Bil Ruwe Handen Purol
3 hoofdredenen
Van Willigen
Men stemme lij de a.s. Kerkelijke Verkiezingen (8 lovember) in de Wieringeimeerpoldst;
Op bet Roode Papier
Men schrijve duidelijk. Men lette op de twee r
Op bei Witte Papier
Op let Blauwe Papin
A. Hoogendoorn
H. Lei jten
W. Noordhof
Joh. Schuifema
IJ. J. Bakker
Th. Oostenbrug
A. de Smit
M. Steinfort
A. Hertong
G- Haan
G- de Visser
B. Wasslnk
Kerkeraad
VERLOOFDEN
KOOPT NU
0Kerkeraad
OUDERLINGEN:
DIAKENEN:
0Notabelen
(itien-jaar!stemming)
advlseeren w(J om In
gegeven omstandigheid
te stemmen:
(M*.)
we waren in slaap gevallen en toen de trein
binnen kwam. werden wij van het gerommel
wakker. Wij hals over kop er onder uit en
wisten net nog op het nippertje er in te sprin
gen. Doch toen wij in Burgos uitgestapt 6n
net buiten het station waren, bemerkten wij
tot onze groote ontsteltenis, dat een van ons
zijn portemonnaie, waar bijna al ons geld in
zat, verloren was. Wij gingen direct naar het
station terug maar de trein was al vertrok
ken. Toen direct naar het politiebureau waar
gelukkig iemand was. waar wij mee konden
praten. Hij beloofde al het mogelijke voor or.s
te zullen doen. en wij zijn zelf nog naar het
dorp, waar we in de wachtkamer geslapen
hebben, teruggegaan, maar alles was zonder
resultaat. Onze centen zijn en blijven wel
weg Dat dit een strop voor ons is, is te begrij
pen, daar dit geld bestemd was voor een paar
goede fietsen, die wij nu wel terdege noodig
hebben, want de plaatsen liggen hier zoover
van elkander, dat wij ze in een dag nauwelijks
kunnen beloopen, dus van invangen is voor
ons heelemaal geen sprake.
Burgos was nogal een flinke moderne stad.
Het was onze bedoeling daar zooveel mogelijk
pröbeeren te verdienen, maar wij mochten in
de stad geen kaarten verkoopen, alleen in de
café's muziek geven. Dit leverde wel groote
glazen wijn, maar geen geld op dus zouden
wij de stad zoo spoedig mogelijk gaan verla
ten, maar er viel 's middags en de andere dag
al door natte sneeuw dus waren wij wel ver
plicht te blijven. Wij zullen nu met het wei
nige geld, dat we nog hebben in Madrid prö
beeren te komen, en daar alles op alles zet
ten om weer wat geld om handen te krijgen
voor een paar fietsen. Maar mocht ons dit
niet gelukken, en de plaatsen en dorpen blij
ven nog zoover van elkander liggen, zullen
wij wel noodgedwongen tot onze spijt moeten
terugkeeren, daar het reizen per trein voor
ons te duur is, en wij dan onmogelijk aan de
kost kunnen komen.
W. Hollander.
J. Polet.
BINNENLANDSCH NIEUWS.
Een nieuwe bezem, maar
niet schoon.
Een zonderling avontuur, dat
desnoods in kleuren, maar
zeker niet in geuren mag wor
den naverteld.
Wij lezen in de N. R. Crt.
Onder den rook van Rotterdajn ligt
één boerderij, op grondgebied van een
van de randgemeenten. De randge
meente heeft een prachtige motorspuit
maar nog niet overal rioleering, zoo
dat op het erf van de boerderij nog
een flinke beerput is.
ïfét geschiedde dezer dagen dat op de
boerderij een hooiberg in brand geraak
te. De nieuwe motorspuit, de trots van
de randgemeente, rukte uit en krani
ge brandweerlieden streden hun
strijd tegen het vernielende vuur.
Met de spuit was meegekomen een
meïieer, die hoopt, althans op dat
oogenblik nog hoopte, binnenkort tot
onder-brandmeester te worden aange-
sleld en die in afwachting van deze
benoeming zich al vast een prachtige
loeren jas had aangeschaft, een jas,
die de afgunst moest wekken van alle
andere brandweerlieden, een jas, die
deii drager er uit deed zien, alsof hij
op zijn minst al een echte brandmees
ter was, een jas, kortom, die zeer de
aandacht trok. En de drager van de
jas, wetende, dat veler oogen hem
heimelijk gadesloegen, legde een ijver
aan den dag, welke, zoo het geluk hem
dienstig was en de geruchten over den
ijver tot de raadszaal zouden door
dringen, hem zeker de zoo vurig be
geerde aanstelling zou bezorgen.
Nu eens zag men den ijverigen ad
spirant-onder-brandmeester, of juis
ter gezegd, diens jas aan den eenen
hoek van het terrein van den brand,
dan dook hij aan den anderen kant
plotseling op, om even later heel er
gens anders te verschijnen. En op
eens zag men de jas niet meer. Men
werd ongerust, men zocht en zocht,
tot dat men de jas met den aanstaan
den onder-brandmeester erin vond
samen in de beerput. De vurige ijver
in den strijd tegen het vuur had den
onder-brandmeoster-in-den-dop ver
blind. Hij had slechts vuur en rook
gezien, slechts slangen en water,
slechts aandacht gehad voor een vuur
poel en niet voor den poel van viezig
heid, aan welke hij zich thans tever
geefs trachtte te ontworstelen. Hij had
sléchts gedacht aan zijn promotie, zijn
opganghet was een néér-
stortende geworden.
Rappe handen werden hem gereikt
en weldra stond hij aan den rand van
den kuil eenzaam. Want zijn red
ders waren ras een eind uit zijn buurt
gevlucht. De begeerigheid voor zijn
jas was wel snel geweken. Men over
legde en vond uitkomst.
Men liet een wijle den brand den
brand en richtte cordaat de straal
van de autospuit pardoes op den zoo
zeer besmeurden adspirant-onder-
brandmeester. Men wilde hem even
schoonspuiten.
Maar wij schreven het reeds, de mo
torspuit was nieuw en krachtig zijn
haar stralen. Men spoot, met heime-
1 ijken spot, want men voelde leedver
maak, om de jas en om de ambitie.
Maar plotseling lieten de spottende
spuiten de sterke straal stoppen De
adspirant-onder-brandmeester stond
ei- niet meer. Was hij opgelost in den
overvloed van vochtigheid, welke over
hem was gekomen, was hij gevlucht
voor het toch zoo goed gemeende
stortbad of was hij, zich heerlijk op-
gefrischt wetende, weer manmoedig
aan het blusschingswerk begonnen
Men speurde met inspanning. Toen zag
men boven den rand van de beerput
een hand verschijnen. Er kwamen
twee armen te voorschijn en 'n hoofd
Toen was het raadsel opgelost. De
drang tot daden had zich te sterk ge
uit men had den adspirant-onder-
brandmeester ondersteboven gespoten
en voor de tweede maal waren zijn
jas en hij ondergedompeld in de niet
nader te omschrijven substantie.
Nog voor men van zijn verbazing
was bekomen, had de doopeling zich
zelf op den kant weten te werken en
druipend en zwijgend stapte hij ver
der. En waai- hij schreed week men
wijd van één, als had men eer
bied voor iemand, die zoo zwaar was
bezocht. Achter hem sloten de gelede
ren zich weer. Men staarde hem na
en dacht, niet aan spuiten, noch aan
don hooiberg, die als een vergeten
ding, nog stil te branden stond. En
bij iederen stap steeg de spanning on
der de kijkers. Wat zou de adspirant-
onderbrandmeester gaan doen Zou
hij zóó naar huis durven gaan en
reeds welden hier en daar vermetele
gedachten omtrent het welkom, wat
hem uit den mond van zijn vrouw zou
tegenklinken. Maar neen, de man liep
niet in de richting van zijn woning, hij
liep op de spuit af. Hoe nu Zou hij
het bestaan, om de slang af te koppe
len, opdat hij zich zou kunnen baden
in het dan uit de machine néérgutsen-
de water, zonder gevaar te loopen voor
de derde maal in liquide onwelriekend
heid te worden ondergedompeld
Men zweeg en keek toe. De onder-
brandmeester stapte suf voort hij
blikte links noch rechts hij ging als
één, die na een verre reis tot het ein
de nadert nog eens verhoogde hij het
tempo van zijn stappen. Het werd snel
wandelen, looppas, stormpas een
sprong En weer was de adspirant-on
der-brandmeester verdwenen. En met
hem, zijn jas. Met krachtige slagen
zwom hij naar het midden van de
vaart, waar hij onder dook, om een
eindje verder, proestend en blazend
weer te voorschijn te komen.
Toen zwom hij terug naar den wal,
hij klauterde omhoog en zonder groet
aan de makkers, met wie hij mee ten
strijde was getrokken verdween liij,
jreéht-toe recht-aan naar huis.
Achter hem zakte een totaal verge
ten brandende hooiberg in elkaar, als
symbool van de ineenstorting van het
vurige ideaal van den adspirant-on
der-brandmeester. v
BOYCOTZEGELS.
De minister van defensie heeft be
paald, dat brieven gesloten in couver
ten, waarop zegels zijn aangebracht
,met een opschriften *rekkende tot boy
cot van goederen Vifn den een of ande
ren staat, ongeopend ^liooren te wor
den vernietigd.
OMZETBELASTING
WEELDEBELASTING
GRONDSTOFFEN-
VERHOOGING
waarom een prijsstijging niet kan
uitbleven.
wacht niet met den aankoop van
Uw inrichting, doch
en laat het bij v. Willigen tijde
lijk opbergen.
WESTSTRAAT 85/88 Den Helder.
ONS W1ER1NG ERMEERHOEKJE.
INGEZONDEN STUKKEN.
PROVINCIAAL NIEUWS.
Nu vlak voor de verkiezingen in de Ned.
H. gemeente wil het Bestuur van de Afdeeling
van Vrijz. Herv. gaarne het volgende bekend
maken aan alle Hervormde stemgerechtigde
lidmaten.
Niemand kan vooruit zeggen hoe de uitslag
wezen zal. Er is echter mogelijkheid, dat de
stemming, hoe dan ook uitvallend, de geest
in de gemeente bederft. Om althans eenigs-
zins de angel aan de stemming te ontnemen
willen de vrijzinnigen deze gedragslijn volgen:
Zij zullen voor de kerkeraad stemmen op 6
personen die vrijzinnige candidaten zijn. Ech
ter zullen zij, op voorstel van het bestuur
ook stemmen op 2 orthodoxe lidmaten.
Deze zullen zijn de candidaat en voorzitter
van de bestaande evangelisatie de heer A.
Hoogendoorn en de heer L. den Hollander.
De vrijzinnigen willen hiermee te kennen
geven
le. dat zij zich bewust zijn dat het gaat
om Christus' zaak die zij het beste meenen te
dienen door ook hun rechtsche broeders als
volwaardige gemeenteleden te erkennen
2e. dat de vrede in de gemeente hen lief
is
3e. dat de minderheid niet achteruit ge
drukt behoort te worden.
Zoo willen de Vrijzinnigen een eerste po
ging doen tot Kérk-Opbouw.
Zij zeggen dus tot hun geestverwanten en
al de gemeenteleden die hun streven steunen
willen
Plaats op het Roode stembriefje de namen
1. A. Boerhave
2. F. J. ter Borgh
Ouderlingen 3. J A. Woldering
4. L. den Hollander.
1. J. Kloosterman
2. A. Langereis
Diakenen 3. K. Meindersma
4. A. Hoogendoorn.
Plaats op het Witte stembriefje
1. B. J. v. d. Bremen
2. H. J. v. Kretschmar
Notabelen 3. P. Luth
4. H. Tiesinga.
Schrijf op het blauwe stembriefje slechts
het woord
Kerkeraad.
Het Bestuur voornoemd.
Ongeregeldheden te Barsiugerhcrn
Het is Zaterdagmiddag te Barsinger
horn tot ongeregeldheden, gekomen,
waarbij ook de vrouwen en kinderen
van inwoners, die in werkverschaf
fing in do Wieringerjmeer zijn ge
plaatst, een rol hebben gespeeld.
Reeds de vorige week heerschté er
onder te werk gestolden een ontevre
den geest. Van meening zijnde, dat er
te weinig werd verdiend, had men in
het begin der week een conferentie
aangevraagd met den burgemeester,
den heer K. Breebaart, die zich bereid
verklaarde een deputatie te ontvangen
Het hoofd der gemeente heeft toen aan
deze deputatie zeer terecht medege
deeld, dat een en ander geheel huiten
gemeentezaken viel. De ontevredenen
zeiden met hun vrouwen en kinderen
te zullen terugkomen, waaraan zij Za
terdag gevolg hebben gegeven. Tegen
vier uur verscheen een groot aantal
vrouwen en kinderen voor de woning
van den burgemeester, een boerderij
te Kolhorn, gemeente Barsingerhorn.
Zij namen een dreigende houding aan
terwijl eenige ruiten van de burge
meesterswoning werden ingeworpen.
In;middels was telefonisch om poli-
tie-versterking verzocht. De majoor
der rijksveldwacht Ilolema uit Scha-
gen kwam met politieversterking en
idreef de menigte uiteen.
Daar er verdere incidenten gevreesd
worden blijft de politieversterking
aanwezig. Het huis van den burge
meester wordt scherp bewaakt. De
vrouwen hebben verklaard opnieuw
te zullen demonstreeren. liet geldt
hier een ongeorganiseerde staking, die
bij het overige deel der inwoners
niet de minste sympathie heeft, merkt
De Crt. op. Alkmaarsclie Crt.
AAN ALLE HERVORMDE LIDMATEN IN
DEN WIERINGERMEERPOLDER.
Nu op 8 November a.s. de stemmingen voor
Kerkeraad en Notabelen in onze gemeente
zullen plaats vinden, wil ik toch niet nalaten,
daar eenige kantteekeningen bij te geven.
Allereerst dan ditwanneer ge de candida-
tenlijst der rechtsche groep beschouwt,
valt het U wellicht op, dat onder het hoofd
Kerkeraad (dushet roode stempapier)
slechts 2 bedrijfsboeren candidaat gesteld
zijn, tegenover 6 arbeiders.
Daar er in den polder over gesproken werd,
wil ik de. argumentatie daarvoor hier geven.
Het kwam onze groep voor, dat men, ook bij
de candidaatstelling voor een Kerkeraad, re
kening moet houden met de structuur der
bevolking. Daar in deze Hervormde gemeen
te 80 arbeiders zijn, leek het ons billijk
en rechtvaardig dit procent ook te handha
ven inzake het bestuurscollege der Hervorm
de Kerk, d.w.z. bij de voorgestelde candida
ten voor den Kerkeraad.
Dan dit allerlei argumenten zweven rond,
waarom men de vrijzinnige candidaten zou
moeten stemmen. O.a. dat alleen in vrijzinni
ge handen de vrijheid van alle leden der
Kerk gewaarborgd zou zijn. Men wijst dan op
alle mogelijke feiten in de geschiedenis der
Hervormde Kerk. Nu is dit altijd een hoogst
naief argument, daar men evenzeer van onze
zijde kan wijzen op tallooze malen, dat de
vrijzinnigen in hooge mate onverdraagzaam
zijn geweest of zijn. Zulk een heen en weer
slingeren van verwijten is mij persoonlijk
steeds in hooge mate onsympathiek geweest,
niet alleen, omdat men daarmede nooit aan
een eind komt, maar omdat men, opgezweept
door hartstochten waarin niets geestelijks
meer is te ontdekken, de gegeven omstandig
heden in eigen gebied uit het oog verliest en
afdrijft op een zuivere machts-begeerte, die
in een Kerk niet thuis behoort. Hieraan ver-
j bonden worden dan allerlei argumenten van
maatschappelijken aard, die niets uitstaande
I hebben met een Kerkelijken strijd en het
oordeel vertroebelen.
I Ook dit zou nog geen reden zijn om erover
te schrijven indien dit alles niet een zeer on
aangename indruk maakte op den buiten
staander, die dikwijls de verhoudingen zui
verder onderkent, dan degene, die staat in de
hitte van den strijd. En hoewel onze Her
vormde Kerk nog steeds stevig geïioeg gewor
teld is in ons Nederlandsche volk, zoodat zij
wel een stootje kan verdragen, steeds be
treur ik het, wanneer de Kerk in een ongun
stig licht komt te staan en menschen haar,
en daarmede dikwijls het Evangelie van Je
zus Christus, den rug toe keeren.
Het belangrijkste argument echter, om
vrijzinnig te stemmen, is dit men zegtik
wil aan mijn belijdenis getrouw blijven en
die belijdenis was „vrijzinnig." Ik., moet. er
met nadruk attent op maken, dat in onze
Hervormde Kerk geen „rechtzinnige" of „vrij
zinnige" belijdenis bestaat Toen wij liijma-
ten werden, werden we dit van dé' Hervormde
Kerk en niet van een bepaalde groep in die
Kerk. Wij beloofden allen, althans wat be
treft den geest en de hoofdzaak, wat genoemd
wordt in Art 39 van het Reglement op 'het
Godsdienstonderwijs der Ned. Herv. Kerk
en waarvan de aanhef aldus luidt„Voor
eerst belijdt ge te gelooven in God den
Vader, den Almachtige, Schepper des hemels
en der aarde en in Jezus Christus, Zijnen
eenig geboren Zoon, onzen Heer en in den
Heiligen Geest?" Ge ziet, niet-ais lidmaat;
van een groep of partij, maar als lidmaat van
de gansche Kerk beloofden wij dit en'niets,
niets heeft dit van doen met de verschillende
groepeeringen.
En nu nog een teer punt, dat me al veel
hoofdbrekens gekost heeft, omdat ik het niet
verklaren kan. ,v_
Vele van de lidmaten der Hervormde. Kerk,
bekommeren zich na hun belijdenis weinig
meer om hun Kerk, hoewel men beloofde
„volijverig mede te werken tot dêh^öbïóei
van de Nederlandsch Hervormde Kerk? NU
weet ik zeer goed, dat wij daarin alïéh falen.
Maar er is verschil 1
Een goed lidmaat zijn beteekent toch
ker, verantwoordelijk willen zijn voor de gang
van zaken. Beteekent ditalleen maar stem
men en dan voor de rest alles óp' z'n be
loop laten Ik verbaas mij daar telkens over,
vooral bij personen met een nauw-lulsterend
geweten. Nogeens ik kan het niet verklaren.
Het gebeurt inderdaad aan alle zijden rondom
ons, maar dat is geen grond om het zelf ook
te doen. Ik herinner mij, dat enkele jaren
geleden van vrijzinnige zijde door Dr.Hooy-
kaas in „de Hervorming" een scherpe critiek
daarop is uitgeoefend, die echter zoo goed als
geen weerklank heeft gevonden, ja, In eigón
vrijzinnige kring op scherpe tegenkanting is
gestooten, de autoriteit van Dr. Hooykaas
ten spijt.
Ook hier in de Wieringermeer geldt di.t
wil men verantwoordelijk zijn voor het lot
der gemeente, geestelijk, moreel, finantieel,
goed men ga dan in zijn geweten ten
volle verzekerd stemmen.
Kan men dit niethet zou ongetwijfeld
beter zijn dat men thuis bleef.
Ook stemmen is een gewetenszaak
U, M. de Red. dankend voor de plaatsruimte,
K. O. F.
x) Zie advertentie in dit blad.
De hokkelingen naar hun hètmath
terug. Er is een tijd van komen,1 W is
een tijd van gaan. De dichter van den
ouden lijd heeft het ook thahs w'éêr'bij
het i echte eind.
Kwamen dit voorjaar uit diverse
deden des lands de hokkelingen ïïtó:
hier om zich te goed te doen aan de
versterkende grassen uit onzen polder,
thans ook gaan ze weer per fti-ilc! f en
per schip naar hun oude stal f.ërug
Veelal is de opmerking der eigenaren
Ze hebben zich goed gehouëh", "d«i's
waar
Dit voorspelt dus, dat ze gaarne 'n
volgend jaar weer van 'n eventueèle
inschaling gebruik zullen maken.
Micldenmeer. Nieuwe Zaak I Onze
zakenbuurt in de Brugstraat gaat
sprongsgewijze zich uitbreiden. Het
geeft bij den avond door dé etalage-
ver! ichting een fleurig en levendig
cachet aan onze dorpsche zakenwijk.
Thans heeft de heer A. Poot; in^}-_
grootsch opgezette bouwstijl,'mo
derne zaak geopend in sigaren-ciga-
retten en aanverwante rookerij-artike-'
len, gecombineerd met een afd. Koffie
en Thee-affaire. Ook aan .deze nieuwe,
evenals de vele bestaande zaken,, stij
gend succes toegewenscht. -
te uJ*-