25e JAARGANG
VRIJDAG 19 JANUARI 1934
No. 6
illP NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR
WIERINOBN EN OMSTREKEN
Aspirin zonJei* omzelLelasliii^-voorll
OM HET GOUD.
ZE ZITTEN
mWIERINGER COURANT
VERSCHIJNT ELKEN
DINSDAG en VRIJDAG
ABONNEMENTSPRIJS
per 3 maanden 1.
UITGEVER
CORN. J. BOSKER WIERINGEN.
BUREAU
Hippolytushoef Wieringen
Telef. Intercomxn. No. 19.
ADVERTENTIëN
Van 1 5 regels f 0.50.
Iedere regel meer f 0.10.
's-GRAVENHAGE.
HOLL. MAATSCHAPPIJ VAN LANDBOUW.
Kort verslag der Dagelijksche Bestuurs
vergadering.
Op Donderdag 11 Januari 1934 kwam het
Dagelijksch Bestuur in zijn nieuwe samen
stelling voor het eerst In vergadering bijeen
onder leiding van den nieuwen Voorzitter,
den Heer P. Stapel Czn.
Door den Voorzitter en Vice-Voorzitter wer
den mededeelingen gedaan over het onder
houd, dat dien morgen had plaats gehad met
den Regeerlngscommissaris voor de Tuin-
bouwsteunmaatregelen, den Heer Valstar,
gelijk op de voorgaande Hoofdbestuursverga
dering was afgesproken. Als gevolg van dit
onderhoud en van de daags tevoren versche
nen Perspublicatie van den Regeeringscom-
mlssarls over de beperking van de teelt van
Tuinbouwgewassen op landbouwbedrijven
werd door het Dagelij ksch Bestuur het vol
gende standpunt ingenomen.
In principe kan het Dagelljksch Bestuur
zich wel accoord verklaren met de teeltrege
ling zooals deze in de nieuwe Perspublicatie
is neergelegd, aangezien deze regeling voor
een zeer groot gedeelte tegemoet komt aan de
bezwaren, welke voorheen door den landbouw
tegen de oorspronkelijke regeling waren naar
voren gebracht'.
Gaarne zal gebruik worden gemaakt van
de toezegging van den Regeeringscommissaris
om twee personen, één uit Zuid-Holland en
één uit Noord-Holland te mogen aanwijzen
in de Commissie, welke over de teeltbeperking
zal hebben te oordeelen. Als zoodanig zullen
eventueel genoemd worden voor Zuid-Hol
land de Heer C. Dekker te Barendrecht en
voor Noord-Holland de Heer G. C. van Balen
Blanken te Anna Paulowna. Deze toezegging
van den Reg'eeringscommissaris wordt op
hoogen prijs gesteld, daar het Dagelij ksch
Bestuur van meëning is, dat de nieuwe teelt
regeling nog wel voor verschillende streken
van Noord- en Zuid-Holland bezwaren met
zich zal brengen, welke echter speciaal wan
neer de plaatselijke toestanden goed onder
de oogen worden gezien voor een zeer groot
gedeelte zullen zijn op te heffen. Het Dage-
lijksch Bestuur acht het verder wenschelijk,
dat de Akkerbouwbedrijven, die op vrij groo-
te schaal de teelt van tuinbouwgewassen zul
len moeten beperken en daardoor dus gedu
peerd worden, in de gelegenheid zullen wor
den gesteld de vrijgekomen oppervlakte te
betelen met gesteunde gewassen, waarbij in
het bijzonder gedacht is aan de Suikerbieten
teelt en aan de Tarweteelt. Een overleg over
deze mogelijkheid tusschen den Regeerings
commissaris voor den Tuinbouwsteun en den
zelfden functionnaris voor de tarweteelt en
de suikerbietenteelt, acht het Dagelijksch
Bestuur dan ook zeer gewenscht.
Inmiddels zal het Dagelijksch Bestuur zijn
volle aandacht blijven wijden aan de in te
voeren beperkingsmaatregelen, teneinde zoo
veel mogelijk te voorkomen, dat geen reke
ning zal worden gehouden met den histori-
schen groei der bedrijven als gevolg waarvan
voor vele bedrijven de tuinbouw zoodanig met
het landbouwgedeelte van het bedrijf is sa
mengesmolten, dat deze twee deelen tezamen
een ondeelbaar geheel vormen, waarbij in
een van de deelen niet kan worden ingegre
pen, zonder het geheele bedrijf in ernstig
gevaar te brengen of te gronde te richten.
Eveneens werd besproken het uitblijven
van de bekendmaking van de Teeltregelingen
voor 1934 voornamelijk met betrekking tot de
suikerbietenteelt, aardappelteelt en den prijs
van de tarwe voor oogst 1934.
Het werd ten zeerste betreurd, dat op het
verzoek van de drie Centrale Landbouworga
nisaties van 11 December, tot op heden door
de Regeering geen enkel antwoord is ontvan
gen. Hoewel de Hollandsche Maatschappij
van Landbouw, zoomin als de Centrale Land
bouworganisaties in dien tusschentijd hebben
stil gezeten, meent het Bestuur dat naar
buiten zulks den indruk moet vestigen, dat
de belangrijke kwesties niet meer onder oo
gen worden gezien. Dit is echter niet zoo,
daar na de Algemeene Vergadering van 20
September 1933 door het Hoofdbestuur tele
grafisch aan den Minister is verzocht, zoo
spoedig mogelijk bekend te willen maken,
welke steunregelingen in 1934 voor de ver
schillende gewassen zullen gelden.
Zooals toentertijd werd medegedeeld, ont
ving het Hoofdbestuur het bericht, dat de
teelt van tarwe beperkt zal worden tot één
derde van de oppervlakte, terwijl de teelt van
gerst zou worden vrijgelaten. Voor aardap
pelen waren de besprekingen nog in vollen
gang.
In herinnering werd gebracht, dat naar
aanleiding van de geruchten, dat er onder
handelingen worden gevoerd tusschen de
rietsuikerproducenten van Java en vertegen
woordigers van de Katoennijverheid in Twen
te over eventueelen invoer van suiker in ons
land, als gevolg waarvan de beetwortelcul
tuur in Nederland ernstig gevaar loopt, de
3 Centrale Landbouworganisaties bij het te
legrafisch verzoek van 29 December, den
Minister van Economische Zaken hebben ver
zocht, in deze materie vooral gehoord te mo
gen worden. Bij informatie bleek, dat hierop
ook door de Regeering nog geen antwoord is
gegeven.
Daar inmiddels de tijd, dat het zaaiplan
opgesteld moet worden is gekomen en de
landbouwers niet weten, welke producten zij
voor het komende oogstjaar zullen hebben te
zaaien, wordt besloten in de vergadering van^
het K.N.L.C. nogmaals zeer dringend er op te
wijzen, dat reeds geruimen tijd verloopen is,
die door de Reggering voor eventueele confe
renties gebruikt zou kunnen zijn geworden,
zonder dat het schijnt, dat men tot eenig
resultaat is gekomen.
Het K.N.L.C. zal verzocht worden de Re
geering te vragen op zeer korten termijn be
kend te willen maken, welke gewassen in
1934 voor steun in aanmerking komen, tot
welke oppervlakte de gewassen gesteund zul
len worden, alsmede welke prijzen de Regee
ring zich voorstelt den landbouw te garan
deeren.
De Memorie van Toelichting op de Begroo
ting van het Landbouw-Crisisfonds geeft in
deze geen uitsluitsel.
Wat de steun aan de suikerbietencultuur
betreft, wordt medegedeeld, dat zoowel de
H. M. v. L. bij het K.N.L.C. als het K.N.L.C.
in samenwerking met de beide andere Land
bouworganisaties herhaaldelijk bij de Regee
ring, hebben gewezen op de belangrijkheid
van deze cultuur voor de geheele Nederland-
sche economische samenleving. Zoowel uit
een sociaal-economisch als uit een cultuur
technisch oogpunt, moet de suikerbietencul
tuur in voldoenden omvang op de Nederland-
sche landbouwbedrijven gehandhaafd blijven.
Tot nu toe heeft echter de Regeering nog
geen antwoord op deze uit spraken van de
Centrale Landbouworganisaties gegeven, daar
zij schijnt af te wachten het rapport, dat
door de Commissie zal worden uitgebracht,
welke is aangewezen om de belangen van de
Java-suikerproducenten en van de Textielnij
verheid van Twente aan elkaar te toetsen.
Dit neemt niet weg, dat het Dagelijksch Be
stuur op het standpunt blijft staan, dat een
inkrimping van de suikerbietenteelt tot een
grooter percentage dan in de laatste jaren
heeft plaats gehad, in het belang van den
Nederlandschen Landbouw van de hand moet
worden gewezen, daar op den duur bovenma
tige teelt van granen in akkerbouwbedrijven,
den akkerbouw met den ondergang zal be
dreigen.
Mede naar aanleiding van dit laatste punt,
werd besproken de vraag, door enkele afdee-
lingen naar voren gebracht, inzake het stand
punt van het Hoofdbestuur, t.o.v. de over
schrijving van de overtollige- bieten, welke in
1933 boven de toegewezen garantie waren ge
groeid, naar de eventueel voor 1934 toe te ken
nen garantie. Het Hoofdbestuur staat hierbij
op het standpunt, dat het zeer moeilijk Is uit
te maken, welke suikerbietenteler niet meer
H.A. met bieten heeft uitgezaaid, dan bij
een normalen oogst, volgens de hem toege
wezen garantie geoorloofd zou zijn en welke
suikerbietenteler een bovenmatig aantal H.A.
bieten heeft uitgezaaid. Bovendien Is het niet
gewenscht, om door overschrijving naar oogst
1934 automatisch een beperking van de sui
kerbieten teelt te bevorderen, daar de land
bouwers dan voor dezelfde vraag komen te
staan als bij een doorgevoerde beperking
van de met bieten te betelen oppervlakte van
b.v. 50 tot 60% van wat in de voorafgaande ja
ren als gemiddelde gerekend kan worden,
aangezien dan ook hier geen rekening zal
worden gehouden met de cultuurtechnische
factoren als vruchtwisseling en grondbewer
king.
Wat een eventueele contingenteering van
den invoer van stikstofhoudende meststoffen,
waarover in de vorige Hoofdbestuursvergade
ring ook reeds van gedachten was gewisseld,
betreft, wordt nogmaals opgemerkt, dat men
met een contingenteering, die ongetwijfeld
een prijsverhooging van de stikstof meststof
fen tengevolge moet hebben, niet kan mee
gaan, zoolang de boerenbedrijven niet zelf
hun productiekosten kunnen opbrengen.
Wel dient echter de situatie nader bekeken
te worden, wanneer een eventueele contin
genteering dienstbaar gemaakt zou kunnen
worden aan een mogelijk vergrooten invoer
van veeteelt-, land- of tuinbouwproducten
in het exporteerende stikstofkunstmeststof
fen-land.
Door de Af deeling Houtrijk en Polanen wordt
verzocht te willen bevorderen, dat ook voor
de landbouwbedrijven beschikbaar worden
gesteld kaarten, welke vrijdom van wegenbe
lasting geven voor een tijdvak van 60 dagen,
zooals zij ook beschikbaar worden gesteld
voor den handel, voor het vervoer per as naar
de aanlegplaatsen van booten en naar de ste
den van producten uit het bedrijf.
In dit geval is het autovervoer niet op te
vatten als een concurrentiebedrijf tegenover
de spoorwegen. Besloten werd dit verzoek ter
kennis te brengen van het K.N.L.C. Van de
afdeelingen IJsselmonde, Giessendam, Bode
graven en Wieringerwaard, werden de con
cept-Huishoudelijke Reglementen door het
Dagelijksch Bestuur ingevolge Art. 11 der Wet
op de H M. v. L. goedgekeurd.
Aan het verzoek der kleinlandbouwersver-
eeniging „Ons Aller Belang" op Flakkee, te
willen bevorderen, dat de kleine landbouw
bedrijven dan extra zullen hebben te beper
ken bij de aardappelteelt, meent het Dage
lijksch Bestuur, dat niet voldaan kan wor
den, aangezien het practisch onuitvoerbaar
moet worden geacht.
Bovendien kan er op gewezen worden, dab
de groote landbouwbedrijven ten gevolge van
de teeltbeperking voor tuinbouwgewassen op
akkerbouwbedrijven ook een oppervlakte
zullen overhouden, waarvan momenteel nog
niet is te zeggen, welke gewassen er op ge
teeld zullen kunnen worden.
Aan den Heer E. Dz. Koster te Berkhout
wordt op zijn verzoek eervol ontheffing ver
leend van de opdracht om te fungeeren als
vertegenwoordiger der Hollandsche Maat
schappij van Landbouw in het Bestuur der
Gewestelijke Rundvee Centrale Noord-Hol
land.
Na afhandeling van nog enkele ingekomen
stukken, welke geen aanleiding tot nadere
discussie gaven, werd de vergadering door
den Voorzitter gesloten.
Ondanks de nieuwer om7.
de oranje-band b
en van de oraiBé
M
lastinW blijft de prijs van
2% tabletten 70 cent
abletten 10 cent.
BINNENLANDSCH NIEUWS.
FEUILLETON.
Comery wilde in elk geval zich naar een der
beide oevers spoeden, maar Quinol hield hem
daarvan terug.
Laat hem maar begaan, zei de oudste
gendarme. Den een hebben wij hier, we krij
gen den ander op zijn tijd eveneens Terwijl
ik dezen bewaak, moet door u assistentie wor
den gehaald
De karrevoerder was door de snel op elkaar
gevolgde feiten zoozeer van streek geraakt,
dat hij stond te beven op zijn beenen.
Quinol wendde zich tot Loussard, terwijl hij
hem de tromp van zijn revolver onder den
neus hield.
Ik zal je wel niet behoeven te vertellen,
zei hij koelbloedig, dat ik je bij de minste be
weging, die je maakt om weg te komen, een
kogel door het hoofd jaag Je twijfelt er im
mers niet aan
't Is goed, 't is goed riep daarop de
bandiet, maar ik waarschuw u, dat gij het
eenmaal zwaar te verantwoorden zult heb
ben, als ge mij slecht behandelt.
Welzoo, welzoo Welke vreeselijke din
gen hebt ge dan met mij voor
Ik zal het alles in de krant laten zetten.
Ja, dat zou ik je ook aanraden. Maar
houd nu je praatjes maar voor je, straks aan
het politiebureau kun je zooveel kletsen als
je maar wilt
Andere politiedienaren kwamen nu toe
schieten.
Twee of drie hunner spoedden zich langs
den Seine-rand om naar Bontemps te zoe
ken, één bleef als waker bij het rijtuig, twee
droegen den vermoorden Senechal naar het
bureau.
Er werd gezonden om den commissaris der
politie wijk mijnheer Normand en diens sec
retaris, die beiden in de nabijheid woonden.
Zij verschenen weldra op het bureau. Een
geval als het onderhavige mocht voor hen,
in hun vaak eentonige betrekking, in zeker
opzicht als een soort van buitenkansje be
schouwd worden.
Loussard werd onmiddellijk in verhoor ge
nomen.
Maar de schelm had tijd genoeg gehad, om
een behoorlijk plan van verdediging te bera
men.
Ik weet volstrekt niet, waarom men mij
eigenlijk gearresteerd heeftbegon hij. Ik
ben geheel onkundig van hetgeen er gebeurd
mag zijn Ik reed met het rijtuig, terwijl het
regende, donderde en bliksemde en het over
al zoo donker was, dat men geen hand voor
oogen kon zien. Nu vraag ik het den besten
koetsier, om dan te merken, wat er in zijn
wagen gebeurt, terwijl hij op den bok zit. Ik
wil den heeren precies alles zeggen wat ik
weet. Tegen half acht was ik met het leege
koetsje op de avenue Malakoff, waar geen
sterveling meer te zien was. Het regende,
alsof het water met bakken vol uit den hemel
kwam en zonder dat ik er op verdacht was,
word ik opeens aangeroepen. Daar waren
twee menschen, waarvan de een, een oudach
tig heer, op een bank zat en zwaar beschon
ken scheen. Zij namen mijn rijtuig en ik
moest hen naar Clichy brengen, zooals mij de
andere, die nuchter was, toeschreeuwde. Ik
heb op den heelen rit niets gehoord, geen gil,
geen klacht
Bij Clichy stak de jongste zijn hoofd uit
het portier en riep mij toe
De brug over, ik woon aan den overkant!
en ik ging maar weer kalmpjes verder. Zon
der mij te haasten, totdat die vervloekte kar
met steenkolen tegen mij aan kwam rijden.
Het kon waar zijn, dat de zaak zich inder
daad zoo had toegedragen en in het geheele
verslag was hoegenaamd niets, dat onaan
nemelijk klonk. Maar Loussard had Quinol
met een dolk of een dolkmes te lijf willen
best en krimpen doen ze niet, onze eigenge-
breide KOUSEN, SOKKEN en TRUIEN.
Jaap Snor Zuidstr. 19 Den Helder (Let op
den Gelen Winkel). Ie klas reparatie-inrich
ting voor ALLE soorten wollen kleeding, kou
sen en sokken, (ook de allerfijnste.)
P.S. Vracht voor onze rekening.
gaan Ook in een grootste drift plegen de
koetsiers niet naar een dergelijk wapen te
grijpen in het ergste geval bedienen zij zich
van het achtereind hunner zweep.
Loussard verklaarde, dat hij in zijn kwaad
aardigheid niet meer wist, wat hij deed dat
was de eenige verklaring, welke hij voor de
zaak kon geven. Hij zou dan ook nooit van
zijn leven hebben gestoken, het was maar een
bedreiging geweest en niet meer.
Hiermede eindigde het eerste verhoor.
Loussard werd in de cel van het politie
bureau voorloopig opgesloten en een wacht
werd bij de deur gezet.
De bandiet had zich, gelijk wij weten, Gas-
parin genoemd.
De politiecommissaris Normand zond een
zijner ondergeschikten naar de quai de Billy,
om daar de noodige inlichtingen in te win
nen omtrent den koetsier Gasparin en een
ander naar de prefectuur der politie, om ver
slag van de geheele zaak te doen.
Het lijk van Senechal werd met een laken
bedekt ln een der vertrekken van het com
missariaat neergelegd.
Buiten stond reeds een volksmenigte het
gebouw aan te gapen of onderling het geval
te bespreken, want als de wind had zich het
gerucht van den moord verspreid.
Een geneesheer was geroepen voor de lijk
schouwing. Zijn onderzoek duurde niet lang.
Het lichaam van den doode toonde geen
spoor van een ge voerden strijd, het had al
leen een breede en diepe wond in de borst
aan den kant van het hart, de dood moest
bijna oogenblikkelijk zijn ingetreden.
De commissaris liet volgens de bestaande
bepalingen de kleeding van het slachtoffer
nauwkeurig onderzoeken, doch men zal zich
herinneren, dat Bontemps als een voorzich
tigheidsmaatregel alle papieren, welke tot de
herkenning van Senechal hadden kunnen
leiden, medegenomen had. Alleen werd ge
constateerd, dat het linnengoed met een S.
was gemerkt.
Hierop werd het lijk naar de „Morgue"
overgebracht.
EEN HUMORISTISCH INCIDENT
TE ALKMAAR.
Terwijl Maandagmiddag een groot deel van
Alkmaar's ingezetenen zich aan beide zijden
van den Stationsweg geschaard hadden om
den nieuwen burgemeester feestelijk in te
halen, kwamen er uit de tunnel, waaruit de
langverwachte te voorschijn zou moeten ko
men, twee Rijksveldwachters met een paar
candidaten voor het Huis van Bewaring te
voorschijn.
De boosdoeners grijnsden bij het gezicht
van het feestelijk versierde Stationsplein en
namen blijkbaar hun petten af toen zij het
boven hun hoofden gespannen doek met het
opschrift „Welkom" bemerkten.
De politiemannen zagen er blijkbaar wel
een beetje tegen op met hun arrestanten
door de belangstellende menigte te moeten
marcheeren. Zij huurden dus een open rij
tuigje. De agenten reden achteruit, de beide
gevangenen vooruit.
Zoo ging het door de open gehouden straat
tusschen vlaggen en wimpels en tusschen een
dubbele rij van verraste en hartelijk juichen
de toeschouwers.
De klanten voor het Huis van Bewaring
keken glunder rond, namen de petten af en
bogen correct naar links en rechts.
Dat hun intocht in Alkmaar zoo glorievol
zou zijn, hadden zij nooit durven droomen.
Het was Brigadier Bergsma en Rijksveld
wachter de Jong van Wieringen, die met hun
gevangenen H. H. en F. L. dit avontuur be
leefden.
VOOR „EEN APPEL EN EEN EI."
Winkelier slachtoffer van eigen
sensatic-achtige aankondiging.
In een der hoofdstraten van Gouda Is se
dert eenigen tijd een winkel gevestigd, zooals
er tegenwoordig zoovele zijn reclame-borden,
die den geheelen voorgevel bedekken, eenigs-
zins snorkende opschriften en chronische
uitverkoop. Dezer dagen had de eigenaar van
deze zaak weer eens een extra-reclame ge
maakt zijn mooiste waren had hij uitge
stald en de prijzen waren meer dan sensatio
neel. In zijn overdrijving ging hij zoover, dat
hij een wollen deken in zijn uitstalkast aan
bood „voor een appel en een ei" Ongelukki
gerwijze verzuimde hij den eigenlijken prijs
er bij te vermelden. En dit bracht een een
voudig vrouwtje, dat zin voor humor paarde
aan het vermogen om zich van den domme
te houden, op een idee. Toen zij de etalage
bewonderd had, haastte zij zich naar huis,
om eenige minuten later den verbluften win
kelier een appel en een ei in ruil voor de be
geerde deken aan te bieden. En of de winke
lier al beweerde, dat deze primitieve ruil
geenszins zijn bedoeling was geweest, het
vrouwtje hield voet bij stuk, dreigde zelfs
met politie en advocaten, en het eind van
het lied was, dat de zonderlinge koop geslo
ten werd.
MINISTER OUD VANGT.SMOKKELAARS.
Minister Oud, die de vorige week vele Lim-
burgsche grenskantoren bezocht, passeerde
op den weg van Roosteren ook het dorp. De
auto, waarin de minister zat met den inspec
teur der directe belastingen te Roermond,
stiet op een paar smokkelaars, stopte, en het
gelukte de smokkelaars aan te houden en
aan de politie over te leveren.
BUITENLANDSCH NIEUWS.
Dimitroff blijft gevangen.
„Voor onbepaalden tijd."
Dimitroff's moeder heeft te Berlijn
een bezoek gebracht aan het Rijksmini
sterie van Binnenlandsche Zaken, -
waar zij, met behulp van een tolk, een
onderhoud met den afdeelingschef,
dr. Erher, heeft gehad.
Dr. Erher verklaarde tot zijn leed
wezen te moeten mededeelen, dat het
mogelijk was, dat de Bulgaren, even
als Torgler, voor onbepaalden tijd in
arrest zouden moeten blijven.
Dr. Erber deelde mevrouw Dimi
trofi" mede, dat wanneer Dimitroff in
hechtenis werd gehouden het tijdstip
van zijn invrijheidstelling niet kon
worden vastgesteld en hij adviseerde
haar naar haar land terug te keeren.
Een beslissing zou niet voor het einde
van deze week worden genomen.
Op een vraag naar de redenen, die
men had om Dimitroff en de andere
Bulgaren vast te houden, antwoordde
dr. Erber, dat Dimitroff een gevaarlijk
communist was, die had deelgenomen
aan tal van illegale acties in Duitsch-
land en indien hij werd vrijgelaten
zijn propaganda tegen de nationaal-
socialisten zou voortzetten als hij bui
ten Duitschland was.
Bloedonderzoek vo r bekeurde
motorrijders.
Een Engelsche arts heeft voorgesteld
dat men bloedproeven zou nemen bij
^motorbestuurders, die worden aange
houden omdat zij onder den invloed
van sterken drank verkeeren. Hij ver
klaart, dat één druppel bloed voldoen
de is om de comprimitteerende hoe
veelheid van 0.1 pCt. vast te stellen.
Een storm van verontwaardiging barst
te los van de zijde der Engelsche auto
mobilistenvereenigingen, die oordeelen
dat het percentage alcohol in het
bloed niet bepalend is voor de vaar
digheid om een motorrijtuig te bestu
ren. Wel is men het erover eens, dat
deze controle-maatregel van nut kan
zijn bij de verdediging.
Het duurde niet lang of twee politieman
nen, die bij de Seine waren achtergebleven,
om Bontemps te zoeken, keerden onverrichter
zake terug. Het was dan ook zoo donker, dat
zij geen tien pas ver hadden kunnen zien.
De brug was hoog, de waterstand bijzonder
laag en zoo was het waarschijnlijk, dat, bij
aldien de vluchteling niet tegen een der pij
Iers was gevallen, hij toch den dood op den
bodem der rivier had gevonden, zoo nam
men althans aan en dacht, als het dag ge
worden was, zijn lijk wel te zullen vinden
in de rivier.
De nacht ging verder voorbij zonder ande
re merkwaardigheden.
Het vertrek, waar men Loussard had op
gesloten, was een smalle, duffe cel met niets
anders dan een kleine plompe tafel, een hou
ten brits, en een waterkruik. Het licht ont
ving deze cel door een klein raampje in den
muur, dat op een gang uitkwam, waar slechts
een enkele gaspit brandde. De deur kwam uit
op een binnenplaats, welke door een smalle
gang met de place de la Maire in verbinding
stond.
Om te kunnen ontvluchten, had de gevan
gene eerst het slot moeten openbreken en
dan de ijzeren grendels en de ijzeren bout,
die aan den buitenkant de deur sloten, moe
ten openen. Een hopeloos werk. Nochtans be
proefde Loussard dit. De deur kraakte onder
zijn geweldige inspanning.
De bewaker, die op een stoel bedaard zijn
pijpje bleef zitten rooken, riep lachend uit
Zeg eens, jij daarbinnen, als je niet rus
tig verkiest te blijven, zullen we je in de
ijzers sluiten Houd je dat voor gezegd
Loussard strekte zich nu op de harde brits
uit en bewooog zich niet meer.
Den volgenden morgen nam de commissa
ris hem nogmaals onderhanden, maar kreeg
daardoor niet meer te weten dan bij het eer
ste verhoor.
Van de quay de Billy, waarheen een der
gendarmes een onderzoek had moeten doen,
ontving de commissaris nu ook het bericht.
De naam van den koetsier was daar bekend
en de persoonsbeschrijving stemde overeen
met het signalement, dat men van Loussard
had opgemaakt.
Intusschen waren er te veel omstandighe
den, die het vermoeden wettigden, dat de
koetsier in betrekking stond tot den ont
vluchten passagier, dan dat men hem in
vrijheid had kunnen stellen. Mijnheer Nor
mand zond derhalve den gewaanden koetsier
Gasparin jraar het voorloopig arrestanten
huis van Parijs.
Twee mannen voerden hem met den gevan
genwagen derwaarts.
We zullen hem daar weldra weer aantref
fen.
Bontemps had in de Seine zijn dood niet
gevonden.
Hij was langs een der pijlers naar beneden
gegleden, zich daarbij de handen, de beenen
en zelfs het gelaat bloedig schavend. Hij daal
de nochtans zeer vlug en geraakte, in het
water komend, zoo bedwelmd, dat hij, ook
als een gevolg van de groote hoogte, waarvan
hij was neergekomen, onmiddellijk tot op
den bodem der rivier zonk. Spoedig kwam
hij evenwel weer tot bewustzijn, een paar
krachtige bewegingen met de beenen en hij
geraakte weer aan de oppervlakte, waar hij
tenminste kon ademhalen.
XXVI.
Bontemps was een eerste zwemmer. In het
midden der Seine was zijn toestand geenszins
als hachelijk te beschouwen. Hij had nu al
lereerst te zorgen dat de gendarmes, die voor
zeker naar hem zoeken zouden, geen spoor
van hem ontdekten en daarom dook hij tel
kens en telkens weer en bleef zoo lang moge
lijk onder water.
Zijn krachten eindelijk voelende afnemen,
zwom hij naar den oever, om vasten grond, on
der zijn voeten te krijgen.Na aldaar eenige
minuten te hebben vertoefd, verwijderde hij
zich door het onbewoonde en bijna woeste
terrein, dat hij voor zich vond.
(WorfHi VWVdtfd.)