lloor Sint Nicolaas
24e JAARGANG
VRIJDAG 24 NOVEMBER 1933
No. ;93
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR
WIERINGEN EN OMSTREKEN
D. MINNES,
OM HET GOUD.
ZOOLANG DE VOOR
RAAD STREKT GEEFT UW WINKE
LIER AAN ALLE HUISVROUWEN
IN DE PROVINCIE N. HOLLAND
BIJ AANKOOP VAN
ELK PAK SUNLIGHT ZEEP
18 PRACTISCHE ROESTVRIJE
WASCHKNIJPERS CADEAU!
NEEM DUS WAT SUNLIGHT
ZEEP IN VOORRAAD; WASCH
KNIJPERS KOMEN AL-
WIERINGER COURAKT
VERSCHIJNT ELKEN
DINSDAG en VRIJDAG.
ABONNEMENT SP RIJS
per B maanden f 1.—.
UITGEVER:
CORN. J. BOSKER,
WIERINGEN
BUREAU
Hippoljtuheef Wierlare».
Telefoon Intercomm. No. 19.
AD VERTENTIëN.
Van 1—5 regels
Iedere regel meer
0.50.
f 0.10
ontvangen een ruime sorteering
De nieuwste modellenPENDULES.
Prijzen vanaf f 5.95, onder garantie.
Beleefd aanbevelend,
H.-hoef, WIERINGEN.
B1NNENLANDSCH NIEUWS.
Paardenfokkerij in Noord-Holland.
De provinciale regelingscomjnissie
voor de paardenfokkerij schrijft ons
Goede paarden zijn duur, zeer duur.
Een loonende paardenfokkerij is dan
ook die, ingesteld is op het voortbren
gen van het beste. Daarom moet men
de kwaliteit opvoeren.
Gelukig verschijnsel, dat in het Noor
delijk gedeelte onzer provincie deze
idee ook baan breekt en men niet meer
door wil fokken met matige merries
bij desnoods goede hengsten.
„De merrie geeft het veulen het type
mee", is een waarheid, die niet geloo
chend kan worden. Zelden maakt een
hengst het materiaal van slechte mer
ries veel beter. Dan moet zoo'n hengst
al een z.g. „stempel"-hengst zijn, een
die zijn stempel drukt op de gelieele
nakomelingschap.
Verstandig, zeer verstandig en
voordeelig tenslotte, is het geweest
van enkele Noord-Hol landsche fokkers
om enkele goede jonge vrouwelijke die
ren aan te lcoopen in het Zuiden der
provincie ter verdere voortteeling.
Men denke maar eens aan het onmid
delijke succes reeds door de aange
kochte dieren behaald vorig jaar op de
premiekeuring te Wieringerwaard.
Een voorbeeld, dat naar we hopen
door velen zal worden gevolgd. Met
een spiering een kabeljauw vangen
Kind in kokend water gevallen.
Terwijl z'n moeder even afwezig
was, viel het 4-jarig jongetje C. 3. Vet'
wimp te Poppel bij Goirle (N.-Br.) in
een ketel kokend water.
Eenige uren later is de jongen aan
de gevolgen overleden.
Vechtpartij niet de Goudsclie politic.
Zaterdagavond vervoegden zich en
kele personen van elders aan de tieisen
bewaarplaats van de G.R.E.W.O. aan
den Kleiweg te Gouda, om hun rijwie
len terug te ontvangen, welke daar ge
stald waren. Aangezien een hunner
zijn recu had verloren, maakte de gara
gehouder bezwaar het karretje af Ie
geven. De eigenaar rukte de fiets ech
ter los en gaf tegelijkertijd den reeds
bejaarden knecht een hevigen slag te
gen het linkeroog, zoodat dit bloedend
werd verwond. Een in de omgeving
surveilleerende agent van politie snel
de toe en wilde den belhamel arres
teeren. Hierbij stuitte hij op ernstig
verzet het geheele gezelschap keerde
zich tegen den politieman, die zich
zoodoende genoodzaakt zag zijn sabel
te trekken om zich daarmee te verde
digen. Na enkele oogenblilcken ver
scheen assistentie en werden twee der
vechtersbazen gegrepen om naar het
bureau te worden overgebracht. Zoo
heel gemakkelijk ging dit echter niet,
de arrestanten trapten, sloegen en
spartelden geweldig tegen. De agent
Kroon liep een bloedende blessure op
aan het gelaat en moest zich in de
Wijkverpleging laten verbinden. Een
andere agent kreeg een schop tegen
een zijner beenen. De arrestatie was
des te moeilijker, omdat een zeer be
langstellend publiek geweldig opdrong
Het moest met de sabel eenige keeren
uiteen worden gejaagd.
Tenslotte gelukte het de politie de
beide verzetplegers op het bureau te
te krijgen, waar zij tot Zondagmiddag
5 uur in de cel hebben vertoefd.
Proces-verbaal wegens verzet is tegen
hen opgemaakt.
Geopende ve'.tigheidspeid ingeslikt
Mej. L. te Boxmeer slikte lijdens
haar werkzaamheden op onverklaar
bare wijze een geopende en een geslo
ten veiligheidspeld. De geopende vei-
ligheidspeld welke zich vastgezet had,
maakte operatief ingrijpen noodzake
lijk.
Smokkelen van vee uit België.
Met flinke winst aan de negee
ring verkocht.
Volgens het „Dbl. v. N.-Br." komen
er in de laatste dagen hecle transpor
ten Belgische koeien over de grens. Is
des avonds een weide vlak bij de grens
heelemaal leeg, den volgenden ochtend
loopt daar een heele collectie stliar-
minkelige koeien. Die zijn dan in Bel
gië voor een prijsje gekocht voor een
drachtige vaars betaalt men daar nog
geen f~U. Die dieren worden dan aan de
Ned. Crisis Rundveecentrale verkocht
voor bijna het dubbele. Vergeefs loeren
kommiezen heele nachten of zij de
smokkelaars kunnen betrappen, maar
dat lukt hun nooit.
Bij de overneming dooi' de Rundvee
centrale te Leur op Woensdag 8 Nov.
j.1. werden niet minder dan 260 stuks
drachtige runderen aangenomen en bij
de overneming op 13 Nov. te Breda 236
s'uks. Het is algemeen opgevallen, dat
zulk slecht uizien vee werd aangebo
den en kenners verzekeren, dal een be
FEUILLETON.
(54.
Rouquin stapte in een ander rijtuig, met
'bevel aan den koetsier, om op behoorlijken
afstand het eerste rijtuig te volgen.
De beide rijtuigen passeerden de Barrière
en gingen naar Parijs.
Op de place de la Concorde gekomen, ging
het rijtuig van Lydia de kade langs en hield
niet ver van een wijnhuis bij den Botanischen
Tuin op de quaide la Tournelle halt.
Rouquin gaf zijn koetsier een teeken
deze hield zijn paard eveneens in.
De jonge vrouw en haar vriend verdwenen
in een der huizen, zonder zelfs aan eenig on
raad te hebben gedacht.
Aangezien zij niet spoedig terugkwamen,
stond Rouquin in beraad of hij dat huis ook
niet moest binnengaan.
Op dit oogenblik evenwel verschenen zij
weer. Bij de deur namen zij afscheid en volg
den elkander zoo lang mogelijk met de blik
ken.
Rouquin was nu met een paar passen bij
den portier, liet twee goudstukken in diens
hand glijden en vroeg hem of de twee huur
ders, die daareven het huis hadden verlaten,
daar reeds geruimen tijd worden.
Wat zal ik u zeggen zei de portier, een
zijner oogen half dichtknijpend, dat zijn geen
huurders van ons.
Gij kent toch zeker den jongeman wel
bij naam
Ja, want de dame schrijft nogal dikwijls
aan zijn adres.
Hoe heet zij dan
Ik geloof, dat mijnheer nogal nieuwsgie
rig is uitgevallen, antwoordde de portier glim
lachend.
Dat niet, maar ik zou toch graag willen
weten, hoe dat heertje heet en ik ben vol
strekt niet karig
Zoo sprekend, liet Rouquin een derde goud
stuk glijden in de hand van den portier.
Deze antwoordde bereidwillig
Dat jongmensch heet Andreas Senechal,
de dame noemt zich kortweg Lydia.
Zien ze elkaar dikwijls vroeg Rouquin
verder.
Twee, driemaal in de week.
Op bepaalde dagen, op vastgestelde u-
ren
Neen, zoo onregelmatig als het maar
kan, deelde de portier mede. Ze hebben geen
bepaalden dag, nu eens komen zij des mor
gens, dan weer in den namiddag, maar 'sa-
vonds nooit.
Een ding moet gij mij nog even vertellen
vriend
En dat is, mijnheer
Waar woont die mijnheer Senechal
De portier wreef zich bedenkelijk de kin.
Ja, ziet u, dat weet ik waarlijk niet. Het
spijt mij wel, dat ik het mijnheer niet zeg
gen kan.
Het is goed, ik zal dat wel op een of an
dere manier te weten komen, mompelde Rou
quin.
En zonder eenigszins ontroerd te schijnen
over hetgeen hij gehoord had, nam hij weder
plaats in zijn rijtuig en liet zich naar huis
brengen.
De eerste persoon, die hij in zijn pracht
volle salons van de rue Lafayette ontmoette,
was Lydia. Hij groette haar en vroeg naar
haar welstand, maar met meer beleefdheid
dan hij gewoonlijk tegenover zijn vrouw aan
den dag legde.
Van de quai de la Tournelle, die zij beiden
daareven hadden bezocht, was tusschen hen
geen sprake.
Mevrouw Rouquin en Andreas Senechal
kenden elkaar sinds drie maanden.
Op zekeren avond, toen Lydia langzaam
met haar rijtuig door het Bois de Boulogne
reed, om van de heerlijke avondlucht te ge
nieten, zag zij op het trottoir van een der
breede lanen een jongeman, die plotseling
zijn beide handen tegen de borst drukte en
langrijk gedneitP uit Belgische stallen
afkomstig was. Daarnaast werden ook
runderen aangeboden uit Zeeland,
Utrecht, zelfs nog verder verwijderde
deelen des lamls.
BUITENLANDSCH NIEUWS.
Kostbare oorvijg.
De Amerikaansche schrijfster Grace
Williams heeft tegen de opera-zange
bewusteloos, als van den bliksem getroffen,
ineen zonk.
Het was reeds tamelijk laat geworden en
de laan was verlaten.
Lydia liet verschrikt het rijtuig stil staan.
De koetsier kwam van zijn bok, tilde den
armen jongen op en zette hem op de eerste
de beste bank.
Het licht van de lantaarn bij die bank, viel
op het bleeke gelaat van den bewustelooze.
die blijkbaar nog zeer jong was en daarbij
inderdaad innemend knap.
Mevrouw Rouquin's medelijden ging onmid
dellijk met een soort van bewondering ge
paard. Daar hij nog niet tot bewustzijn ge
komen was, droeg de koetsier den jonge man
op het verlangen zijner meesteres in het rij
tuig.
Lydia reed weg en liet den koetsier halt
houden bij de eerste apotheek, die men langs
moest. Men droeg den bewustelooze naar bin
nen. Na verloop van enkele minuten kwam hij
weer tot zichzelf.
Hij maakte met een weemoedig lachje zijn
verontschuldigingen.
Ik dank u zeer, mevrouw zei hij. Het
was heel lief van u, mij zoo te hulp te komen!
Ik heb meer van die toevallen, de lucht was
waarschijnlijk te scherp voor mij.
Mevrouw Rouquin drong er op aan, dat hij
weer in haar rijtuig zou plaats nemen, Zij
vreesde een tweede aanval voor hem. Maar
er was daar dichtbij een standplaats voor
huurrijtuigen en de jongeman zei, dat hij
zoover heel gemakkelijk te voet kon komen.
Hij verlangde Lydia's naam te weten en waar
zij woonde, teneinde haar zijn opwachting te
komen maken.
Maar Lydia schudde het hoofd.
Waartoe zou dat dienen vroeg zij.
Zoo gingen die twee, na de eerste toevallige
ontmoeting van elkander af.
Maar die eerste ontmoeting werd weldra
door een tweede gevolgd. Een geheimzinnige
band scheen deze menschen tot elkander te
voeren.
Het was misschien juist de blijkbare, de in
het oog loopende lichaamszwakte van dien
les Mary Mac Cormick, de gescheiden
echgenoote van prins Medivani een
eisch tot schadevergoeding van 1.000.001
dollar ingediend, omdat, de zangeres
haar een oorvijg had gegeven op haar
redactie-bureau naar aanleiding van
een publicatie over de tot nu toe ge
heimgehouden echtscheiding. Mis Wil
liams eischt 1 dollar voor vergoeding
van de werkelijke schade en 1.000.000
dollar als schadevergoeding voor de
jongeman, die in Lydia's hart een teedere
snaar had aangeroerd.
Alleen zijn voorkomen verried reeds, dat
Andreas behoorde tot die zwakke schepsels,
welke tot een kort leven schijnen bestemd te
zijn. Zijn groote oogen hadden een bijzonde
ren gloed, de wangen droegen een bekenden,
gevaarlijken blos, de schouders waren te smal
en de borst te eng.
Hij was student in de rechten en had als
zoodanig veel vrijen tijd.
Andreas en Lydia zagen elkander meerma
len, hij werd op haar verliefd.
Maar Lylia bleef voor hem in vele opzich
ten een ondoorgrondelijk geheim. Zij weiger
de hem haar naam voluit te noemen, hem
bekend te maken met de omstandigheid, dat
zij gehuwd was en zij vorderde zelfs van An
dreas op een eed, dat hij nooit beproeven zou
te onderzoeken, wie en wat zij was.
Slechts onder die voorwaarden kunnen
wij elkander ontmoeten, had zij gezegd. Zoo
gij dit niet verkiest, is tusschen ons alles uit,
onherroepelijk
Haar bijzijn was hem weldra onontbeerlijk
geworden, de liefde trok hem tot die schoone
vrouw met een onweerstaanbare macht.
Lydia voelde voor hem niet zoozeer liefde,
het was medelijden, het was de behoefte om
bemind te worden, een haar tot nu toe onbe
kende genegenheid, die haar tot Andreas ge
voerd had. In die genegenheid lag iets moe
derlijks.
Bij al haar hartelijkheid voor Andreas ver
loor mevrouw Rouquin geenszins de heer
schappij over zichzelf.
Zij vergat niet, dat zij een misdadige vrouw
was, die het bloedige Kaïnsteeken op het voor
hoofd droeg en tegenover Andreas bloosde zij
van schaamte, als zij diens liefde zag ontwik
kelen tot een vlam, die zij niet meer kon blus
schen. En dikwijls, als hij haar verweet, dat
zij hem niet beminde, omdat zij gevoelloos
bleef voor zijn eeden, had die vrouw zoo gaar
ne, om haar misdaad uit te wisschen, zijn be
staan door een opoffering van het hare ge
red.
Het was ontegenzeglijk waar, dat Lydia zich
ondergane beleediging.
Zij redde 54 drenkelingen.
Te Breslau is een 73-jarige vrouw
overleden, Hartmann genaajnd, die
niet minder dan 54 drenkelingen van
den dood heeft gered.
Wat een Londensche mist beteekent.
Een zware mist hing dezer dagen
boven Londen. In de meeste districten
o.a. Acton in het Westen en Millwail
in hot Oosten, was de mist zoo dik, dat
niet volkomen gelukkig gevoelde, ze wist maar
al te goed, dat zij dit nooit zou kunnen wor
den, maar niettemin was er in haar binnen
ste een zoet en zacht gevoel ontstaan, dat de
treurigheid van haar trekken minder scherp
deed uitkomen en de uitdrukking van haar
oogen was verhelderd door den lichtstraal uit
haar hart.
Nadat Rouquin tot deze ontdekking was ge
komen, vertrouwde hij het verdere onderzoek
in die aangelegenheid aan zijn agenten Bon
tepms en Loussard toe. Hij liet hen in de
buurt van de qual de la Tournelle een ob
servatiepost betrekken. Aangezien Lydia en
Andreas elkander daar meermalen ontmoet
ten, zooals de portier aan Rouquin verraden
had, behoefden zij niet lang tevergeefs te
wachten.
Rouquin had zijn twee ondergeschikten op
gedragen om over Andreas een zeer waak
zaam oog te houden, om na te gaan. waar
hij woonde, en om verder alle mogelijke In
lichtingen omtrent zijn persoon in te winnen.
Dat was gemakkelijk te doen.
Een paar dagen nadat Rouquin, door het
toeval geleid, hun verstandhouding had ont
dekt, gingen Lydia en Andreas, zonder de
minste achterdocht, een wandeling doen door
den Botanischen Tuin. Zij bleven daar twee
uur. Eindelijk stapte Lydia in een rijtuig en
Andreas ging te voet langs de kade tot aan
de brug van St. Mlchel.
Bontemps en Loussard volgden hem.
De jongeman ontmoette daar eenige stu
denten, stond een paar minuten met hen te
praten en nam vervolgens zijn weg door ver
scheidene straten, tot hij in de rue Bleue het
huls nummer elf binnen ging.
Vijf minuten later belde Bontemps bij den
portier aan.
Mijnheer Senechal? zei hij op vragen-
den toon.
Die woont op de vierde verdieping, ant
woordde de portier, de eerste deur
Bontemps ging evenwel slechts één verdie
ping hoog, wachtte daar eenlgen tijd en liep
toen de trap weer af.
(Wordt vervolgd.)