SCHOONMAAK S. COLTOF KARPETTEN 24e JAARGANG DINSDAG 25 APRIL 1933. No. 33 NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR WIERINGEN EN OMSTREKEN EERSTE BOOMPLANTDAG IN DE WIERINGERMEER. PUCHT IS GELUK WIERINGER COURANT VERSCHIJNT BLKBlf DINSDAG en VRIJDAG. ABONNEMENTSPRIJS per 3 maanden f 1.—. UITGEVER COKN. J. BOSKER, WIE KL VGKM. BUREAU Hlppolytushael Wieringen. Telefoon In ter co mm. Na. if. ADV1RT1NTII* Van 11 regel* Iedere regel meer f OM l il Wederom een gedenkwaardigen dag voor onzen nieuwen Polder. (v.V.) Hoe kort schijnt het nog geleden, dat wij een uitnoodiging ontvingen van de Directie der Wieringermeer om de plechtig heid, van de opening van het eerste poststa tion in de Wieringermeer bij te wonen en te verslaan. Wat gaf de Polder in die dagen een troos- teloozen aanblik het eerste huis was nog maar juist in aanbouw, wegen waren er nog niet, kortom men ging zich afvragen wat zal een mensch gaan uitrichten in deze woeste nij. Het eerste poststationnetje was toen onder gebracht in de cantine van de familie Theu- nisse. En wat had die goede juffrouw Theu- nisse 't met die arme persmenschen te doen, toen er om brood gevraagd werd en zij niet in staat was om aan de groote vraag naar brood te voldoen. Gelukkig ontfermde ir. Van Oppen zich toen over ons en stond hij zeer gul de taart af welke eigenlijk bestemd was voor het offi- cieele gezelschap. Dit behoort alweer tot de geschiedenis, hoe wel het nog maar weinige jaren geleden is. Sindsdien is er bijna geen week voorbijge gaan, of we konden in onze kolommen ge beurtenissen vermelden waar eerstelingen in- gevierd werden. En iedere gebeurtenis op zich zelf was weer een stapje nader tot het groote doel, wat men zich voor oogen had gesteld, n.m. het bewoon baar maken van den bodem der vroegere Zuiderzee. Vanaf het oogenblik dat de Wieringermeer is drooggevallen tot op den huidigen dag, dat is dus pl.m. twee en half jaar geleden, heeft het aspect van den Polder een geweldige ver andering ondergaan. Zaterdag 22 April was wederom een gedenk waardigen dag voor de W.'meer weer een dag van eerstelingen, men zou een boomplant- dag gaan houden en men mag deze gebeur- tsnis dan ook beschouwen als een sluitstuk op een reeks van materieele en geestelijke be hoeften welke een mensch noodig heeft om in te leven. Natuurschoon is er bijna of in het geheel nog niet in de W.'meer. Zaterdag heeft men een aanvang gemaakt met ook hierin voorziening te treffen en een boomplantdag gehouden waaraan deel werd genomen door pl.m. 250 schoolkinderen uit Slootdorp en Middenmeer. Voor deze plechtigheid was zelfs de Minis ter van Waterstaat door de W.meer-Directie uitgenoodigd, die de eerste boom zou planten. Toen wij Zaterdagmiddag om half drie on geveer te Slootdorp arriveerden, was reeds een feestelijke stemming in het dorp te be speuren. Het was een drukte van belang op de Brink en omliggende straten vooral in de buurt van het schoolgebouw. Hier zou zich de optocht opstellen, welke de minister zou inhalen. De Voorzitter van de Dorpscommissie liep voor de laatste toebe reidselen rond te speuren, gaf hier en daar een wenk of order, en op het schoolplein ston den kinderen te trappelen van ongeduld be laden met schildjes en doeken waarop ver schillende spreuken als „Jong met kweeken te beginnen, doet ons natuur beminnen" of „Geen takken breken maar boomen kweeken.' Nadat alles gereed was voor een behoorlij ke ontvangst van den Minister trok men in optocht met het muziekcorps „Cresendo" uit Medemblik voorop naar de brug even buiten Slootdorp alwaar de minister per auto pre cies op tijd arriveerde. Z.E. werd ontvangen door den Edelacht. Heer P. C. J. Peters Burgemeester van Me demblik, die tevens voorzitter van de Dorps commissie is. De Minister was vergezeld van den Secre taris-Generaal den heer Rosenwald. Het hooge gezelschap sloot zich aan bij de stoet en wederom in optocht trok men naar de Brink, alwaar op het gazon een spreekge stoelte was opgericht van stroopakken. Onder de aanwezigen merkten wij o.a. op van de W.-meer Directie ir. Roebroek, ir. Mesu, ir. Smeding, de heer de Bruin, secre taris der directie, ir. Koudijs, referendaris Dep. van Landbouw, de Burgemeester van Wieringen L. C. Kolff, Ds. Finkensieper, Ds. Fischer, Dr. Hoogkamer, e.a. Bovendien was er zeer veel belangstelling van de omliggende gemeenten. Nadat het muziekcorps een nummer ten beste had gegeven was allereerst het woord aan de voorzitter van de dorpscommissie, Welkomstrede van den heer Peters. Excellentie, Dames en Heeren, Jongens en Meisjes. Als voorzitter van dorpscommissie is het mij vergund om bij de plechtige gebeurtenis eenige woorden te mogen spreken. Ik zou dit ook kunnen doen als Burgemees ter van Medemblik, of als Secretaris van de W.-meerpolder, maar ik prefereer dit te doen in mijn functie als Voorzitter van de dorps commissie. Ik ben vandaag dan de hoogste Ambtenaar in deze gemeente, zelfs de Directieleden van de W.-meer zijn vandaag onze gasten. Het is dus in de eerste plaats dat ik na mens de bevolking dit illuster gezelschap welkom heet, en vooral Uwe Excellentie on zen hartelijken dank betuig dat U van Uw weinige vrije tijd toch nog wat afstaat om dit plechtig en gedenkwaardig gebeuren bij te willen wonen. Ook de pers zeggen wij dank voor de ver breiding die zij steeds heeft gegeven van het groote droogleggingwerk. Tot in de verste hoe ken der wereld is Nederland beroemd om het groote werk. De roem straalt op ons bewoners van de W.-meer ook af. Verder breng ik dank aan de W.-meer-di- rectie en haar personeel, voor de resultaten die in den loop der jaren door haar bereikt zijn en die het mogelijk hebben gemaakt dat we een dag als dezen konden vieren. Dan zou ik woorden van dank willen spre ken aan allen, die hebben meegewerkt om dezen dag te doen slagen, allen te noemen is onmogelijk, doch een uitzondering meen ik te moeten maken voor de heeren Overdijk Harshagen en Mej. Olsder, de laatste zou ik kunnen noemen onze manuela zij was onze manusje van alles werd overal in geraad pleegd en wist overal raad voor. Ook de hoofden der scholen met hun perso neel onzen dank. We zijn hier dan vandaag gekomen om boomen te planten we hebben mooie wegen aangelegd maar deze dienen beschaduwd te worden. Toen ik een jaar geleden benoemd werd als burgemeester van Medemblik was er groote vreugde in de huize Peters het eerste wat onze jongste spruit vroeg was „Vader zijn hier ook heiden Nee, zeg ik, maar wel boo men, die staan in Medemblik wel. Maar hier in de W.-meer zijn niet alleen geen heiden, doch ook geen boomen. We hebben hier nu een echt dorp en daar willen we boomen ook hebben en deze boo men zullen onze kinderen planten. Waarvoor laten we de kinderen deze boo men planten Wel dat wil zeggen jongens en meisjes, dat deze boomen voortaan van jullie zijn niet dat je er dan maar aan mag hak ken of mag breken, of letters in snijden neen, deze boomen moeten jelui verzorgen en oppassen. Nu kan het gebeuren dat er misschen eens een boom dood gaat buiten jelui schuld het is hier nog altijd zeebodem dus zit er nog wat zout m en daar kan zoo'n boom niet te gen. Dan schrijf je maar een brief aan de W.-meer Directie, waarin staat „Heeren het FEUILLETON. Naar het Engelsch. No. 23. Met een kreet wierp zij de krant neer, maar ging toen weer moedig de andere kolommen inkijken en daar zag zij onder een van de hoofden staan „Begrafenis van Mrs. Thor brun." Met popelend hart las zij het berichtje, dat Roger Thorburn nu alleen stond en dat hij op raad van den dokter den dag na de be grafenis Zuid-Australië had verlaten en met een mailboot naar Venetië was vertrokken. De krant gleed op den grond en werktuig lijk begon Evelyn toilet te maken en was er in geslaagd, op dat oogenblik de gedachten aan haar huwelijk te verdringen, tot zij in de kast haar bruidstoilet zag Toen besefte zij pas in al z'n verschrikking, wat ze dien ochtend zou doen dat zij een man zou trouwen, voor wien zij al heel weinig voelde, terwijl zij enkel en alleen door haar koppig doordrijven den man had opgegeven, dien zij lief had, met al de vurigheid van haar onstuimige natuur. Ineens vielen haar weer de bijzonderheden in van de regeling van dien dag George zou met hen ontbijten hij zou nu dus al onder weg zijn. Zij keek op de klok in den hall. Het was half acht. Ze deed gauw een eenvoudig toiletje aan en tien minuten later zag Mary haar den heuvel bestijgen, tot haar niet ge ringe verbazing, want een dergelijk genegen- heidsvertoon was niet iets voor Evelyn, dacht zij. Ze ging naar de kamer van haar zuster, vond daar de krant op den grond liggen, raapte ze op en ook zij werd het bericht ge waar, van de begrafenis van Mrs. Thorburn. „Wat zou het toch anders met Evelyn geloo mis met mijn boom wilt als 't u blieft eens komen kijken Maar gaat het wel goed met deze boom, dan zul je deze op zien groeien, later zul je, als je groot bent en va der en moeder en nog later zelfs als groot vader en grootmoeder je kinderen en klein kinderen op je boom wijzen, die heeft opa of opoe nog geplant., toen hij nog een dreumes was als jelui. Zie je, zoo wordt een boom een stuk van je zelf. En ik maak jelui vandaag allemaal onbezoldigd rijksveldwachter over de boomen als men jelui boomen te na komt schrijf je 'n brief aan de Burgemeester van Medemblik en die neemt dan zijn maatrege len wel. Ik dring er dan ook bij jelui op aan zorgt goed voor je boomen, als Z.E. de minister aanstonds gesproken heeft gaan we aan het planten. (Applaus.) Rede Minister Reymer. Mijnheer de Voorzitter, Dames en Heeren. Zeer gaarne heb ik aan uw verzoek vol daan, om hier eenige woorden te spreken en aanwezig te zijn bij een gebeurtenis als deze. Ongetwijfeld is dit een merkwaardige dag voor de W.-meer. Hier is iets heel bijzonders aan de hand, wanneer men de blijde kinderscharen en de muziek ziet. 21 Aug. 1930 viel de W.-meer droog, en van daag schrijven we 22 April 1933, de toestand heeft zich wel snel ontwikkeld. Volgens uitgestippelde lijnen heeft de ont wikkeling van deze polder haar beloop gehad. Steeds weer genoten wij op onze tochten door de W.-meer, als we de vooruitgang be speurden die er plaats vond. Toch ontbrak er iets, de boomen die de aanblik van het pol derlandschap zoo verhoogen, waren er nog niet. Doch eindelijk is ook de blijde dag geko men, dat daar in voorzien zal worden, een dag waar ik groote beteekenis aan hecht. De kinderen zullen er van genieten en gedachten zie ik deze mooie Brink vol prach tige linden. Velen van ons zullen het niet meer beleven, als het eenmaal zware boomen geworden zijn. De kinderen echter welhet zal steeds een aangename herinnering voor jullie zijn, als je ongerept de natuur hebt gehandhaafd. Kinderen, uit uw liefde voor de boom, zal je je Polder steeds mooier maken. Nederland kan trots zijn op de W.-meer en het groote werk; zorgt ook dat Nederland trots kan zijn op hen, die den polder als woon plaats hebben gekozen. (Applaus.) Hierna zongen de schoolkinderen onder lei ding van den heer Hazeloop een lied, waarna Minister Reymer uitgenoodigd werd tot het planten van de eerste Lindeboom, deze plech tigheid werd besloten met een gezamenlijk zingen van het Wilhelmus. Intusschen hadden de kinderen zich onder leiding van geschoold personeel v. d. Polder aan het planten gezet, wat een vrij vlot ver loop had en waar de minister groote belang stelling voor toonde. Aan iedere boom hing een metalen plaatje, waar de naam van de planter(ster) in stond geslagen. Vervolgens verzamelde men zich wederom op de Brink, waar wederom kinderzang ten gehoore werd gebracht en nog een ballonwed strijd werd gehouden. In optocht trok men vervolgens naar het sportterrein, alwaar de kinderen getracteerd werden, terwijl in het gymnastieklokaal thee met gebak werd aan geboden aan de autoriteiten en genoodigden, welke keurig werd geserveerd door een 8-tal dames, die zich gekleed hadden in de dracht der provinciën, hiermede demonstreerende welke provinciën reeds in den polder verte genwoordigd zijn. Alleen Overijsel, Limburg en Utrecht zijn nog niet vertegenwoordigd. Tijdens de thee werden verschillende per sonen nog aan den minister voorgesteld o.a. de dorpscommissie, waarmede Z. E. zich eeni- gen tijd mee onderhield. Ongeveer vijf uur vertrok de Minister uit den Polder, nadat de heer Peters nog een kort slotwoord had gesproken. 's Avonds werden nog eenige W.-meerfilms in het gymnastieklokaal vertoond. pen zijn, als zij maar geduld had gehad om te wachten." Met twee kopjes thee begaf Mary zich naar de kamer van haar ouders en ging toen vlug aan het werk, want natuurlijk beloofde het een extra drukke dag te worden. Intusschen ijlde Evelyn voort, vervuld van die allesoverheerschende gedachte, dat zij George Ulingworth toch niet trouwen kon en dat zij hem dit vertellen moest, nog eer hij het huis bereikt had. Daar in de verte zag zij hem al komen aan rijden. „Evelyn Liefste Ben je mij waarlijk te gemoet geloopen riep hij verrukt. „Wat is dat zalig Een uur hier met jou Hij was van zijn paard gesprongen en tracht te haar in de armen te sluiten. „Hoe nu, liefste Is er iets niet in or de Is je vader minder Toe, vertel eens gauw alles is beter te dragen, dan die onzekerheid „George ik k a n en ik w i 1 je niet trou wen riep zij en viel hulpeloos aan zijn voe ten. „Maar, liefste, je bent overspannen en op gewonden," zei hij ernstig, wierp de teugels over een boomtak en trachtte haar op te hef fen. „Je trilt over al je leden Kom, laat ons hier in de schaduw gaan zitten, tot je wat gekalmeerd bent." Troosteloos stond zij op, weerde hem af en zei „Je weet niet, wat ik je ben komen zeggen, anders zou je geen vriendelijk woord voor mij over hebben.... Ik kan je niet trouwen, nü niet en nooit „Wat vroeg hij doodsbleek, en aan haar heele houding kon hij wel zien, dat zij meende, wat zij zei. „Maar, Evelyn, vanoch tend om tien uur zal je de mijne wezen „Neen, dat is niet zoo. Je kunt dan zeggen van mij, wat je wilt, het érgste,het léélij kstealleen niét, dat ik ooit heb voor gegeven, hoe ik liefde voelde voor je." „Maar wèl heb ik je in de armen mogen sluiten en je mogen kussen," smaalde hij. En B1NNENLANDSCH NIEUWS. VOOR DE De aanslag op den heer Baars. Men schrijft uit Hardingsveld aan het „Vad." Donderdagmiddag ontmoetten wij bij de familie Verhagen, waar de heer Baars verblijf houdt, den fascistisch''!) lijstaanvoerder, op wien Dinsdag avond tusschen Botterdam en Dord recht een aanslag gepleegd. Hij had een uurtje tevoren voor het eerst het bed verlaten. De heer Baars was Dinsdagavond óp weg naar Breda, toen tusschen Bot terdam en Dordt een steen door het open portier werd gegooid. De steen trof hem boven het linkeroog. Toen de heer Baars stopte was er van de stcen- gooiers niets meer te zien. Hij zette de reis voort, doch voelde zich niet goed. Daarom durfde hij de reis naar Breda niet aan, maar reed hij langzaam naar zijn vrienden in Hardingsveld. Hier ging hij dadelijk naar bed en de verga dering te Breda werd telefonisch op de hoogte gebracht. De geneesheer con stateerde een lichte hersenschudding. De arrestatie van een leerling- machinist te Emmerik. De arrestatie van den leerling-ma chinist bij de Nederlandschc spoorwe gen A. C. S., die te Emmerik door S.A. mannen van zijn machine werd ge haald, blijkt thans, naar ,.De Tele graaf' meldt, zich eenigszins anders te hebben toegedragen dan men uit de eerste berichten zou opmaken. Naar S. aan genoemd blad mede deelt, heeft hij vorige week op het sta tionsemplacement te Emmerik een pamflet gevonden, dat in het Duitsch was gedrukt en waarvan de titel wees op anti-fascistische strekking. S. kent de Duitsche taal niet en gaf daarom het geschrift aan een Duitschen col lega om dezen te vragen, wat er in stond. De Duitscher verzocht, het pa pier te mogen behouden. Vorige week Dinsdag j.1. maakte S. zijn volgende reis naar Emmerik, waar van hij des Woensdags zou terugkee- ren. Toen hij de machine had gereedge maakt voor de terugreis en hij bezig was, de locomotief voor de trein te rangeeren, gaven twee mannen, waar van een in burger en een in S.A. uni form, hem bevel te stoppen. Zij gre pen hem bij de kraag en brachten hem over naar het bureau van de Kriminal polizei. Hier werd hem allereerst gevraagd of hij communist of socialist was, waar op S. verklaarde tot geen van beide partijen te behooren. Bij nauwkeurige fouilleering trof men in een van zijn jaszakken een verkiezings-strooibiljet aan, dat hem in zijn woonplaats Am sterdam in de hand was gestopt. Dit biljet was toevalligerwijze van een par tij, die in Nederland voorfascis tisch doorgaat Toch werd S. zwaar geboeid naar een BIJ KANAALWEG DEN HELDER. Prima vloerzeil52 Prima lenoleum, Krommenie 1-15 Inlaid- of Graniet 2-25 Groote sorteering Bouclé,- Wilton en Deventer cel gebracht, waar men hem liet van 's avonds 9 tot den volgenden ochtend 11 uur. Men kwam hem toen halen om hem te onderwerpen aan een verhoor, dat onafgebroken twee uur duurde S. vernam daarbij, dat ook de Duitsche rangeerder, dien hij het gevonden vlug schrift had gegeven, zich in arrest be vond. Men deelde den Nederlandschen machinist mede, dat in zijn woning te Amsterdam huiszoeking zou worden gedaan en S. drong er op aan, dat dit dan zoo spoedig mogelijk zou gebeuren Tot des middags 6 uur werd hij ver volgens weer in de cel ondergebracht, doch toen gebleken was, dat zijn ver klaringen volkomen klopten met die van zijn Duitschen collega word hij eindelijk om 7 uur 's middags in vrij heid gesteld. S. deelde nog mede, dat de directie der Nederlandschc Spoorwegen hem langdurig over het gebeurde onder vraagd heeft en geen aanleiding vond hem eenigerlei straf op te leggen. BUITENLANDSCH NIEUWS. toen ineens, in woede ontstoken, voegde hij er bij „Je wijst mij af om dien Thorburn Je hebt hem geschreven ,Neen," snikte zij. „Ik wil in het geheel niet trouwen." „Zoo En hoe heeft die merkwaardige ommekeer in je plaats gegrepen Dat wilde ik wel eens weten „Tót vanochtend heb ik gemeend, dat ik er zóó wel mee had kunnen doorgaan, maar nu heb ik ondervonden, dat dit niet mogelijk is. Meer kan ik je niet vertellen. Je hebt ook niet het recht, het mij te vragen." ,Ik Niet het recht Dat zou ik toch anders meenen Eerst heb je hem voor mij op zij geschoven en nu probeer je het zeker eens andersom." ,Dat is niét waar riep zij, met gloeiend- rooden blos. „Wij hebben gebroken, omdat ik niet met zijn moeder wilde samenwonen en hij haar niet alleen wilde laten." En, ter wijl het haar zeer veel moeite kostte, voegde zij er nog bij „Vanochtend heb ik in een krant haar doodsbericht gelezen." „Wat een doortrapte valschheid Je stuurt mij weg een paar uur vóór ons huwelijk, om dat je ontdekt hebt, dat je vroegere verloofde vrij is De Hemel geve, dat ik nooit weer je valsch gezicht zie. Je schoonheid is een masker voor een slecht en verraderlijk hart. Ik hoop en vertrouw, dat je eens je verdien de loon zult krijgen. Ja, nu zou je zeker nog willen, dat ik meelij met je had ook. Maar ik hoop, dat je je heel je leven even ellendig zult voelen, als je mij nu gemaakt hebt Hij nam den teugel van den boomtak, steeg op en galoppeerde weg, terwijl hij haar liet staan, tegen een struik geleund. „Heb ik verdiend, dat hij mij zulke vrees lijke verwijten doet vroeg zij zich af. „Ja, toch, want ik heb groot leed over hem ge bracht en ons beider levens zullen verwoest zijn." Terwijl zij daar stond, hoorde zij wielgera- tel komen uit de richting van Iriya, terwijl zij tegelijk opschrikte van een galoppeerend paard, dat vlak langs haar heen kwam. Het Op een Oceaaneiland vergeten. Tragedie van vier zeelieden voor het gerecht. Voor de civiele rechtbank te Parijs is thans het proces in behandeling ge komen, dat vier Bretonsche zeelieden, de laatste overlevenden eener visschc- ij-expeditie, hun maatschappij hebben aangedaan. Wij hebben vroeger al eens iets ver teld van het gruwelijke drama, dat zich ongeveer een jaar geleden op St. Paul, een tot den Kerguelen-Archipel behoorend eiland in den Indischcn Oceaan, heeft afgespeeld. Een vischcon servenfabriek, de Compagnie des Lan- goutes Francaises, had op het eiland een fabriek voor kreeftenconserven op gericht, daar in dat gedeelte van den Oceaan zich de fijnste kreeftsoorten was George. Zonder af te stijgen, liet hij zijn bles stilstaan en sprak „Ik kan het je niet vergeven, maar toch wensch ik je geen kwaad toe Ik neem terug, wat ik gezegd heb. In 's Hemelsnaam, ga naar huis Ik zal Je geen verwijten meer doen. Hier komt iemand aan. Zoowaar, het is Stogdale!" Dit zeggende draafde hij weg en eer het wagentje bij haar stilhield, was hij al uit het gezicht. „Ga dadelijk mee naar huis!" riep Antho- ny. „Je moet je eigen leed op zij schuiven. Je moeder is zeer ziek." Evelyn keek op en had haast de kracht niet, om naar het wagentje te loopen, want Anthony had de ponies niet alleen durven laten. Hij trok haar op de bank naast hem en uitgeput zakte zij in elkaar. Toen ze bij het huis stilhielden, wierp hij Tiddly de teugels toe en lichtte Evelyn uit het wagentje, waarna hij haar half droeg, half ondersteunde, naar de veranda, waar haar vader al verlangend naar hen zat uit te kij ken. „Laura Laura kreunde hij. Dit was de naam van zijn vrouw en dien wist hij zich altijd wel te herinneren. Mary verscheen in de open deur achter hen, en, terwijl zij den arm om Evelyn heen sloeg, trok zij haar in den hall. „Moeder?fluisterde Evelyn. „Wij zijn alleen. Onze lieve moeder is vén ens gegaan." Evelyn liet zich op een stoel vallen en keek zoo allerongelukkigst, dat Mary dien blik niet verdragen kon. „Ik zal je alles vertellen, Eef. Maar niet hier Ga maar wat op mijn bed liggen." Ze trok het zusje mee naar haar eigen ka mer, die het dichtste bij was en liet haar daar op haar bed wat rusten. „Ik weet, dat het erger is voor jou, Evelyn, dan voor één van ons. Maar denk eens aan die arme vader, die nog van niets weet. Toen ik vanochtend vroeg bij hem op de kamer kwam, zag ik moeder, zooals ik meende, nog liggen slapen en toen ik het begreep, moest ik Vader nog aankleeden en hem uit de ka mer brengen, zonder dat hij er iets van weten mocht. O, als je hem eens hadt gehoord en gezien In het eerst naar het bed kijkend, waar zij zoo lief en vreedzaam lag en mij toelachend, of hij zeggen wilde „Wat slaapt zij nog lang Maar toen werd hij on rustig, keek mij vragend aan, met een klaag lijk „Ja Ja Ik zag, dat hij iets vrees de, maar ik durfde hem niets zeggen. Intus schen zond ik Anthony, om jou te volgen." En, terwijl het moedige huishoudstertje in snikken uitbarstte, trad Anthony binnen met thee. „Kom, Mary," drong hij teeder. „Wij zijn allen op jou aangewezen Houd JIJ je nu goed!" Met koortsachtige gretigheid dronk zij het kopje uit. Het trof Evelyn, zoo slecht als Mary er uit ig men zou haar haast niet herkend heb ben, met holle wangen en die zwarte kringen om de oogen. „Als was Mary ook van ijzer en staal ge maakt," sprak zij, „dan zou zij nu toch niet meer kunnen dragen. Ik zal haar plaats in nemen. Ik zal het Vader vertellen." Mary kuste haar en samen verlieten zij het vertrek. Evelyn ging naar de veranda en stond naar haar vaders stoel. „Ja vroeg hij, verheugd, dat hij haar zag. Hij wist, dat zij dien dag zou trouwen en be greep niet, hoe zij nu nog zoo in haar gewo ne kleeren was. „Ik ben teruggekomen, om voor goed te blijven, Vader," zei ze, zich over zijn stoel buigend. „Ja vroeg hü weifelend en haar aankij kend met een blik, of hij haar maar half be greep. „Beste vader," prevelde zij. „U hadt gelijk en ik ongelijk. Ik heb nu gekozen, dat ik hier zal blijven en voor u zorgen zal." „Ja Ja riep hij verheugd, als begreep hij dit geheel. Maar even later riep hij toch weer ongerust„Laura (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Wieringer courant | 1933 | | pagina 1