IndenHerfsf LASPI GEMEENTERAAD VAN ZIJPE. MEER DAN OOIT WACO AUTOBUSSEN steeAsvoortMyw tabletten UlliluitendXorkrljgbaar In do oranje-bondbulsfes van 20 labl. 70 ets. «n oranjoiokjet van 2 tabl. 10 cis. VLUGGE REIS. ZIJPE brengen ter openbare kennis, dat het De j.1. Donderdag van Vlaardingen vertrokverzoek van de N.V. American Petroleum ken motorharinglogger K.W. 16, M. Plug, is Company te 's-Gravenhage om op het perceel 29 kadastraal bekend in Sectie B, No. 345 (Pet- Maandag weer hier binnengekomen met last haring, gevangen in één schot. heeft ontwikkeld, maakt de geheele winkel sluitingsregeling goeddeels waardeloos. Daar- om is noodig een z.g. bijvulvcrbod, door ine nige gemeente reeds vastgesteld, door ons hoogste rechtscollege evenwel in strijd met de wet geacht. Een bijvulvcrbod zal dus in de wet zelf moeten worden opgenomen. Om con trole van dit verbod mogelijk te maken, moet worden bepaald, dat een automaat niet ge heel of gedeeltelijk in een winkel mag wor den geplaatst, wil men deze althans benut ten in sluitingstijd. HET ONTSLAG BIJ DEFENSIE. Het Ambtenarengerecht heeft uitspraak gedaan in de zaak van F. v. Doorn, arbeider bij het Departement van Defensie, werkzaam op de wapenkamer van het regiment Jagers, die lid is van dc S.D.A.P. en geweigerd heeft één van de bekende verklaringen te teekenen, om welke reden hij ontslagen is. Het Gerecht overwoog, dat van klager geen andere verklaring is gevraagd, dan dat hij onder alle omstandigheden achter de Regee ring zou staan dat een dergelijke verklaring van iederen Staatsambtenaar mag en kan worden gevor derd, opdat geen twijfel besta, dat dc amb tenaar ook in critieke omstandigheden aan de Regeering trouw zal blijven dat het teekenen van een dergelijke ver klaring geen nadere overweging vordert en dat aarzeling van den betrokkene reeds zijn ongeschiktheid bewijst. Op deze gronden is het beroep ongegrond verklaard. I)E IIARINGPRIJZEN. Men hoopt op ingrijpen door de Regcering'. In haringreederskringen heerscht ernstige ongerustheid over de steeds lager loopende haringprijzen, hetgeen tot gevolg heeft dat de aanbieding van exportharing daarmede ge lijken tred houdt. De vrees bestaat, dat dit een verhooging van het Duitsche invoerrecht op haring, men spreekt al van 6 mark boven de reeds bestaande 9 mark, tot gevolg zal heb ben. Men hoopt dat de Regeering spoedig zal ingrijpen, door eveneens in 1932, wederom een crediet beschikbaar te stellen, zoodat dan een flinke partij haring uit de markt kan worden genomen. Naar men mededeelde, worden van particu liere reederszijde te Vlaardingen maatrege len genomen om de haring voorloopig niet meer in den publieken afslag te brengen. BRANDSTICHTING Verdacht geval te Eist, In den nacht van Zaterdag op Zondag werd de politie te Eist gewaarschuwd, dat er vermoedelijk brandstichting was gepleegd ten huize van den 28-jarigen penningmeester der plaatselijke af deeling van den Ned. Bond van fabrieksarbeiders. Bij het onderzoek, onder leiding van den burgemeester, zijn verschillende verdachte omstandigheden geconstateerd, zoodat de man gearresteerd. Zondagmorgen om 10 uur was het parket uit Arnhem met den politiedeskundige dr Hesselink ter plaatse, waarna de verdachte in het huis van bewaring te Arnhem is op gesloten. Boeken en kasbesclieiden der af- deeling zijn in beslag genomen. SMOKKELEN VAN ROGGE. Poolschc rogge via Antwerpen. Langs de Nederlandsch-Belgische grens heeft de frauduleuze invoer van rogge thans groote afmetingen genomen. Naar men meldt ligt in een der Antwerpsche havens een groo te zeeboot in lossing met Poolsche rogge, wel ke tot aan de grens wordt gebracht, om op het geschikte moment op Nederlandschen bodem te worden gedeponeerd. Een tweede zeeboot schijnt reeds van Polen naar Antwerpen onderweg te zijn, waarvan de lading op dezelfde wijze in Nederland zal worden ingevoerd. Vrachtauto's brengen de binnengesmokkel de rogge naar Walsoorden en Terneuzen, vanwaar zij dan verder per schip naar Rot terdam wordt getransporteerd. De Nederland- sche politie en kommiezen oefenen een bui tengewoon streng toezicht uit, hetgeen niet kan verhinderen, dat de frauduleuze invoer aanhoudt, hetgeen zich goed verklaren laat, daar over een afstand van ettelijke kilome ters de rogge over de grens wordt gebracht. Alleen indien een verbod wordt uitgevaardigd tot het vervoeren van rogge binnen een be paalde strook aan de grens, zonder vergun ning, zal aan dezen onhoudbaren toestand een einde kunnen worden gemaakt. DE MUITERIJ OP „DE ZEVEN PROVINCIËN." De dagvaardingen. Aneta seint uit Soerabaja De ten laste legging voor dc eerste groep van de muiters aan boord van De Zeven Provinciën is aan de beklaagden beteekend. Deze ten laste legging houdt in primair, dat deze eerste groep onder den inlandschen ma troos der eerste klasse J. K. Kawilarang op zettelijk en in vereeniging de aan boord van De Zeven Provinciën zich bevindende officie ren en onderofficieren van hun vrijheid van handelen beroofde en/of zich met bedreiging van geweld zich tegen hen verzette en/of op dezelfde wijze hen hebben gedwongen hun diensten als zee-officier, officier van den Ma rinestoomvaartdienst of onderofficier na te laten door, uitvoering gevend aan een be raamd plan om met het schip eigenmachtig tegen den wil van den commandant en offi cieren onder stoom te gaan en naar Soerabaja terug te keeren, zich door gewelddadige ver breking van de geweerrekken en forceeren der afsluiting van de voormunitie-bergplaats wapenen en munitie meester te maken. De ten laste legging richt zich tegen het openlijk dragen van wapens, het bezet hou den van voor- en middenschip, toegangen tot het voorschip, machinekamers, stookplaatsen en brug, tegen het gewapend verrichten van schildwachtdiensten, terwijl nog wordt opge merkt dat de bedreiging met geweld niet wei nig werd versterkt door een geweerschot bij nadering van eenige officieren, die gedwon gen werden zich uitsluitend op het achter schip op te houden. Voorts wordt ten laste gelegd, dat zij het schip onder stoom hebben gebracht en gehou den en de officieren en onderofficieren vijf achtereenvolgende dagen in een gedwongen positie aan boord hebben gehouden. Den hoofdman Kawilarang wordt bepaalde lijk ten laste gelegd het voeren der naviga tie, het leiding geven bij het sloephijschen, bedreiging met een pistool van den luitenant ter zee der tweede klasse H. L. van Boven, daarbij van dezen officier vorderend eenige schepelingen, die zich bij de officieren had den gevoegd, uit te leveren. Ook den kwartiermeester Tuhumena wordt ten laste gelegd de navigatie te hebben ge voerd, althans tijdens de vaart vah De Zeven Provinciën op de brug wacht te hebben ge- loopen en geweren met scherpe patronen te hebben geladen. De matroos der eerste klasse Manuputty wordt er o.a. van beschuldigd den luitenant ter zee der derde klasse P. Cool en den offi cier van den Marinestoomvaartdienst der tweede klasse G. Smits met wapens te heb ben gedwongen de campagne niet te verlaten en een pistool te hebben gericht op den ser geant-bottelier Roomer. Den anderen beklaagden wordt deelname aan het sloephijschen, ankerlichten en dienst doen als roerganger ten laste gelegd. De matroos der tweede klasse Mohamad Sa- ril' wordt beschuldigd van deelname aan den inval door eenige gewapende schepelingen in het verblijf der officieren met het doel eenige geweren van de officieren terug te vorderen. De matroos der derde klasse Ramelan wordt beschuldigd van deelname aan het opvoeren van patronen voor het V/-> c.M. geschut en het beletten aan de aanwezige officieren en onderofficieren de brug te bezetten of naar het voorschip door te dringen, hetwelk door de luitenants ter zee Van Boven, Dekker, De Vos van Steenwij k, Koppen, Ritsema van Eek en Agelink van Rentergcm werd gepro beerd, terwijl genoemde Ramelan bovendien een scherp schot uit een geweer loste, het welk slechts geen doel trof door onzuiver rich ten. De stoker der tweede klasse Soehardjo wordt er nog van beschuldigd de luitenants ter zee Cool en Stegeman gevankelijk uit hun hut te hebben gelicht en weggevoerd onder bedrei ging met wapens. Behalve de primaire ten laste legging is nog een subsidiaire uitgebracht tegen tien dezer negentien beklaagden, waarin hun opzettelij ke behulpzaamheid aan strafbare handelin gen wordt omschreven. Het ligt in de bedoeling Dinsdagmorgen 31 Octobcr a.s. de eerste zitting van den Zee krijgsraad inzake de muiterij te doen aanvan gen. adem hijgend, zij gaat trouwen zij, Ga- brielle met NorbertVoor het raadhuis staat het met duidelijke letters te lezen Wat praat je nu voor wartaal riep Au gust opstuivend. Drie, vermaal moest Trompelet herhalen wat hij in het getraliede kastje gelezen had, de brave clown scheen het maar niet te kun nen vatten. Drommels riep hij eindelijk uit, als de markies het durft wagen zijn voorgenomen huwelijk met tamboer en trompet aan de heo le wereld te verkondigen, moet hij natuurlijk Gabrielle's toestemming hebben Wat zou er wel gebeurd zijn Dat weet ik niet, maar we moeten, dunkt me, dadelijk Valentin gaan opzoeken en het groote nieuws ook aan dien rijken Oosterling, dien Murad, gaan mededeelen. Ge hebt gelijk, stemde August onvoor waardelijk toe, groot gelijk. Dadelijk maar op weg. Murad en Valentin werden door den clown en den goochelaar met den nieuwen stand van zaken in kennis gesteld en nog dienzelf den avond namen beiden aan het station Parijs—Lyon een plaatsbiljet voor Corbigny, vergezeld van Trompelet, August en Chilpe- ric, welke laatste zich op hun verzoek gaarne bij de anderen had aangesloten. Te Corbigny hadden zij hun wagons verla ten, alsof zij elkander volstrekt niet kenden. In het bosch hadden zij zich weer vereenigd. Op den landweg van Corbigny naar Lor- mes ligt een kleine, aan de reizigers welbe kende herberg, die tot uithangbord heeft „In den Zwarten Man," naar de aldus ge noemde kloof, welke dien landweg door snijdt. Die kleine herberg was hun pleisterplaats geweest en van daar dwaalden zij den gehee- len dag in verschillende richtingen, teneinde zich zooveel mogelijk op de hoogte te stellen van de gewoonten op het kasteel, om dat kasteel zelf te bespieden en naar aanleiding yan het een en ander een geschikt plan op GEMEENTE ZIJPE. INRICHTINGEN welke Gevaar, Schade of Hinder kunnen veroorzaken. Burgemeester en Wethouders der Gemeente ten) een ondergrondsche benzinebewaarplaats met aftapinrichting te mogen oprichten door hen is INGEWILLIGD. Zijpe, den 11 October 1933. Burgemeester en Wethouders voorn., J. DE MOOR. De Secretaris, J. A. DE BOER. VAN 17 OCTOBER. DE BEGROOTING. Dc uitgaven bedragen f 220755.35 met een post onvoorzien van f 2739.54. Bij volgnr. 152, huur huizen en andere gebouwen, wijst de Vooral ter op het voor stel van B. en W., om de woning te Oude- sluis, verhuurd aan den heer Speelman, met f 0.50 aan huur per week te verminderen, wat met algemeene stemmen werd goedge vonden. Volgnr. 282a. 10 opcenten op de hoofdsom der Personeele Belasting. Dc heer Doorn meent, dat dit achterwege had moeten blijven. Wij moeten deze belas ting, vooral in den tegenwoordigen tijd, niet opvoeren. Ik zie liever een heffing van 5 pCt. van de pensioenbijdrage van de gemeente ambtenaren. Wij moeten het halen, waar het is. Aan de hand van hunne salarieering, zou ik een dergelijke heffing zeer billijk vinden Neem b.v. een inkomen van 40.- per week, dan vind ik het heelemaal niet erg dat daar f 2.- afgaat. Ik wensch van mijn idéé een voorstel te maken. De heer Bruin noemt het een verrassing om met een voorstel te komen om een kor ting van 5 pCt. op alle salarissen toe te pas sen. De heer Doorn merkt op dat er voor ge zorgd moet worden dat alles klopt en een hef fing van 10 opcenten op de personeele belas ting is voor allen ook een verrassing. De heer Van der Sluys zegt dat B. en W. met de bestaande belastingen geen kans za gen de begrooting sluitende te maken. Er wa ren voor ons geen andere wegen open. Onze post onvoorziene uitgaven zien er evengoed allerbedroevendst uit, daar deze post groot f 2739.54, bij een begrooting van f 220755.35, toch zeker heel laag is. Met het voorstel van den heer Doorn, om 5 pCt. salariskorting van de ambtenaren zegt de heer Van der Sluijs komen wij nooit aan een bedrag van f 3150.-, wat de 10 opcenten op de personeele belasting zal opbrengen, daar de beslissing om die korting toe te pas sen op de hooge salarissen, n.1. die van Bur gemeester, Secretaris en Gemeente-Ontvan ger, berust bij Ged. Staten en wij nog ver wachten moeten dat dit college hieraan hun ne goedkeuring zal hechten. Hiermede zouden wij dus niet geholpen zijn. De heer Blom is geen onverdeeld voorstan der van een heffing van 10 opcenten op de personeele belasting, maar hij zal er genoe gen mee nemen omdat anders B. en W, de begrooting niet sluitende konden maken. Spr. zou evenwel de jaarwedden van de gemeente ambtenaren niet met 5 pCt. willen verlagen, zooals de heer Doorn voorstelt. De heer Doorn Dus mijnheer Blom, u haalt het liever van menschen die niets heb ben De heer Smit wil de voorgestelde 10 opcen ten op de Personeele Belasting handhaven en daarnaast 5 pCt. korting op de salarissen van de ambtenaren. Het voorstel van B. en W. om 10 opcenten op de Pers. Belasting te heffen wordt hierna aangenomen met de s^em van den heer Doorn tegen. Het voorstel van denheer Doorn om 5 pCt. van de pensioenbijdrage door de ambtenaren te laten betalen, wordt' nu in stemming ge bracht en verworpen met 4 stemmen voor en tegen. Voor stemden de heeren De Wit, Smit, Doorn en De Boer. Wat betreft het voorstel van B. en W., om de gemeente in de 3e klasse der gemeente fondsbelasting te plaatsen, met handhaving van de 80 opcenten op de hoofdsom, zegt de heer Nannis dat hij hier geen voorstander van is. Spr. ziet hierin dat straks de kleine inkomens van b.v. f 600.-, worden getroffen, waarbij dan de verhooging komt en men dan moet betalen van b.v. f 1000.-. Spr. zou liever 10 opcenten willen heffen op de ongebouwde eigendommen en 10 of 15 opcenten op de per soneele belasting een maatregel welke ik veel beter acht dan onze gemeente over te brengen van de 2e naar de 3e klasse in de gemeente fondsbelasting. De heer Dignum zegt noode de maatregel om de gemeente van de 2e in de 3e klasse te zullen aanvaarden. Het zijn in elk geval nog inkomens, hoe beroerd dan ook, maar om de begrooting sluitende te maken zal ik er mijn stem aan geven. De heer Dignum zijn grootste grief tegen personeele en grondbelasting is, dat betaald moet worden door menschen die niets bezit ten. De heer Doorn kan zich vereenigen met het te maken, om Bertara en diens dochter te be vrijden. Men sprak in de omgeving van Bois-Tordu om zoo te zeggen alleen over het ophanden zijnde huwelijk van den markies en Gabrielle en over de feestelijkheden, die werden voor bereid. Daar dikwijls reizigers, schilders en mars kramers naar het bosch van Montreuillon idee van den heer Nannis, wat betreft het heffen van 10 opcenten op de ongebouwde eigendommen. De heer Van der Sluijs zegt dat het mooi zou zijn als er opcenten op die ongebouwde eigendommen waren te leggen, waar inder daad wat te halen is. Maar tallooze grond eigenaren zitten in de grootste moeilijkheden en daarom vindt de meerderheid van B. en W. het beter om tenminste van de lage „in komens" wat te halen. Het zal alleen betref fen kleine gezinnen, die geen kinderaftrek hebben. Spr. beoogt verder dat belasting op ongebouwde eigendommen niet voldoende zal opbrengen en dus opnieuw de personeele be lasting zal moeten worden aangesproken. De heer Van der Oord vraagt of de inkom stenbelasting niet meer progressief kan wor den gemaakt. De heer Blom meent, dat van twee kwaden 't minst kwade moet worden genomen en dat is z.i. belasting op ongebouwde eigendommen. Het voorstel van B. en W. wordt in stem ming gebracht en aangenomen met 6 tegen 5 stemmen, tegen stemden de heeren Blom, Rens, Van der Oord, Doorn en Nannis. De gemeentebegrooting wordt vervolgens vastgesteld en evenzoo in verband met de genomen besluiten de diverse belastingveror deningen. De begrooting wijst een totaal aan ontvang sten en uitgaven aan tot een bedrag van f 220755.35. Rondvraag. De heer Blom zou gaarne zien, dat een wegwijzer werd geplaatst vanwege de A.N.W.B. te Hazepolder, daar vooral veel au tomobilisten hier onbekend zijn met den weg en vastrijden. De Voorzitter zal hieraan zijn aandacht schenken. De heer Rens vraagt hoe het staat met het verstrekken van onvermengde margarine. De Secretaris licht toe dat die wordt ver strekt aan gezinnen, waarvan de kostwinner langer dan 3 maanden werkloos is of onder steuning genieten en die 4 of meer kinderen hebben. Met de armbesturen is overleg ge pleegd omtrent de verstrekking en is medege deeld aan wie de onvermengde margarine wordt verstrekt. De heer Nannis brengt ter sprake de werk verschaffing in het particulier bedrijf. Bij geruchte heeft spr. vernomen, dat is aange vangen met het werk voor de waterleiding in den Boschweg en dat hiervoor een arbeider is aangenomen welke voordien niet was inge schreven bij het arbeidsbemiddelingsbureau, maar zich nu met spoed heeft laten inschrij ven. Ook voor werk in de Kleine Polders, meen ik, dat men arbeiders moet nemen welke het langst staan ingeschreven en niet steeds dezelfde menschen. Spr. doet in deze een beroep op diverse lichamen en particu lieren. De heer Bruin vraagt of de ingeschreven werknemers steeds het werk willen en kun nen doen waarvoor men ze noodig heeft. De heer Nannis zegt, dat als er sprake is dat zij het werk niet kunnen doen, dat dan alles ophoudt maar het „niet willen" is iets anders. Als men hun niet in de gelegenheid stelt om te werken, kan er geen sprake zijn van niet willen. De heer Smit zegt dat hij wel eens gehoord heeft van een zwarte lijst, waarop menschen voorkomen die men niet aan het werk wenscht. De heer Dignum zegt dat er wel eens aan merkingen gemaakt kunnen worden. Maar het is soms heel moeilijk als men werk heeft te Stolpen b.v, om dan menschen te nemen van de Oudesluis en men in zijn onmiddellij de nabijheid geschikte menschen voor het werk heeft. Er wordt steeds rekening gehou den met arbeiders met groote gezinnen. De Voorzitter antwoordt den heer Nannis, dat het zeer gevaarlijk is om op geruchten af te gaan, daar hem er niets van bekend is dat met het werk voor de waterleiding in den Boschweg is aangevangen. Wat betreft dit werk is overeengekomen dat de heer Bel te Schagen hiervoor arbeiders uit de Zijpe zal nemen, welke voor dit werk geschikt zijn. Nu heeft de heer Bel aan een werknemer op gedragen hiervoor geschikte arbeiders te zoeken. Wij hebben niet het recht hierop in vloed uit te oefenen. Wat het plaatsen van werkloozen betreft, is het wel goed hieraan eenige leiding te geven, maar om werkgevers arbeiders op te dringen, gaat nietde werk gevers zouden zich dan terug kunnen trekken. De heer Nannis zegt dat door besprekingen en onderling overleg soms veel goeds te be reiken is voor beide partijen en noemt een door hem zelf gepasseerd geval op, waar een gunstig resultaat mee is bereikt. De heer Van der Oord zegt er zelf nog al eens bij betrokken te zijn. Als men vakkun dige, flinke arbeiders heeft gehad, spreekt het vanzelf dat men die weer graag terug heeft De heer Nannis wijst nog eens op de on billijkheid als 5 menschen steeds een goed loon hebben, terwijl 5 anderen, die het werk ook goed kunnen doen, steeds in de werkver schaffing of in de steunregeling staan. De heer Dignum zegt, dat het wel eens is voorgekomen dat men er zich tegen verzette om aan het werk te gaan. Algemeen was men van oordeel dat met onderling overleg wel iets goeds te bereiken zal zijn. Hierna sluiting. t nachtwaken had het geluk Valentin althans in zooverre gediend, dat hij zijn Gabrielle had te zien gekregen, leunend tegen de ba lustrade van een vensterbalcon. Daar stond zij een tijdlang roerloos, terwijl haar staren de blikken in alle richtingen naar hulp redding schenen uit te zien. Ja, daar was zij, hij had het gevoeld aan het onstuimig klop pen van zijn hart en haar zelfs op dien groo kwamen, had de waard van „In den Zwarten ten afstand meenen te herkennen. Niet dan Man" ook niet de geringste verdenking op met de grootste inspanning had hij daarbij de vijf mannen, die hun intrek in zijn her-een kreet onderdrukt en werktuiglijk de berg hadden genomen. Door £ljn gasten omtrent markies d'Ar- gental en diens bruid ondervraagd, vertelde vader Gerberd met het grootste genoegen alles wat hij wist. Hij zei onder meer ook, dat het toekomstige markiezinnetje volgens de geruchten heel rijk moest zijn, doch dat zij dit pas kort geleden was geworden en vroe gcr te Parijs van handenarbeid zou hebben geleefd. Die jongedame moest, volgens hem, de erfgename van millioenen zijn geworden en nu hadden enkele booswichten te Parijs haar willen dwingen, om met een hunner in het huwelijk te treden, teneinde op die wijze den buit in hun bezit te krijgen. Een vreem deling een Turk, moest altijd volgens den herbergier bestemd zijn geweest, om haar echtgenoot te worden. Maar al die pogingen waren gelukkig verijdeld door markies d'Ar- gcntal, die het meisje reeds lang gekend en bemind had en wien het na allerlei moeilijk heden gelukt was, haar te redden uit de han den der misdadige fortuinbezcekers. Ja. ja. er zijn te Parijs heel wat slechte menschen, besloot de waard zijn mededeelin- gen. Twee dagen na hun aankomst hield Valen tin. dien zijn vrienden minstens tien keer daags tot voorzichtigheid moest aansporen, zich den geheelen nacht op aan den rand van het bosch, vanwaar men het uitzicht had op liet kasteel, tusschen het geboomte verborgen. Ons Lichaam en onze Gezondheid. is U thans aangewezen op het autobusvervoer. Neemt daarvoor de VOETKWALEN. In de laatste jaren is liet aantal ,lij- ders aan voetkwalen belangrijk toege nomen, wat wel het duidelijkst blijkt dit de administratie der ziekenfond sen. Nu moet men daarbij' weliswaar in aanmerking ne,meri, dat voetkwalen een zeer langdurige en soms ook kost bare behandeling vereischen, doch met dat al blijft het l'eit bestaan, dat alleen voor de behandeling van platvoeten reeds viermaal zooveel wordt uitgege ven als vóór den oorlog. Zoowel toen als nu zijn platvoeten dc meest voor komende voetkwaal geweest, docïi bel aantal patiënten was lang niet zoo groot. De reden hiervan is, dat slechts zeer weinig menschen in elk opzicht ge zonde en normale voeten hebben. Hun aantal is niet eens in procenten uit (e drukken, want op de 11.000 menschen kojmt er slechts één voor met geheel, normale voeten. Dat deze meestal zeer onbeduidende afwijkingen zich ech ter ontwikkelen tot hinderlijke voet kwalen, en wel in toenemende mate, is geen toeval, doch staat rechtstreeks in verband met de moderne, imeer ratio- neele werkwijze. Zoowel het eerste ontstaan als de verdere ontwikkeling van voetzwakte moet worden toegeschreven aan over belasting van de voeten. Daarbij is pijn niet altijd een bewijs, dat men te doen heeft met een begin van platvoe ten. Bij voetzwakte gevoelt men dik wijls wél pijn, terwijl de geheel doorge drukte platvoet sojns niet eens gevoe lig is en werkelijke pijn bij de echte platvoeten uiterst zeldzaam is. De voetzwakte ontstaat door over belasting, waardoor de voetbeenderen worden beschadigd. Onder deze bescha diging spelen breuken van de voet beentjes een bijzondere rol wij her inneren verder aan de ontsteking van het beendermerg en de ziekelijke ver anderingen der beenderen. De rachitus die dikwijls de vreemdsoortigste ver krommingen kan veroorzaken, heeft op het ontstaan van O- en X-beenen zoowel als platvoeten invloed. Voet zwakte en platvoeten houdt menigeen over na een operatie, terwijl voetzvvak te ook optreedt, wanneer het geheele lichaam door een zware ziekte is ver zwakt. Natuurlijk kunnen deze en an dere voetkwalen ook ontstaan door schoenen, die niet genoeg rekening houden met den vorm van den voet. fVangeboren platvoeten zijn zeer zeld zaam, tenminste bij het blanke ras (nauwelijks 1 procent.) Bij geheel doorgedrukte platvoeten zal men practisch nooit pijn voelen, docli in de voorafgaande perioden zijn de pijnen dikwijls zeer ernstig- en kun nen zich over het geheele been voort zetten. De pijn lijkt dikwijls bedrieg lijk veel op ischias, zoodat de patiën ten dikwijls uit zichzelf massage, ba den of zalven toepassen, die natuurlijk hen niet. helpen. Zelfs hij een eenvou dige voetzwakte ,moet n.1. reeds een arts geraadpleegd worden, opdat van het begin af de juiste behandeling kan worden toegepast. Hierdoor voorkomt men althans verergering of chronisch worden van de kwaal. Dit is vooral bij voetzwakte noodig, omdat deze niet met bepaalde verschijnselen gepaard gaat. Slechts de pijn en andere klach ten toonen aan, dat er ziekelijke ver- anderingen aan den gang zijn. men uitgestrekt, alsof er eenige kans bestond, dat zij naar beneden had kunnen springen en hij haar in zijn armen opvangen. Des avonds van dienzelfden dag was hij weer naar zijn observatiepost aan den bosch- rand teruggekeerd. Wat hoopte, wat verwacht te hij dan Meende hij, dat Gabrielle alleen naar hém zou toekomen en met hem spreken zou Hij had haar in zulk een langen tijd niet gezien en hij brandde van verlangen haar te zeggen, dat hij haar nog altoos onver anderlijk liefhad. Tegen vijf uur, toen de zon ten ondergang neeg, toen het gezang der vogelen verstom de en de geheele natuur door een plechtig zwijgen scheen aan te kondigen, dat dé avond gekomen was, bemerkte Valentin plotseling, hoe Gabrielle langzaam over de brug den zandweg naderde. Doch zij was helaas niet alleen, Bertara was aan haar eene, Norbert aan haar andere zijde. En uit een andere deur van het kasteel waren gelijktijdig drie man nen naar buiten gekomen, die, uit de verte volgend, de snelheid hunner schreden regel den naar Gabrielle's gang en het jonge meis je bewaakten, tot alles bereid. Valentin liet in zijn schuilhoek, slechts weinige schreden van hen verwijderd, het hem bekende drietal ongehinderd voorbij gaan. Hij kon thans zeer goed de verwoes ting zien, die slechts eenige weken op Ga brielle's gelaat hadden aangericht. Zij was Op den vroegen morgen na zijn eerste doodsbleek, haai' trekken droegen den stem pel van vermoeienis, de oogen waren rood van het vele weenen gedurende de slapelooze nachten, tien jaren scheen zij ouder te zijn geworden. Zij liep eenigszins gebukt, alsof men een zwaren last op haar schouders had gelegd en daarbij had zij iets eigenaardigs in al haar bewegingen, iets, wat moeiijk te be schrijven valt, maar op Valentin een vreese- lijken indruk maakte, iets, dat aan de gela tenheid van sommige krankzinnigen deed denken. De jongeman had al zijn zelfbeheersching noodig, om niet op Norbert aan te vallen en hem te verworgen. Door zoo te handelen, hij begreep het zelf maar al te goed, zou hij voor zeker Gabrielle verloren," onherroepelijk ver loren hebben. Geen oogenblik kwam het bij Valentin op, dat het lieve meisje hem ontrouw kon zijn geworden. Alles duidde daarentegen zoo hel- jder mogelijk aan, dat zij een offer was, dat tegen wil en dank ter slachtplaats werd ge sleept. Terwijl hij met beide handen, ziedend van toorn, in zijn haren greep, vroeg hij zich zelf vol vertwijfeling af Waarmede heeft die man haar in zijn macht Waarom ontvlucht zij hem niet met haar vader Diezelfde vragen waren van hun kant ook door Murad en de overige mannen meer dan eens geopperd. Door welke kunstgrepen, door welke lis ten, door welke nieuwe misdaden is het den markies gelukt, om Gabrielle en haar vader zoodanig aan zijn persoon te verbinden, dat het den schijn heeft, alsof zij geheel vrijwil lig bij hem blijven Inmiddels verliep de tijd en naderde de trouwdag. Als het huwelijk inderdaad voltrokken werd, was Gabrielle voor altoos verloren. Er moest gehandeld worden. Alle pogingen, die in het werk werden ge steld, om het meisje te naderen, bleven vruch teloos. Murad kwam derhalve tot het besluit, dat de vijf ondernemende mannen moesten be proeven, om des nachts in het kasteel te dringen en zich van den persoon van den markies meester te maken. Later, als Ga brielle en Bertara verwijderd en voor ieder gevaar beveiligd waren, moest het gerecht met het gebeurde in kennis worden gesteld, moest het gerecht zijn beslissende stem doen hooren. Men wilde den markies en diens handlan gers aan de rechtbank voor crimineele zaken overleveren de wederrechtelijke ontvoering- van Gabrielle, tot tweemaal toe herhaald en de moord op Simeon gepleegd waren feiten genoeg voor een alleszins wettige aanklacht. In de kloof van den Zwarten Man kwamen zij te zamen, om over de uitvoering van hun plan te beraadslagen. Aangezien zij zich tot heden toe zoo goed verborgen hadden gehouden, meenden zij ze ker te kunnen zijn, dat Norbert op Bois Tor- du zelfs geen flauw vermoeden had van hun nabijheid. Zij waren met hun vijven, allen kloeke, ster ke mannen en zij zouden op het kasteel eveneens niet minder sterke mannen tegen over zich hebben, die bovendien geen aarze ling kenden, om het bloed van een tegen stander te vergieten. In het kasteel bevonden zich namelijk op dienzelfden avond de markies, Papillon, Ron- temps, Laguyane en Loussard. Des avonds om tien uur verliet Murad met zijn bondgenooten de kolenbrandershut. Het regende niet meer en de lucht was frisch, doch de wegen waren nog doornat en hier en daar waren breede modderpoelen ontstaan, waar men tot over de enkels inzakte. Op een bepaalden afstand van Bois Tordu gekomen, werd halt gehouden, niemand sprak en ieder was vervuld van het belangrijke zij ner zaak. (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Wieringer courant | 1933 | | pagina 2