24e JAARGANG
VRIJDAG 2Q DECEMBER 1933
No. 100
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR
WIERINGEN EN OMSTREKEN
KERSTMIS.
OM HET GOUD.
■W1ERINGER COURANT
VERSCHIJNT ELKEN
DINSDAG en VRIJDAG.
ABONNEMENTSPRIJS
per 9 maanden f 1.—.
UITGEVER
CORN. J. BOSKER, WIERINGEN
BUREAU
HlppolTttuhee* Wlertaee».
Telefoon Intercomm. No. 19.
ADVERTENTIëN.
Van 1—5 regels f 0-50-
Iedere regel meer
Niet alleen moeten wij van elkander een
gelukkig Kerstfeest toewenschen in dien zin,
dat wij deze dagen aangenaam doorbrengen
in den gezelligen kring van huisgenooten en
vrienden, maar ook en vooral in dit opzicht,
dat het iets goeds oplevert voor ons geestelijk
leven, dat het ons gelukkig maakt in de ware
en verhevene beteekenis van het woord, ge
lukkig, omdat het ons beter maakt. Het Kerst
feest roept ons op tot zelfkritiek, tot het on
derzoek hoe het staat met ons hart, met ons
leven.
Zij, die dit feest gebruiken als een middel
om verder te komen in zelfkennis, om opge
wekt te worden tot nieuwe krachtsinspanning,
tot moedig opvatten van de levenstaak, heb
ben waarachtig een gelukkig Kerstfeest. Door
het Kerstfeest een stap vooruit op den waren
levensweg, een eind verder op de baan van
ontwikkeling en volmaking door het Kerst
feest vermeerdering van levensernst, van
reinheid, van waarheid, van vrijheid, van
liefde, wat kan men heerlijkers begeeren Is
het zóó, ja, dan kan men van dezen dag zeg
gen Dit is voor ons de schoonste dag, want
het is voor ons de dag van hernieuwd, herbo
ren, geestelijk leven.
Ieder mensch komt ter wereld met een ei
genaardig licht, dat, wat wij zijn geest noe
men. Er zijn er, die den geest van het onder
zoek hebben en alles, ook de geheimzinnige
diepte des levens aan een scherpzinnige na
speuring onderworpen. Dat is de geest der
wetenschap. Er zijn er, die overal harmonie
zoeken en den geest der schoonheid laten
spreken in woord en kleur, in lijn, in toon, in
vormen. Dat zijn de kunstenaars, de machten
eener betere wereld, nascheppers van den
Eeuwige. Er zijn er die den geest hebben van
de rechte verhoudingen der menschen te
omschrijven met rechten en plichten èn zoo
als zij zijn, èn zooals zij zijn moesten, om het
meeste geluk te scheppen voor het grootste
aantal. Maar die allen kunnen het licht, hun
licht, eerst volledig laten schijnen als zij zich
bewust zijn van het hoogere leven, zooals dat
in hen, op de beste oogenblikken, zich be
weegt, Om duidelijk te weten wat in het den
ken, gevoelen en willen van anderen zich be
weegt, moeten ze thuis zijn in het midden
punt van hun wezen, in hun eigen hart Daar
brandt een licht, dat alle andere eigenaardig
heden van de persoonlijkheid doorschijnt.
Ieder mensch kwam ter wereld als een licht
des harten. Dat licht des harten nu onthuld
te hebben in zijn ongerepte eenvoudigheid, is
en blijft de onsterfelijke verdienste van Hem
Wiens geboortedag heden gevierd wordt.
Is het niet Zijn geest, die de nevelen heeft
weggevaagd, die de menschheid tot helder dei-
besef van haar waarde, haar taak, haar be
stemming heeft Is het niet Zijn geest, die
er ons op wijst, dat we tot groots zijn geroe
pen, dat we eerst dan waarachtig leven, als
ons leven werken is, als we met het hoofd orn
hoog en met vasten tred en krachtige hand
arbeiden aan het heil der maatschappij Is
het niet Zijn geest, die ons tot besef brengt
van onzen hoogen rang en verheven aanleg,
die ons doet inzien, dat we geroepen zijn om
koningin en geen slaven te zijn, om ons te
verlagen, dat we menschen, zijn, die dan ook
als menschen moeten leven, dat we dus moe
ten strijden en overwinnen Is het niet Zijn
geest, die ons toont, dat ons leven niet is de
vrucht van een toeval, het grillig spel van
blinde krachten, maar dat ook in dat men-
schelijk leven de openbaring is te zien van
een hooger orde van dingen, de leiding van
hooger macht en wil, zoodat al wat we onder
vinden, past in den samenhang en alzoo goed
is Is het eindelijk niet Zijn geest, die ons
doet gevoelen, dat ons hart geen kerkerhol
is door ondoordringbare muren omringd,
maar de rijke bron, waaruit onophoudelijk
stroomen van licht en liefde voortvloeien
Ja, Zijn geest is het, die de menschheid tot
bewustzijn gebracht heeft van haar roepini
om één groot huisgezin te worden, waarin
plaats is voor ieder, die mensh heet, van wel
ke kleur en taal en natie ook en waarin allen
als broeders met en voor elkaar moeten leven.
Laten wij op dezen dag voor onze oogen het
beeld doen herrijzen van Hem, Die de grond
legger is geweest van de nuttigste vereeniging,
die er bestaat, de vereeniging van alle men
schen door den band der liefde, Die de Mees
ter is geweest op het gebied van het belang
rijkste weten dat wij ons hier hebben voor
te bereiden op een leven na dit leven.
Als nu dit feest er toe bijdraagt, dat het le
ven des geestes overvloeidiger wordt in ons
en in anderen, zal het dan geen gelukkig
Kerstfeest zijn
BINNENLANDSCH NIEUWS.
AUTO DOOR HET IJS GEZAKT.
Met vijf personen in de gracht.
Dinsdagmiddag is op den hoek van de Gou
we en Kattensingel te Gouda een auto met
vijf personen op het ijs gereden, er doorge
zakt en geheel onder water verdwenen. Door
het kranig optreden van den chauffeur ge
lukte het de inzittenden, die in ernstig ge
vaar hebben verkeerd, te redden.
Het ongeluk gebeurde met een uit de rich
ting van Waddinxveen over den weg van de
Gouwe komenden bestelauto van den boter
en kaashandelaar K. Snoey uit Moordrecht.
De wagen werd bestuurd door den 21-jarigen
Snoey zelf, terwijl naast hem in de cabine de
53-jarige touwslager W. Oosterom zat. Ach
ter in den wagen bevonden zich drie vrouwen,
de 77-jarige weduwe D. OosteromDe Jong
en haar twee dochters, de 36-jarige mej. P.
Oosterom en de 55-jarige mej. K. Mudde.
De vier passagiers wonen eveneens in Moor
drecht. Toen de wagen den gevaarlijken hoek
van de Nieuwe Gouwe naar den Kattensingel
nam, kwam uit de tegenover gestelde rich
ting eveneens een auto.
Docr het uithalen werd de bestuurder, die
met zeer kalmen gang reed, de dupe van de
gladheid van den wegkant. Het voertuig be
gon te glijden. De chauffeur kon het niet
meer houden en daarop schoof de wagen met
den kop op het ijs, dat het dadelijk begaf,
waarop de wagen onder water schoot, zoodat
hij eenige seconden later onder het water
verdwenen was.
Energieke reddingspogingen.
De bestuurder Snoey slaagde er in, toen het
voorste gedeelte al onder water zat, de por
tieren te openen en zichzelf te bevrijden
tegelijkertijd den naast hem zittenden man
mee naar buiten trekkend. Dadelijk klauter
de hij naar den achterkant van den wagen
om de drie vrouwen te redden. Deze hadden
reeds de achterruit ingeslagen, maar zelf kon
den zij niets beginnen, daar de achterdeur
geen portierkruk had, maar alleen met een
sleuteltje geopend en gesloten kon worden.
De vrouwen zaten dus opgesloten.
Vlug ontsloot de man de deur, waarop hij
de twee jongste vrouwen, die al tot de borst
in het water stonden, naar buiten bracht
Het gelukte Snoey ook de 77-jarige vrouw te
grijpen, hoewel de auto inmiddels reeds on
der water verdwenen was.
De drenkelingen werden daarop door om
standers op den wal getrokken en naar de
woning van den heer P. Jaspers vervoerd, die
hen liefderijk in zijn woning opnam.
Leden van de transportcolonne van het
Roode Kruis waren met dekens toegesneld.
Ook het gezin droeg dekens aan en korten
tijd later waren de drenkelingen van hun
natte plunje ontdaan. Ze werden eerst in de
dekens gewikkeld en kregen warme thee te
drinken. Allen bleken er zonder letsel te zijn
afgekomen en evenmin nadeelige gevolgen
te ondervinden. Den eersten schrik waren zij
spoedig te boven en het vijftal bleek bijzon
der verheugd, dat zij er zoo goed waren afge
komen.
De oude moeder, die er het slechts aan toe
was geweest, was het eerst opgeknapt. Zij
bleek een bijzondere vialiteit te bezitten en
nam het avontuur, nu het zoo goed was af-
geloopen, nog al blijmoedig op.
Nadat de kleeren op de wasscherij gedroogd
waren, is het vijftal later naar huis terugge
keerd. De auto is met een kraanwagen opge-
vischt. Het voertuig bleek ernstig beschadigd,
een geduchte schadepost voor den eigenaar,
die niet verzekerd is. Bovendien ging een
aantal goederen van hem verloren.
Het gebeurde verwekte natuurlijk een groo
ten toeloop van belangstellenden. De politie
heeft tijdelijk het drukke verkeer geregeld.
PAARDEN ONVERZORGD IN GEVROREN
WEILAND.
Een ergerlijk staaltje van dierenmishan
deling is te Heerewaarden geconstateerd. Door
de rijks- en gemeente-veldwachters is aldaar
proces-verbaal opgemaakt tegen den land
bouwer R. uit Wamel, wegens het niet ver
zorgen van een achttal paarden, die daar,
bij de strenge vorst van den laatsten tijd, dag
en nacht in het onbeschutte en besneeuwde
veld liepen, terwijl bovendien aan de dieren
geen voedsel of drinken werd verstrekt.
De beesten, die vooraf van dorst te lijden
hadden gehad, zijn thans gestald, merkt
Tel. op.
FEUILLETON.
BUITENLANDSCH NIEUWS.
PLOTSELING WARM WEER IN DE KRIM.
In de Krim is de strenge vorst van de laat
ste dagen plotseling door voor dezen tijd van
het jaar ongewoon warm weer gevolgd. De
snel smeltende sneeuw bedreigt de aan de ri
vieren gelegen plaatsen en op vele punten
moest het spoorwegverkeer tengevolge van
overstroomingen reeds onderbroken worden.
VROUW MET 29 KINDEREN.
WEENEN.
In de kliniek der Universiteit is een 45-ja-
rige vrouw, echtgenoote van een koetsier, be
vallen van haar 29ste kind. Van deze 29 kin
deren, 23 jongens en 6 meisjes, zijn er nog
16 in leven en wel 12 jongens en 4 meisjes.
De vrouw kan de geboortedagen van haar
vele kinderen niet meer precies opgeven, daar
zij deze begrijpelijkerwijs verwisselt. De mees
te kinderen zijn zonder medische hulp gebo
ren.
HONDENTROUW.
Toen mevrouw Binkcrs zich met het
geval ging bemoeien, bleek zij voor 'n
voldongen feit te staan, en de heer Bin
kers durfde zijn vrienden bezweren,
dat hij bij den straathandelaar in hon
den nooit Juno en Bruno gekocht zou
hebben, als zijn vrouw niet zoo lastig
nieuwsgierig was geworden. Zij had
buiten den waard gerekend, lachte
Binkers.
Ik had wel geld ervoor want ik
had nog vijftig gulden liggen in een
geheim potje ik heb wel verstand van
honden en ik houd wel van jagen. Ide
alere jachthonden dan Juno en Bruno
zul je nergens voor zoo'n prikje op
den kop tikken. Je hadt dien honden
handelaar mijn vrouw moeten hooren
te woord staan Het eenige wat
ze deed, was hoonen, lachen en met
deuren slaan
Nu de praktijk
Juno bleef bedelend en kwispelend
voor iederen slagerswinkel staan,
BRUTALE INBRAAK.
Woensdagochtend hebben inbrekers te Ber
lijn een buitengewoon brutaal stukje uitge-
i haald. Tusschen 5 en 6 uur in den ochtend
de verschenen zij met een auto voor een huis in'maar een haas en een patrijs deden
de Petersburgerstrasse, wierpen een touwlad-jhcm de oogen dichtknijpen en de kop
omlaagdrukken tegen het maaiveld.
Een Bruno, die gewend was geweest,
der naar het balcon van de eerste verdieping,
klommen een voor een naar boven, openden
AFSCHUWELIJKE DIERENMISHANDELING.de balkondeur en drongen binnen de kamer,
De 45-jarige veehouder W. de G., uit Wad- waarin de bewoonsters van het huis sliepen,
dingsveen stond Dinsdagochtend terecht we- j Eén van de dieven ging naar beneden en
gens doodmarteling van een ziek varken. Hij opende de voordeur, nadat hij de slaapka-
had dit varken willen koopen, teneinde het mer had afgesloten. Vervolgens namen zij de
te slachten.Zonder dat de eigenaar het wist, 7 centenaars zware brandkast op en droegen
drong hij in het varkenskot door en begon deze in de auto. De dieven ontkwamen met
de slachting met het dier eenige verschrik- hun buit.
wild
1 f?ing
den
gmg
kelijke slagen met een ijzeren hamer op den
kop te geven. Wegens dit frauduleus slach
ten zal de man zich volgende week voor den
Kantonrechter hebben te verantwoorden.
't Ging nu alleen om de wijze, waarop verd.
heeft geslacht. Hij sloeg den schedel van het
dier kapot, totdat de splinters en de hersens
in het rond vlogen. Getuigen hebben gezien,
dat hij het dier twintig slagen toebracht. Nog
leefde het, ofschoon zieltogend. Tenslotte
sneed hij het beest den keel af.
BRAND TE DREUMEL.
f 1500 aan bankpapier verbrand.
Ten huize van den landarbeider-veehouder
Th. v. K. te Dreumel woedde vorige week een
brand.
In den vroegen morgen omstreeks halfzes
werd Van K., die het pand bewoonde met
zijn zuster, gewekt door eenig leven, dat hem
onmiddellijk deed denken aan zijn gezette
rattenval. Daar het nog volslagen donker
was, ontstak hij een petroleumlamp, waar
mee hij op onderzoek ging. Zijn vermoeden
bleek juist. Een groote rat zat met een der
voorpooten in de val en deed alle moeite zich
te bevrijden. Bij zijn poging het dier te van
gen werd van K. in de hand gebeten, waar
op hij van schrik de petroleumlamp liet val
len, die onmiddellijk den hooizolder, waarop
hij zich bevond, in lichter laaie zette..
Het vuur greep zoo snel om zich heen, dat
aan blusschen niet viel te denken. De bewo
ner kreeg nog gelegenheid eenige koeien, een
kalf, een aantal jonge varkens en wat huis
raad te redden, toen het hem te binnen
schoot, dat de kas van het kolenfonds, waar
van v. K. penningmeester was, zich nog in
het brandende perceel bevond.
De „safe" was echter reeds aangetast. Ee
nige honderden guldens aan zilvergeld kon
den nog gered worden, doch een bedrag van
f 1500 aan bankpapier was reeds door de
vlammen verteerd.
Huis en inboedel waren door verzekering
gedekt. De kolenleverancier, schipper B. v. D.,
zou dien dag komen afrekenen.
Lydia had in het eerst toegeluisterd alsof
zij de woorden niet verstond langzamerhand
evenwel had zij het hoofd weder opgericht,
tot zij, plotseling het pistool grijpend, op Rou-
quin toevloog.
Ge sterft, zoo ge nog één woord zegt,
riep zij uit, het wapen op de borst van haar
man richtend.
De daad geschiedde zoo snel, zoo geheel handen tegen haar oogen en ooren, om niets
om den jongeman te hulp te komen.
Rouquin, die veiligheidshalve zijn voet had
gezet op de door Andreas weggerukte revol
ver, beschouwde dit tooneel met volkomen
onverschilligheid
Nietwaar, vroeg Lydia hem eindelijk met
fluisterende stem, ge ziet wel, dat ge hem op
die wijze ook vermoordt
Rouquin antwoordde niet, hij drukte op
eigenaardige wijze zijn lippen opeen en die
beweging zei Lydia meer dan woorden hadden
kunnen doen.
Daar reken ik ook op sprak hij daarna
op afgemeten toon.
Lyydia begreep hem. Zij zag in, dat zij ver
loren was. Dat de liefde van Andreas ei
de liefde was voor haar de wedergeboorte ge
weest van haar eigen bestaan thans in
afschuw zou veranderen. Zij drukte haar
onverwachts, dat Rouquin achteruit trad.
Een oogenblik hield hij zichzelf voor verloren.
Reeds had Lydia den haan gespannen, haar
vinger tegen den trekker gedrukt, nog een
seconde, en de booswicht zou hebben opge
houden te bestaan.
Daar sloeg Andreas den dreigend uitgestre
ken arm neer en in spijt van haar tegenstand,
haar woede, haar aan waanzin grenzende
wanhoop werd Lydia door hem ontwapend.
Andreas verwachtte schrikbarende onthul-
meer te zien en ook niets meer te
van alles, wat er verder gedaan of
mocht worden. Zij verstikte haar zuchten in
tranen.
Andreas scheen eenigermate tot kalmte te
zijn gekomen. Hij stond op en deed een paar
passen naar Rouquin, zeggende
borst drukkend. Ik wil alles weten, zij het ook
nog zoo ontzettend
Ja, die vrouw is heel eenvoudig een boos
doenster, die, als zij aan de justitie wordt 0-
vergeleverd, op de galeien komt, Zeg haar
toch, mijnheer, dat zij mijn woorden logen
straft
O mijn hemelzuchtte Andreas.
Wat zij gedaan heeft? Zij heeft haar
eersten man vergiftigd
Rouquin sprak die woorden uit, alsof hij
uit alle macht een slag met zijn vuist op het
hart van Andreas toebracht.
Zijn woorden waren als venijn in Andreas'
bloedend hart gevallen. Hij wankelde er
stortte bij Lydia neder. Met een woeste bewe
ging rukte hij haar de handen van het ge
laat en beschouwde haar stilzwijgend. Toen
sprak hij met een heesche stem
Die man liegt, nietwaar? Zeg hem, dat
hooren, hij liegt
Zij kon niet antwoorden. Haar geheele voor
komen scheen hem maar al te duidelijk aan
te toonen, dat zij inderdaad de misdaad had
volvoerd.
Andreas' gelaatstrekken verwrongen zich
alsof hij in het volgende oogenblik in een
In de brandkast bevonden zich behalve
500 mark aan baar geld een aantal kost
bare juweelen van de dames, die het huis
bewoonden.
DE BENZINEMOTOR JUBILEERT.
Zaterdag was het 50 jaar geleden dat op
den eersten benzinemotor in Duitschland pa
tent werd aangevraagd. Het was Rijkspatent
280022 van Daimler en Maibach. Men kan
dus zeggen dat heden de auto haar 50sten
verjaardag viert.
DOOR KOLENDAMP VERGIFTIGD.
Drie bakkersgezellen uit een bakkerij in de
Dornröschenstrasse te Köpenick zijn indirect
slachtoffer van de koude geworden. Zij waren
op den gebruikelijken tijd Vrijdagavond naar
bed gegaan in hun slaapkamer op den zol
der, doch aangezien het slaapvertrek niet
was verwarmd, hadden zij een emmer met
gloeiende houtskool op de kamer gezet. Toen
zij Vrijdagmorgen om 5 uur niet tijdig op
hun werk kwamen, begaf de bakker zich naar
boven en toen hij op zijn kloppen geen
hoor kreeg, opende hij de kamerdeur en vond
tot zijn ontsteltenis de drie jongens dood op
hun bedden, zij waren om het leven gekomen
tengevolge van het koolmonoxyde, Mat door
de gloeiende houtskool was ontwikkeld.
EEN DAPPERE MEID
In de Landshuterstrasse te Berlijn kwam
Maandagochtend 1 uur een dienstmeisje
thuis. Toen zij den sleutel in het slot stak,
werd zij overvallen door een man, die haar
haar handtasch ontrukte.
Toen zij om hulp riep, zette de man haar
een revolver op de borst en zeide
Als je nog eens schreeuwt, schiet ik
Zij schreeuwde desniettemin toch.
De man haalden den trekker over.
Het meisje gilde weer.
Hulp schoot toe en de onverlaat werd ge
arresteerd, zonder dat hij een schot gelost
had.
De revolver bleek ongeladen te zijn.
voor den straathandelaar „het
tot onder het asfalt' weg te graven,
voor ieder ongewoon geluid op
loop.
Binkers nam een besluit. Hij
•met Juno en Bruno, aan den riem, den
polder in, tot waar de „watermachine"
van de bemaling op een dijkje stond.
Hij bood den machinist 'n sigaar aan,
hield een genoeglijk praatje en liet
Juno achter jnet de onverschillige
boodschap
-- Als je dat mormel verkoopen kunl,
ga dan gerust je gang, maar als je 'm
kunt inruilen tegen een beteren dan is
dat mij ook goed.
Zijn vrouw wachtte hem op.
Waar is Juno
- Van de hand gedaan aan een be
roepsjager.
Waarom Bruno ook niet wegge
geven Is diens staart soms te mooi?
-- Ik wil nog één wezen overhou
den, waar om ik geef snauwde hij
zijn wederhelft toe, waarop die weer
probeerde, het record deuren dicht
slaan te verbeteren.
Het wezen, waar Binkers om gaf,
i dween, om de eenvoudige reden,
dat mevrouw Binkers het op haar ze
nuwen kreeg „van al die honden in
huis" en een neefje van haar juist ja
rig weid. Neef Oscar werd gelukkig
gemaakt 'met Bruno, zonder dat oom
Binkers er iets van wist.
In het huis Binkers kwam oorlogs-
stemjning te hangen.
Na drie zwoele, zwijgende dagen
werd er bij de voordeur geblaft.
Neef Oscar bracht Juno ge
ruild voor dat mormel, dat u mij ca
deau gat, tante juichte hij en liet er
op volgen Maar die ruil heeft me een
paar rijksdaalders gekost Nu heb
ik ten minste een beestje van zuivel
ras. Raad eens, hoe hij heet.
-- Ik hoef niet te raden, antwoord
de tante droog, dat is Juno
In de verte klonk gejank en gehuil.
Nu ging Rouquin heen, gelijk hij gekomen
was. Zonder eenige overhaasting, zonder dat
er op zijn gelaat iets stond te lezen van het
geen er in zijn binnenste ombing, verliet hij
het vertrek.
Waar was markies d'Argental gedurende
dit tooneel gebleven
Toen hij een uur van te voren bij Rouquin
was geweest, har deze er tegenover hem geen
geheim van gemaakt, dat het zijn plan was,
den jongen Senechal uit den weg te ruimen.
Hij had Norbert medegedeeld, dat de jonge
student en zijn vrouw geheime samenkom
sten hadden in dat en dat huis op de quai de
la Tournelle en hem er bij verteld, dat hij
het paar wilde overvallen. De markies dacht,
na dit te hebben gehoord, dat Rouquin, onder
den schijn van geleedigd echtgenoot, een
der pas gevonden erfgenamen van Bertara's
millioenen zou willen doodschieten, een ver
grijp, waarop de rechtbank, die natuurlijk de
ware drijfveer niet weten kon, allicht het
„niet schuldig" zou uitspreken, tegen dit
gevaar meende hij den jongen Senechal te
moeten waarschuwen en toen deze niet
vluchten kon of niet vluchten wilde, had hij
hem een wapen achter gelaten, waarmede hij
zich althans zou kunnen verdedigen, nu hij
op de komst van Lydia's echtgenoot was voor
bereid. Van het duivelsche plan, dat zijn
Ge hebt gelijk, mijnheer, dat ge mij alles waanzinnig gelach zou losbarsten. Maar dat
wilt meedeelen, want ik wil alles weten j deed hij niet. Hij poogde zich op te richten,
Ik twijfelde er ook geen oogenblik aan,1 duizelde en stortte plotseling ter aarde. Het
antwoordde Rouquin, dat die geschiedenis uw bloed vloeide hem over de lippen, langs zijnbondgenoot had beraamd, vermoedde hij
lingen, een misdaad, in welker bloed zijn nieuwsgierigheid zou opwekken. Ik zal dus kin en over zijn hals die zoo wit en zacht 1 niets.
liefde moest verstikken. Bij de eerste woor- voortgaan, waar ik gebleven was. Haar eerstewas als de hals van een meisje. Na de komst van mevrouw Rouquin eeni-
man stond Lydia dus in den weg, toen kwam Rouquin scheen zijn laaghartig doel te germate gerust geworden, daar hij Andreas
het denkbeeld bij haar op, zich van hem te hebben bereikt en den jongeman te hebben gewaarschuwd had en hem een wapen
den van Rouquin voelde hij zich als vernie
tigd, nu had hij bovendien den moordaan
slag van Lydia met een voor hem bovenna- bevrijden. Dat is zoo eenvoudig en natuurlijk vermoord. O, hij wist wel, dat hij daartoe geen de hand had gegeven, was Norbert heenge-
tuurlijke kracht verijdeld en hij viel machte- als het maar kan Men vindt een hindernis wapen noodig had. Hij kende zijn lichaams-gaan. Hij kwam buiten, liep de kade over en
loos op de sofa neer. De beide, tot vuisten op zijn pad, mijnheer, en men ruimt die weg, zwakte, zijn ridderlijk gevoel van eer, de diep-stelde zich in een openstaande koetspoort
verwrongen handen, die hij tegen zijn borst nietwaar? Zoo deed zij althans, die uw hart te zijner liefde voor Lydia en hij wist wel,1 verdekt op. Vandaar zag hij het rijtuig van
hield gedrukt, bewezen genoegzaam welkeheeft weten te veroveren, die uw jongelings-
martelende pijnen hij leed. droomen vervulde van poëzie, die uw eerst?
Zijn adem ging zwaar en piepend, zijn wan j liefde naar alle waarschijnlijkheid heeft doen
gen waren koortsachtig hoog gekleurd, zijn j ontwaken, zoo deed die vrouw, die daar staat
oogen gesloten. Het bloed, dat het op de lip- en die het niet meer waagt, de oogen naar u
pen kwam, wischte hij ijlings met zijn zak-1 op te heffen Vermoedt gij nu niet, wat die
doek weg. vrouw gedaan heeft
Lydia, geheel buiten zichzelf, niet tot han- Neen, neen, ik wil niets vermoeden riep
delen in staat, maakte zelfs geen beweging Andreas, aldoor zijn eene vuist tegen zijn hem een dolk In het hart had gestooten
dat het hem slechts een paar woorden behoef Rouquin aankomen en voor het daareven door
de te kosten, om dat wankele bestaan geheel hem verlaten huis halt houden. Rouquin ging
te vernietigen. naar binnen. De markies verliet zijn schuil-
Hij had alles van tevoren berekend, koud hoek en kwam naderbij. Angstig bleef hij
en stellig nagecijferd met het sluwe doorzicht luisteren, hoe het drama daarboven zou afloo-
van den duivel. pen. De minuten gingen voorbij, doch hij
Niet scherper, niet zekerder, niet doodelij- hoorde geen der verwachte pistoolschoten,
ker had hij Andreas kunnen treffen, als hij zelfs geen enkele kreet. Wat gebeurde er toch?
En terwijl hij daar zoo stond en luisterde,
dacht Norbert, de rol, die hij nu speelde, leid
de er toe, onwillekeurig aan zichzelf. Hoe was
hij niet veranderd Hij was in het geheim
de vijand geworden van den man, die hem
er bovenop had geholpen, van zijn vroegeren
bondgenoot Rouquin De liefde voor Gabrlel-
le had zijn hart verzacht en om de liefde
zijner vrouw te winnen, beproefde hij het
verkeerde, dat door hem bedreven was, weer
op eenigerlei wijze goed te maken
Plotseling verscheen Rouquin weer aan de
huisdeur, terwijl Norbert, die Iemand naar
beneden had hooren komen, zijn vorigen
schuilhoek weer opzocht.
Rouquin scheen in het minst, niet ontroerd
te zijn. Hij zag er uit, alsof hij van een visite
kwam. Hij nam in zijn rijtuig plaats en reed
over de brug weg.
Norbert kwam weer te voorschijn en wachtte
nog enkele minuten. Hij hoopte nu eens An
dreas, dan weder Lydia te zien verschijnen,
maar er kwam niemand en dit vond hij on
der de gegeven omstandigheden inderdaad
onrustbarend.
Wellicht kon hij nogmaals onopgemerkt
naar boven komen en aldaar onderzoeken,
wat er was gebeurd, dacht hij, toen hij uit
het portier van een rytuig, dat niet ver van
hem verwijderd stond, twee fonkelende oogen
gewaar werd, die met vastheid op hem ge
richt waren.
De markies ontroerde. Hij had Valentin her
kend. Die ontdekking gaf hem opeens zijn
verstand terug.
Indien Norbert naar Andreas ging, hoe kon
hij dan, als er duistere zaken waren gebeurd
en hij daarmede in betrekking scheen te
staan, zijn tegenwoordigheid in dit huis be
hoorlijk verklaren Ware het in dit geval
voor hem niet veel verstandiger, om te ver
dwijnen Wat hij bij mogelijkheid had kun
nen doen om Andreas te redden, had hij ge
daan.
Op dit oogenblik was die jongeman gered
of wel er was een misdaad gepleegd, en in bel
de gevallen was zijn tusschenkomst, minst
genomen, overbodig.
(Wordt vorvolfO