IndenHerfsf
LASPI
GEMEENTERAAD VAN ZIJPE.
MEER DAN OOIT
WACO AUTOBUSSEN
steeAsvoortMyw
tabletten
UlliluitendXorkrljgbaar In do oranje-bondbulsfes van
20 labl. 70 ets. «n oranjoiokjet van 2 tabl. 10 cis.
VLUGGE REIS. ZIJPE brengen ter openbare kennis, dat het
De j.1. Donderdag van Vlaardingen vertrokverzoek van de N.V. American Petroleum
ken motorharinglogger K.W. 16, M. Plug, is Company te 's-Gravenhage om op het perceel
29 kadastraal bekend in Sectie B, No. 345 (Pet-
Maandag weer hier binnengekomen met
last haring, gevangen in één schot.
heeft ontwikkeld, maakt de geheele winkel
sluitingsregeling goeddeels waardeloos. Daar-
om is noodig een z.g. bijvulvcrbod, door ine
nige gemeente reeds vastgesteld, door ons
hoogste rechtscollege evenwel in strijd met
de wet geacht. Een bijvulvcrbod zal dus in de
wet zelf moeten worden opgenomen. Om con
trole van dit verbod mogelijk te maken, moet
worden bepaald, dat een automaat niet ge
heel of gedeeltelijk in een winkel mag wor
den geplaatst, wil men deze althans benut
ten in sluitingstijd.
HET ONTSLAG BIJ DEFENSIE.
Het Ambtenarengerecht heeft uitspraak
gedaan in de zaak van F. v. Doorn, arbeider
bij het Departement van Defensie, werkzaam
op de wapenkamer van het regiment Jagers,
die lid is van dc S.D.A.P. en geweigerd heeft
één van de bekende verklaringen te teekenen,
om welke reden hij ontslagen is.
Het Gerecht overwoog, dat van klager geen
andere verklaring is gevraagd, dan dat hij
onder alle omstandigheden achter de Regee
ring zou staan
dat een dergelijke verklaring van iederen
Staatsambtenaar mag en kan worden gevor
derd, opdat geen twijfel besta, dat dc amb
tenaar ook in critieke omstandigheden aan
de Regeering trouw zal blijven
dat het teekenen van een dergelijke ver
klaring geen nadere overweging vordert en
dat aarzeling van den betrokkene reeds zijn
ongeschiktheid bewijst.
Op deze gronden is het beroep ongegrond
verklaard.
I)E IIARINGPRIJZEN.
Men hoopt op ingrijpen door de
Regcering'.
In haringreederskringen heerscht ernstige
ongerustheid over de steeds lager loopende
haringprijzen, hetgeen tot gevolg heeft dat de
aanbieding van exportharing daarmede ge
lijken tred houdt. De vrees bestaat, dat dit
een verhooging van het Duitsche invoerrecht
op haring, men spreekt al van 6 mark boven
de reeds bestaande 9 mark, tot gevolg zal heb
ben. Men hoopt dat de Regeering spoedig zal
ingrijpen, door eveneens in 1932, wederom
een crediet beschikbaar te stellen, zoodat dan
een flinke partij haring uit de markt kan
worden genomen.
Naar men mededeelde, worden van particu
liere reederszijde te Vlaardingen maatrege
len genomen om de haring voorloopig niet
meer in den publieken afslag te brengen.
BRANDSTICHTING
Verdacht geval te Eist,
In den nacht van Zaterdag op Zondag
werd de politie te Eist gewaarschuwd, dat er
vermoedelijk brandstichting was gepleegd ten
huize van den 28-jarigen penningmeester
der plaatselijke af deeling van den Ned. Bond
van fabrieksarbeiders.
Bij het onderzoek, onder leiding van den
burgemeester, zijn verschillende verdachte
omstandigheden geconstateerd, zoodat de man
gearresteerd.
Zondagmorgen om 10 uur was het parket
uit Arnhem met den politiedeskundige dr
Hesselink ter plaatse, waarna de verdachte
in het huis van bewaring te Arnhem is op
gesloten. Boeken en kasbesclieiden der af-
deeling zijn in beslag genomen.
SMOKKELEN VAN ROGGE.
Poolschc rogge via Antwerpen.
Langs de Nederlandsch-Belgische grens
heeft de frauduleuze invoer van rogge thans
groote afmetingen genomen. Naar men meldt
ligt in een der Antwerpsche havens een groo
te zeeboot in lossing met Poolsche rogge, wel
ke tot aan de grens wordt gebracht, om op
het geschikte moment op Nederlandschen
bodem te worden gedeponeerd.
Een tweede zeeboot schijnt reeds van Polen
naar Antwerpen onderweg te zijn, waarvan
de lading op dezelfde wijze in Nederland zal
worden ingevoerd.
Vrachtauto's brengen de binnengesmokkel
de rogge naar Walsoorden en Terneuzen,
vanwaar zij dan verder per schip naar Rot
terdam wordt getransporteerd. De Nederland-
sche politie en kommiezen oefenen een bui
tengewoon streng toezicht uit, hetgeen niet
kan verhinderen, dat de frauduleuze invoer
aanhoudt, hetgeen zich goed verklaren laat,
daar over een afstand van ettelijke kilome
ters de rogge over de grens wordt gebracht.
Alleen indien een verbod wordt uitgevaardigd
tot het vervoeren van rogge binnen een be
paalde strook aan de grens, zonder vergun
ning, zal aan dezen onhoudbaren toestand
een einde kunnen worden gemaakt.
DE MUITERIJ OP
„DE ZEVEN PROVINCIËN."
De dagvaardingen.
Aneta seint uit Soerabaja De ten laste
legging voor dc eerste groep van de muiters
aan boord van De Zeven Provinciën is aan
de beklaagden beteekend.
Deze ten laste legging houdt in primair, dat
deze eerste groep onder den inlandschen ma
troos der eerste klasse J. K. Kawilarang op
zettelijk en in vereeniging de aan boord van
De Zeven Provinciën zich bevindende officie
ren en onderofficieren van hun vrijheid van
handelen beroofde en/of zich met bedreiging
van geweld zich tegen hen verzette en/of op
dezelfde wijze hen hebben gedwongen hun
diensten als zee-officier, officier van den Ma
rinestoomvaartdienst of onderofficier na te
laten door, uitvoering gevend aan een be
raamd plan om met het schip eigenmachtig
tegen den wil van den commandant en offi
cieren onder stoom te gaan en naar Soerabaja
terug te keeren, zich door gewelddadige ver
breking van de geweerrekken en forceeren der
afsluiting van de voormunitie-bergplaats
wapenen en munitie meester te maken.
De ten laste legging richt zich tegen het
openlijk dragen van wapens, het bezet hou
den van voor- en middenschip, toegangen tot
het voorschip, machinekamers, stookplaatsen
en brug, tegen het gewapend verrichten van
schildwachtdiensten, terwijl nog wordt opge
merkt dat de bedreiging met geweld niet wei
nig werd versterkt door een geweerschot bij
nadering van eenige officieren, die gedwon
gen werden zich uitsluitend op het achter
schip op te houden.
Voorts wordt ten laste gelegd, dat zij het
schip onder stoom hebben gebracht en gehou
den en de officieren en onderofficieren vijf
achtereenvolgende dagen in een gedwongen
positie aan boord hebben gehouden.
Den hoofdman Kawilarang wordt bepaalde
lijk ten laste gelegd het voeren der naviga
tie, het leiding geven bij het sloephijschen,
bedreiging met een pistool van den luitenant
ter zee der tweede klasse H. L. van Boven,
daarbij van dezen officier vorderend eenige
schepelingen, die zich bij de officieren had
den gevoegd, uit te leveren.
Ook den kwartiermeester Tuhumena wordt
ten laste gelegd de navigatie te hebben ge
voerd, althans tijdens de vaart vah De Zeven
Provinciën op de brug wacht te hebben ge-
loopen en geweren met scherpe patronen te
hebben geladen.
De matroos der eerste klasse Manuputty
wordt er o.a. van beschuldigd den luitenant
ter zee der derde klasse P. Cool en den offi
cier van den Marinestoomvaartdienst der
tweede klasse G. Smits met wapens te heb
ben gedwongen de campagne niet te verlaten
en een pistool te hebben gericht op den ser
geant-bottelier Roomer.
Den anderen beklaagden wordt deelname
aan het sloephijschen, ankerlichten en dienst
doen als roerganger ten laste gelegd.
De matroos der tweede klasse Mohamad Sa-
ril' wordt beschuldigd van deelname aan den
inval door eenige gewapende schepelingen
in het verblijf der officieren met het doel
eenige geweren van de officieren terug te
vorderen.
De matroos der derde klasse Ramelan wordt
beschuldigd van deelname aan het opvoeren
van patronen voor het V/-> c.M. geschut en
het beletten aan de aanwezige officieren en
onderofficieren de brug te bezetten of naar
het voorschip door te dringen, hetwelk door
de luitenants ter zee Van Boven, Dekker, De
Vos van Steenwij k, Koppen, Ritsema van
Eek en Agelink van Rentergcm werd gepro
beerd, terwijl genoemde Ramelan bovendien
een scherp schot uit een geweer loste, het
welk slechts geen doel trof door onzuiver rich
ten.
De stoker der tweede klasse Soehardjo wordt
er nog van beschuldigd de luitenants ter zee
Cool en Stegeman gevankelijk uit hun hut te
hebben gelicht en weggevoerd onder bedrei
ging met wapens.
Behalve de primaire ten laste legging is nog
een subsidiaire uitgebracht tegen tien dezer
negentien beklaagden, waarin hun opzettelij
ke behulpzaamheid aan strafbare handelin
gen wordt omschreven.
Het ligt in de bedoeling Dinsdagmorgen
31 Octobcr a.s. de eerste zitting van den Zee
krijgsraad inzake de muiterij te doen aanvan
gen.
adem hijgend, zij gaat trouwen zij, Ga-
brielle met NorbertVoor het raadhuis
staat het met duidelijke letters te lezen
Wat praat je nu voor wartaal riep Au
gust opstuivend.
Drie, vermaal moest Trompelet herhalen
wat hij in het getraliede kastje gelezen had,
de brave clown scheen het maar niet te kun
nen vatten.
Drommels riep hij eindelijk uit, als de
markies het durft wagen zijn voorgenomen
huwelijk met tamboer en trompet aan de heo
le wereld te verkondigen, moet hij natuurlijk
Gabrielle's toestemming hebben Wat zou er
wel gebeurd zijn
Dat weet ik niet, maar we moeten, dunkt
me, dadelijk Valentin gaan opzoeken en het
groote nieuws ook aan dien rijken Oosterling,
dien Murad, gaan mededeelen.
Ge hebt gelijk, stemde August onvoor
waardelijk toe, groot gelijk. Dadelijk maar
op weg.
Murad en Valentin werden door den clown
en den goochelaar met den nieuwen stand
van zaken in kennis gesteld en nog dienzelf
den avond namen beiden aan het station
Parijs—Lyon een plaatsbiljet voor Corbigny,
vergezeld van Trompelet, August en Chilpe-
ric, welke laatste zich op hun verzoek gaarne
bij de anderen had aangesloten.
Te Corbigny hadden zij hun wagons verla
ten, alsof zij elkander volstrekt niet kenden.
In het bosch hadden zij zich weer vereenigd.
Op den landweg van Corbigny naar Lor-
mes ligt een kleine, aan de reizigers welbe
kende herberg, die tot uithangbord heeft
„In den Zwarten Man," naar de aldus ge
noemde kloof, welke dien landweg door snijdt.
Die kleine herberg was hun pleisterplaats
geweest en van daar dwaalden zij den gehee-
len dag in verschillende richtingen, teneinde
zich zooveel mogelijk op de hoogte te stellen
van de gewoonten op het kasteel, om dat
kasteel zelf te bespieden en naar aanleiding
yan het een en ander een geschikt plan op
GEMEENTE ZIJPE.
INRICHTINGEN
welke Gevaar, Schade of Hinder kunnen
veroorzaken.
Burgemeester en Wethouders der Gemeente
ten) een ondergrondsche benzinebewaarplaats
met aftapinrichting te mogen oprichten door
hen is INGEWILLIGD.
Zijpe, den 11 October 1933.
Burgemeester en Wethouders voorn.,
J. DE MOOR.
De Secretaris,
J. A. DE BOER.
VAN 17 OCTOBER.
DE BEGROOTING.
Dc uitgaven bedragen f 220755.35 met een
post onvoorzien van f 2739.54.
Bij volgnr. 152, huur huizen en andere
gebouwen, wijst de Vooral ter op het voor
stel van B. en W., om de woning te Oude-
sluis, verhuurd aan den heer Speelman, met
f 0.50 aan huur per week te verminderen,
wat met algemeene stemmen werd goedge
vonden.
Volgnr. 282a. 10 opcenten op de hoofdsom
der Personeele Belasting.
Dc heer Doorn meent, dat dit achterwege
had moeten blijven. Wij moeten deze belas
ting, vooral in den tegenwoordigen tijd, niet
opvoeren. Ik zie liever een heffing van 5 pCt.
van de pensioenbijdrage van de gemeente
ambtenaren. Wij moeten het halen, waar het
is. Aan de hand van hunne salarieering, zou
ik een dergelijke heffing zeer billijk vinden
Neem b.v. een inkomen van 40.- per week,
dan vind ik het heelemaal niet erg dat daar
f 2.- afgaat. Ik wensch van mijn idéé een
voorstel te maken.
De heer Bruin noemt het een verrassing
om met een voorstel te komen om een kor
ting van 5 pCt. op alle salarissen toe te pas
sen.
De heer Doorn merkt op dat er voor ge
zorgd moet worden dat alles klopt en een hef
fing van 10 opcenten op de personeele belas
ting is voor allen ook een verrassing.
De heer Van der Sluys zegt dat B. en W.
met de bestaande belastingen geen kans za
gen de begrooting sluitende te maken. Er wa
ren voor ons geen andere wegen open. Onze
post onvoorziene uitgaven zien er evengoed
allerbedroevendst uit, daar deze post groot
f 2739.54, bij een begrooting van f 220755.35,
toch zeker heel laag is.
Met het voorstel van den heer Doorn, om
5 pCt. salariskorting van de ambtenaren zegt
de heer Van der Sluijs komen wij nooit aan
een bedrag van f 3150.-, wat de 10 opcenten
op de personeele belasting zal opbrengen,
daar de beslissing om die korting toe te pas
sen op de hooge salarissen, n.1. die van Bur
gemeester, Secretaris en Gemeente-Ontvan
ger, berust bij Ged. Staten en wij nog ver
wachten moeten dat dit college hieraan hun
ne goedkeuring zal hechten. Hiermede zouden
wij dus niet geholpen zijn.
De heer Blom is geen onverdeeld voorstan
der van een heffing van 10 opcenten op de
personeele belasting, maar hij zal er genoe
gen mee nemen omdat anders B. en W, de
begrooting niet sluitende konden maken. Spr.
zou evenwel de jaarwedden van de gemeente
ambtenaren niet met 5 pCt. willen verlagen,
zooals de heer Doorn voorstelt.
De heer Doorn Dus mijnheer Blom, u
haalt het liever van menschen die niets heb
ben
De heer Smit wil de voorgestelde 10 opcen
ten op de Personeele Belasting handhaven en
daarnaast 5 pCt. korting op de salarissen van
de ambtenaren.
Het voorstel van B. en W. om 10 opcenten
op de Pers. Belasting te heffen wordt hierna
aangenomen met de s^em van den heer
Doorn tegen.
Het voorstel van denheer Doorn om 5 pCt.
van de pensioenbijdrage door de ambtenaren
te laten betalen, wordt' nu in stemming ge
bracht en verworpen met 4 stemmen voor en
tegen. Voor stemden de heeren De Wit,
Smit, Doorn en De Boer.
Wat betreft het voorstel van B. en W., om
de gemeente in de 3e klasse der gemeente
fondsbelasting te plaatsen, met handhaving
van de 80 opcenten op de hoofdsom, zegt de
heer Nannis dat hij hier geen voorstander
van is. Spr. ziet hierin dat straks de kleine
inkomens van b.v. f 600.-, worden getroffen,
waarbij dan de verhooging komt en men dan
moet betalen van b.v. f 1000.-. Spr. zou liever
10 opcenten willen heffen op de ongebouwde
eigendommen en 10 of 15 opcenten op de per
soneele belasting een maatregel welke ik veel
beter acht dan onze gemeente over te brengen
van de 2e naar de 3e klasse in de gemeente
fondsbelasting.
De heer Dignum zegt noode de maatregel
om de gemeente van de 2e in de 3e klasse te
zullen aanvaarden. Het zijn in elk geval nog
inkomens, hoe beroerd dan ook, maar om de
begrooting sluitende te maken zal ik er mijn
stem aan geven.
De heer Dignum zijn grootste grief tegen
personeele en grondbelasting is, dat betaald
moet worden door menschen die niets bezit
ten.
De heer Doorn kan zich vereenigen met het
te maken, om Bertara en diens dochter te be
vrijden.
Men sprak in de omgeving van Bois-Tordu
om zoo te zeggen alleen over het ophanden
zijnde huwelijk van den markies en Gabrielle
en over de feestelijkheden, die werden voor
bereid.
Daar dikwijls reizigers, schilders en mars
kramers naar het bosch van Montreuillon
idee van den heer Nannis, wat betreft het
heffen van 10 opcenten op de ongebouwde
eigendommen.
De heer Van der Sluijs zegt dat het mooi
zou zijn als er opcenten op die ongebouwde
eigendommen waren te leggen, waar inder
daad wat te halen is. Maar tallooze grond
eigenaren zitten in de grootste moeilijkheden
en daarom vindt de meerderheid van B. en
W. het beter om tenminste van de lage „in
komens" wat te halen. Het zal alleen betref
fen kleine gezinnen, die geen kinderaftrek
hebben. Spr. beoogt verder dat belasting op
ongebouwde eigendommen niet voldoende zal
opbrengen en dus opnieuw de personeele be
lasting zal moeten worden aangesproken.
De heer Van der Oord vraagt of de inkom
stenbelasting niet meer progressief kan wor
den gemaakt.
De heer Blom meent, dat van twee kwaden
't minst kwade moet worden genomen en dat
is z.i. belasting op ongebouwde eigendommen.
Het voorstel van B. en W. wordt in stem
ming gebracht en aangenomen met 6 tegen
5 stemmen, tegen stemden de heeren Blom,
Rens, Van der Oord, Doorn en Nannis.
De gemeentebegrooting wordt vervolgens
vastgesteld en evenzoo in verband met de
genomen besluiten de diverse belastingveror
deningen.
De begrooting wijst een totaal aan ontvang
sten en uitgaven aan tot een bedrag van
f 220755.35.
Rondvraag. De heer Blom zou gaarne zien,
dat een wegwijzer werd geplaatst vanwege de
A.N.W.B. te Hazepolder, daar vooral veel au
tomobilisten hier onbekend zijn met den weg
en vastrijden.
De Voorzitter zal hieraan zijn aandacht
schenken.
De heer Rens vraagt hoe het staat met het
verstrekken van onvermengde margarine.
De Secretaris licht toe dat die wordt ver
strekt aan gezinnen, waarvan de kostwinner
langer dan 3 maanden werkloos is of onder
steuning genieten en die 4 of meer kinderen
hebben. Met de armbesturen is overleg ge
pleegd omtrent de verstrekking en is medege
deeld aan wie de onvermengde margarine
wordt verstrekt.
De heer Nannis brengt ter sprake de werk
verschaffing in het particulier bedrijf. Bij
geruchte heeft spr. vernomen, dat is aange
vangen met het werk voor de waterleiding in
den Boschweg en dat hiervoor een arbeider
is aangenomen welke voordien niet was inge
schreven bij het arbeidsbemiddelingsbureau,
maar zich nu met spoed heeft laten inschrij
ven. Ook voor werk in de Kleine Polders,
meen ik, dat men arbeiders moet nemen
welke het langst staan ingeschreven en niet
steeds dezelfde menschen. Spr. doet in deze
een beroep op diverse lichamen en particu
lieren.
De heer Bruin vraagt of de ingeschreven
werknemers steeds het werk willen en kun
nen doen waarvoor men ze noodig heeft.
De heer Nannis zegt, dat als er sprake is
dat zij het werk niet kunnen doen, dat dan
alles ophoudt maar het „niet willen" is iets
anders. Als men hun niet in de gelegenheid
stelt om te werken, kan er geen sprake zijn
van niet willen.
De heer Smit zegt dat hij wel eens gehoord
heeft van een zwarte lijst, waarop menschen
voorkomen die men niet aan het werk
wenscht.
De heer Dignum zegt dat er wel eens aan
merkingen gemaakt kunnen worden. Maar
het is soms heel moeilijk als men werk heeft
te Stolpen b.v, om dan menschen te nemen
van de Oudesluis en men in zijn onmiddellij
de nabijheid geschikte menschen voor het
werk heeft. Er wordt steeds rekening gehou
den met arbeiders met groote gezinnen.
De Voorzitter antwoordt den heer Nannis,
dat het zeer gevaarlijk is om op geruchten af
te gaan, daar hem er niets van bekend is dat
met het werk voor de waterleiding in den
Boschweg is aangevangen. Wat betreft dit
werk is overeengekomen dat de heer Bel te
Schagen hiervoor arbeiders uit de Zijpe zal
nemen, welke voor dit werk geschikt zijn.
Nu heeft de heer Bel aan een werknemer op
gedragen hiervoor geschikte arbeiders te
zoeken. Wij hebben niet het recht hierop in
vloed uit te oefenen. Wat het plaatsen van
werkloozen betreft, is het wel goed hieraan
eenige leiding te geven, maar om werkgevers
arbeiders op te dringen, gaat nietde werk
gevers zouden zich dan terug kunnen trekken.
De heer Nannis zegt dat door besprekingen
en onderling overleg soms veel goeds te be
reiken is voor beide partijen en noemt een
door hem zelf gepasseerd geval op, waar een
gunstig resultaat mee is bereikt.
De heer Van der Oord zegt er zelf nog al
eens bij betrokken te zijn. Als men vakkun
dige, flinke arbeiders heeft gehad, spreekt
het vanzelf dat men die weer graag terug
heeft
De heer Nannis wijst nog eens op de on
billijkheid als 5 menschen steeds een goed
loon hebben, terwijl 5 anderen, die het werk
ook goed kunnen doen, steeds in de werkver
schaffing of in de steunregeling staan.
De heer Dignum zegt, dat het wel eens is
voorgekomen dat men er zich tegen verzette
om aan het werk te gaan.
Algemeen was men van oordeel dat met
onderling overleg wel iets goeds te bereiken
zal zijn.
Hierna sluiting. t
nachtwaken had het geluk Valentin althans
in zooverre gediend, dat hij zijn Gabrielle
had te zien gekregen, leunend tegen de ba
lustrade van een vensterbalcon. Daar stond
zij een tijdlang roerloos, terwijl haar staren
de blikken in alle richtingen naar hulp
redding schenen uit te zien. Ja, daar was zij,
hij had het gevoeld aan het onstuimig klop
pen van zijn hart en haar zelfs op dien groo
kwamen, had de waard van „In den Zwarten ten afstand meenen te herkennen. Niet dan
Man" ook niet de geringste verdenking op met de grootste inspanning had hij daarbij
de vijf mannen, die hun intrek in zijn her-een kreet onderdrukt en werktuiglijk de
berg hadden genomen.
Door £ljn gasten omtrent markies d'Ar-
gental en diens bruid ondervraagd, vertelde
vader Gerberd met het grootste genoegen
alles wat hij wist. Hij zei onder meer ook,
dat het toekomstige markiezinnetje volgens
de geruchten heel rijk moest zijn, doch dat
zij dit pas kort geleden was geworden en vroe
gcr te Parijs van handenarbeid zou hebben
geleefd. Die jongedame moest, volgens hem,
de erfgename van millioenen zijn geworden
en nu hadden enkele booswichten te Parijs
haar willen dwingen, om met een hunner in
het huwelijk te treden, teneinde op die wijze
den buit in hun bezit te krijgen. Een vreem
deling een Turk, moest altijd volgens den
herbergier bestemd zijn geweest, om haar
echtgenoot te worden. Maar al die pogingen
waren gelukkig verijdeld door markies d'Ar-
gcntal, die het meisje reeds lang gekend en
bemind had en wien het na allerlei moeilijk
heden gelukt was, haar te redden uit de han
den der misdadige fortuinbezcekers.
Ja. ja. er zijn te Parijs heel wat slechte
menschen, besloot de waard zijn mededeelin-
gen.
Twee dagen na hun aankomst hield Valen
tin. dien zijn vrienden minstens tien keer
daags tot voorzichtigheid moest aansporen,
zich den geheelen nacht op aan den rand van
het bosch, vanwaar men het uitzicht had op
liet kasteel, tusschen het geboomte verborgen.
Ons Lichaam en onze Gezondheid.
is U thans aangewezen op het autobusvervoer.
Neemt daarvoor de
VOETKWALEN.
In de laatste jaren is liet aantal ,lij-
ders aan voetkwalen belangrijk toege
nomen, wat wel het duidelijkst blijkt
dit de administratie der ziekenfond
sen. Nu moet men daarbij' weliswaar
in aanmerking ne,meri, dat voetkwalen
een zeer langdurige en soms ook kost
bare behandeling vereischen, doch met
dat al blijft het l'eit bestaan, dat alleen
voor de behandeling van platvoeten
reeds viermaal zooveel wordt uitgege
ven als vóór den oorlog. Zoowel toen
als nu zijn platvoeten dc meest voor
komende voetkwaal geweest, docïi bel
aantal patiënten was lang niet zoo
groot.
De reden hiervan is, dat slechts zeer
weinig menschen in elk opzicht ge
zonde en normale voeten hebben. Hun
aantal is niet eens in procenten uit (e
drukken, want op de 11.000 menschen
kojmt er slechts één voor met geheel,
normale voeten. Dat deze meestal zeer
onbeduidende afwijkingen zich ech
ter ontwikkelen tot hinderlijke voet
kwalen, en wel in toenemende mate, is
geen toeval, doch staat rechtstreeks in
verband met de moderne, imeer ratio-
neele werkwijze.
Zoowel het eerste ontstaan als de
verdere ontwikkeling van voetzwakte
moet worden toegeschreven aan over
belasting van de voeten. Daarbij is
pijn niet altijd een bewijs, dat men te
doen heeft met een begin van platvoe
ten. Bij voetzwakte gevoelt men dik
wijls wél pijn, terwijl de geheel doorge
drukte platvoet sojns niet eens gevoe
lig is en werkelijke pijn bij de echte
platvoeten uiterst zeldzaam is.
De voetzwakte ontstaat door over
belasting, waardoor de voetbeenderen
worden beschadigd. Onder deze bescha
diging spelen breuken van de voet
beentjes een bijzondere rol wij her
inneren verder aan de ontsteking van
het beendermerg en de ziekelijke ver
anderingen der beenderen. De rachitus
die dikwijls de vreemdsoortigste ver
krommingen kan veroorzaken, heeft
op het ontstaan van O- en X-beenen
zoowel als platvoeten invloed. Voet
zwakte en platvoeten houdt menigeen
over na een operatie, terwijl voetzvvak
te ook optreedt, wanneer het geheele
lichaam door een zware ziekte is ver
zwakt. Natuurlijk kunnen deze en an
dere voetkwalen ook ontstaan door
schoenen, die niet genoeg rekening
houden met den vorm van den voet.
fVangeboren platvoeten zijn zeer zeld
zaam, tenminste bij het blanke ras
(nauwelijks 1 procent.)
Bij geheel doorgedrukte platvoeten
zal men practisch nooit pijn voelen,
docli in de voorafgaande perioden zijn
de pijnen dikwijls zeer ernstig- en kun
nen zich over het geheele been voort
zetten. De pijn lijkt dikwijls bedrieg
lijk veel op ischias, zoodat de patiën
ten dikwijls uit zichzelf massage, ba
den of zalven toepassen, die natuurlijk
hen niet. helpen. Zelfs hij een eenvou
dige voetzwakte ,moet n.1. reeds een
arts geraadpleegd worden, opdat van
het begin af de juiste behandeling kan
worden toegepast. Hierdoor voorkomt
men althans verergering of chronisch
worden van de kwaal. Dit is vooral bij
voetzwakte noodig, omdat deze niet
met bepaalde verschijnselen gepaard
gaat. Slechts de pijn en andere klach
ten toonen aan, dat er ziekelijke ver-
anderingen aan den gang zijn.
men uitgestrekt, alsof er eenige kans bestond,
dat zij naar beneden had kunnen springen en
hij haar in zijn armen opvangen.
Des avonds van dienzelfden dag was hij
weer naar zijn observatiepost aan den bosch-
rand teruggekeerd. Wat hoopte, wat verwacht
te hij dan Meende hij, dat Gabrielle alleen
naar hém zou toekomen en met hem spreken
zou Hij had haar in zulk een langen tijd
niet gezien en hij brandde van verlangen
haar te zeggen, dat hij haar nog altoos onver
anderlijk liefhad.
Tegen vijf uur, toen de zon ten ondergang
neeg, toen het gezang der vogelen verstom
de en de geheele natuur door een plechtig
zwijgen scheen aan te kondigen, dat dé avond
gekomen was, bemerkte Valentin plotseling,
hoe Gabrielle langzaam over de brug den
zandweg naderde. Doch zij was helaas niet
alleen, Bertara was aan haar eene, Norbert
aan haar andere zijde. En uit een andere deur
van het kasteel waren gelijktijdig drie man
nen naar buiten gekomen, die, uit de verte
volgend, de snelheid hunner schreden regel
den naar Gabrielle's gang en het jonge meis
je bewaakten, tot alles bereid.
Valentin liet in zijn schuilhoek, slechts
weinige schreden van hen verwijderd, het
hem bekende drietal ongehinderd voorbij
gaan. Hij kon thans zeer goed de verwoes
ting zien, die slechts eenige weken op Ga
brielle's gelaat hadden aangericht. Zij was
Op den vroegen morgen na zijn eerste doodsbleek, haai' trekken droegen den stem
pel van vermoeienis, de oogen waren rood van
het vele weenen gedurende de slapelooze
nachten, tien jaren scheen zij ouder te zijn
geworden. Zij liep eenigszins gebukt, alsof
men een zwaren last op haar schouders had
gelegd en daarbij had zij iets eigenaardigs in
al haar bewegingen, iets, wat moeiijk te be
schrijven valt, maar op Valentin een vreese-
lijken indruk maakte, iets, dat aan de gela
tenheid van sommige krankzinnigen deed
denken.
De jongeman had al zijn zelfbeheersching
noodig, om niet op Norbert aan te vallen en
hem te verworgen. Door zoo te handelen, hij
begreep het zelf maar al te goed, zou hij voor
zeker Gabrielle verloren," onherroepelijk ver
loren hebben.
Geen oogenblik kwam het bij Valentin op,
dat het lieve meisje hem ontrouw kon zijn
geworden. Alles duidde daarentegen zoo hel-
jder mogelijk aan, dat zij een offer was, dat
tegen wil en dank ter slachtplaats werd ge
sleept. Terwijl hij met beide handen, ziedend
van toorn, in zijn haren greep, vroeg hij zich
zelf vol vertwijfeling af
Waarmede heeft die man haar in zijn
macht Waarom ontvlucht zij hem niet met
haar vader
Diezelfde vragen waren van hun kant ook
door Murad en de overige mannen meer dan
eens geopperd.
Door welke kunstgrepen, door welke lis
ten, door welke nieuwe misdaden is het den
markies gelukt, om Gabrielle en haar vader
zoodanig aan zijn persoon te verbinden, dat
het den schijn heeft, alsof zij geheel vrijwil
lig bij hem blijven
Inmiddels verliep de tijd en naderde de
trouwdag.
Als het huwelijk inderdaad voltrokken werd,
was Gabrielle voor altoos verloren. Er moest
gehandeld worden.
Alle pogingen, die in het werk werden ge
steld, om het meisje te naderen, bleven vruch
teloos.
Murad kwam derhalve tot het besluit, dat
de vijf ondernemende mannen moesten be
proeven, om des nachts in het kasteel te
dringen en zich van den persoon van den
markies meester te maken. Later, als Ga
brielle en Bertara verwijderd en voor ieder
gevaar beveiligd waren, moest het gerecht
met het gebeurde in kennis worden gesteld,
moest het gerecht zijn beslissende stem doen
hooren.
Men wilde den markies en diens handlan
gers aan de rechtbank voor crimineele zaken
overleveren de wederrechtelijke ontvoering-
van Gabrielle, tot tweemaal toe herhaald en
de moord op Simeon gepleegd waren feiten
genoeg voor een alleszins wettige aanklacht.
In de kloof van den Zwarten Man kwamen
zij te zamen, om over de uitvoering van hun
plan te beraadslagen.
Aangezien zij zich tot heden toe zoo goed
verborgen hadden gehouden, meenden zij ze
ker te kunnen zijn, dat Norbert op Bois Tor-
du zelfs geen flauw vermoeden had van hun
nabijheid.
Zij waren met hun vijven, allen kloeke, ster
ke mannen en zij zouden op het kasteel
eveneens niet minder sterke mannen tegen
over zich hebben, die bovendien geen aarze
ling kenden, om het bloed van een tegen
stander te vergieten.
In het kasteel bevonden zich namelijk op
dienzelfden avond de markies, Papillon, Ron-
temps, Laguyane en Loussard.
Des avonds om tien uur verliet Murad met
zijn bondgenooten de kolenbrandershut. Het
regende niet meer en de lucht was frisch,
doch de wegen waren nog doornat en hier en
daar waren breede modderpoelen ontstaan,
waar men tot over de enkels inzakte.
Op een bepaalden afstand van Bois Tordu
gekomen, werd halt gehouden, niemand sprak
en ieder was vervuld van het belangrijke zij
ner zaak.
(Wordt vervolgd.)