parallel met spr.'s standpunt.
Spr. heeft eerbied voor het inzicht en den
moed van den heer Colijn, voorzitter van den
Zuiderzeeraad, maar hij heeft zich terzake
van het Zuiderzee-vraagstuk wel meer ver
gist. Zoo gaf hij den stoot tot de versnelde
inpoldering van de Wieringermeer, die een
ernstige fout is gebleken. Ook heeft de heer
Colijn in 1930 het verlies op de inpolderingen
geschat op 200 millioen, terwijl het nu 700
a 750 millioen is gebleken.
Spr. heeft het risico willen beperken tot de
Wieringermeer. Hij wijst op de bezwaren,
aan het verpachten van ingepolderde Wie-
ringermeergronden verbonden. In de tegen
woordige treurige omstandigheden blijft spr.
tegen het vastleggen van groote kapitalen
voor verdere werkzaamheden.
Deze aangelegenheid is voor de komende
regeering van het grootste belang.
De heer Janssen (r.k.) betoogt dat er bij
deze begrooting geen beginselbeslissing be
hoeft te worden genomen.
Nieuwe bestaansmogelijkheid voor
honderden.
In de Tweede Kamer heeft de regeering ge
wezen op het belang voor de werkverruiming
van de inpoldering. Dit is een gewichtig ar
gument om voort te gaan. Wie uit de inpol
dering direct voordeel verwacht, zal zich zien
teleurgesteld. Al zijn de kosten van den af
sluitdijk en den Wieringermeerpolder tegenge
vallen, het groote belang is gelegen in de
schepping van bestaansmogelijkheid voor
honderden, wat bij den bevolkingsaanwas
een factor van beteekenis is.
De toepassing van de Zuiderzeesteunwet
besprekend, bepaalt spr. tot het te kennen
geven van zijn teleurstelling over de wijze
van uitvoering dier wet. Ook spr. is in 't bij
zonder ontstemd over den tragen gang van
zaken. Spr. wil voorts verbetering van de
toeslagregeling voor kinderen. De grondslagen
der steunregeling behoort te worden herzien.
Het gaat hoofdzakelijk om art. 13 van de
wetdeze wet moet tegemoetkoming bren
gen, geen bedeeling.
De heer Westerdijk (v.d.) acht de hoofd
zaak de beteekenis der droogmakerij als werk
object.
Het is uiterst moeilijk, te bepalen wat als
werkobject het best is voortzetting der in
poldering, dan wel uitvoering van tal van an
dere werkobjecten.
De heer Van Lanschot (r.k.) zou gaarne
meer vernemen over het contract met de
Maatschappij tot uitvoering der Zuiderzee
werken.
's-Ministers Antwoord.
De minister van Waterstaat, de heer Rey-
mer, is het eens met die leden, die zeiden dat
thans de quaestie der al of niet voortzetting
der Zuiderzeewerken niet aan de orde is. Wat
door den minister-president is gezegd, ver
tolkt de meening der regeering. Wordt het
volgend jaar tot voortzetting der Zuiderzee
werken besloten, dan dient dit te geschieden
op geheel andere basis.
De M. U. Z. en andere aannemers.
Wat betreft het M.U.Z.-contract, dit kan
dan ook geen basis zijn voor de verdere voort
zetting der werken, althans niet zonder meer,
met uitsluiting van andere aannemers, waar
het zulk een belangrijk nationaal werk be
treft.
Geen verdere inpoldering tot eiken
prijs.
De heer De Gijselaar was de meest onver
zoenlijke tegenstander van deze begrooting.
Dit was voor spr. geen openbaring hij was
vroeger al tegen den afsluitdijk en de verdere
werkenof de thans aangevraagde zeven
ton niet beter ware te besteden voor het Twen
te-Rijnkanaal, voor het kanaal Amsterdam-
Rijn, is een andere vraag. De volgende regee
ring mag te dezen aanzien niet worden ge
bonden spr.'s standpunt is dat de verdere
inpoldering zeker niet mag geschieden tot
eiken prijs. Het gaat thans niet om een uit
spraak over de noordoostelijke inpoldering,
maar om voorbereidende werkzaamheden in
verband met mogelijke werkverruiming. De
regeering moet zoo economisch mogelijk naar
werkobjecten zoeken, daarbij de baan voor
het volgend kabinet vrij latend. Het doet spr.
genoegen, dat de heer Westerdijk dit stand
punt van de regeering billijkt.
Een nieuw K. B. inzake Zuiderzee
steunwet.
De uitvoering van de Zuiderzee-steunwet
werd door den heer Janssen besproken. Met
den burgemeester van Urk is spr. in overleg.
Spr. houdt zich overigens aan hetgeen in de
Tweede Kamer is gezegd, maar moet overleg
plegen met zijn ambtgenoot van Financiën.
Binnenkort hoopt spr. een nieuw kon. be
sluit uit te lokken maar spr. is het er mede
eens, dat ook dit geen algemeene bevrediging
zal wekken.
De Zuiderzeefondsbegrooting
aangenomen.
De begrooting wordt z. h. st. aangenomen
met aanteekening, dat de heer De Gijselaar
geacht wordt, te hebben tegengestemd.
BUITENLANDSCH NIEUWS.
FEUILLETON.
Naar het Engelsch.
No. 16.
„Ik had u haast opgegeven," riep Sir Geor-
ge, terwijl hij afschoot op het gezelschapje
van Mrs. Gilbert van achter een van de pila
ren in den voorhal van den Town. Hall.
„Toch zijn we juist vroeg," luidde het ant
woord. ,,'t Is nog geen half acht."
Mrs. Gilbert liep door met dien onmisbaren
Mr. Thorburn vroeg hij.
„Ik dacht, dat u gezegd hadt, hoe hij van
avond ook van de partij zou zijn."
Evelyn wierp hem een minachtenden blik
toe, maar verwaardigde zich niet te antwoor
den.
Hij ging achter haar zitten op het balkon
en zei
„Geen honderd Thorburns kunnen mij van
hier verdrijven dus als hij zich nu vertoont,
dan zal hij zich tevreden moeten stellen met
het gezelschap van Mrs. Gilbert en uw zuster
en dan mag hij zich nog heel gelukkig ach
ten
De dames en Mary praatten met kennis
sen, die op de rij vóór haar zaten Sir Geor-
ge voelde zich nagenoeg alleen met Evelyn
en fluisterde
„Als ik had geweten, dat ik maar zoo wei
nig aan u zou hebben, nu ik hier in de stad
ben, dan zou ik al een week geleden naar En
geland zijn gegaan."
„Ik zie eigenlijk niet in, waarom u nü zoudt
gaan."
„Niet Dan zal ik u dit eens ronduit ver
tellen."
EXPLOISIE IN DE LUCHT.
Een vreeselijk ongeluk heeft de Engelsche
maatschappij Imperial Airways weer getrof
fen een driemotorig toestel van de lijn Lon
denKeulen v.v., een Argosy met drie Ja
guars van 420 p.k., is Dinsdagmiddag in de
buurt van Dixmuiden verongelukt en in
brand gevlogen. De vijftien inzittenden ver
loren daarbij allen het leven.
Nadat men het toestel brandende had zien
neerkomen toog de gendarmerie er natuur
lijk dadelijk op af om eventueel hulp te bie
den.
Het tooneel was onbeschrijfelijk. Het toe
stel, volkomen verbrand, lag totaal vernield,
Men kon de uit de overblijfselen alleen nog
maar verkoolde lijken te voorschijn brengen,
Driehonderd meter in het rond werden
stukken van het toestel gevonden en daarbij
vond men ook, op verschillende plaatsen de
lijken van vier personen verondersteld, dat
dezen zich hebben trachten te redden door
uit het toestel te springen en zoo den dood
vonden.
Wat ooggetuigen zagen gebeuren.
Omtrent het ongeluk zelf verneemt men
nog De inwoners van het plaatsje Zarren
verklaren, dat zij, toen het toestel hun ge
meente passeerde, plotseling een vlam van
wel een meter lengte uit den achtersteven
van het toestel hebben zien slaan. Even later
had er een hevige ontploffing plaats, waar
door vrijwel de geheele staart van het toestel
werd afgerukt.
Zij zagen, dat een heer en een dame uit
het brandende vliegtuig naar beneden spron
gen beiden stonden in brand. Het bleken
de heer en miss Voss te zijn. De heer viel on
middellijk te pletter, miss Voss had een val
scherm bij zich, dat echter eveneens in brand
stond en dientengevolge haar val niet kon
stuiten. Even vóór zij de aarde bereikte, sloeg
zfj tegen een draad van een electrische lei
ding, waardoor haar been letterlijk werd af
gerukt. Mevrouw Voss had ernstige brand
wonden aan den rug, was natuurlijk ook on
middellijk dood.
De inwoners van het dorpje Essen verkla
ren, dat zij de passagiers in het brandende
en vallende vliegtuig hebben hooren gillen
en jammeren.
De namen der slachtoffers.
Herhaaldelijk werd Dinsdagavond telefo
nisch gevraagd of er ook Nederlanders bij
waren. Dat is niet het geval. Eerst was er
sprake van acht Engelschen, drie Duitschers
en één Belg. Later meldde Reuter, dat uit te
Londen ingewonnen inlichtingen gebleken
was, dat veertien opvarenden Engelschen wa
ren en dat er voorts één Belgische passagier
aan boord was. En dus ook geen Duitschers.
De Britsche draadlooze dienst geeft als na
men der passagiers de heer en mevr. L. A.
Dibdin, heer en mevr. Ilrath, miss Forrester
Thompson, miss Voss, verder Sir John Row-
land, Dearden, Rowsall, Thompson en Voss,
benevens de Belgische bankier Krieglinger.
De namen van de leden der bemanning
warencaptain Leuleu, bestuurder, E. F.
Stubbs, boordmecano en W. R. Brown, mar
conist.
Reuter seint nog uit Brussel, dat alles er
op schijnt te wijzen, dat het ongeluk veroor
zaakt werd, doordat een der Jaguarmotoren
gedurende de vlucht explodeerde en de be-
„Neen. dank u. Dit onderwerp interesseert
mij niet voldoende."
Intusschen voelde Evelyn duidelijk, dat zij
te eeniger tijd toch voor het feit zou staan
van een keuze tusschen Roger Thorburn en
Sir George Illingworth. Zij had gedacht, dat
haar besluit ten opzichte van die twee onher
roepelijk vast stond maar het ten tooneele
verschijnen van een mogelijke schoonmoeder
had dit weer aan het wankelen gebracht.
Op dit oogenblik, toen de verzoeking haar
het sterkst werd, en zij zich het meest uitlok
kend voorstelde, wat zij er wel bij winnen
zou, als zij haar gevoelens geweld aandeed,
zag ze uit het gangetje, dat naar het balkon
leidde, Roger naar haar toe komen. Hij over
handigde haar een briefje en bijna onmid
dellijk keerde hij terug. En, geen acht slaand
op George's verwoeden blik, vouwde zij het
briefje open en las de enkele in der haast
met potlood geschreven regels.
„Moeder is vanavond zeer onwel. Ik kan
dus niet blijven voor het concert, maar ik
beloof je, dat ik morgen een oogenblik zal we
ten te vinden, om bij je te komen.
Roger Thorburn."
Evelyn voelde ineens berouw van de gedach
ten, die haar hadden vervuld, toen Roger
haar het briefje had gegeven. En zoo zicht
baar ontroerde zij, dat zij er een oogenblik
zeer bleek en ontdaan uitzag, wat George aan
leiding gaf, om te zeggen
„U voelt zich zeker niet goed. Laat ik u e-
ven goed op den frisschen corridor brengen."
„O, 't is niets," zei ze lachende. „Maar ik
ben zoo'n buitenkind geworden, dat het en
kel zien van een volle zaal mij al benauwd
maakt."
„Denkt u, dat u mij maar van alles kunt
wijsmaken vroeg hij ongeloovig.
Mrs. Gilbert wenkte hen, om stil te zijn,
daar de orchestmeester al ééns met zijn stok
had getikt.
Zoozeer onder den indruk van de schoone
vertolking van het klassieke programma was
VOOR DE SCHOONMAAK
VAN UW WINKEL KAMER,
KEUKEN, KANTOOR of ZOLDER
Bouclé-, Vel. Haar-,
GROOTE KEUZE
Vloerzeil Linoleum Inlaid
Krommenie
0.52 1.15 2.55
Axminster-, DevenCer-voorwerk-, Tapis Beige KARPETTEN in fikt
maat en groote keuze.
stuurder door een der stukken van den uit
elkaar springenden motor getroffen en ge
dood werd, waardoor het toestel stuurloos
werd.
Een ander telegram, eveneens van Reuter,
spreekt ervan, dat ooggetuigen eerst rook en
daarna vlammen aan den staart van het
vliegtuig zagen. Daarna planeerde het toestel
nog even, draaide eenige malen om zijn ei
gen as en viel daarop te pletter.
Ook hier weer een ooggetuige, die van een
c-xplosie sprak.
Zoo hevig was de slag waarmee het toestel
neerkwam dat een groot stuk van een vleugel
zeventig meter ver werd weggeslingerd.
BINNENLANDSCH NIEUWS.
BANKBILJET IN KACHEL GEWORPEN.
De vrouw van den winkelier C. B. te Scher-
penisse gooide met wat oud papier een biljet
van 100 gulden mede in de brandende kachel.
Eensklaps zag zij het en haalde het reeds
brandende biljet uit de kachel. Het nummer
is gespaard gebleven, zoodat het te bevoeg-
der plaatse wel voor ruiling in aanmerking
zal komen.
BLOEDVERGIFTIGING.
Het 12-jarig dochtertje van v. G. in de
Tongelreschestraat te Eindhoven, dat dezer
dagen een puistje op den neus open krabde,
waardoor bloedvergiftiging optrad is aan de
gevolgen hiervan overleden.
DE ROLLEN OMGEKEERD.
Het Hbld. meldt
Te Zaandam is het, zooals het wel overal
zal zijn, verboden reclamebiljetten op ander
mans eigendom te plakken.
Toch wordt er in dit opzicht, nu de verkie
zing in 't zicht is, meer dan eenmaal tegen
dit verbod gezondigd.
De politie kan er niet veel aan doen, omdat
de propagandisten posten uitzetten en ge
waarschuwd worden, zoodra politie komt op
dagen.
Deze heeft nu den maatregelen genomen
om overal waar wederrechtelijk biljetten
zijn opgeplakt, deze terstond te verwijderen.
Tegen dezen maatregel zijn de plakkers in
verzet gekomen bij den burgemeester, het
hoofd der politie, die de klagers een gewillig
oor heeft geleend en thans bepaald heeft,
dat het verbod van plakken moet geliand-
haaft worden, maar dat, wanneer de biljetten
eenmaal opgeplakt zijn, de politie ze niet
mag verwijderen.
Met het systeem van posters hebben nu de
plakkers vrijwel geheel hun zin gekregen.
Maar bovendien worden nu de politieman
nen door propagandisten gevolgd, om te con
troleeren of ze biljetten verwijderen.
Zoo zijn de rollen omgekeerd.
GEEN MEISJES MEER.
De vleeschwarenfabriek van de firma An-
ton Hunink te Deventer heeft besloten met
het oog op verruiming van werkgelegenheid
niet langer met meisjes in de fabriek te wer
ken.
Wijziging der Drankwet goedgekeurd.
De Eerste Kamer heeft met 87 tegen
5 stemmen aangenomen het wetsont
werp tot wijziging van de drankwet,
hoofdzakelijk betreffende bestrijding
van het dansgevaar.
Evelyn, dat zij onwillekeurig, bij het wegster
ven van de laatste tonen, tot de anderen
fluisterde
„Niet spreken Toe, praat als-je-blieft niet
tegen mij
Maar reeds maakte het publiek aanstalten,
om de zaal te verlaten, en daarmee was de
stemming verbroken.
Toen haar tante en zuster merkten, dat
Evelyn zoo stil was, besloten zij daaruit, dat
zij het zich zoozeer had aangetrokken, hoe
Roger niet op het concert had kunnen zijn
en dit stelde haar in zooverre gerust, daar zij
juist wel eens getwijfeld hadden aan Evelyns
gevoelens.
Toen dien volgenden ochtend het rijtuig
voor de deur van het huis van Mrs. Gilbert
stil hield, stonden Mary en Evelyn al klaar.
„Evelyn," zei Mary. „Ik kan het niet langer
aanzien, dat je dien armen jongen in zoo'n
verkeerden waan brengt. Als jij hemzelf niet
vertelt van Thorburn, dan zal ik het doen.
„Wat wil je hem dan vertellen
„Wel, dat je verloofd bent."
„Maar dat is niet waar
„Evelyn, je meent toch niet, dat je gebro
ken hebt met Mr. Thorburn
„Neen, zeker niet. Hij heeft mij gevraagd,
hem te trouwen en Vader wil niet, dat ik mij
verloof gedurende een jaar, of liever gedu
rende acht maanden, zooals het nu geworden
is. Zóó is de stand van zaken en zoo noodig
ben ik bereid, dit aan Sir Illingworth mee te
deelen, maar voor het oogenblik acht ik het
nog te voorbarig, om daarmee te voorschijn
te komen. Je zoudt er dus geen goed aan
doen, om tusschenbeide te treden."
„Maar je zet zooveel op het spel, Evelyn,
als je jezelve nu misleidt, dan verwoest je
het geluk van drie."
„Meisjes, komen jullie nu eindelijk?" riep
Mrs. Gilbert, „anders gaan Sir George en ik
maar alleen
HOOFDSTUK XIV.
Mary's aanmaning was toch niet zonder
uitwerking gebleven, want Evelyn wilde bij
voorbeeld geen enkelen keer met Sir George
alleen zijn. Toch deed zij haar best, om heel
vroolijk en aardig te zijn, waartoe ook het
weer in niet geringe mate meewerkte. Het
was heerlijk op het strand de zeelucht was
prikkelend en Sir George had gezorgd voor
een uitstekenden lunch, die in de buitenlucht
gebruikt werd.
George deed zijn best om tevreden te zijn
over den dag, maar toen ze bij het terugkee-
ren Roger in den voortuin zagen staan, hen
opwachtend, was ineens weer zijn jalouzie
gewekt en zag hij met leede oogen, hoe Thor
burn de dames uit het rijtuigje hielp, terwijl
hij op innig-teleurgestelden toon vroeg
„Zal ik je nu niet zien vóór morgenavond
„Ik denk het niet," antwoordde Mrs. Gil
bert. „De meisjes moeten den heelen dag wat
rust nemen, om frisch te zijn voor het bal."
George keek naar Roger met vernietigen
den blik, nam de leidsels en legde de zweep
over de paarden, waarna hij in een wolk van
stof verdween.
Toen Evelyn naar haar kamer ging, om
haar goed af te leggen, voelde zij zich zeer
opgewonden, want ze begreep, dat er nu toch
een spannend onderhoud zou volgen.
Met het onschuldigste gezicht van de we
reld trad zij den salon binnen en vroeg naar
de gezondheid van zijn moeder. Toen zij
daarop een bevredigend antwoord had gekre
gen, sprak ze met eenige warmte
„Ik voel mij wel wat schuldig jegens haar,
want, toen zij hier een bezoek bracht, was ik
niet in een best humeur."
Hij glimlachte en zei
„Als je elkaar op de teenen getrapt hebt,
dan zal je het elkaar nu wel vergeven hebben,
niet waar
„Ja, je was hoogst-onaangenaam, Evelyn
dat moet ik zeggen," viel Mrs. Gilbert in.
„Ik schaamde mij over je
Op dit oogenblik trad Mary het vertrek
binnen met dien eigenaardigen glans ln de
oogen, die zich daar altijd vertoonde, als zij
weer een nieuwe zelfoverwinning had be-
PARIJSCHE MODEBRIEF.
ALS DE LENTE IN HET LAND
KOMT.
Hoedjesdie men niet au sérieux
neemt.
We beleefden juist en
kele heerlijk zoele voor-
Jaarsdagen toen ik, na
een griepweekje, voor
het eerst weer beneden
kwam. Dat „beneden" is
natuurlijk maar bij wijze
van spreken. In een
rechtgeaarde Parijsche
woning bestaat er geen
boven en beneden. Alle
kamers bevinden zich
gelijkvloerse h, hetgeen,
vooral in den winter,
vele voordeelen biedt.
En ook nu bleek het een
groot gemak dat ik, een
weinig knikkend in de
knieën en duizelig in het
hoofd zooals men dat
na een week bed-rust
zijn, hebben kan niet
eerst met moeite een
trap behoefde af te klim
men, maar dadelijk in
de gezellige, zonnige ser
re kon plaats nemen.
Ik werd naar een ge-
makkelijken stoel geleld,
een gedienstige hand
schoof een paar zachte
kussens in mijn rug en
daarna trachtte men met
een kopje geurige bouillon de krachten van
de arme zieke weer een weinig te herstellen.
„Heerlijk is toch zoo'n dagje nazieken," be
dacht ik, toen ik droomerig naar buiten zat
te staren. „Het is zoo rustig, je bent eens
heelemaal uit het jachtige leven uit
Maar tegelijkertijd bedacht ik reeds, wat het
eerste werkje zou zijn, waarmee ik den vol
genden dag zou beginnen.
Ik zal eerst maar eens de koffers uitpakken
en ons voorjaarsgoed voor den dag halen.
Dan zie ik meteen wat er veranderd dient te
worden en wat ik nog gebruiken kan."
Daar werd gebeld en even daarna stond
Simone in de kamer, die mij een geurig toef
je lelietjes der dalen toereikte.
.Simone, je komt als geroepen," zei ik ver
heugd. „Ik zit juist over de voorjaarsmode na
te denken. Jij bent altijd zoo goed op de
hoogte wat is de laatste mode
,Wel, dat komt goed uit," zei mijn vrien
din, „doe je oogen wijd open en bekijk mij
eens goed, ik draag vandaag voor het eerst
mijn nieuwe lentepakje en het is een snufje."
8imone zag fer beeldig uit, een „studie in
het grijs" zou ik het willen noemen. Ze droeg
een mantelcostuum van een heel fijne nuan
ce lichtgrijs. Of eigenlijk was het meer een
ensemble een lichtgrijze japon met een
mantel, die tot aan de knieën reikte. Aan
beide zijden op den schouder was een sjawl,
van grijs satijn met blauwe moezen, beves
tigd, die van voren door slipjes was getrok
ken en op zij vastgeknoopt.
Aan den hals, de ceintuur en de mouwen
haald, iets, dat misschien alleen haar moeder
en Stogdale hadden waargenomen.
Na het diner gingen Mrs. Gilbert en Mary
met een handwerk in de eetkamer zitten en
Evelyn en Roger waren in den salon.
„Ik hoop, dat Mr. Thorburn maar niets
weet van Evelyns houding jegens Sir George
Illingworth," zei Mrs. Gilbert.
„Ik geloof toch van wel, te oordeelen naar
de uitdrukking op zijn gelaat, toen ik hem
zooeven op het concert zag. Maar als zij
eenigszins twijfelt aan zichzelve, dan zal zij
hem dit wel meedeelen alleen ben ik bang,
dat zij in haar streven om oprecht te zijn,
zich soms wat al te zwart maakt."
„Zij beschouwt zich zeker nog vrij, om van
keuze te veranderen. Het was dan ook, om
vergissingen te voorkomen, dat je Vader de
verloving nog een jaar wilde uitstellen. En
als zij nu meent, dat een huwelijk met 8lr
George haar beter in staat zal stellen, haar
eerzucht te voldoen, welnu, dan moet zij
dit zelve weten en kunnen wij er niets aan
veranderen."
„Maar ik had zoo'n hoop, dat u eens met
haar spreken zoudt, Tante Fanny."
„Wat zou het geven, kind Als iemand nog
eenigen invloed op haar had, dan zou Jij het
zijn. Omdat zeker geen ander met zoo'n inni
ge overtuiging haar onder het oog zou weten
te brengen, dat zij zichzelve en haar aan
staanden echtgenoot een onherstelbaar on
recht zou aandoen, wanneer zij een huwelijk
aanging, om eenige andere reden dan liefde."
„Maar u is het toch wel met haar eens
„In theorie, Ja, maar, helaas, leert de erva
ring, ons enkele droeve en niet bepaald ver
rassende lessen. Contact met de wereld doet
ons al spoedig het doelmatige vooropstellen.
Als Evelyn de liefde niet het allerhoogste
goed acht, waarom zou zij zich dan de din
gen ontzeggen, die zij zoozeer op prijs stelt,
ter wille van huwelijk uit liefde Ik ben over
tuigd, dat, ondanks allen invloed, dien wij op
haar willen uitoefenen, zij tóch haar eigen
lot schept."
(Wordt vervolgd.)