GEMEENTERAAD WIERINGEN. Vergadering van den Gemeenteraad op Vrijdag 30 Juni 1933 des namiddags 2 uur. Aanwezig alle leden. Na opening der vergadering volgt voorle zing van de notulen der vorige vergadering welke onveranderd worden goedgekeurd. Mededeelingen en ingekomen stukken. Ingekomen zijn van N. H. Klomp bericht van aanneming zijner benoeming tot lid der commissie tot wering van schoolverzuim van Ged. Staten bericht van goedkeuring der aangegane kasgeldleeningen en der verorde ning tot aanwijzing van de takken van dienst; bericht van verdaging der beslissing op de gemëentcbegrooting voor 1933 besluit in verband staande met de wet financieele ver houding tusschen rijk en gemeenten (voor Wieringen bedraagt dit f 3.14'/* per inw.; v. B. en W. de maandstaten der zeegras-exploitatie over de maanden April en Meiin Mei zijn verkocht 1270 pakken in April niets versla gen over 1932 van den Vleeschkeuringsdienst. kring Barsingerhorn van de Vereeniging van Ned. Gemeenten van de Gezondheids commissie te Schagen en van de Algemeene Ned. Ver. voor Vreemdelingen Verkeer. Al deze stukken worden voor kennisgeving aan genomen. Van de muziekvereeniging „Harmonie" al hier een verzoek om te willen bijdragen in de kosten van aanschaffing van instrumenten. Het advies van B. en W. luidt afwijzend, om dat volgen hun meening vereenigingen als „Harmonie", waarvan er hier meerdere soort gelijke worden aangetroffen, toch in de eer ste plaats beoogen aan hun leden een zekere ontspanning te geven en deze dienen, zij het soms met steun der burgerij, hun uitgaven zelf te dekken. Ook met het oog op andere aanvragen is h.i. een beroep op de publieke kas hier niet op zijn plaats. De heer Oden zegt dat hij heeft gemerkt dat B. en W. het werk van Harmonie toch wel aprecieeren. „Harmonie" is toch altijd be reidt feesten van welken aard ook muzikaal op te luisteren. Spr. zou willen adviseeren om een subsidie te geven en hiervoor jaarlijksch eenige con certen in de tent als tegen prestatie voor te vragen. De heer P. Kooij zou gaarne willen zien dat voortaan een rekening en verantwoording werd overgelegd bij aanvragen het is nu zoo moeilijk om te beoordeelen of vereenigin gen het inderdaad noodig hebben. De voorzitter neemt de gelegenheid waar om „Harmonie" te gelukwenschen met het behaalde succes. B. en W. zijn van oordeel dat het toeken nen van een gift aan Harmonie het gevaar met zich mede brengt dat meerdere vereeni gingen zullen volgen. De heer Oden stelt voor om een gift te ge ven van f 25.—. De Heer Bakker meent dat de Raad zich op „kwaad ijs" begeeft. Het voorstel van den heer Oden wordt ver worpen met 8 tegen 3 stemmen. Voor stem den de heeren D. Oden, P. Kooij en W. Lub. Het voorstel van B. en W. wordt hierop aan genomen met 7 tegen vier stemmen. Tegen stemden de heeren D. Oden, P. Kooij, W. Lub en J. J. Bosker. Verzoek om een bijdrage ter vergrooting van de begraafplaats te Westerland. Van het Kerkbestuur der Ned. Hervormde Gemeente te Hippolytushoef is een verzoek ingekomen tot het verleenen van een bijdra ge tot de geraamde kosten van f 350.—, in de uitgaven wegens vergrooting der begraaf plaats te Westerland, noodig geworden door het toenemend aantal begravingen aldaar. De motieven, waarop de aanvraag berust, achten B. en W. gegrond. Het is inderdaad juist, dat het grootste deel der personen, die zich inzonderheid in het Westdeel van Wie ringen hebben nedergezet, niet tot een kerk genootschap behoort en het kerkbestuur dus geheel onverplicht begravingen van tot deze categorie behoorende personen toelaat. Waar dus het Kerkbestuur in zekeren zin de taak der gemeente overneemt, achten B en W. het verleenen van een bijdrage in de kosten billijk. Aangezien dat bestuur ook be- graafrechten heft, is er .echter aanleiding niet de volle gevraagde bijdrage toe te staan, doch een zeker deel der kosten voor zijn re kening te laten. Zij stellen daarom voor de bijdrage te bepalen op f 250. De Heer Lub zegt niet tegen het advies te zijn, doch ook bij dezen aanvraag missen we weer een finantieel verslag. Aan wie komt bovendien de meerdere grond Hoe staat het, zoo vraagt vervolgens de Heer Lub, met de plannen van een nieuwe begraafplaats De Voorzitter zegt, dat het geen terreinuit breiding betreft, doch alleen ophooging van een bestaand stuk grond wat reeds tot de begraafplaats behoort. Het stichten van een nieuwe algemeene be graafplaats zal echter een groote financieele onderneming zijn, dat spr. in dezen tijd hier mede niet in den raad durft komen. De heer M. Kooij zegt, dat het kerkhof te Westerland slecht wordt onderhouden, er zijn daar bovendien graven van 70 en 80 jaar oud, waarom ruimt men deze niet op De Heer Kaan betwijfelt of met het slech ten van enkele graven wel meerdere ruimte zal worden vrkregen, hij bestrijd vervolgens de meening van den heer M. Kooij, dat het kerkhof er verwaarloosd uit zou zien. De voordracht wordt hierop z.h.st. aangeno-1 men. Verzoek van de slagers om de vleeschkeu- ring aan den plaatselijken veearts op te dragen. Op 28 October j.1. werd om prae-advies in handen van B. en W. gesteld een verzoek van de slagers in deze gemeente, waaraan dooi de Afd. Wieringen der Holl. Mij van Land bouw adhaesie werd betuigd, om de keuring van vee en vleesch aan den plaatselijken vee arts op te dragen. Naar aanleiding daarvan deelen B. en W. het volgende mede. Inwilliging van dit verzoek zou alleen mo gelijk zijn, indien daaraan vooraf gaat een besluit om deze gemeente los te maken van den keuringskring Den Helder, waarin zij is opgenomen. B. en W. hebben zich daarom gewend tot den Inspecteur tot den Inspec teur van den Veeartsenijkundigen dienst te Amsterdam om te vernemen, welk standpunt deze te dien opzichte was toegedaan. Dit standpunt komt hierop neer, dat hij aan eventueele plannen In die richting geen mede werking kan verleenen. Naar de meening van den Heer Klauwers was het ongewenscht de zoo moeizaam tot stand gebrachte districts- indeeling van de keuringsdiensten te wijzi gen en deze in gevaar te brengen. Bovendien werd er door hem op gewezen, dat dit voor de beide andere tot den kring behoorende gemeenten, Den Helder en Anna Paulowna, maal voor drie gemeenten was ingericht, ambtenaren aangesteld enz., zoodat deze ge meenten van een terugtrekken der gemeente Wielingen schade zouden ondervinden, zon der dat daar een verbetering van beteekenis voor deze gemeente tegenover zou staan. Ook is er niet de zekerheid, dat hier een veearts gevestigd zal blijven, omdat naar bekend is de Heer Hovenier van den aanvang plannen heeft gehad om zich in de Wieringermeer te vestigen, waardoor de heele regeling weer op losse schroeven zou komen te staan. Om al deze redenen was de Inspecteur van de beoog de wijziging een tegenstander. Het komt B. en W. voor, wat er ook van deze motiveering zij, dat, nu blijkbaar van den Inspecteur geen medewerking Is te ver wachten, eventueele voornemens om eene andere regeling te verkrijgen bij voorbaat schipbreuk moet lijden. Zij meenen mitsdien te moeten adviseeren aan adressanten te be richten, dat inwilliging van hun verzoek niet mogelijk is. De Heer M. Bakker vraagt of het moeilijk is om Wieringen los te krijgen van den dienst zoodat we een behoorlijk bestaan voor een veearts op Wieringen hebben. De Voorzitter zegt, dat hij zeer veel moeite voor deze zaak heeft gedaan, van hoogerhand voelt men er weinig voor, en daar stuit alles op af. De voordracht wordt z.h.st. aangenomen. Organisatie van het lager onderwijs. In verband met de opening op 1 April j.1. van de nieuwe O.L. school te Den Oever, wordt de verordening, bepalende het getal der openbare lagere scholen in deze gemeente, de plaats van vestiging dier scholen en de vakken van onderwijs, welke op die scholen onderwezen worden, met den nieuwen toe stand in overeenstemming gebracht. Aangenomen. Verzoek vereeniging „Beter Wonen" om een voorschot voor Woningbouw. B. en W. schrijven De woningbouwvere niging „Beter Wonen" heeft zich opnieuw tot Uw College gewend met het verzoek haar een voorschot te verleenen groot f 29305, thans voor den bouw van een 12-tal arbei derswoningen te Hippolytushoef. Uit de toe lichting op het verzoek blijkt, dat zij het plan kleiner heeft opgezet dan tevoren, om dat zij zich bewust is, dat in dezen tijd geen geforceerde plannen mogen worden voorge steld, doch dat naar haar meening, nu onge veer een jaar na haar vorig verzoek is ver- loopen, wel gebleken is, dat het inwonertal van Wieringen stabiel blijft en de vraag naar goede en goedkoope woningen blijft aanhou den. Volgens de overgelegde exploitatierekening worden de uitgaven geraamd op f 2456, 's jaars, de ontvangsten aan huren van de 12 woningen op f 2470,- per jaar. Een marge van f 14.- is wel heel gering en zal zonder twijfel in een tekort overgaan, indien een of meer der woningen reeds korten tijd onver huurd zijn. Het is echter niet zoozeer de exploitatie- opzet, dan wel het plan zelf, dat bezwaren oproept. Die bezwaren hebben wij uiteenge zet in ons prae-advies van 9 Augustus 1932 en komen hierop neer, dat voorziening op dit oogenblik in de woningbehoefte op een débacle moet uitloopen. Wij gaven te ken nen, dat de toestand te Wieringen van zoo tijdelijk en labiel karakter was, dat het niet aanging aan de hand daarvan de plaatselijke woningbehoefte te beoordeelen en daarop plannen tot het bouwen van permanente wo ningen te doen baseeren. Die meening hand haven wij ook thans nog ten volle. De tijd is reeds aangebroken, waarin meerdere wonin gen door het beëindigen der Zuiderzeewerken beschikbaar komen nog meerdere zullen volgen. Wij blijven overtuigd, dat het tekort aan woningen weldra door een overschot zal worden gevolgd en dat ook dit plan praema- tuur is te noemen. Wij stellen U daarom voor op het verzoek afwijzend te beschikken. De Heer P. Kooij zegt dat voor een zaak als deze, weinig woorden van aanbeveling noo dig zijn. Wanneer wij in de laatste vergade ring hooren dat nog 78 woningen zijn ge - gebouwd door particulieren, dan behoeven we nog niet voor een overschot te vreezen. Er is nog een groot tekort aan woningen, en wanneer men er op wijst dat er enkele woningen leeg staan, dan is dat juist, maar dat zijn woningen van 6 en 7 gulden. De bouwvereeniging wil ze echter verhuren voor f 3.75 en 4 gulden. Uit het praeadvies wordt men niet veel wijzer, men heeft evenals de vorige maal weer geen moeite gedaan om de zaak eens te bestudeeren, men is er eenvoudig tegen om dat men het niet wil. In het praeadvies wordt een aanmerking gemaakt op de exploitatierekening, waarin men blijkbaar de post voor huurderving over het hoofd heeft gezien, anders had men hier niet over gevallen. Spr. had gaarne gezien dat B. en W. eens een overzicht hadden gegeven van het aantal woning wat veel te hoog in huurprijs is, het aantal krotten wat noodig opgeruimd moest worden. B. en W. zitten wel erg achter de woonwa gens aan, doch doch voor woningverbetering voelt men blijkbaar ook niet. Spr. geeft in overweging om het voorstel aan te houden tot een volgende vergadering, waarin B. en W. dan tevens een overzicht- geven van de woongelegenheid in de gemeen te. De heer Kaan zegt dat voor menschen die in tramwagens wonen deze huizen nog te duur van huur zijn. De Heer P. Kooij zegt dat er zeker wel men schen onder zullen zijn die daar een woning van willen huren, maar die geen 6 a 7 gulden willen en kunnen betalen. De heer Kaan weet evenwel heel goed dat de mentaliteit van het bestuur van de bouw vereeniging niet zoo is, dat men koste wat het kost, er ieder maar inhaalt. Het bestuur heeft een lijst aangelegd van de menschen die voor een woning in aanmerking zouden komen, deze lijst is overlegd aan B. en W. doch spr. heeft hem bij de stukken gemist. Spr. wijst er de raadsleden op dat het slechts geleend geld is wat wordt gevraagd, voor rente is 5% gerekend, de gemeente kan ech ter billijker leenen tegenwoordig. Wat de M.U.Z.-huizen betreft deze zijn alle opnieuw verhuurd en staan dus niet leeg. Het voorstel tot afwijzing van het verzoek wordt hierop aangenomen met 7 tegen 4 stemmen, tegen stemden de heeren M. Kooij, D. Oden. P. Kooij en W. Lub. Aankoop grond voor stichting noodslacht- plaats. In de laatste vergadering werd een besluit genomen over de stichting van de nieuwe noodslachtplaats in den Kremersweg, doch aangehouden het gedeelte der voordracht, dat betrekking had op den aankoop van grond voor de stichting. Naar aanleiding van de in die vergadering welke terreinen voor dit doel eveneens in aanmerking zouden kunnen komen. Door B. en W. is voorgesteld aan te koopen 10 40 400 M2 van een perceel van Gebr. N. en S. Kaan voor f 1000,—. Het hieraan grenzende terrein, groot 14 x 40 560 M2 van den heer S. Jongkind Jz«, is te koop voor f 1120. Voorts is er nog het tegenover de tegenwoordige opslagplaats gelegen terrein van den Heer K. Minnes, waarvan een gedeelte groot 10 x 40 r= 400 M2 kan worden aangekocht voor den prijs van f 700.Intusschen hebben Gebr. Kaan medegedeeld een deel van hun vraagprijs te willen laten vallen en deze op 800.te stellen. De koopsommen beloopen dus voor de perceelen van Gebr. Kaan en den Heer Jongkind f 2,- per M2, die van het perceel van den heer Minnes f 1.75 per M2. Hoewel dus de Heer Minnis het minst vraagt, staat daartegenover, dat de toevoer leidingen van water en electriciteit langer worden, waardoor de aankoop van dit terrein voordeelig wordt. De „pndprijzen van den Heer Jongkind en Gebr. Kaan zijn gelijk. In de vorige vergadering is als voordeel van het terrein van den heer Jongkind genoemd de meerdere breedte (14 M.) boven dat van Gebr. Kaan (10 M.) hetgeen van voordeel zou zijn voor het verkrijgen van een ruimere oprit. Dit voordeel weegt, volgens B. en W. niet zwaar, aangezien een oprit van ongeveer 5 M. breed, zooals in het vorige voorstel was voorzien, voldoende kan worden genoemd. Bij aankoop van het perceel van den Heer Jongkind worden, daar 160 M2 meer zouden moeten worden gekocht, de totale kosten van het plan f 320,- hooger, hetgeen B. en W. niet noodig voorkomt. B. en W. zijn dus van meening, dat, nu de koopprijs is verlaagd, het terrein van Gebr. Kaan het voordeeligst is, zoodat zij voortel len dit aan te koopen voor f 800,met de kosten van overdracht en afhekking. De heer Bosker vraagt of Jongkind wist dat de Gebr. Kaan de prijs verlaagd hebben, de groote van het terrein kan ons nooit zooveel schaden. De heer P. Kooij merkt op dat in de vorige vergadering de raad van oordeel was, dat het grootste terrein het beste was. Een terrein van 10 meter is niet zoo bijzonder breed, vooral als er een gebouw van 5 meter op komt, men moet daar toch behoorlijk in kunnen rijden. De heer Kaan, je kunt in een galop van 5 meter makkelijk inrijden. De heer Doves zegt dat het gebouw van achter nog breeder wordt, dus het terrein smaller, men kan ook niet precies op de scheiding bouwen. De heer Bosker stelt voor om het terrein van Jongkind aan te koopen. Aangezien dit verder gaat als dat van B. en W. wordt het, het eerst in stemming ge bracht. Het wordt echter verworpen met 5 tegen 6 sternen, tegen stemden de heeren Bakker, Kaan, Doves, Tijsen, Lont en Boersen. De heer P. Kooij vraagt, of Doves nu wel begrepen heeft waarof hij tegen heeft ge stemd, hij heeft toch het voorstel van B. en W. zitten bestrijden. De heer Doves zegt, dat de grond van Jong kind een grootere uitgave vordert. De Heer Lub, vraagt of de grond van Min nes dan niet in aanmerking kan komen, die is nog goedkooper. De heer Oden zegt, dat Minnes hem per soonlijk heeft medegedeeld, dat wil de ge meente meerdere grond er bij hebben, zij de ze er bij kan krijgen voor f 1.25 de M2, ook is Minnes genegen f 50.bij te dragen in de kosten van rioleering. De heer J. Lontwaarom schrijft hij dat dan niet De heer Oden er is deze menschen niets van gezegd dat Gebr. Kaan hun prijs hebben verlaagd, dat hebben zij later gedaan. Jongkind heeft zijn bod gestand gedaan, daarna hebben Gebr. Kaan hun prijs ver laagd- De heer p. Kooij wijst er op dat stemming heeft plaats gehad, men moet nu de conse quenties ook maar aanvaarden. De Voorzitter zegt dat het terrein van Min nes duurder wordt door de grootere aanleg van riool- en andere, leidingen. De heer P. Kooij ook hier missen we weer een kosten berekening van. De heer Lub zegt dat de Burgemeester hem in een particulier gesprek heeft medegedeeld, dat het aanleggen van riool niet veel kost te genwoordig en we heben dit toch naar ieder terrein noodig welk we ook nemen. De Voorzitter, dat is ook zoo, maar dat van Minnes ligt het verste weg. Het voorstel van B. en W. wordt hierop aan genomen met 6 tegen 5 stemmen, tegen stem den de heeren Lub, Oden, P. Kooij, M. Kooij en J. Bosker. De Secretaris komt echter bij het naslaan der Wet tot de ontdekking dat de heer Kaan niet hadden mogen stemmen, (bloedverwant schap) zoodat de stem van den heer Kaan niet meetelt en dus de stemmen staken, 5 tegen 5.) In een volgende vergadering zal dus opnieuw deze zaak aan de orde komen. kwajongens uitgebroken, zelfs de hardsteenen. Is daar heelemaal geen toezicht De Heer Kaan. 't Zou 't beste zijn op dat plein tegels te leggen, die breken ze niet zoo gauw uit. De Heer Jn. Lont. Bergsma de politie woont er toen vlak bij kan die geen oog in 't zeil houden Voorz. Als de veldwachter komt zijn de daders al uit de voeten. De Heer Bosker. Alles wordt gewoon afgebroken en beter toezicht is hier noodzakelijk. Voorz. zegt maatregelen te zullen nemen. De Heer Oden. De vorige maal is ge praat over onvoldoende rioleering langs den weg bij Wed. Mostert in de Elft- Is daar nu verbetering in gebracht Voorz. Nog. niet, maar daar zal in wor den voorzien. De Heer Oden. Het urinoir bij het schoolplein te H.-Hoef is een buiten gewoon smerig vehikel en staat daar aan de verkeersweg niet op z'n plaats. Kan dat ding niet verbeterd en achter uit Voorz. Wij hebben nog 'n betere ach ter 't raadhuis staan, en zouden die daar kunnen plaatsen. Echter waar 't de bedoeling is, als de oude school niet meer voor de kinderen wordt ge bruikt, 't plein bij de verkeersweg te trekken moet 't ding op 'n andere plaats worden gezet. De Heer Bosker zou 'n hoek in de tuin van Bergsma geschikt achten. Voorz. zal 'n onderzoek instellen. De Heer P. Kooij. Hoe staat het met het uitbreidingsplan van de Gemeen te Iedere keer moet er voor worden betaald en men bouwt maar door en 't plan is dan weer verouderd en moet worden gewijzigd. Hoe staat het eigenlijk mee Voorz. Het is nog steeds in voorbe reiding. De Heer Kooij. Laten we nu eens zeg gen, dat het klaar moet. 't Is hier geen melkkoe, dat je altijd maar kan trek ken. B. en W. dienen met klem op het plan aan te dringen. De Heer M. Kooij. Wordt het nu niet noodig tijd om de straat aan De Hau- kes op te knappen De ,m°nschen kun nen er zonder gevaar niet meer langs Voorz. Het bestek is klaar en spoedig zal de aanbesteding volgen. De Heer Kooij. Dus dat kan ik dan wel vertellen,, en de menschen gerust stellen. Hierna sluiting. onbillijk zou zijn, omdat de dienst nu een-gegeven wenken, hebben B. en W. nagegaan Door de Rijksbelastingadministratie is een aanslag in de Rijksinkomstenbelasting in hunne vorige woonplaats aan een aantal per sonen, welke op 1 Mei 1932, zijnde den datum van aanvang van het belastingjaar 1932/1933 in de gemeente Wieringen werkzaam en ge huisvest waren. Naar onze meening hadden die aanslag moeten zijn opgelegd in de gemeente Wierin gen, zeggen B. en W. Deze kwestie is van belang met het oog op de heffing van opcen ten op de hoofdsom der gemeentefondsbelas ting, omdat deze zich regelen naar de gemeen te van aanslag in de Rijksinkomstenbelasting. Als gevolg van deze handelwijze der belas tingadministratie is dus aan deze gemeente de opbrengst dezer opcenten, voor zoover de bedoelde personen betreft, ontgaan en is deze, naar het oordeel van B. en W. ten onrechte, aan andere gemeenten ten goede gekomen. Het Dagelij ksch Bestuur had deze gelegen heid tot nu toe niet aanhangig gemaakt, omdat enkele reclames van personen, die in dezelfde omstandigheden verkeerden en wel te Wieringen waren aangeslagen, op eene be slissing van de Kroon wachtten. Die beslissing is nu onlangs ten gunste dezer gemeente uit gevallen, zoodat nu ook omtrent de overige betrokkenen handelend kan worden opgetre den. Op grond hiervan stellen B. en W. den Raad voor, hun College op te dragen bij H.M. de Koningin bezwaar te maken tegen de ge meente van aanslag in de r.i.b., in verband met de heffing van opcenten op de gem. fondsbelasting, over het belastingjaar 1932/ 1933 t.a.v. de personen in een bijgevoegde lijst vermeld. Z.h.st. aangenomen. RONDVRAAG. De Heer Bosker vindt 't een schan daal zooals 't schoolplein te H.-Hoef er bij ligt. De steenen worden er door de IETS OVER NAAMLOOZE VENNOOTSCHAPPEN i. Den laatsten tijd werd mij door verschil lende lieden de vraag gesteld, om welke rede nen een zaak nu eigenlijk in een naamlooze vennootschap omgezet kan worden. Gezien de belangrijkheid van dit punt nam ik mij voor zoo spsoedig mogelijk daarvan een arti kel in ons plaatselijk blad te doen verschij nen, waardoor ik dan misschien, dat naast de genoemde vragers vele andere weetgierigen hopelijk daarmede bevredigd worden. Op de mij voorgelegde vraag kan nimmer zonder meer een direct antwoord worden ge geven en het is dus de beste methode eenigs- zins gereserveerd te blijven en te zeggen „Dat hangt geheel en al van de omstandig heden af," en inderdaad lijkt mij dit ant- woorddan nog het beste, wat men in zoo'n geval geven kan. Zonder verdere uitgebreide gegevens zal geen enkele adviseur op dat gebied derhalve een steekhoudend antwoord KUNNEN ver strekken. Zooals met alle zaken en dingen, die het nubliek niet in de finesses weet, openbaart zich ook hier het spreekwoord van het be kende klokje, dat men heeft hooren luiden, doch helaas, waarvan men niet weet, waar de klepel hangt. Zoo viel het mij op, dat een ie der van meening was, dat belasting-bespa ring de grootste factor zou zijn om over te gaan tot het oprichten eener Naamlooze Ven nootschap. Afgezien van de omstandigheid, dat de belasting-inspecteur wel degelijk een woordje te zeggen heeft in zoo'n geval, zij dan direct medegedeeld, dat er meerdere zeer belangrijke factoren aanwezig kunnen zijn, om daartoe over te gaan. En degenen, die ongeveer een maand geleden, de desbetref fende radio-lezing over dat onderwerp hebben gehoord van den bekenden accountant, den heer Pelser Jr., zullen met mij eens zijn, dat niet alleen fiscale redenen den doorslag heb ben gegeven, bij de oprichting onzer N.V.'s. Alvorens op de details in te gaan, prefereer ik hieronder mede te deelen, wat nu eigen lijk zoo'n beetje onder een Naamlooze Ven nootschap wordt verstaan. In de Wet „tot wijziging en aanvulling van de bepalingen omtrent de naamlooze vennootschap en rege ling van de aansprakelijkheid voor het pros pectus," welke op 1 April 1929 in werking trad, staat duidelijk omschreven, wat een naamlooze vennootschap is, n.1. „een ven nootschap met een aandeelen verdeeld maat schappelijk kapitaal, waarin ieder der ven- nooten voor één of meerdere aandeelen deel neemt." De vennooten zijn dus hier de aandeelhou ders en deze zijn niet verder aansprakelijk dan tot het bedrag hunner hunner deelname. De Naamlooze Vennootschap (afgekort N.V.) is buitengewoon goed geschikt geschikt voor die ondernemingen, welke over groote kapi talen beschikken moeten. Zij bewekstelligt dus de concentratie van kapitalen, waardoor eveneens te verklaren is dat de N.V.s zoo'n groote vlucht hebben genomen. Een ieder die een aandeel neemt in een Naamlooze Vennootschap promoveert zichzelf tot mede-eigenaar" Doordat juist de aanspra kelijkheid beperkt is tot het bedrag der deel name in het aandeelen-kapitaal, is deze vorm zeer gewild. Iemand die voor f 100.000 bezit en daarvan de helft in een N.V. steekt, kan in het ongunstigste geval alleen die f 50.000.verliezen, terwijl men niet aan de andre, zelf gehouden helft, kan tornen. En het zal U bekend zijn, U bekend zijn, dat zulks niet geval is bij een éénmanszaak of vennootchap, onder firma waarbij u zelfs de dupe kunt worden van Uwe mede-vennoot. Immers komt dan bij faillissement b.v. het geheele vermogen in aanmerking voor de fail liete boedel. Daarnaast kenmerkt het ver mogen der N.V. zich door de deelbaarheid, welke vooral op den voorgrond treedt bij het erfrecht. Wanneer iemand een zaak drijft kunnen zich bij zijn overlijden conflicten voor doen, welke voor de zaak funeste gevolgen kunnen medebrengen. Het volgende voor beeld komt in de praktijk nu juist niet al te sporadisch voor. Een zaak-eigenaar heeft een zon, dien hij de zaak wil laten voortzetten, indien hij komt te overlijden. Toevallig heeft hij tevens nog twee lieve gehuwde dochters, die beiden in het bezit zijn van keurige echtgenooten met een onbesproken levenswandel. Een heel normaal geval dus. De schoonzoons zijn door hun huwelijk „heer en meester" geworden en in de erfrechten van hun respectieve vrou wen getreden. Nu komt de narigheid. De vader overlijdt en men zou zoo zeggen, dat de zaak op de ouden voet door den zoon wordt voortgezet. Maar, neen. De keurige schoon zoons ontpoppen zich eensklaps als recht hebbende debiteuren voor hun erfdeel uit de zaak. Door deze onverwachte wending kan dus de heele zaak uit elkander gegooid wor den. De wenschen van den ontslapen vader worden plotseling geheel vergeten en met handen en voeten getreden. En toch is het „wettelijk" volkomen in den haak. Had de vader bijtijds zijn zaak omgezet in een N.V., dan had de erf-vordering evengoed blijven bestaan, doch niet op de zaak-be- standdeelen, maar op de aandeelen der N.V. De nalatenschap kan nu verdeeld worden door middel van die aandeelen, zonder dat zelfs een waardeering van activa en passiva behoeft plaats te hebben. De hoofdzaak is dus n.1. de zaak blijft in tact. Juist doordat de N.V. een rechtspersoon is, wordt het vermogen der aandeelhouders zelf (vennooten) absoluut gescheiden gehou den van het vermogen der N.V. Heeft men echter eenmaal een kapitaal ge stort bij een N.V., dan kan men dit niet meer opeischen. Doch ook dit bezwaar is te onder vangen men verkoopt eenvoudig zijn aan deel. Naast bovengenoemde redenen zijn er bui tendien nog eenige minder faire motieven, die sommige lieden er toe doen besluiten een N.V. in elkaar te „draaien." Hoe dat gaat heeft geen zin hier ter plaatse mede te dee len. Thans volgen hieronder de verschillende voorwaarden en formaliteiten, welke verge zeld gaan bij het oprichten eener N.V. De overeenkomst tot oprichting moet op straffe van nietigheid notarieel worden ver leden. De Wet stelt nog vele eischen aan den inhoud dezer akte. Vroeger moest men daarop „Koninklijke goedkeurig" aanvragen. Thans beslist de Mi nister van Justitie of de N.V. al dan niet er kend wordt. Dit geschiedt door een verkla ring van dien minister, dat „hem van bezwa ren niet is gebleken." De Minister kan echter om onderstaande redenen die verklaring weigeren a. Wanneer de nieuwe vennootschap blijk geeft in strijd te zijn met de openbare orde of goede zeden. b. .Wanneer de akte van oprichting niet voldoet aan de bij de Wet gestelde eischen. c. Wanneer de oprichters tezamen niet deelgenomen hebben voor minstens 1/5 deel van het maatschappelijk kapitaal. Is de verklaring afgegeven, dan moet een en ander gepubliceerd worden in de Staats courant. De vennootschap moet daarna inge schreven worden in het Handelsregister. Daar deze formaliteiten eenigen tijd vorderen, ziet men veelal bij die Vennootschappen staan „N.V. in oprichting." Eigenlijk is dit doelloos. Want zoolang de bekendmaking in de Staatscourant en de in- schrijvingin het Handelsregister niet hebben plaats gehad, zijn de bestuurders der a.s. N.V. voor hun handelingen tegenover derden HOOFDELIJK aansprakelijk. Eveneens is dat zoo, wanneer de volle 10% nog niet is gestort. U weet dus nu dat „N.V. in oprichting" niets meer of minder beteekent, dat de zaak in den naasten toekomst als N.V. gaat werken. Wanneer aan alle bovenstaande voorwaar den is voldaan kan de N.V. eerst naar buiten gaan werken. Wat betreft de naam der Ven nootschap zij medegedeeld, dat deze altijd moet beginnen of eindigen met de woorden „Naamlooze Vennootschap" of met de afkor ting N.V. Men mag derhalve niet schrijven „Naaml. Venn." Eveneens moet de plaats van vestiging zijn aangegeven. Wij zullen dus eenige jaren verder kunnen lezen, dat de Naamlooze Vennootschap Ijsfa briek „De Gletscher", gevestigd te Den Oever (Wier.) haar algemeene aandeelhouders ver gadering zal houden op die en doe datum. Het terrein, dat de N.V. bestrijkt is te groot om daarover een volledig overzicht te geven. Daarom ben ik verplicht mij te beknoppen, mede in verband met de plaatsruimte. In een volgend artikel hoop ik het slot van onze be schouwingen uiteen te zetten, waarbij dan te vens het belastingvraagstuk ter sprake komt. P. DE GRAAF. PERSBERICHT. Door 't Meetingscomité der Neutrale Geheelonthouders - organisaties, be staande uit vertegenwoordigers van de Algemeen Nederl. Geh. Onth. Bond, de Internat. Orde van Goede Tempelie ren, de Nederl. Vereen, tot Afschaffing van Alcoholhoudende Dranken en de Spoorwegonthoudersvereeniging, wordt op Zondag, 9 Jvili a.s. op het landgoed „Beeckesteyn" aan de Rijksweg bij Velsen een provinciale meeting voor geheelonthouding en plaatselijke keuze belegd. Deze meeting wordt voorafgegaan door een optocht met muziek en ont plooide banieren, welke op het Kennc- merplein te IJmuiden wordt opgesteld en te één uur n.m. vertrekt. Op de meeting zullen het woord voe ren de Heeren A. Martinus, Voorzitter van de A.N.G.O.B. ('s-Gravenhage) en G. L. de Haas, secretaris der S.O.V. (Utrecht). Voorts wordt ,medewerking verleend door de Geh. Ont. Zangvereeniging „D.O.S." te Krommenie, het N.V.- spreekkoortje te Haarlem en de Mu ziekvereeniging „Excelsior" te Haar lem. De samenstelling van het program ma staat er borg voor, dat ongetwijfeld velen uit alle deelen der provincie deze meeting zullen bezoeken en daar bij van een der gunstige verbindingen met Velsen gebruik maken zullen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Wieringer courant | 1933 | | pagina 4