SCHOONMAAK S. CQLTOF KARPETTEN 24e JAARGANG VRUDAG 14 APRIL 1933. No. 30 NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR WIERINGEN EN OMSTREKEN „DE WAKENDE LEEUW" PLICHT IS GELUK WIERINGER COURANT N.- VERSCHIJNT ELKIN DINSDAG en VRIJDAG. abonnementsprijs per 3 maanden 1.—. UITGEVER CORN. J. BOSKER. W1ERDVGEE. BUREAU fltppotytnih*ef Wlertofen. Telefoon Intereomm. No. 19. ADVERTENTIIM Van 1—9 regel* iedere regel meer f 0.99. f 9.19 VOOR BETERE PIJP - TABAK TABAKSFABRIEK J. R. KEUSS. Laat 125 Alkmaar. PAASCHTONEN. De Paaschklokken luiden op jubelenden toon En boodschappen 't feest van herleven. Straks maakt weer de lente onze aarde zoo schoon Nog is niet haar feestkleed geweven. Zij fluistert in 't rond slaapt niet langer ontwaakt Staat op nu een heerlijker leven gesmaakt. Het vogelkoor jubelt zoo vroolijk, zoo blij. Door bosschen en beemden en dreven, •t Herinnert aan 't zonnige voorjaarsgetij, Waarop we alles weer zien herleven. Van opstaan gewaagt ook dat lustig gezang, Staat op toch, de sluim'ring duurt anders te lang. Staat op en ontwaakt, zoo klinkt ons ook in 't oor, Wie zou dan die roepstem weerstreven? Geeft allenblijmoedig aan haar dan gehoor Ontwaakt toch voor 't hoogere leven Luidt Paaschklokken kondigt nieuw leven ons aan Moog ieder de hoog're beteek'nis verstaan P ASCHEN. Hoe zouden wij het Paaschfeest van den hernieuwden bloei kunnen scheiden, welke zich overal in de natuur openbaart Welke passender omgeving zou men kunnen kiezen om de overwinning op den dood, de leugen en de zelfzucht te vieren, dan dien tijd van het jaar, waarop alles herleeft, de zon, lan ger boven den horizon, alles door haar stra len weer opwekt en verblijdt, de winter, door een zoelen wind verjaagd, weg vlucht en zich op de met eeuwige sneeuw bedekte bergtop pen terugtrekt, het leven voortstroomt en aan alle kanten overloopt en de lofzang van de opstanding zoowel in de oneindige ruimte als op den kleinsten akker weerklinkt. Maar, zoodra wij dit vastgesteld hebben, •moeten wij niet vergeten, dat het Paasch feest ook een andere beteekenis heeft. Het Paaschfeest is de overwinning van den geest, de liefde, de waarheid het is de overwin ning van het ware leven, van het hoogere en eeuwige leven. Wij allen, welke de gewone gang onzer bezigheden moge zijn, hoe onverschillig en lichtvaardig wij ook in het afgeloopen jaar geweest zijn, voelen er op dien dag behoefte aan dien buitengewonen Overwinnaar te hul digen, Wiens voetsporen de menschheid opge togen drukt. Een van 's werelds grootste dichters schil dert in een onvergankelijk werk een wijsgeer, die, het zoeken moede, ontgoocheld, het door bitteren twijfel gekwelde leven als een last is gaan beschouwen. Maar ziet, daar treffen, na een slapeloozen nacht de blijde klanken van een koor zijn oor. Dat koor zingt op den Paaschmorgen den lofzang der opstanding. Dit lied, dat uit den hemel schijnt neer te dalen als een van troost en hoop, doet zijn hart ontwaken eit onttrekt hem aan de som bere visioenen, welke hem geen rust lieten hij komt weer tot kalmer gedachten de neerdrukkende zwaarmoedigheid verdwijnt bij de tonen van dien hemelschen jubelde duivel vlucht weg de mensch herleeft. Men moet wel verhard zijn om aan die ge heimzinnige sfeer te ontkomen, die op dien dag over de menschheid strijkt en den meest vergeetachtige doet ontwaken. Wie toch kan ongevoelig zijn voor die overwinning van het leven, welke negentien eeuwen geleden zoo duidelijk bewezen werd Ook al geven wij toe, dat wij vaak de leugen hebben gediend, de liefde verloochend en aan den geest weer stand geboden hebben, het is toch niet min der waar dat het lot van de waarheid, van de liefde en van den geest, in de wereld, ons belang inboezemt. Het laat ons niet onver schillig, dat in de maatschappij, in het gezin, de waarheid, de liefde en de geest steeds meer doeltreffend werkelijkheid worden. Juist omdat wij vergankelijke wezens ^zijn, wier blik maar al te vaak niet verder reikt dan on zen nauwen gezichtskring, hebben wij er be hoefte aan, op iets anders te kunnen steunen dan op het leven van dit lichaam, dat door ziekte verzwakt wordt, dat de ouderdom doet verwelken en dat morgen een prooi van het geheimzinnige graf zal zijn. Ieder mensch ontwaakt eens uit zijn materialistischen droom en zoekt vleugels om aan de broosheid dezer wereld te ontkomen hij wil een ander leven bezitten dan dat van de werking zijner organen afhangtsterfelijk wezen, wil hij de onsterfelijkheden grijpen. Deze onsterfelijkheid is het leven, dat dooi de waarheid, de liefde en den geest gevoed wordt. Maar, om aan onze onrust en twijfel een einde te maken, kunnen wij ons niet vergenoegen met de ontroering, welke een opstandig verhaal in alle harten wekt. Wij moeten voelen dat dit leven in ons is, dat het ons geheel en al vervult. Laten wij trachten het kwade met behulp van het goede te boven te komen, laten wij dagelijks de waarheid dienen, laten wij haar in onze woorden, in onze gewoonten, in onze daden doen leven. Op den dag, waarop wij waarlijk de dienaren van de waarheid, van de liefde, van den geest zullen zijn, zullen wij bemerken, dat zich in ons een nieuw le ven heeft ontwikkeld en dat wij de onsterfe lijkheid veroverd hebben. Indien de zelfzucht nog machtig is, in dien zij nog een rol in de geschiedenis speelt, in dien zij met onbeperkte macht in menig ge zin regeert, is dit een reden te meer om haar met alle krachten te bestrijden, met de ze kerheid dat wij vroeg of laat de overwinning zullen behalen. Moge dit de gedachte zijn, die ons op dezen schoonen dag van Paschen leidt jij niet anders doet dan droomen. Denk er om droomen zijn bedrog. Geloof jij dat werkelijk, Gerald Ik heb n.1. moeder in mijn droom ontmoet. Gerald werd ernstig. Hoor eens kleine, je moet me dien droom vertellen, maar er daarna niet meer aan den ken. Je weet, dat moeder is gestorven, toen jij nog heel klein was. Ik heb haar goed ge kend, maar jij De kleine jongen vertelde Ik droomde, dat ik vannacht buiten de stad wandelde. Het was, als ik het mij goed herinner, dichtbij den hollen weg naar het bosch, even voorbij het wachthuisje. Ik hoor de een mooi Paaschgezang en zag in de verte een vrouw met uitgespreide armen op mij toekomen. Ik voelde hetdat moest moeder zijn. Ik hoorde haar roepen „Kom bij mij mijn jongen Ik liep op haar toe wilde haar omarmen, maar mijn armen omvatten slechts lucht. In de verte zag ik de gestalte verdwij nen. Ik hoorde nog vaag haar stem roepen, tot alles vervaagde en het gezang weer ster ker werd. Toen werd ik wakker. Gerald nam de hand van zijn broertje in de zijne. - Hoor eens, kleine. Je moet dien droom uit je hoofd zetten. Het is niet goed er veel aan te denken. Moeder is dood, dat weet je. In den vroegen Paaschmorgen wandelde Ge rald met den jongen buiten de stad. Zij kwa men bij den hollen weg in het bosch. Gerald, hier heb ik in mijn droom moe der ontmoet. Jongen, je weet, wat ik je heb gezegd, Je moet Beiden bleven echter als aan den grond vast genageld staan. Op den weg kwam een vrouw aan met uit gestrekte armen. - Moeder, riepen beiden tegelijk en liepen op haar toe. Een bleeke, vermagerde vrouw drukte twee schreiende jongens in haar armen. En zij vertelde hoe zij meer dan tien jaar geleden naar een sanatorium werd gebracht, vlak na den dood van haar echtgenoot. De doctoren hadden hun hoofd geschud en zij wist hetZij was ten doode opgeschreven. Toen in een opwelling van wanhoop, had zij een familielid overgehaald, den jongens langzaam mede te deelen, dat zij was overle den. Later zouden zij het verlies sterker voe len. Die smart wilde zij den jongens bespa ren. Zij waren toen nog jong en jeugd vergeet zoo snel. Jaren smeulde de bijna gedoofde levens vlam nog door. Toen voltrok zich het won der. De ziekte verdween. Zij werd krachtiger. Zij herstelde. En op dien Paaschmorgen het feest van de Opstanding, openden zich de deuren van het huis om haar te laten gaan naar het leven. FEUILLETON Naar het Engelsch. NO. 20. Evelyn was zoo geheel vervuld van haar verdriet, dat zij niets waard was voor de huis houdelijke plichten, die zij op zich had geno men. Ze koesterde ook in het geheel geen hoop, dat Roger zou toegeven, want ze wist heel goed, dat hij even koppig was als zij. Op een ochtend stond zij met Mary in de veranda en keek naar de schapen, die met zooveel gretigheid stonden te grazen, op het eilandje, vlak aan den kant van het water, zoodat ze weerspiegeld werden in het kristal heldere vocht. Ineens een luid geklapwiek en daar kwam een schare watervogels aangevlo gen, waarna de schuchtere schapen op de vlucht sloegen. „Wat een mooi gezicht, hé riep Mary. Och, mij kan niets meer schelen, of de we reld om mij heen nu mooi of leelijk is het is mij vrijwel hetzelfde „Maar, Evelyn, waarom kan je dan toch niet wachten, de paar jaar, die Vader je op gelegd heeft Je moeilijkheden konden te gen dien tijd tot een oplossing zijn gekomen." „Ga jij mij ook al zoo'n verleidelijk ver schiet voorspiegelen, dat Mrs. Thorburn dan dood kon zijn Op géén andere wijze kan het geluk tót mij komen „Hoe weet je dat nu, kind Ik ben zeker, dat je in het diepst van je hart niet verlangt naar den dood van Mrs. Thorburn, en ik ge loof ook niet, dat alleen haar dood de om standigheden zoo zeer voor je zouden veran deren. Maar geloof mij wacht en wacht geduldig Beschouw je verloving voor het oogenblik enkel als uitgesteld. Geen van ons kan zeggen, hoe de tijd soms een onvoorzie ne verbetering in den bestaanden toestand kan brengen." OPSTANDING. Ik heb vannacht gedroomd, Gerald, zei- de de kleine jongen tot zijn grooteren broer die met vacantie uit de universiteitsstad terug was gekomen. Glimlachend keek Gerald neer op het blon de hoofd van den knaap. Kleine fantast, lachte hij. Ik geloof, dat „Nu, jij hebt gesproken en ik heb geluis terd, maar laten wij nu verder dit troosteloos onderwerp niet meer aanroeren." Mary hield zich hieraan en zag, dat zij haar zuster niets kon overdoen van haar vaste overtuiging dat de tijd wel raad zou schaffen, en Evelyn bleef dus even somber en verstrooid. Op den dag, dat de zuster uit Adelaïde te ruggekomen waren, was de handige dienst bode verder op de boerderij van haar vader gebleven. En Grace leed in zóó hevige mate aan bloedarmoede, dat dokter Underwood er eerst zelfs over gedacht had haar een tijdje van huis te sturen in ieder geval moest zij zeer ontzien worden en wat nog het ergste was Moeder leek in het geheel niet wel. O- ver haar maakte de dokter zich ernstig on gerust. Zoodra Mary thuis was, had zij, die nooit oen geheim had gekend voor haar moeder, haar verteld, wat er was voorgevallen tus- schen haar en Anthony Stogdale. Tot haar verrassing hoorde zij, dat hij, eer hij naar Adelaïde was gegaan, om er het bal bij te wo nen, er Mrs. en Mr. .Underwood over gespro ken had. In verband met de positie, die hij daar in huis innam, had hij het raadzaam geacht, zich eerst te vergewissen van de wij ze, waarop Mr. en Mrs. Underwood zijn aan zoek zouden opnemen. Mary had nu ook officiéél haar jawoord gegeven, maar zij had als voorwaarde gesteld, dat haar zusjes nog niets verteld zou worden van de verloving, eer de tijd Evelyns leed ee- nigszins zou verzacht hebben. Wat later was het weer een heel lichtpunt in Mary's bestaan, toen Miss Falrchild haar een bundeltje zond van haar eigen gedich ten, die zij keurig ingebonden, had laten uit geven. Mary's verloving was niet zoo lang geheim gebleven, als zij dat gewenscht had. Dokter Underwood, die dacht, dat zijn vrouw niet langer de lucht van Iriya noodig had, was in onderhandeling, om een praktijk over te ne men op een plaats tusschen de Adelaïde-heu- vels. Hij stelde zich dan voor, het beheer van het goed aan Anthony en Mary over te laten, BUITENLANDSCH NIEUWS. Een griezelige mtdekking. In de toko van de firma Henneïnan te Bandjermasin is het volgende voor gevallen. Dezer dagen moest een be diende in de ijzerwaren-afdeeling zijn. Hij trok een lade open, maar sloot die weer bliksemsnel, want de man zag er een groote slang in liggen Begrij pelijkerwijze ontstond er consternatie in de toko er werden cenige Dajak- kers bij gehaald, die de kunst van slan gen vangen verstonden en met bun drieën slaagden zij er in, de slang le vend te vangen. Dit geschiedde en kel piet de handen. Het bleek een groo te python te zijn het ondier mat eventjes vijf meter Hoe het beest in de toko verzeild is geraakt, is niet te verklaren wel was het den heer Spaeth, chef der firma opgevallen, dat hij in den laatsten tijd geen last van ratten had. Een millioen ratten gedood. De groote schade, welke de land bouw in het Cheribonsche ondervond van de vele ratten, heeft zooals men weet, de provinciale autoriteiten spe ciale maatregelen met medewerking van de dessa-bevolking doen nemen. Er zijn o.a. klopjachten op de dieren georganiseerd. Het resultaat van deze jachten is thans, dat ruim één millioen ratten zijn gedood. De laatste bandjirs hebben het werk voltooid er zijn dui zenden ratten verdronken. Een drama in den nacht. Twee menschen in plaats van een tijger. Eenigen tijd geleden begaf de Lam- pongsche beroepsjager, Le Beaube, zich op de tijgerjacht, in de buurt van Goenoeng Soegih, waar tijgers gesigna leerd waren. Op post staande in het bosch, hoorde Le Beaube plotseling ge ritsel in het struikgewas. Hij zag twee glinsterende oogen, legde zijn met een dumdumkogel geladen Mauser-geweer aan en schoot. Tot zijn grooten schrik ontdekte hij, dat hij twee menschen geraakt had de voorste was op slag dood. De kogel drong door zijn hart heen, verliet het lichaam weer en trof een tweeden man, die achter hem liep, in 't rechter schou derblad. Het tweede slachtoffer werd stervende opgenomen. Beiden waren visschers, gewapend met netten en een lantaarntje zij be vonden zich op weg naar een in de buurt liggenden vijver. HET VERRE OOSTEN. Bereidt Sowjet-Rusland zich tot een oorlog voor Gespannen verhouding tusschen Rusland en Japan. De verhoudingen tusschen Sowjet- Rusland en Japan zijn aanzienlijk ver scherpt door het over de Russische grens brengen van 60 Mandsjoekwo schc spoorwegwagons, althans wagons waarop de Mandsjockwosche regee ring aanspraak meent te kunnen ma ken. De Mandsjockwosche minister van buitenlandsche zaken heeft den Russischen consul-generaal te Char- bin een nota overhandigd, waarin de verwijdering wordt geëischt van de Russische beambten uit Mandsjoeli en Soeifenko aan de Russische grens. Eenige sterke Mandsjoekwosche troe- pen-afdeelingen zijn hij het gebouw van den Chineeschen Oosterspoorweg samengetrokken. Volgens te Charbin ontvangen be richten zouden Japansche troepen in de richting van de Russische grens op rukken. De Mandsjockwosche regee ring heeft de onmiddellijke teruggave van het materiaal geëischt en dreigt met tegenmaatregelen. Slechte tijd voor de Boheemsche Vioolmakers. Schönbach, in Bohemen, de stad, VOOR DE BIJ KANAALWEG DEN HELDER. Prima vloerzeil52 Prima lenoleum, Krommenie 1-15 Inlaid- of Graniet 2-25 Groote sorteering Bouclé,- Wilton en Deventer die beroemd is om haar viool industrie, ondervindt sterk den invloed der uit- voer-belemmeringen. Violen worden nu verkocht voor een kittelen prijs, aangezien de uitvoer naar Duitschiand Oostenrijk en andere landen vrijwel geheel is stilgezet. Ook Rusland, dut voor den oorlog de helft der te Schön bach vervaardigde violen betrok, heeft als afnemer veel aan belangrijkheid verloren. Vioolbouwers zijn op het oogenblik blij, wanneer zij 80 cents per week verdienen. die konden trouwen, eer de rest van de fami lie weg was. Mary was eenigszins verrast door de over- groote teedérheid, waarmee Grace haar geluk wenschte, toen zij van de verloving hoorde. „Wat ben ik blij voor je, Mary Ik was al bang, dat je nietgenoeg om hem gaf Ik ge loof, dat jullie voor elkaar geschapen zijt Hij zal je zoo goed begrijpen en jij zult je ge ïnspireerd voelen, om nog beter te dichten. Ik mag hem bijzonder graag en ik ben blij, dat hij mijn zwager wordt." De meisjes liepen in den maneschijn en Mary kon niet de uitdrukking van Grace's gezichtje zien. „Maar ik vind het naar om van jullie al len te scheiden. Weet je Grace, dat ik mij soms ongerust maak, dat je het een of ander verdriet hebt. Zou je het mij dan niet kun nen zeggen, dat ik mijn best kon doen, om er misschien iets aan te veranderen „Neen," zei Grace vastberaden. „Maar je begrijpt toch wel, kindje, ik wil mij volstrekt niet indringen in iets, dat je misschien liever geheim houdt, maar ik vind het verschrikkelijk, als ik je zoo van mij weg moet laten gaan, zoo bezwaard van harte „Toe, Mary, spreek daar nu niet meer van Ik doe mijn best, om mijn gevoelens te over winnen en dat zal mij ten slotte ook wel luk ken. Maar let liever niet op mij Als iemand het wist, dan zou ik het besterven van schaamte Mary begreep, wat het was, had vroeger al zoo half en half vermoed, maar die ge dachte steeds opzij gedrongen. Geruimen tijd bleven ze zwijgende, arm in arm, naast elkaar loopen. „Als wij hier terugkomen, Grace," zei Mary bijna fluisterend, „zou je dan bij ons in wil len komen, als Vader en Moeder het ten minste goed vinden „Ja, dat zou ik heel graag willen," ant woordde Grace even zacht. „Maar nu zal je er wel nooit meer van spreken, hè Er is iets, dat mij hindert. Ik moet en zal er over heen komen. Maar denk je, dat Anthony het goed zal vinden, als er een schoonzusje bij BINNENLANDSCH NIEUWS. De vliegende Kuikens Don 30sten Maart vertrok do .Snip van de K. L. M. naar Batavia met een hoo ien kippenren aan boord een kloek met 15 kuikens en een prijsgekroonden haan. Den 8sten April kwaan bet ge zelschap springlevend en gezond te Ba tavia aan. De kuikens waren al flink gegroeid, de kloek was door het ge brek aan beweging wat corpulenter ge worden, de haan kraaide van plezier, dat hij ten lange leste zich eens ver treden mocht. De vreugde der ontvan gers in Indië was groot. Brandstichters aan het werk. Dinsdagnacht werden de bewoners van de boerderij van P. v.d. B. te Bo- eyk (N.-Br.) wakker door het geknot- er van vlammen. Het dak der woning stond reeds in volle vlam. Men slaag de er gelukkig in het vuur te dooven. Even later ontstond brand in het on bewoonde huis met stal van landbou wer J. v. Z. Dit gebouw ging geheel in vlammen op. Tenslotte kon een begin van brand geblusclit worden in de boer derij van J. Uit alles blijkt, dat hier brandstich- ters aan het werk zijn geweest. hem in komt?" vroeg zij, op veel opgewekter toon. „O, ja, dat weet ik vast en Vader en Moe der zal ik er over spreken." HOOFDSTUK XIX. „Ik ben blij, dat je gelukkig zult worden." zei Evelyn, toen zij Mary geluk wenschte met haar verloving. Ik geloof, dat Anthony en jij wel graag op zoo'n eenzame plaats wonen. Maar heb je je wel eens afgevraagd, wat er in die veranderde omstandigheden van mij zal worden „Natuurlijk En ik zou er wat om geven, om je gelukkig te maken. Ik kan enkel ho pen, dat Tante Fanny misschien „Onzin, Mary Wat Tante Fanny doet, maakt voor mij geen verschil Wat Ik te zeggen heb, zal jullie allen verbazen, maar ik verzeker je, dat ik het doorzet. Ik zal het Vader en Moeder vertellen, als ik het jou ge zegd heb. Geen van jullie allen zal ooit we ten, wat het mij gekost heeft. Ik ga trouwen." „Heb je Roger geschreven „Spreek daar maar nooit meer van riep Evelyn. „Den laatsten Mei heeft Sir George Illingworth mij de eer aangedaan, mij met een formeel huwelijksaanzoek te voorschijn te komen. Gisteren heb ik hem geschreven, dat ik het aanneem en vanavond verwacht ik hem hier. Ik zal Vader vertellen, dat ik niet wachten wil. Want nadat jij getrouwd bent, wil ik niet langer thuis blijven'.' „Maar, Evelyn Je vergooit je eigen toe komst Dit kan niets dan verdriet en zelfver wijt baren." Mary had de tranen in de oogen en heel veel vriendelijker ging Evelyn voort „Schrei maar niet, kindje Je kent mij zoo weinig, dat je niet weet, wat ik van mijn toe komst maken zal. Ik denk, dat Vader en Moeder mij wel zonder eenig verzet zullen la ten gaan. Wij zullen dadelijk naar Europa trekken en daar kan ik leven op de manier, zooals ik dit zelve verkies. Dat vooruitzicht lokt mij zeer aan, daar het mij genezen zal van die malle genegenheid voor een man, dien ik toch niet trouwen kan." „Maar stel je nu eens voor, dat je ééns wanneer het te laat is, hem weer ontmoe ten zult „Wij wonen immers in heel andere deelen van de wereld Mij dunkt, het toont al heel weinig tact van jouw kant, Mary, om steeds te blijven praten over iemand, die te genover mij dood is. Zoodra jij en Anthony terugkomt, van je huwelijksreis, zal ik trou wen, hier uit huis." Tegenover haar ouders kwam zij ook voor den dag met het uitgemaakte feit. Op den avond kwam George opgetogen van vreugde in Iriya. Ofschoon de wijze, waarop Evelyn hem behandelde, tegenover de ande ren veel van minachting had, scheen hem dit niet te treffen. Het liep al naar October de tuin was één geurende en kleurende bloemenprachthet gras stond zóó hoog, als koren op het veld Dokter Underwood, Anthony en George wa ren in den tuin aan het werk Mary was aan het wafeltjes bakken voor de thee en Evelyn lag op de rustbank in de keuken en sprak van haar huwelijksrelsje. Mrs. Underwood rustte in haar eigen ka mer, alléén met enkele gedachten, die zij zelfs haar Mary niet wilde meedeelen. Grace en Rosamond maakten een ritje. „Ik heb een reisje opgesteld, waardoor wij twéé lentes kunnen meemaken en géén zo mer Kijk ,3en je aan het spreken over je huwelijks reis vroeg Mr. Underwood, terwijl hij uit den tuin binnentrad. Hij zag er warm en moe uit, dnders dan anders. „Waar is Moeder vroeg hij weer. „Die rust wat op haar kamer. Ik zal haar dadelijk een kopje thee brengen en ik zal er u ook een geven. U ziet er vermoeid uit." „Ik voel mij vreemd," zei hij en ging loom naast Evelyn op de bank zitten. „Heel vreemd Misschien kan ik niet goed tegen het voor jaar. En dan, ik word een dagje ouder, moet je denken. Dat kan ook niet anders, nu ik al twee dochters heb, die mij verlaten voor een anderen man." (Wordt vervolgd.).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Wieringer courant | 1933 | | pagina 1