ISlP NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR
IJZER I
24e JAARGANG
DINSDAG 1© DECEMBER 1933
No. 99
WIERINGEN EN OMSTREKEN
FEUILLETON
OM HET GOUD
gWIERINGER COURANT
VERSCHIJNT ELEEN
DINSDAG en VRIJDAG,
ABONNEMENTSPRIJS
per B maanden t
UITGEVER
CORN. J. BOSKER, WIERINGEN
BUREAU:
Hippolytvsher.S Wlertacen.
Telefoon Intercomm. No. 19.
ADVERTENTIëN.
Van 1—5 regels o.60.
Iedere regel meer f o.lG
Wijziging Winkelsluitingswet.
Tegemoetkoming aan verschillende
uit de wet voortvloeiende bezwaren
Ruimer en vollediger regeling.
Overgangsperiode van zes
maanden.
Bij de Staten-Generaal is ingediend
een wetsontwerp tot wijziging der Win
kelsluitingswet. Dit ontwerp beoogt
in hoofdzaak technische wijziging de
zer wet. De ervaring, met genoemde
wet tijdens den duur harer werking
iopgedaan, ook wat betreft de inter
pretatie, door de rechterlijke macht
aan sommigen harer bepalingen gege
ven, heeft den minister tot de conclu
sie geleid, dat het wenschelijk is aan
velschillende uit de wet voortvloeiende
bezwaren van meer algemeenen aard
tegemoet te komen en haar redactie
hier en daar te verduidelijken.
Hieronder volgt een toelichting tot
de artikelen van het wetsontwerp.
Naar de meening van den minister
verzetten zich verschillende redenen
tegen het handhaven van consujnp-
tie-ijs m het onder f bepaalde. De hui
dige bepaling heeft aanleiding gegeven
tot ontduiking op groote schaal van
de bepalingen der Winkelsluitingswet
betreffende het geopend hebben der
winkels, hetgeen dient te worden te
gengegaan. Verder komt het hem voor
dat consumptie-ijs is aan te merken
als een geringe eetwaar een speci
ale regeling voor wat het venten
laarmede betreft, schijnt hem niet
voldoende gemotiveerd, te minder,
waar consU;mptie-ijs slechts een sei
zoenartikel is. Het bepaalde in het
2e lid van art. 8, benevens de wijziging
van het le lid, onder a en d, van art. 4
en van het le lid van art. 5 zullen vol
doende gelegenheid tot verkoop van
consumptie-ijs overlaten. Bovendien
kunnen die gemeenten, waar zulks
door de aanwezigheid van plaatse
lijke bijzondere omstandigheden gemo
tiveerd wordt, met gebruikmaking van
het bepaalde in het eerste lid van art.
9 daarvoor een bijzondere regeling tref
fen.
In het eerste lid, onder a, van art 4
is de omschrijving der daar bedoelde
winkels eenigszins gewijzigd. Consump
tie-ijs, dat gemeenlijk in brood- en ban
ketbakkerswinkels verkocht wordt, is
hier opgenomen. Openstelling op Zon
dag op een vroeger tijdstip dan 8 uur
des voormiddags komt den minister
niet noodig voor.
Evenals zulks tot dusverre onder c.
en d het geval was, is in het bepaalde
onder a en b de beperking opgenomen,
dat openstelling der betrokken win
kels op Zondag uitsluitend mag geschie
den voor den verkoop van de genoem
de waren.
Ten aanzien van melkwinkels is wij
ziging der tot dusver geldende rege
ling niet noodig gebleken. Alleen
wordt voorgesteld hier ook het con-
sujmptie-ijs op te nemen.
Viscli- en fruitwinkels.
De thans voor visch- en fruitwinkels
geldende regeling laat een geopend
zijn toe tot des middags 1)2 uur, terwijl
de practijk heeft uitgewezen, dat het
debiet in deze winkels op Zondag
hoofdzakelijk in den namiddag of den
vooravond valt. Voor deze categorieën
winkels wordt derhalve een gelijke
regeling voorgesteld als voor brood-
en banketbakkerswinkels.
Pen einde te voorzien in een geble
ken behoefte, zijn in het tweede lid,
onder d, de slijterijen met de brood-
en banketbakkerswinkels gelijk ge
steld.
Eveneens komt het den minister
billijk voor, dat de nieuwe regeling
ten aanzien van de visch- en fruitwin
kels in art. 4, le lid, waarbij deze win
kels, voor wat den Zondag betreft,
worden gelijkgesteld met de brood- en
banketwinkels, overeenkomsige toe
passing vindt ten aanzien van die
visch- en die fruitwinkels, waarvan
het hoofd of de bestuurder tot een kerk
genootschap behoort, dat den weko-
lijkschen rustdag op den Sabbath of op
den Zevende dag viert, zoodat deze
laatste winkels op Zondag gedurende
een viertal uren langer geopend mo
gen zijn dan de overige, in lid 1 aan
hef en onder a bedoelde winkels.
Bevoegdheden van den Gemeenteraad.
Voorts is aan het eerste lid van ari.
9 een zinsnede toegevoegd, waarin uit
drukkelijk de bevoegdheid van den Ge
meenteraad is vastgelegd om de win
keliers, die ingevolge het bepaalde in
art. 4, eerste lid, onder d, keuze hebben
van de uren, gedurende welke zij hun
winkel op Zondag geopend willen hou
den, een bepaald tijdvak van geopend
zijn voor te schrijven. De plaatselijke
omstandigheden maken het hier en
daar gewenscht, de uit de thans geno
ten vrijheid voortspruitende concur
rentie aan banden te leggen.
Aangezien in het huidige derde lid
van art. 9 de redactie twijfel openlaat
omtrent de mogelijkheid, voor het ven
ten een dergelijke regeling vast te stel
len als hier ten aanzien van de winkels
mogelijk is, is deze bepaling zoodanig
gewijzigd, dat twijfel hieromtrent is
weggenomen.
Voorts is toegevoegd de bepaling, dat
onder de 21 door de gemeenteraad aan
te wijzen dagen geen Zondagen kun
nen vallen. Daarmede wordt uitdruk
king gegeven aan de aanvankelijke be
doeling, dat door de betrokken bepa
ling aan de wettelijk geregelde Zon
dagsrust niet afbreuk zou worden ge
daan.
Elet nieuw voorgestelde derde lid
luidt „De gemeenteraad is bevoegd,
om ten hoogste 21 dagen in het jaar
aan te wijzen, waarop het bepaalde in
de artikelen 2, 4, 5 7 en 8 dezer wet niet
zal gelden, of waarvoor een andere re
geling, dan in deze artikelen aange
ven, kan worden vastgesteld onder
deze 21 dagen kunnen geen. Zondagen
vallen."
Ontheffing.
Voorts wordt voorgesteld een nieuw
artikel 9 a, luidende „Onze minister
met de uitvoering van deze wet be
last, is bevoegd, op grond van bijzon
dere omstandigheden van kortstondi-
gen aard, bij algemeene beschikking
Burgemeester en Wethouders van alle
alle gemeenten of van alle gemeenten
Er werd opnieuw aan de deur geklopt en
dezelfde vrouwenstem van daareven herhaal
de op ge jaagden toon
Andreas, Andreas, ik ben het. Om 's he
mels wil, doe toch open
De markies trok zich bescheiden terug en
verwijderde zich door de deur, die aan den
achterkant der kamer op de gang uitkwam.
Andreas opende nu de deur voor Lydia, die
daarop geheel buiten zichzelf in zijn armen
viel.
Ik hoorde daar iemand spreken, zei ze.
Wie was dat
Andreas Senechal had haastig den revol
ver van den markies in zijn zak laten glijden.
Hij wendde kalmte voor en ontving zijn ge
liefde met een glimlachend gelaat. Hij speel
de nu den verraste.
Iemand hooren spreken, Lydia vroeg
hij. Hoe kom je er toe Er was hier niemand.
Maar hoe bleek en angstig zie je er uit, lief
ste, je beeft, wat deert je Wat is er gebeurd?
Andreas, mijn lieve beste jongen, blijf
geen oogenblik langer hierMijn man weet
alles, hij volgt mij Hoe hij ons geheim heeft
ontdekt., is mij een raadsel. Ik zou niet weten
welke onvoorzichtigheid ik kan hebben be
gaan.
Maar zooveel is zeker, dat hij oogenblikke-
lijk hier zal zijn, zijn rijtuig volgde het mijne!
O, ik heb mij niet vergistIk heb allerlei
moeite gedaan, om hem op een dwaalspoor te
brengen, door mijn rijtuig dan door deze,
dan door gene straat te laten rijden, maar ik
vrees, dat het mij niet gelukt is Vlucht,
mijn vriend, mijn man Yennoord Je als hij
die in een bepaald in die beschikking
aan te duiden deel des Rijks te mach
tigen, om een al dan niet voorwaarde
lijke ontheffing te verleenen van het
bepaalde in de artikelen 2, 4, 5, 7 of 8"
Ten einde een geleidelijke aanpas
sing aan den nieuwen toestand mo
gelijk te maken en den gejneenten de
eglegenheid geven, in haar verordenin
gen de gewenschte wijzigingen aan te
brengen, wordt een overgangsperiode
van 6 maanden in het leven geroepen,
gedurende welke de te wijzigen bepa
lingen van thans van kracht zijnde
plaatselijke verordeningen nog zullen
blijven gelden.
BINNENLANDSCH NIEUWS.
je hier vindt.
Ardreas sloot de jonge vrouw in zijn armen
en kuste haar.
Goed besloot de jongeman, ik wil je niet
blootstellen aan het gevaar hier door je echt
genoot overrompeld te worden. Ik zal gaan,
omdat je het wenscht
Zij begaven zich reeds naar de voorkamer
en waren op het punt de trap af te gaan, toen
zij opeens moesten hooren, hoe iemand naar
boven kwam. Er klonken zware schreden op
de trap, blijkbaar van een man, die zonder
de minste overijling op zijn doel afging.
Andreas en Lydia trokken zich in de gang
terug en hielden hun adem in.
Wie naderde daar Was het een der bewo
ners van het perceel Was het Rouquin
Andreas dwong zichzelf tot een glimlach.
Blijf bedaard liefste, het heeft misschien
niets te beduiden fluisterde hij.
Maar Lydia klemde zich doodsbleek in zijn
armen vast.
Je vergist je, Andreas, hij is het, o, ik voel
het, ik weet het zeker, we zijn verloren sta
melde zij.
Op hetzelfde oogenblik werd aan den bui
tenkant der deur eenig gerucht vernomen.
Een sleutel werd in het slot gestoken en om
gedraaid dat alles geschiedde bedaard ge
makkelijk en zeker.
Hij is 'therhaalde Lydia. Hij heeft zich
een sleutel aangeschaft. We zijn verloren
En haar arm om Andreas' schouder slaan
de, dwong zij hem, in weerwil van zijn tegen
stand, om met haar uit de gang weer naar
den salon te gaan en daar de deuren te slui
ten. Eerst daar kon Andreas zich van haar
bevrijden.
Mevrouw Rouquin viel met de beide han
den voor het gelaat tegen de sofa.
Andreas stond met gekruiste armen voor de
jonge vrouw, teneinde haar met zijn lichaam
te beschermen en wachtte in die houding af,
wat er verder zou gebeuren.
De man, die de voordeur geopend en de
voorkamer betreden had, naderde, zonder
den minsten spoed, altijd met denzelfden af
gemeten pas de belde schuldigen, om hen te
HET BESTUUR VAN BEERTA.
Een wetsontwerp is ingediend om de ge
meente Beerta onder bestuur van een rijks
commissaris, den burgemeester, te stellen,
met uitschakeling van den gemeenteraad.
Het was er ook een janboel. Een viertal com
munisten en een paar slappe socialisten vorm
den een meerderheid, welke niets te dol was.
Een gemeentewoning van 350 gld. huurwaar
de werd aan een comm. raadslid verhuurd
voor f 50. Aan alle ingezetenen met een inko
men van f 1200 werd accijnsvrije natuurboter
verstrekt. En veel meer Van zulke dingen,
waarmee Beerta de reputatie van Sinterklaas
trachtte te overtreffen, doch waardoor de
gemeentekas finaal werd leeggehaald.
Aan de Memorie van Antwoord aan de
Tweede Kamer inzake de voorziening in het
bestuur der gemeente Beerta wordt het vol
gende ontleend
De handelingen van het vertegenwoordigend
college in de gemeente Beerta dragen een
symtomatisch karakter. Zij zijn uitvloeisel van
de bij dit college heerschende mentaliteit,
welke er een is van obstructie tegen alle po
gingen tot behoorlijke behartiging van het
gemeentebelang.
Tegenover de leden, die de vraag stelden of
het niet mogelijk zou zijn voor het herstel
der normale verhoudingen langzamerhand
den Gemeenteraad weer in te schakelen, zij
het slechts als adviseerend lichaam, is de Mi
nister van oordeel, dat zoodanige proef prac-
tisch onmogelijk zou blijkei).
Het schijnt zelfs voor een college als de
Raad van Beerta, met een uiterst gebrekkig
verantwoordelijkheidsgevoel en gemis van elk
besef van redelijk bestuur, een hoogst onge-
wenschte situatie, dat het zou kunnen blijven
adviseeren onder omstandigheden, waarbij de
verantwoordelijkheid nog minder drukt dan
normaal.
Teekenen van beterschap zouden zich niet
spoedig vertoonen, zoo zij dit deden, nog geen
enkelen waarborg bieden, dat de Raad we
derom in zijn oude plaats hersteld, het door
die teekenen gewekte vertrouwen zou recht
vaardigen.
Met voldoening heeft de Minister geconsta
teerd, dat vele leden zijn opvatting deelen,
dat het in het onderhavige geval beter is het
college van B en W. niet te handhaven.
Aan de leden, die op dit punt nog niet over
tuigd zijn, merkt hij op, dat in een kleine ge
meente als Beerta het aanblijven als wethou
der aan de personen, die deze functie beklee-
den, eischen zou stellen, welke de grenzen van
het normale overschrijden.
Daar komt bij, dat een gemeente als Beer
ta niet te groot is, om tijdelijk door één per
soon, in de situatie, waarin het wetsontwerp
dezen brengt, te worden bestuurd.
BEWUSTELOOS GESLAGEN EN BEROOFD.
Vrijdagavond werd te Apeldoorn een aan
slag gepleegd op ten 17-jarigen kruideniers
bediende, D. Boomgaard, terwijl hij beroofd
werd van f 100 wisselgeld en zijn nieuwe
fiets.
Boomgaard moest Vrijdagmiddag kruide
nierswaren afleveren aan de Jachtlaan nr.
200 waar iemand zich voor deed, alsof hij pas
dat perceel betrokken had. Toen de jonge
man de waren afleverde werd hem gevraagd
's avonds terug te komen en f 100 wisselgeld
mede te nemen. Tegen acht uur begaf hij
zich in opdracht van zijn werkgever de fa.
Mulder in de Korenstraat te Apeldoorn, op
nieuw naar het bewuste adres. Toen hij te
gen negen uur nog niet was teruggekeerd
werd de politie gewaarschuwd. Zij vond den
bediende bewusteloos in een kast, zonder zijn
wisselgeld. Toen hij bij kennis was gekomen,
vertelde hij dat de bewoner, die zich voor
deed alsof hij de woning pas had betrokken,
hem verzocht had mede naar de keuken tc
gaan, aangezien de lichtleiding nog niet in
orde was. Niet kwaads vermoedende was hij
den bewoner gevolgd naar de keuken, waar
de bewoner hem onverhoeds met een ijzeren
staaf bewusteloos sloeg.
NOG STEEDS PRIKPLANKEN.
Hoewel de Hooge Raad heeft beslist, dat
het gebruik van alle prikplanken in strijd
met de Loterij wet is en de Alkmaarsche po-
j litie hiertegen herhaaldelijk heeft gewaar-
schuwd, is thans gebleken, dat vele winkeliers
ter plaatse nog steeds gelegenheid tot prikken
geven. Vrijdag heeft de Alkmaarsche politie
derhalve een inval gedaan en de prijzen hier
aan verbonden in beslag werden genomen en
processen-verbaal werden opgemaakt.
VERDUISTERINGEN TEN NADEELE
VAN EEN VAKBOND.
Zaterdagmorgen heeft de recherche te En
schede in arrest gesteld een 37-jarigen man
die zich had schuldig gemaakt aan verduiste
ring van ongeveer 250 ten nadeele van de
plaatselijke afdeeling van de Federatie van
Transportarbeiders.
BESTUURDER DOOD ACHTER
STUURSTOEL.
Vrijdagavond om 11.49 moest de tram van
de Leidsche vaart te Haarlem van het eind
punt vertrekken. In de nabijgelegen remisie
bemerkte men, dat de wagen echter niet op
tijd afreed, waarom enkele mannen gingen
kijken of er iets bijzonders aan de hand was.
Men vond den 50-jarigen bestuurder J. Metz
dood achter den stuurstoel. Hij bleek aan een
hartverlamming te zijn overleden.
WIEL VOOR DEN WAGEN.
Een trein moest er voor stoppen.
Toen Vrijdagavond een met zand geladen
zeswielige auto de spoorbrug te Deventer op
reed, waarover, nu de schipbrug aan den wal
is gelegd, het verkeer geleld wordt, brak een
wiel. Het gevolg van dit ongeluk, op een weg.
die niet voor het gewone verkeer geschikt is,
was, dat een lokaaltrein uit Apeldoorn niet
kon passeeren, zoodat de passagiers uit moes
ten stappen en den weg per voet moesten
vervolgen.
DOOR EEN KOE AANGEVALLEN.
Twee personen gewond.
Te Achtmaal (N.Br.) is WXoensdag een koe,
welke door een landbouwer naar de markt
werd gebracht, aan de waakzaamheid van
haar geleider ontsnapt. Het beest holde over
den weg en wierp allereerst een wielrijder, die
een zak kolen per rijwiel vervoerde, van zijn
fiets. De man is in een nabijgelegen wonin?
binnengedragen.
Een eind verder stond de chauffeur de K
van de melkfabriek Vasca te Oud-Gastel, met
zijn bestelauto langs den kant van den weg.
Toen de koe kwam aangestapt wilde de man
het dier gemoedelijk bij den halster vastgrij
pen, waarop het dier zich tegen hem keerde
en hem tegen den auto wierp. De K. kreeg
zulk een smak, dat hij versuft bleef liggen.
straffen en zichzelf te wreken.
Eindelijk verscheen hij op den drempel van
den salon en bleef daar staan. Hij verscheen
ongewapend, hij vertoonde althans niets wat
aan een wapen deed denken. Hij beschouwde
het paar met koelen blik, zonder een spoor
van ontroering of drift.
Bij zijn komst was Lydia opgevlogen en
stond daar met trotsch opgericht hoofd.
Rouquin scheen na te denken. Maar dat
duurde niet lang. Zijn oogen vestigden zich
met vastheid op Andreas.
Ge weet natuurlijk wie ik ben, mijnheer!
begon hij met iets sarrends in zijn toon.
Ik weet het en ben te uwer beschikking
antwoordde de student.
Een duel Ik dank je viel Rouquin in.
Ge weet, dat die vrouw mijn echtgenoote is
en gij bemint haar Ik had het volste recht
u beiden te dooden, zonder voor straf be
vreesd te zijn
Dood mij, mijnheer, riep Andreas dood
mij, doch spaar voor 't minst haar leven Ik
zweer u, dat zij onschuldig is Mijn bestaan
heeft weinig waarde, vernietig het en laat
dan uw gevoel van wraak bevredigd zijn. Aar
zel niet, maak er dadelijk een eind aan
Ziet ge dan niet, dat ik ongewapend ben,
mijnheer vroeg Rouquin.
Dan kan dit wapen dienst doen zei
Andreas, terwijl hij het pistool, dat de mar
kies hem op het laatste oogenblik in de hand
had geduwd, op een fauteuil wierp.
Rouquin haalde zijn schouders op en keek
niet naar de revolver.
Ik bezit een beter middel, dat even ze
ker werkt en minder gevaarlijk voor mij is
Hij deed de deur achter zich dicht en zei
daarop
We moeten samen eens ernstig praten,
mijnheer
Lydia had krampachtig de tanden op el
kaar geklemd, zij beproefde vergeefs om te
spreken. Zij was meer ontsteld door de schrik
aanjagende kalmte van Rouquin dan zij dit
door de heftigste uitbarstingen van zijn toorn
zou zijn geweest. Wat wilde hij, wat had hij
te zeggen, welke helsche listen had hij ver
zonnen En half werktuiglijk, door een onbe
stemd gevoel voor een groot en dreigend ge
vaar gedreven, bleef zij het oog gevestigd
houden op den door Andreas neergeworpen
en door Rouquin versmaden revolver. O, zoo
zij de plek, waar die revolver lag, kon nade
ren zoo zij het wapen kon grijpen, dan had
Andreas of zij niets meer te duchten van dien
man. Zonder gemoedsbezwaar zou zij hem het
leven kunnen benemen. En zich langzaam,
van stoel tot stoel, voortbewegend, zonder
daarbij te laten bespeuren, welk doel zij be
oogde, naderde zij den fauteuil.
Rouquin lette in 't minst niet op 'hetgeen
Lydia deed.
Mijnheer, begon hij tegen Andreas, ik
zal u geen verwijten doen. Wat gebeurd is,
is gebeurd Ik zal u omtrent die liefde voor
mijn vrouw niet al te hard vallen, ge wist
misschien niet eens, of zij vrij of niet vrij was,
om u haar wederliefde te schenken, maar ik
wil beproeven, u een dienst te bewijzen, door
u omtrent het voorwerp uwer vereering ee-
nige heel belangrijke bijzonderheden mede te
deelen, die zij denkelijk en op goede gron
den wel voor u zal verzwegen hebben.
Andreas wendde met vragenden blik het
hoofd naar mevrouw Rouquin.
Lydia was doodsbleek en haar knieën knik
ten. Ze was genoodzaakt zich met beide han
den aan een stoel vast te klemmen om niet
ineen te zinken. Haar oogen stonden wijd
geopend en haar gelaat teekende de ontroe
ring.
Wat wil hij zeggen dacht ze. Maar er
kwam geen geluid over haar lippen.
Het moet inderdaad voor u al zeer inte
ressant wezen hervatte Rouquin op gemoede
lijken toon en met een onbeschrijfelijk lach
je, om eens te vernemen, wie en wat de vrouw
eigenlijk is, die door u bemind wordt. Ze heeft
zich tegenover u voorgedaan als een bescherm
engel met een stralenkrans van heiligheid om
het hoofd, zonder het der moeite waard te
achtten, u haar vertrouwen te schenken. Dit
verzuim wil ik herstellen. Ge dient te weten,
wie ge liefhebt en dat zal ik u zeggen.
Adreas was hevig ontroerd. Zijn hart werd
Zij die zich thans op dit blad
abonneeren ontvangen de nummers
tot 1 Jan. a.s. gratis.
Plaatst uwe Nieuwjaarsgroet in
dit blad.
Hij is even later op handen en voeten naar
den overkant van den weg gekropen, waar hij
half bewusteloos bleef liggen. Later ls hij
naar zijn woonplaats vervoerd. HIJ had een
groote wonde aan het achterhoofd en een
kwetsure aan den schouder.
RIJKSMIDDELEN.
De rijksmiddelen brachten In de maand
November vier millioen meer op dan in No
vember 1932. De opbrengst over de eerste elf
maanden van dit jaar bleef vijftien millioen
beneden die over het overeenkomstige tijd
perk van het vorige jaar en anderhalf millioen
boven de raming.
AUTO - ONGELUKKEN TUSSCHEN LICHT
EN DONKER.
De heer hh. van Swieten, hoofdredacteur
van De Auto schrijft over de vele ongelukken
op den weg Delft—Rotterdam. Hij bestrijdt,
dat de oorzaak daarvan ligt in den zwarten
nsphaltweg, die het licht, hoe sterk ook, voor
bijna 100 pCt. zou opslurpen, zoodat de auto
mobilist haast niets voor 2ich uit kan zien.
„Wat is er noodig om iets op te slurpen of,
netter gezegd, te „absorbeeren" Dat het te
absorbeeren „vocht" aan de lippen gebracht
kan worden. Van absorbeeren of opslurpen
kan toch geen sprake zijn zoolang de tot den
rand met schuimend gerstenat gevulde gla
zen op tafel blijven staan
Nu gaan we de lichtbundels van de koplam
pen eens van dit suggestieve standpunt be
zien.
Een goed gestelde koplamp van prima con
structie zal haar stralenbundel sterk gecon -
centreerd op verren afstand recht vooruit
werpen. Slechts de vagebondeerende stralen
zullen het wegdek raken en al naar gelang
de meer het zwart naderende kleur inder
daad geabsorbeerd kunnen worden, omdat
daar ter plaatse het glas den lippen genaderd
is.
De eigenlijke, lichtgevende stralenbundel
kan echter op geen enkele wijze geabsorbeerd
'opgeslurpt! worden, om de eenvoudige reden,
dat.de lippen niet aan het glas komen,
de stralenbundel het wegdek niet raakt. Wat
blijft er bij eenig nadenken nog over van
„voor bijna 100 pCt. opgeslurpte stralen"
Wanneer er niets op den weg is, hebben we
ook eigenlijk niets aan den stralenbundel van
onze felle lampen. Alleen wanneer die stralen
gebroken worden, ergens tegenaan schijnen,
dan hebben we er nut van. Het beschenen
voorwerp weerkaatst dan die stralen en het is
uitsluitend de aard van dat beschenen voor
werp, in verband met onze lichtbron, die een
rol speelt bij het zien en goed zien op den weg.
Zijn die voorwerpen zwart of donker en in
stilstand, dan zal een geringe reflexwerking
STERKE SCHOOLKOUSEN, polsmoffen, dub-
belgebreide wanten, Klompsokken, alléén bij
Jaap Snor. (Hij breit ze zelf best) le klas
reparatie inr. voor alle soorten wollen kleeding.
Kousen en Sokken (ook de allerfijnste) Don
Helder Zuidstr. 19 (let op den Gelen Winkel.»
vracht voor onze rekening.
door duistere vermoedens bestormd. HIJ zag
nu eens naar Rouquin en dan weder naar
Lydia, wier angst hem niet ontging.
Mevrouw Rouquin begreep, dat het gevaar,
hetwelk haar nu böven het hoofd hing, erger
was dan de dood, het gevaar namelijk dat
voor den jongeman, die haar aanbad haar
slechte daad, haar schande, haar moord zou
worden onthuld en dat bewustzijn verleende
haar kracht tot handelen.
Zij kreeg haar stem terug
Om 's hemels wil, neen, dat niet, stamel
de zij, dat niet
Maar Rouquin deed, alsof hij haar niet
hoorde.
Zij wierp zich voor hem neder, met de
smeekbede
Dood me vertrap me martel me
j O, zeg hem niets dat ware al te vreeselljk
zeg hem niets Neem mijn leven spaar
hem
Rouquin stiet haar van zich af, zoodat zij
thans onwillekeurig terug week tot den stoel,
waarop de revolver van den markies lag.
Daar bleef Lydia met smeekend uitgestrek
te armen neergeknield. Haar tranen vloeiden
niet meer. Het was alsof zij niet meer denken
kon.
Onverbiddelijk ging Rouquin voort
Ge zijt nu Lydia's derde liefde, mijnheer!
Haar eersten man had zij lief. Toen leerde lk
haar kennen, maakte haar het hof en toen
beminde zij mij.
Haar man was ijverzuchtig en een hinder
nis voor de vervulling van ons zielsverlangen.
De jaren die daarover zijn heengegaan, heb
ben Lydia's karakter verzacht. Destijds was
zij zeer opgewonden, haar liefde kon maar
geen vrede hebben met de hindernissen, die
ons van elkander scheidden. Haar opgewon
denheid klom met den dag en haar liefde
werd machtiger en onzinniger, naarmate de
zwarigheden, die onzen bijeenkomsten werden
in den weg gelegd, vermeerderden.
Toen kwam in haar een denkbeeld op, dat
mij deed huiveren en waartegen ik tevergeefs
strijd bleef voeren.
Wordt vervolgd.