SCHOONMAAK
S. CQLTOF
KARPETTEN
24e JAARGANG
VRUDAG 14 APRIL 1933.
No. 30
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR
WIERINGEN EN OMSTREKEN
„DE WAKENDE LEEUW"
PLICHT IS GELUK
WIERINGER COURANT
N.-
VERSCHIJNT ELKIN
DINSDAG en VRIJDAG.
abonnementsprijs
per 3 maanden 1.—.
UITGEVER
CORN. J. BOSKER.
W1ERDVGEE.
BUREAU
fltppotytnih*ef Wlertofen.
Telefoon Intereomm. No. 19.
ADVERTENTIIM
Van 1—9 regel*
iedere regel meer
f 0.99.
f 9.19
VOOR BETERE
PIJP - TABAK
TABAKSFABRIEK
J. R. KEUSS.
Laat 125 Alkmaar.
PAASCHTONEN.
De Paaschklokken luiden op jubelenden toon
En boodschappen 't feest van herleven.
Straks maakt weer de lente onze aarde zoo
schoon
Nog is niet haar feestkleed geweven.
Zij fluistert in 't rond slaapt niet langer
ontwaakt
Staat op nu een heerlijker leven gesmaakt.
Het vogelkoor jubelt zoo vroolijk, zoo blij.
Door bosschen en beemden en dreven,
•t Herinnert aan 't zonnige voorjaarsgetij,
Waarop we alles weer zien herleven.
Van opstaan gewaagt ook dat lustig gezang,
Staat op toch, de sluim'ring duurt anders
te lang.
Staat op en ontwaakt, zoo klinkt ons ook
in 't oor,
Wie zou dan die roepstem weerstreven?
Geeft allenblijmoedig aan haar dan gehoor
Ontwaakt toch voor 't hoogere leven
Luidt Paaschklokken kondigt nieuw leven
ons aan
Moog ieder de hoog're beteek'nis verstaan
P ASCHEN.
Hoe zouden wij het Paaschfeest van den
hernieuwden bloei kunnen scheiden, welke
zich overal in de natuur openbaart Welke
passender omgeving zou men kunnen kiezen
om de overwinning op den dood, de leugen
en de zelfzucht te vieren, dan dien tijd van
het jaar, waarop alles herleeft, de zon, lan
ger boven den horizon, alles door haar stra
len weer opwekt en verblijdt, de winter, door
een zoelen wind verjaagd, weg vlucht en zich
op de met eeuwige sneeuw bedekte bergtop
pen terugtrekt, het leven voortstroomt en
aan alle kanten overloopt en de lofzang van
de opstanding zoowel in de oneindige ruimte
als op den kleinsten akker weerklinkt.
Maar, zoodra wij dit vastgesteld hebben,
•moeten wij niet vergeten, dat het Paasch
feest ook een andere beteekenis heeft. Het
Paaschfeest is de overwinning van den geest,
de liefde, de waarheid het is de overwin
ning van het ware leven, van het hoogere en
eeuwige leven.
Wij allen, welke de gewone gang onzer
bezigheden moge zijn, hoe onverschillig en
lichtvaardig wij ook in het afgeloopen jaar
geweest zijn, voelen er op dien dag behoefte
aan dien buitengewonen Overwinnaar te hul
digen, Wiens voetsporen de menschheid opge
togen drukt.
Een van 's werelds grootste dichters schil
dert in een onvergankelijk werk een wijsgeer,
die, het zoeken moede, ontgoocheld, het door
bitteren twijfel gekwelde leven als een last is
gaan beschouwen.
Maar ziet, daar treffen, na een slapeloozen
nacht de blijde klanken van een koor zijn
oor. Dat koor zingt op den Paaschmorgen
den lofzang der opstanding.
Dit lied, dat uit den hemel schijnt neer te
dalen als een van troost en hoop, doet zijn
hart ontwaken eit onttrekt hem aan de som
bere visioenen, welke hem geen rust lieten
hij komt weer tot kalmer gedachten de
neerdrukkende zwaarmoedigheid verdwijnt
bij de tonen van dien hemelschen jubelde
duivel vlucht weg de mensch herleeft.
Men moet wel verhard zijn om aan die ge
heimzinnige sfeer te ontkomen, die op dien
dag over de menschheid strijkt en den meest
vergeetachtige doet ontwaken. Wie toch kan
ongevoelig zijn voor die overwinning van het
leven, welke negentien eeuwen geleden zoo
duidelijk bewezen werd Ook al geven wij
toe, dat wij vaak de leugen hebben gediend,
de liefde verloochend en aan den geest weer
stand geboden hebben, het is toch niet min
der waar dat het lot van de waarheid, van
de liefde en van den geest, in de wereld, ons
belang inboezemt. Het laat ons niet onver
schillig, dat in de maatschappij, in het gezin,
de waarheid, de liefde en de geest steeds
meer doeltreffend werkelijkheid worden. Juist
omdat wij vergankelijke wezens ^zijn, wier
blik maar al te vaak niet verder reikt dan on
zen nauwen gezichtskring, hebben wij er be
hoefte aan, op iets anders te kunnen steunen
dan op het leven van dit lichaam, dat door
ziekte verzwakt wordt, dat de ouderdom doet
verwelken en dat morgen een prooi van het
geheimzinnige graf zal zijn. Ieder mensch
ontwaakt eens uit zijn materialistischen
droom en zoekt vleugels om aan de broosheid
dezer wereld te ontkomen hij wil een ander
leven bezitten dan dat van de werking zijner
organen afhangtsterfelijk wezen, wil hij
de onsterfelijkheden grijpen.
Deze onsterfelijkheid is het leven, dat dooi
de waarheid, de liefde en den geest gevoed
wordt. Maar, om aan onze onrust en twijfel
een einde te maken, kunnen wij ons niet
vergenoegen met de ontroering, welke een
opstandig verhaal in alle harten wekt. Wij
moeten voelen dat dit leven in ons is, dat het
ons geheel en al vervult.
Laten wij trachten het kwade met behulp
van het goede te boven te komen, laten wij
dagelijks de waarheid dienen, laten wij haar
in onze woorden, in onze gewoonten, in onze
daden doen leven. Op den dag, waarop wij
waarlijk de dienaren van de waarheid, van
de liefde, van den geest zullen zijn, zullen
wij bemerken, dat zich in ons een nieuw le
ven heeft ontwikkeld en dat wij de onsterfe
lijkheid veroverd hebben.
Indien de zelfzucht nog machtig is, in dien
zij nog een rol in de geschiedenis speelt, in
dien zij met onbeperkte macht in menig ge
zin regeert, is dit een reden te meer om haar
met alle krachten te bestrijden, met de ze
kerheid dat wij vroeg of laat de overwinning
zullen behalen. Moge dit de gedachte zijn,
die ons op dezen schoonen dag van Paschen
leidt
jij niet anders doet dan droomen. Denk er
om droomen zijn bedrog.
Geloof jij dat werkelijk, Gerald Ik heb
n.1. moeder in mijn droom ontmoet.
Gerald werd ernstig.
Hoor eens kleine, je moet me dien droom
vertellen, maar er daarna niet meer aan den
ken. Je weet, dat moeder is gestorven, toen
jij nog heel klein was. Ik heb haar goed ge
kend, maar jij
De kleine jongen vertelde
Ik droomde, dat ik vannacht buiten de
stad wandelde. Het was, als ik het mij goed
herinner, dichtbij den hollen weg naar het
bosch, even voorbij het wachthuisje. Ik hoor
de een mooi Paaschgezang en zag in de verte
een vrouw met uitgespreide armen op mij
toekomen. Ik voelde hetdat moest moeder
zijn. Ik hoorde haar roepen „Kom bij mij
mijn jongen Ik liep op haar toe wilde haar
omarmen, maar mijn armen omvatten slechts
lucht. In de verte zag ik de gestalte verdwij
nen. Ik hoorde nog vaag haar stem roepen,
tot alles vervaagde en het gezang weer ster
ker werd. Toen werd ik wakker.
Gerald nam de hand van zijn broertje in
de zijne.
- Hoor eens, kleine. Je moet dien droom
uit je hoofd zetten. Het is niet goed er veel
aan te denken.
Moeder is dood, dat weet je.
In den vroegen Paaschmorgen wandelde Ge
rald met den jongen buiten de stad. Zij kwa
men bij den hollen weg in het bosch.
Gerald, hier heb ik in mijn droom moe
der ontmoet.
Jongen, je weet, wat ik je heb gezegd,
Je moet
Beiden bleven echter als aan den grond
vast genageld staan.
Op den weg kwam een vrouw aan met uit
gestrekte armen.
- Moeder, riepen beiden tegelijk en liepen
op haar toe.
Een bleeke, vermagerde vrouw drukte twee
schreiende jongens in haar armen.
En zij vertelde hoe zij meer dan tien jaar
geleden naar een sanatorium werd gebracht,
vlak na den dood van haar echtgenoot. De
doctoren hadden hun hoofd geschud en zij
wist hetZij was ten doode opgeschreven.
Toen in een opwelling van wanhoop, had
zij een familielid overgehaald, den jongens
langzaam mede te deelen, dat zij was overle
den. Later zouden zij het verlies sterker voe
len. Die smart wilde zij den jongens bespa
ren. Zij waren toen nog jong en jeugd vergeet
zoo snel.
Jaren smeulde de bijna gedoofde levens
vlam nog door. Toen voltrok zich het won
der. De ziekte verdween. Zij werd krachtiger.
Zij herstelde. En op dien Paaschmorgen
het feest van de Opstanding, openden zich
de deuren van het huis om haar te laten
gaan naar het leven.
FEUILLETON
Naar het Engelsch.
NO. 20.
Evelyn was zoo geheel vervuld van haar
verdriet, dat zij niets waard was voor de huis
houdelijke plichten, die zij op zich had geno
men. Ze koesterde ook in het geheel geen
hoop, dat Roger zou toegeven, want ze wist
heel goed, dat hij even koppig was als zij.
Op een ochtend stond zij met Mary in de
veranda en keek naar de schapen, die met
zooveel gretigheid stonden te grazen, op het
eilandje, vlak aan den kant van het water,
zoodat ze weerspiegeld werden in het kristal
heldere vocht. Ineens een luid geklapwiek en
daar kwam een schare watervogels aangevlo
gen, waarna de schuchtere schapen op de
vlucht sloegen.
„Wat een mooi gezicht, hé riep Mary.
Och, mij kan niets meer schelen, of de we
reld om mij heen nu mooi of leelijk is het
is mij vrijwel hetzelfde
„Maar, Evelyn, waarom kan je dan toch
niet wachten, de paar jaar, die Vader je op
gelegd heeft Je moeilijkheden konden te
gen dien tijd tot een oplossing zijn gekomen."
„Ga jij mij ook al zoo'n verleidelijk ver
schiet voorspiegelen, dat Mrs. Thorburn dan
dood kon zijn Op géén andere wijze kan het
geluk tót mij komen
„Hoe weet je dat nu, kind Ik ben zeker,
dat je in het diepst van je hart niet verlangt
naar den dood van Mrs. Thorburn, en ik ge
loof ook niet, dat alleen haar dood de om
standigheden zoo zeer voor je zouden veran
deren. Maar geloof mij wacht en wacht
geduldig Beschouw je verloving voor het
oogenblik enkel als uitgesteld. Geen van ons
kan zeggen, hoe de tijd soms een onvoorzie
ne verbetering in den bestaanden toestand
kan brengen."
OPSTANDING.
Ik heb vannacht gedroomd, Gerald, zei-
de de kleine jongen tot zijn grooteren broer
die met vacantie uit de universiteitsstad terug
was gekomen.
Glimlachend keek Gerald neer op het blon
de hoofd van den knaap.
Kleine fantast, lachte hij. Ik geloof, dat
„Nu, jij hebt gesproken en ik heb geluis
terd, maar laten wij nu verder dit troosteloos
onderwerp niet meer aanroeren."
Mary hield zich hieraan en zag, dat zij
haar zuster niets kon overdoen van haar
vaste overtuiging dat de tijd wel raad zou
schaffen, en Evelyn bleef dus even somber
en verstrooid.
Op den dag, dat de zuster uit Adelaïde te
ruggekomen waren, was de handige dienst
bode verder op de boerderij van haar vader
gebleven. En Grace leed in zóó hevige mate
aan bloedarmoede, dat dokter Underwood er
eerst zelfs over gedacht had haar een tijdje
van huis te sturen in ieder geval moest zij
zeer ontzien worden en wat nog het ergste
was Moeder leek in het geheel niet wel. O-
ver haar maakte de dokter zich ernstig on
gerust.
Zoodra Mary thuis was, had zij, die nooit
oen geheim had gekend voor haar moeder,
haar verteld, wat er was voorgevallen tus-
schen haar en Anthony Stogdale. Tot haar
verrassing hoorde zij, dat hij, eer hij naar
Adelaïde was gegaan, om er het bal bij te wo
nen, er Mrs. en Mr. .Underwood over gespro
ken had. In verband met de positie, die hij
daar in huis innam, had hij het raadzaam
geacht, zich eerst te vergewissen van de wij
ze, waarop Mr. en Mrs. Underwood zijn aan
zoek zouden opnemen.
Mary had nu ook officiéél haar jawoord
gegeven, maar zij had als voorwaarde gesteld,
dat haar zusjes nog niets verteld zou worden
van de verloving, eer de tijd Evelyns leed ee-
nigszins zou verzacht hebben.
Wat later was het weer een heel lichtpunt
in Mary's bestaan, toen Miss Falrchild haar
een bundeltje zond van haar eigen gedich
ten, die zij keurig ingebonden, had laten uit
geven.
Mary's verloving was niet zoo lang geheim
gebleven, als zij dat gewenscht had. Dokter
Underwood, die dacht, dat zijn vrouw niet
langer de lucht van Iriya noodig had, was in
onderhandeling, om een praktijk over te ne
men op een plaats tusschen de Adelaïde-heu-
vels. Hij stelde zich dan voor, het beheer van
het goed aan Anthony en Mary over te laten,
BUITENLANDSCH NIEUWS.
Een griezelige mtdekking.
In de toko van de firma Henneïnan
te Bandjermasin is het volgende voor
gevallen. Dezer dagen moest een be
diende in de ijzerwaren-afdeeling zijn.
Hij trok een lade open, maar sloot die
weer bliksemsnel, want de man zag
er een groote slang in liggen Begrij
pelijkerwijze ontstond er consternatie
in de toko er werden cenige Dajak-
kers bij gehaald, die de kunst van slan
gen vangen verstonden en met bun
drieën slaagden zij er in, de slang le
vend te vangen. Dit geschiedde en
kel piet de handen. Het bleek een groo
te python te zijn het ondier mat
eventjes vijf meter
Hoe het beest in de toko verzeild is
geraakt, is niet te verklaren wel was
het den heer Spaeth, chef der firma
opgevallen, dat hij in den laatsten tijd
geen last van ratten had.
Een millioen ratten gedood.
De groote schade, welke de land
bouw in het Cheribonsche ondervond
van de vele ratten, heeft zooals men
weet, de provinciale autoriteiten spe
ciale maatregelen met medewerking
van de dessa-bevolking doen nemen.
Er zijn o.a. klopjachten op de dieren
georganiseerd.
Het resultaat van deze jachten is
thans, dat ruim één millioen ratten
zijn gedood. De laatste bandjirs
hebben het werk voltooid er zijn dui
zenden ratten verdronken.
Een drama in den nacht.
Twee menschen in plaats van
een tijger.
Eenigen tijd geleden begaf de Lam-
pongsche beroepsjager, Le Beaube,
zich op de tijgerjacht, in de buurt van
Goenoeng Soegih, waar tijgers gesigna
leerd waren. Op post staande in het
bosch, hoorde Le Beaube plotseling ge
ritsel in het struikgewas. Hij zag twee
glinsterende oogen, legde zijn met een
dumdumkogel geladen Mauser-geweer
aan en schoot.
Tot zijn grooten schrik ontdekte hij,
dat hij twee menschen geraakt had
de voorste was op slag dood. De kogel
drong door zijn hart heen, verliet het
lichaam weer en trof een tweeden man,
die achter hem liep, in 't rechter schou
derblad. Het tweede slachtoffer werd
stervende opgenomen.
Beiden waren visschers, gewapend
met netten en een lantaarntje zij be
vonden zich op weg naar een in de
buurt liggenden vijver.
HET VERRE OOSTEN.
Bereidt Sowjet-Rusland zich tot een
oorlog voor
Gespannen verhouding tusschen
Rusland en Japan.
De verhoudingen tusschen Sowjet-
Rusland en Japan zijn aanzienlijk ver
scherpt door het over de Russische
grens brengen van 60 Mandsjoekwo
schc spoorwegwagons, althans wagons
waarop de Mandsjockwosche regee
ring aanspraak meent te kunnen ma
ken. De Mandsjockwosche minister
van buitenlandsche zaken heeft den
Russischen consul-generaal te Char-
bin een nota overhandigd, waarin de
verwijdering wordt geëischt van de
Russische beambten uit Mandsjoeli en
Soeifenko aan de Russische grens.
Eenige sterke Mandsjoekwosche troe-
pen-afdeelingen zijn hij het gebouw
van den Chineeschen Oosterspoorweg
samengetrokken.
Volgens te Charbin ontvangen be
richten zouden Japansche troepen in
de richting van de Russische grens op
rukken. De Mandsjockwosche regee
ring heeft de onmiddellijke teruggave
van het materiaal geëischt en dreigt
met tegenmaatregelen.
Slechte tijd voor de Boheemsche
Vioolmakers.
Schönbach, in Bohemen, de stad,
VOOR DE
BIJ
KANAALWEG DEN HELDER.
Prima vloerzeil52
Prima lenoleum, Krommenie 1-15
Inlaid- of Graniet 2-25
Groote sorteering Bouclé,- Wilton
en Deventer
die beroemd is om haar viool industrie,
ondervindt sterk den invloed der uit-
voer-belemmeringen. Violen worden
nu verkocht voor een kittelen prijs,
aangezien de uitvoer naar Duitschiand
Oostenrijk en andere landen vrijwel
geheel is stilgezet. Ook Rusland, dut
voor den oorlog de helft der te Schön
bach vervaardigde violen betrok, heeft
als afnemer veel aan belangrijkheid
verloren. Vioolbouwers zijn op het
oogenblik blij, wanneer zij 80 cents per
week verdienen.
die konden trouwen, eer de rest van de fami
lie weg was.
Mary was eenigszins verrast door de over-
groote teedérheid, waarmee Grace haar geluk
wenschte, toen zij van de verloving hoorde.
„Wat ben ik blij voor je, Mary Ik was al
bang, dat je nietgenoeg om hem gaf Ik ge
loof, dat jullie voor elkaar geschapen zijt
Hij zal je zoo goed begrijpen en jij zult je ge
ïnspireerd voelen, om nog beter te dichten.
Ik mag hem bijzonder graag en ik ben blij,
dat hij mijn zwager wordt."
De meisjes liepen in den maneschijn en
Mary kon niet de uitdrukking van Grace's
gezichtje zien.
„Maar ik vind het naar om van jullie al
len te scheiden. Weet je Grace, dat ik mij
soms ongerust maak, dat je het een of ander
verdriet hebt. Zou je het mij dan niet kun
nen zeggen, dat ik mijn best kon doen, om
er misschien iets aan te veranderen
„Neen," zei Grace vastberaden.
„Maar je begrijpt toch wel, kindje, ik
wil mij volstrekt niet indringen in iets, dat
je misschien liever geheim houdt, maar ik
vind het verschrikkelijk, als ik je zoo van
mij weg moet laten gaan, zoo bezwaard van
harte
„Toe, Mary, spreek daar nu niet meer van
Ik doe mijn best, om mijn gevoelens te over
winnen en dat zal mij ten slotte ook wel luk
ken. Maar let liever niet op mij Als iemand
het wist, dan zou ik het besterven van
schaamte
Mary begreep, wat het was, had vroeger
al zoo half en half vermoed, maar die ge
dachte steeds opzij gedrongen.
Geruimen tijd bleven ze zwijgende, arm in
arm, naast elkaar loopen.
„Als wij hier terugkomen, Grace," zei Mary
bijna fluisterend, „zou je dan bij ons in wil
len komen, als Vader en Moeder het ten
minste goed vinden
„Ja, dat zou ik heel graag willen," ant
woordde Grace even zacht. „Maar nu zal je
er wel nooit meer van spreken, hè Er is
iets, dat mij hindert. Ik moet en zal er over
heen komen. Maar denk je, dat Anthony het
goed zal vinden, als er een schoonzusje bij
BINNENLANDSCH NIEUWS.
De vliegende Kuikens
Don 30sten Maart vertrok do .Snip van
de K. L. M. naar Batavia met een hoo
ien kippenren aan boord een kloek
met 15 kuikens en een prijsgekroonden
haan. Den 8sten April kwaan bet ge
zelschap springlevend en gezond te Ba
tavia aan. De kuikens waren al flink
gegroeid, de kloek was door het ge
brek aan beweging wat corpulenter ge
worden, de haan kraaide van plezier,
dat hij ten lange leste zich eens ver
treden mocht. De vreugde der ontvan
gers in Indië was groot.
Brandstichters aan het werk.
Dinsdagnacht werden de bewoners
van de boerderij van P. v.d. B. te Bo-
eyk (N.-Br.) wakker door het geknot-
er van vlammen. Het dak der woning
stond reeds in volle vlam. Men slaag
de er gelukkig in het vuur te dooven.
Even later ontstond brand in het on
bewoonde huis met stal van landbou
wer J. v. Z. Dit gebouw ging geheel in
vlammen op. Tenslotte kon een begin
van brand geblusclit worden in de boer
derij van J.
Uit alles blijkt, dat hier brandstich-
ters aan het werk zijn geweest.
hem in komt?" vroeg zij, op veel opgewekter
toon.
„O, ja, dat weet ik vast en Vader en Moe
der zal ik er over spreken."
HOOFDSTUK XIX.
„Ik ben blij, dat je gelukkig zult worden."
zei Evelyn, toen zij Mary geluk wenschte met
haar verloving. Ik geloof, dat Anthony en jij
wel graag op zoo'n eenzame plaats wonen.
Maar heb je je wel eens afgevraagd, wat er
in die veranderde omstandigheden van mij
zal worden
„Natuurlijk En ik zou er wat om geven,
om je gelukkig te maken. Ik kan enkel ho
pen, dat Tante Fanny misschien
„Onzin, Mary Wat Tante Fanny
doet, maakt voor mij geen verschil Wat Ik
te zeggen heb, zal jullie allen verbazen, maar
ik verzeker je, dat ik het doorzet. Ik zal het
Vader en Moeder vertellen, als ik het jou ge
zegd heb. Geen van jullie allen zal ooit we
ten, wat het mij gekost heeft. Ik ga trouwen."
„Heb je Roger geschreven
„Spreek daar maar nooit meer van riep
Evelyn. „Den laatsten Mei heeft Sir George
Illingworth mij de eer aangedaan, mij met
een formeel huwelijksaanzoek te voorschijn te
komen. Gisteren heb ik hem geschreven, dat
ik het aanneem en vanavond verwacht ik
hem hier. Ik zal Vader vertellen, dat ik niet
wachten wil. Want nadat jij getrouwd bent,
wil ik niet langer thuis blijven'.'
„Maar, Evelyn Je vergooit je eigen toe
komst Dit kan niets dan verdriet en zelfver
wijt baren."
Mary had de tranen in de oogen en heel
veel vriendelijker ging Evelyn voort
„Schrei maar niet, kindje Je kent mij zoo
weinig, dat je niet weet, wat ik van mijn toe
komst maken zal. Ik denk, dat Vader en
Moeder mij wel zonder eenig verzet zullen la
ten gaan. Wij zullen dadelijk naar Europa
trekken en daar kan ik leven op de manier,
zooals ik dit zelve verkies. Dat vooruitzicht
lokt mij zeer aan, daar het mij genezen zal
van die malle genegenheid voor een man,
dien ik toch niet trouwen kan."
„Maar stel je nu eens voor, dat je ééns
wanneer het te laat is, hem weer ontmoe
ten zult
„Wij wonen immers in heel andere deelen
van de wereld Mij dunkt, het toont al
heel weinig tact van jouw kant, Mary, om
steeds te blijven praten over iemand, die te
genover mij dood is. Zoodra jij en Anthony
terugkomt, van je huwelijksreis, zal ik trou
wen, hier uit huis."
Tegenover haar ouders kwam zij ook voor
den dag met het uitgemaakte feit.
Op den avond kwam George opgetogen van
vreugde in Iriya. Ofschoon de wijze, waarop
Evelyn hem behandelde, tegenover de ande
ren veel van minachting had, scheen hem dit
niet te treffen.
Het liep al naar October de tuin was één
geurende en kleurende bloemenprachthet
gras stond zóó hoog, als koren op het veld
Dokter Underwood, Anthony en George wa
ren in den tuin aan het werk Mary was aan
het wafeltjes bakken voor de thee en Evelyn
lag op de rustbank in de keuken en sprak
van haar huwelijksrelsje.
Mrs. Underwood rustte in haar eigen ka
mer, alléén met enkele gedachten, die zij zelfs
haar Mary niet wilde meedeelen. Grace en
Rosamond maakten een ritje.
„Ik heb een reisje opgesteld, waardoor wij
twéé lentes kunnen meemaken en géén zo
mer Kijk
,3en je aan het spreken over je huwelijks
reis vroeg Mr. Underwood, terwijl hij uit
den tuin binnentrad. Hij zag er warm en moe
uit, dnders dan anders.
„Waar is Moeder vroeg hij weer.
„Die rust wat op haar kamer. Ik zal haar
dadelijk een kopje thee brengen en ik zal er
u ook een geven. U ziet er vermoeid uit."
„Ik voel mij vreemd," zei hij en ging loom
naast Evelyn op de bank zitten. „Heel vreemd
Misschien kan ik niet goed tegen het voor
jaar. En dan, ik word een dagje ouder, moet
je denken. Dat kan ook niet anders, nu ik al
twee dochters heb, die mij verlaten voor een
anderen man."
(Wordt vervolgd.).