M >L-S|
24e JAARGANG
DINSDAG ps SEPTEMBER 1933.
No. 7o
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR
WIERINGEN EN ONI3TREKEN
OM HET GOUD.
WIERINGER COURANT
VERSCHIJNT ELKEN
DINSDAG en VRIJDAG.
ABONNEMENT8PRJJG
per 5 maanden 2.—.
UITGEVER
CORN. J. BOSKER, WIERINGEN
BUREAU:
Hlppolytusheef Wlerlngen.
Telefoon Intercomm. No. 19.
A D VERTENTIëN.
Van 1—5 regels o.50.
Iedere regel meer f 0.10
ONGEWENSCHTE INVOER.
„Dc Zutphensclie Crt." sputtert te
gen een invoer-artikel uit Amerika,
de Jazz.
„Is de Jazz als een zegening- of als
een beproeving te beschouwen
Vraagt het de dans,minnende jeugd
en zij zal geen oogenblik twijfelen, bij
baar antwoord het eerste als onfeil
baar aan te nemen. Beter dan de na
men van de groote figuren uit onze
vaderlandsche geschiedenis kennen
'.ij die van Jack Ilylton, Duke Ellinsr
ton, Jack Payne, Roy Fox en hoe al
deze wereldvermaarden verder mo
gen heeten. ITet is geen dwaze veron
derstelling als we de, uit illustraties
geknipte portretten van deze podium
helden verwachten op menige bakvisch
kamer. Haar bewondering immers
verdeelt zich in onzen tijd meermalen
tusschen de craks op het sportveld, de
ridders van het witte doek en de band
leiders Ziet ze zitten in de dancing
,met haar Greta Garbo-wenkbrauwen
in vervoering van de aan idioterie
grenzende capriolen, die de „drum
mer" maakt bij het syncopisch neger-
rythme van zijn band.
Jazz is voor een groot deel van
„Neerland's hope" een tooverklank, die
visioenen te voorschijn roept van
avondpartijen in Hollywoodstijl. Maar
het is niet alleen de jonge garde, die
dezen Amcrikaanschcn import zoo
hoog weet. te waardeeren. Er schijnt
ook voor ouderen van de wow-wow ge
luiden der saxohpons, de knetterende
trompetten, de tokkelende banjo's,
maar bovenal het slagwerk iets op
wekkends uit te gaan. Waag het niet
in hun gezelschap dezen geluiden-
chaos niet p één lijn te stellen met
kunst. Zij zouden u spoedig weten te
vertellen, dat de jazz het toppunt is
wat er ooit op muzikaal gebied is
schapen.
We leven in den tijd van de jazz
het is dus niet te verwonderen dat
een tijdschrift „De Jazzwereld"
Daarin lazen we een stukje van
thur Cremin, hoofdredacteur van
„Weekly Music News", voorzitter van
een bond van 35 leden, gericht tegen
„immoreele muziek". Hij schrijft o.a.
„Tegenwoordig wordt het publiek,
jong als oud, een zeker soort muziek
voorgezet, die door melodie en harmo
nische arrangementen erop berekend
is immoreel op de toehoorders in te
werken. Het is hoog tijd, dat dit soort
jungle-muziek met zijn kwaden in
vloed wordt tegengegaan. Ze moet on
der controle en censuur komen te
staan. Wanneer deze muziek langer
wordt geduld, zal het jongere geslacht,
door er op te dansen en ie luisteren
naar het woeste rytiimo, zoo be-invloed
woijden, dat het langzamerhand alle
zelfbeheersching zal verliezen en te
rugglijden tot het peil der wilde die
ren des velds en geheel zijn ziel en
verstand overboord werpen, die im-
mers het menschel ijk wezen „van het
dier onderscheiden".
In haar antwoord raadt de redactie
van „De Jazzwereld" den heer Cre-
jnin aan, eens onder behandeling te
gaan bij eer» bekwaam arts voor ziels
ziekten. Zij vindt het woeste rythme
ook aanwezig in walsen van Johann
Strauss, die zelfs oude menschen tot
jeugdige dansers metamorphoseerde.
„Waarom", vraagt de redactie, „zijn
composities als „Les Préludes" van
Litszt en Ravel's „Boléro", die het
auditorium in 20 minuten tot enthausi
asmc en extase brengen, wel zedelijk
in de oogen van den heer Cremin en
gijlijkdenkendcn
Op die vraag zal Cremin het ant
woord wel niet schuldig blijven. Wie
weet, als hij Nederlander was, of hij
zich niet zou wenden tot de vereeni-
ging „Nederlandsch Fabrikaat" met
bet verzoek een actie te gaan voeren
tegen jazz-import.
BINNENLANDSCH NIEUWS.
De kalmte van de geit.
Hier en daar op het platteland in
binnen- en buitenland, houdt men in
de stallen van het groote vee ook een
geit, omdat als er soms brand mocht
uitbreken, een geit haar tegenwoordig
heid van geest bewaart en de paarden
e.a. kalm uit den stal leidt, zoodra
de deuren opengaan. Als paarden die
leiding missen, worden ze nerveus en
rennen soms recht op de vlammen in.
ge-
Ar
de
BOERDERIJ.
TEKORT AAN RAUW VET.
Het Tweede-Kamerlid de heer Van
dei-
Sluis heeft aan den minister van Economi
sche Zaken gevraagd
Is het den Minister bekend, dat er op dit
oogenblik in Nederland een groote tekort be
staat aan rauw rund- en varkensvet, waar
door de prijzen van deze artikelen sterk zijn
gestegen, terwijl deze stijging zich nog da
gelijks voortzet
Is de Minister bereid maatregelen te ne
men, opdat dit volksvoedsel bij uitnemend
heid wederom in voldoende mate en tegen
billijken prijs verkrijgbaar zal zijn
BOERDERIJ AFGEBRAND.
Meisje bij een poging om de var
kens los te laten, gewond.
Te Noord Barge, gemeente Emmen is Za
terdagmorgen de boerderij, bewoond door de
familie Nijhof afgebrand.
Tijdens den brand wilde de pl.m. 20-jarige
dochter des huizes, mej. H. Nijhof, uit de
brandende schuur een aantal varkens bevrij
den. Het meisje had zich daartoe juist in de
schuur begeven toen het brandende dak in
stortte. De kleeren van mej. Nijhof vatten
vlam en hoewel zij kans zag uit het branden
de gebouwtje te vluchten, en omstanders de
vlammende kleeren spoedig doofden, had zij
zware brandwonden opgeloopen.
De boerderij is afgebrand. Een achttal var
kens en een paar kalveren zijn mede in de
vlammen omgekomen, terwijl de geheele oogst
verloren is gegaan.
De verzekeringssom was juist eenige dagen
geleden door den eigenaar der boerderij, in
verband met het terugloopen van de prijzen,
verlaagd. Dientengevolge is het verbrande
slechts laag verzekerd.
Oorzaak van den brand onbekend.
FEUILLETON.
(33.
En hij zweeg.
Later, voegde hij erbij, later, als uw va
der terug is.
En Gabrielle bleef bleek en ontdaan alleen,
maar zij begreep, wat er bij hem omging en
gevoelde vrees voor zichzelve.
Tegenover Murad gevoelde Gabrielle zich
vreemd, gestemd, alsof zij de heerschappij
over zichzelve verloren had. Ze wist zichzelf
niet te verdedigen en liet den teederen aan
doeningen, die de jonge man bij haar had
doen ontwaken, een al te vrij spel.
In zijn tegenwoordigheid verloor de stem
van het geweten haar kracht, in zijn bijzijn
was zij niet in staat om te denken en te han
delen, zij leefde als onder een betoovering
die met iederen dag een grooter invloed op
haar deed gelden.
Maar wanneer hij haar verlaten had, wan
neer zij alleen was, dan eerst kwam zij tot
inkeer en was zij over haar eigen zwakheid
beschaamd en verschrikt. En haar beter „ik"
riep met alle kracht
Neen, ik bemin hem niet, het is Valen-
tin alleen, aan wien mijn hart behoort
Zooveel ze slechts kon, vermeed en ontweek
zij de gevaarlijke vervoering zijner vleiende
stem, de lokkende taal zijner fluweelzachte
oogen, de eerbiedige en stille hulde, waar
mede zijn geheele persoon haar voortdurend
zijn liefde openbaarde.
Dan zag zij Valentin weer voor zich, met
zijn innemend, verstandig, zij het ook wat
jongensachtig gelaat, dan hoorde zij hem
spreken van de diepe genegenheid, die hem
vervulde en dan was zij in gedachten weer
getuige van zijn hartstochtelijke aanvallen
van jaloezie.
BÜITENLANDSCH NIEUWS.
VEREENIGDE STATEN.
ONTVOERING VAN KINDEREN.
Filmster Lupe Velez neemt krach
tige maatregelen.
Uit Hollywood meldt Reuter dat de Mexi-
caansche film-actrice Lupe Velez onder in
vloed van bedreigingen van „kld-nappers"
haar dochtertje Joan te zullen ontvoeren, er
reeds toe gekomen is zich niet ter ruste te
begeven zonder een geladen revolver onder
haar hoofdkussen,
„Ik kreeg reeds drie dreigbrieven," zoo ver
telde zij aan Reuters correspondent, „van
personen, die zeiden mij mijn kind te zullen
ontvoeren de eerste brief eischte 25.000 dol
lar, de beide andere elk 15.000 dollar. Ik heb
mijn dochtertje daarom naar Mexico gezon
den, waar zij zeker veilig zal zijn."
„Echter heb ik ervoor gezorgd," zoo ging
Lupe Velez voort, „dat het een heel karwei
is om bij mij in te breken Rondom mijn
huis staan drie gewapende wachten. Al mijn
juweelen en kostbaarheden zijn in verzekerde
bewaring en last not least, ik heb geleerd een
revolver goed te hanteeren
RUSLAND.
TOONEEL OP NOVA ZEMBLA.
In het Samojcedseh.
Reuter vertelt dat op het eiland Nova Zem-
bla het eerst uit inlanders bestaande liefheb
berij-tooneel is gevormd. Van de vier tot
dusver gegeven voorstellingen waren drie in
de Nenenische (Samojeedsche) taal. De tekst
van de stukken was door inlanders geschre
ven en de inhoud is ontleend aan het leven
der bewoners van de Poolstreken.
Zoowel bij de inlanders als bij de Russen,
die op Nova Zembla overwinteren, jagers en
visschers, wekten deze tooneelvoorstellingen
groote belangstelling en waren zij een welko
me afleiding in de barre eenzaamheid.
RUSSISCH PULLMAN-VLIEGTUIG.
De vliegtuigfabriek te Charkow heeft een
nieuw vliegtuig van zeer groote afmetingen
gebouwd, de „K.-7" dat behalve de ruimte
voor de bemanning, 16 hutten bevat met elk
vier slaapplaatsen of acht zitplaatsen.
De vracht wordt bij dit toestel niet>in den
romp, doch in de draagvlakken geborgen. In
het midden van het vliegtuig is een hut in
gericht met divans, tafels, een buffet, enz.
Evenals in een D.-trein bevindt zich een gang
in het toestel, waar de passagiers kunnen
wandelen.
Het toestel heeft reeds eenige goedgeslaag
de proefvluchten gemaakt.
DE ITALIAANSCHE VLIEGER DE PINEDO
MET ZIJN VLIEGTUIG VERBRAND.
Reuter seint uit New York, dat de Italiaan
sche vlieger Francesco de Pinedo bij een po
ging om naar Bagdad te vliegen, met het
doel het record van Codos Rossi te breken,
omgekomen is.
Het vliegtuig rolde bij het vertrek 2000 voet
ver over het landingsterrein. Op dat oogen
blik scheen De Pinedo zijn zwaar geladen
vliegtuig niet meer meester te zijn. Het
stootte tegen een verhooging aan den rand
van het terrein, rolde nog voort in de rich
ting van het aerodroom-gebouw, sloeg vervol
gens te pletter tegen een afrastering voor het
gebouw en vloog in brand. Toen men het
hevig brandende vliegtuig kon bereiken, was
daar nog slechts het verkoolde lijk van den
aviateur te vinden.
Afstandsrecord van een duif.
Een duiveiiliouder te Moskou maakt
gewag van het feit, dat een postduif
het vliegrecord voor duiven in de Sow-
jet-Unie, hetwelk -480 K.M. bedroeg,
heeft verbeterd tot 23512 K.M., waarme
de van een wereldrecord mag worden
gesproken.
De duivenhouder had in Odessa een
postduif gekocht, welke hij mee naar
Moskou nam en weer verkocht, aan ie
mand in Saratof. De duif ontsnapte
echter bij haar nieuwen meester, vloog
terug naar Moskou en vandaar naar
haar eersten eigenaar in Odessa.
De geheele afstand van Saratof naar
Moskou en vandaar naar Odessa be
draagt 2352 K.M.
WELK BIER DRINKT INDIë
In 1933 fabriceerde Japan 180.000.000 liter
bier. Natuurlijk drinkt de Japanner dat niet
allemaal alleen op. Een groot gedeelte ver
laat de grenzen om in het buitenland den
roem te verbreiden van „Tjap Kraan" en
Asahi Beer. Naar taxatie zal de export in dit
jaar bij de 12.500.000 liter bedragen.
Geweldig, niet waar
Maar nog geweldiger, meent het Bat. Nbl.
als men nagaat, dat de export in de laatste
7 jaren zich jaarlijks verdubbeld, neen, meer
dan verdubbeld heeft.... Behalve naar Ko
rea, Manchu Kuo, etc. gaan enorme quanta
naar Britsch-Indië, naar al die kleine eiland
jes, die daar in den Stille Oceaan verspreid
liggen. Ja, nog verder stroomt het Japansche
bier, tot zelfs aan de kusten van Zuid-Ameri-
ka.
En Nederlandsch Indië
Weet u, dat in 1930 de totale invoer van
alle soorten bier (Nederlandsch, Duitsch,
Engelsch) daar te lande over de 14.000.000
liter beliep, waarvan Duitschland 10.396.000
invoerde, Nederland 2.690.000, terwijl Japan
achteraan bengelde met 790.000 liter In
1931 had van het totaal van 10.866.000 liter
Duitschland nog steeds het leeuwendeel met
7.481.000 liter en Nederland importeerde
2.068.000, Japan importeerde 524.000 liter.
Toen kwam 1932
De import liep terug tot 8.028.000 liter
Duitschland verloor veel terrein, importeerde
slechts 3.565.000 tegen Nederland 2.353.000 li
ter. Japan daarentegen kwam opzetten met.
1.146.000 liter.
Cijfers, die niet spreken, maar schreeuwen
In de eerste helft van 1933 voerde Holland
in 890.000 liter, Duitschland niet meer dan
918.000 liter, Japan.... 2.000.000 liter!
Krijgt de Osaka Asahi geen gelijk, als zij
aan het slot van het artikel, waaraan deze
gegevens zijn ontleend, opmerkt, dat het Ja
pansche bier het Duitsche in luttele jaren
tijds grootendeels uit Indië verdrongen heeft?
Wanneer men de totaalcijfers over 1930 en
1932 vergelijkt (14.215.000 en 8.028.0001, ziet
men, dat Nederland geen stand houdt.
De terugloop van den import beteekent na
tuurlijk niet, dat de consumptie naar even
redigheid verminderd is, doch is voor een
;root gedeelte het gevolg van het succes van
het Indische „Ankerpils" en het „Javabier."
NED. OOST - INDIE.
HET GAAT SPANNEN IN DE DESSA.
Op de pasars in de grootere dessa's schrijft
de Ind. Crt. vindt ge thans Javanen, die rus
tig afwachten of nabij een warong of kook-
stalletje niet een been of ander afval wordt
weggeworpen, waarvan zij zich dan met
graagte meester maken. In Jog ja liepen
vroeger zeer oude vrouwen, in diepen nood
levende, de vuilnisbakken af om daar wat
van haar gading te zoeken. Maar thans vindt
ge deze stumpers onder de mannen in de
dessa, die nog kort geleden tot de arbeidende
klasse behoorden.
Deze feiten wijzen er op, dat de situatie in
de dessa inderdaad zeer ernstig is. De bevol
king hééft zich niet volkomen op den nieu
wen toestand ingesteld. Integendeel, zij wor
stelt er mee. Zij is niet in staat, dien toe
stand te beheerschen. Zij kan er niet meer
tegen op.
Er is hier en daar een zekere berusting te
constateeren heeft de Javaan trouwens
ooit anders gedaan dan berusten Maar er
behoeft niet veel te gebeuren, of de ellende
treedt naar buiten. Reeds heeft in een der
regentschappen een honger-optocht plaats
gehad. Als politieke opruiers nu de gelegen
heid krijgen om zich in de dessa te nestelen.
Wien beminde zij nu Was het niet de
jongeman, met wien zij was opgegroeid, Va
lentin, aan wiens liefde zij nooit getwijfeld
had en nooit zou kunnen twijfelen en wiens
hart zij met eigen hand zou breken, als zij
aan een ander de voorkeur schonk
Was het Murad Neen. Voor Valentin ge
tuigde haar hart en al het betere, dat In haar
leefde.
Hier, te midden dier Oostersche weelde,
waar haar leven heenvlood als In een droom,
werd slechts haar verbeelding gekluisterd.
Zij leefde met Feredie en Fatma van de
buitenwereld afgescheiden in het paleis, dat
zij nooit verliet, omdat haar eigen veiligheid
haar dit gebood.
In deze omgeving van pracht en praal ken
de zij volstrekt niet den kwelduivel der ver
veling, want de twee zusters schenen het zich
tot een taak te hebben gesteld, haar zooveel
mogelijk aangenaam bezig te houden en te
verstrooien.
Als het zonlicht verdwenen en de avond
lucht stil en zacht was, wandelden zij door
den uitgestrekten prachtigen tuin en langs
de vijvers, waar schuimend het water der
springfonteinen in de marmeren bekkens
nederviel. Murad geleidde de meisjes en bleef
naast Gabrielle.
Dikwijls drong uit het diepst van den tuin
een vreemde, geheimzinnige, droefgeestige
muziek, vergezeld van vrouwenstemmen in
een voor Gabrielle onverstaanbare taal, tot
het viertal door.
Die stemmen en die muziek schenen, even
als de tuin zelf, tot een ander, ver verwij
derd land te behooren.
Teeder sloeg Murad zijn vingers om de
hand van Gabrielle, die de kracht niet meer
bezat, om die hand terug te trekken.
Zij hadden Feredie en Fatma eenige schre
den vooruit laten wandelen. Gabrielle was
verschrikt, want zij voelde hoe Murad's hand
gloeide en beefde en dacht bij zichzelve
Ik ben verloren, hij wil mij thans zijn
liefde bekennen. En zij deed derhalve een
poging om het zusterpaar weer in te halen.
Maar Murad verijdelde die poging.
Gabrielle, begon hij, inet zijn diepe
is het leed niet te overzien.
Een kenner van het platteland schetste de
situatie aldusDe bevolking leeft op haar
minimum. Zij verkeert in dien gevaarlijken
zwevenden toestand, welke ge ook aantreft
in een streek, welke geïnfecteerd is met cho
lera, zonder dat deze nog uitgebroken is. Er
is verslagenheid, er is angst, er Is afwach
ting, die alle in hun tegendeel zullen verkee-
ren zoodra de ziekte haar slachtoffers cischt.
De toestand is niet overal gelijk. In den
Preanger bijvoorbeeld moet hij zich niet zóó
ongunstig ontwikkelen. Maar dat zijn uitzon
deringen. Regel is. dat de dessa in nood ver
keert- En wie weet, welke beteekenis de dessa
voor geheel het maatschappelijk bestel', heeft
zal beseffen, welk een uiterste krachtinspan
ning thans van het bestuur wordt gevergd en
hoe onvergeeflijk de regeering zou hebben
gehandeld, indien zij aan lieden als Soekar-
no, die het volk geen redding kunnen bieden.
het slechts in grooter ellende weten te dom
pelen. de vrije hand had gelaten.
Er is thans voor Indië geen ernstiger pro
bleem dan dat der dessa. Het gaat er nu
spannen. Alle krachten ten kwade dienen te
worden geweerd. Alle krachten ten goede ge
mobiliseerd om haar te redden uit den erg-
sten nood
BIERACCIJNS.
Do komend verhooging.
Bij don Volksraad van Indië is in
gediend oon ontwerp-besluit tot hot
heffen van 50 opcenten op den bier
accijns in 1934, teneinde een billijker
verhouding to scheppen ton aanzien
van hot importbier dat door do nieu-
invoerrechton eveneens zwaarder
zal worden belast. De hoogero op
brengst van dezen accijns wordt ge
taxeerd op f87.500.-.
DE SENNEHUT.
In de Alpen vindt men op de berg
hellingen vaak malsche, sappige wei
den, waar de koeien uit de dalen gedu
rende de zomermaanden volop voed
sel vinden.
In den regel is een Alpentop gemeen
schappelijk eigendom van de dalbe
woners die er eenige honderden koeien
kunnen laten grazen. Tegen de
tweede helft van Mei is de tijd geko
men, dat de ijs- en sneeuwvelden vol-
loende ontdooid zijn, om de koeien
naar boven te brengen. Het geheele
lal, rijk en arm, jong en oud, komt dan
bijeen, o,m de herders of „senson" uit
geleide te doen.
Langzaam beweegt de kudde zich
bergopwaarts naar de sappige Alpen
weiden, die het vee tot grazen nooden.
Den geheelen zomer blijven de herders
en de koeien boven, nagenoeg volsla
gen afgezonderd van de bewoonde we
reld. Slechts nu en dan hebben zij aan
raking met de bewoners in het dal.
De mooiste en sterkste koe gaat voor
op, de andere beesten volgen haar ge
willig. Herhaalde zegepralen in ge
vechten met andere koeien hebben haar
dezen voorrang bezorgd. Ter ecre
van haar leiderschap draagt zij den
prachtigsten halsband, waaraan de
mooiste bel hangt met de helderst en
klank. Ook daaraan is zij te onder
scheiden van de andere dieren.,
Op verschillende plaatsen in de Al
pen zijn op of nabij de bergweiden,
meestal tegen een beschermende rots,
stem, ik heb u reeds sinds eenige dagen een
bekentenis willen doen, die mij op de lippen
brandt. Blijf bedaard O, geloof me, ik zal u
niets zeggen, wat u zou kunnen beleedigen.
want ik heb voor u de grootste achting. Ge
ziet me zoo verschrikt aan, Gabriele, Ik
weet niet, of ik zal mogen voortgaan....
Mijnheer, gij verkeert in een dwaling,
bracht Gabrielle bevend uit. Wat zou ik van
u hebben te vreezen, zijt gij het niet, die mij
hebt gered en voortgaan mij te beschermen
Ja, Gabrielle, en ik ben ook bereid, her
nam Murad, om, als gij daarin toestemt, u
mijn geheele leven te wijden
Uw leven, mijnheer, stamelde Gabrielle.
Ik bemin u, Gabrielle. Hebt gij dat zelf
nooit bevroed Ik beminde u reeds, toen gij
bewusteloos, zwak en hulpbehoevend in mijn
armen laagt.
Ik heb u lief met al den gloed van mijn
hart, Gabrielle, gevoelt gij van uw kant voor
mij ook eenige genegenheid, o, laat mij niet
lang in dien martelenden twijfel
Zij had haar hand teruggetrokken, zij was
bleek geworden, haar hart klopte onstuimig.
O, ik bid u, mijnheer, vraag mij dat niet,
zeide zij. Wat moet ik u op zulke vragen ant
woorden
Is dat dan zoo moeilijk, Gabrielle Raad
pleeg de stem van uw hart. Wek lk eenigen
tegenzin bij u op Heb ik het ongeluk dat-
gij mij nooit zult kunnen beminnen
Neen, neen, dat niet, dat niet, riep zij
levendig. Ik zou al zeer liefdeloos moeten zijn.
zoo ik niet een altoos durende dankbaarheid
voor u gevoelde.
O, spreek toch niet van dankbaarheid,
Gabrielle, antwoordde de jonge Oosterling
droevig, als ik u om wederliefde smeek.
Gabrielle zweeg. Ze stond daar met terneer
geslagen oogen en streed in haar hart een
moeilijken strijd.
Uit de diepte van den tuin ruischten op dit
oogenblik weder de min of meer eentonige
slepende accoorden. Al de jonge Oostersche
vrouwen in dienst van Feredje en Fatma
schenen rhythmisch, op gedempten toon, het
aandoenlijk tooneel in den tuin te begeleiden.
Gabrielle wilde, zonder Murad te kwetsen,
te
viel Gabrielle in, Ik geef u van mijn kant de
heilige verzekering, dat een dergelijk vermoe
den
Zelfs niet bij u kon opkomen, voltooide
Murad den zin. Toch dient gij te weten, dat
ik u, al waart gij arm, toch evenzeer zou heb
ben leeren beminnen, want ikzelf ben min
stens even rijk als gij het worden zult. Uw
geld heeft geen waarde voor mij
Ik bid u, mijnheer, stap toch van dit
onderwerp at
Gabrielle had dit laatste min of meer hef
tig gezegd en zweeg toen plotseling uit vrees
van hem beleedigd te hebben. Met een beval
lige beweging der hand naar het donkerste
gedeelte van den tuin wijzend, hernam zij op
geheel anderen toon
Luister, daar beginnen de vrouwen weer!
Wat zingen zij nu Dat lied boezemt mij een
heteigenaardig belang in.
Zij zingen, antwoordde Murad, nogmaals
als Gabrielle's tolk optredend, zij zingen
„In d'ouderdom, zie, dan vergaan de
jaren
Met dubb'le snelheid, smelten weg als
sneeuw
En bloemen ijs, jeugd, grijsheid, lente,
winter,
Vaarwel 't Vliegt alles in een storm
daarheen,
Tracht dus, o mensch, het heden te ge
nieten
Hoe ook de stormen woên, spijt wind
en weer
Laat zachte hand u rozenolie gieten
Verkwikkend daal' ze op 't gloeiend
voorhoofd neer
De muziek hield op, het lied was uit. Er
ontstond een diep stilzwijgen.
Fatma en Fededie, die tot dit oogenblik
voor Gabrielle en Murad onzichtbaar waren
geweest, naderden langzaam.
Gabrielle, fluisterde Murad met diep be
wogen stem, ik bied u aan, mijn vrouw te
.worden volgens de gebruiken van uw land. Ik
het gesprek een andere wending geven
het gelaat, met een flauwe poging om
glimlachen, opheffend, sprak zij
Dat is een huldeblijk, dat ik niet ver
staan kan Wat zingt men daarginds Het
klinkt zoo treurig en tevens zoo zoet weemoe
dig.
Wil ik het voor u vertolken vroeg Mu
rad.
O, als ge zoo vriendelijk zoudt willen
zijn.
Luister dan
„Het leven is een storm en warmte en
kou,
Ze wiss'len steeds tot alles is gedaan
Met bloemen wordt het pad der jeugd
bestrooid
En 's levens winterpad is wit van sneeuw."
Gabrielle neeg luisterend het hoofd, in droo
men verzonken. Murad bracht nu ook
volgende verstaanbaar voor haar over
„De jeugd ontvangt een schat van bloe
men, die
Haar schoonheid tooien en 't hart ver
rukken.
Ze vlieden heen. De jongeling, die ze
tracht
Te vatten, ziet zich in zijn hoop bedrogen;
Want vreugde en bloemen, alles gaat
voorbij
De muziek in de verte, Murad's diepe stem,
de heerlijke avondstond, de fantastische om
geving, alles scheen er toe mee te werken,
om het arme meisje van haar zinnen te be-
rooven.
Murad naderde haar.
Gabrielle, begon hij opnieuw, ik heb lang
nagedacht, voor ik tot u kwam met de gulle
bekentenis mijner liefde. Gij kent mij weinig,
maar ik geloof niettemin dat gij er tot in
uw ziel van overtuigd zijt, dat er geen schijn
of schaduw van oneerlijkheid in mijn bedoe
lingen ligt, dat geen enkel bijoogmerk met
mijn liefde gepaard gaat. Gij zijt rijk, of zult
dat althans dezer dagen wezen, welnu, dat
bijna vorstelijk vermogen legt voor mij letter j leg mijn hart, mijn liefde en mijn leven aan
lijk geen gewicht in de schaal. Laat ik daar-'uw voeten Gabrielle, Gabrielle, hebt ge mij
van mogen overtuigen. dan niet een weinig lief
O, geen woord meer daarvan, mijnheer! (Wordt vervolgd.)