25e JAARGANG
DINSDAG 27 FEBRUARI 1934
No. 17
NIEUWS- EN ADVERTE
ADVERTENTIEBLAD VOOR
WIERINGEN EN OMSTREKEN
OM HET GOUD.
■WIERINGER COURANT
VERSCHIJNT ELKEN
DINSDAG en VRIJDAG
ABONNEMENTSPRIJS
per 3 maanden 1.—.
UITGEVER:
CORN. J. BOSKER WIERINGEN.
BUREAU
Hippolytushoef Wieringen
Telef. Intercomm. No. 19.
ADVERTENTIëN
Van 1 5 regels f 0.50
Iedere regel meer f 0.10.
DRIEMAANDEL1JKSCH BERICHT
betreffende de ZUIDERZEEWERKEN
Januari 1934
waaruit wij het volgende aanstippen
WIERINGERMEERPOLDER.
Op 7 Augustus 1933 werd aanbesteed de
bouw van 32 boerderijen in de eerste polder-
afdeeling, welke zijn bestemd voor uitgifte
aan particulieren.
Van 25 boerderijen zijn de ijzeren spant-
constructies gesteld, terwijl bij 15 met het
metselwerk is aangevangen. Bij een gedeelte
werd de rieten- en pannen-dakbedekking
ïeeds aangebracht. De aanhoudende vorst in
December veroorzaakte 4 weken vertraging in
de uitvoering der werken.
Met de voorbereiding van den bouw van
een aantal boerderijen in het westelijk deel
van den polder is aangevangen.
Regelmatig wordt studie gemaakt van den
boerderij enbouw in het oude land, speciaal
in Zuid- en Noord-Holland, Friesland en
Groningen. Ondanks de veelal ongunstige
factoren, waaronder in de Wieringermeer is
en nog wordt gebouwd, bleek de boerderijen-
bouw aldaar in verhouding niet duurder dan
elders uit te komen.
Algemeen Bestuur Sociale maatregelen.
Plaatsing landarbeidersgezinnen.
Gedurende het tweede halfjaar 1933 werd
slechts een viertal landarbeidersgezinnen in
Friesland bezocht. Geplaatst werden in deze
periode 39 gezinnen.
Onderstaand volgt een totaal overzicht
naar de provincie van herkomst der landar
beidersgezinnen, die op 1 Januari 1934 in den
polder gevestigd waren
Groningen. 35
Friesland 31
Drenthe 12
Overijssel 5
Gelderland 7
Noordholland 21
Zuidholland 10
Zeeland 33
Noordbrabant 23
Totaal 177
Ontspanning kamparbeiders.
Ook in het afgeloopen halfjaar werden pe
riodiek in het kamp van ongehuwde arbeiders
te Wieringerwerf ontspanningsavonden geor
ganiseerd vanwege de daartoe samengestelde
commissie uit de Centrale Drankweerorgani-
Volksgezondheid. a. Cursussen.
Vanwege de afdeeling „Wieringermeer" van
het Witte Kruis werd een moedercursus geor
ganiseerd door de „Vereeniging van Boer
innen en andere Plattelandsvrouwen" werd
een cursus in verbandleer en gezinsverpleging
gehouden. Voor beide bestond goede belang
stelling.
b. Malariabestrijding.
De commissie, ingesteld door de „Vereeni
ging malariabestrijding door de bevolking in
Noordholland" verstrekte over het tweede
halfjaar 1933 enkele gegevens, waaraan het
volgende is ontleend
In het tweede halfjaar van 1933 werd de
malariabestrijding met kracht doorgevoerd.
De ter beschikking gestelde Shelltox en spui
ten waren verkrijgbaar te Slootdorp aan het
gebouw voor maatschappelijk werk en te
Middenmeer aan het dorpshuis. Eind Augus
tus 1933 werden 2 gevallen van malaria ge
constateerd, waarvan het eerste geval bij
nader epidemiologisch onderzoek geïnfecteerd
bleek te zijn tijdens een bezoek aan Fries
land. Onmiddellijk werd door de Commissie
voor de volksgezondheid een circulaire aan
de bevolking gericht met een oproep tot me
dewerking bij de bestrijding, welke bestond
in het verdelgen van muggen in de eigen
woning en een gunstig gevolg heeft gehad
het aantal malariagevallen is tot beide ge
noemde gevallen beperkt gebleven. Op 1 Sep
tember 1933 werd in de malariafilm te Sloot-
dorp, op 5 September d.a.v. te Middenmeer
vertoond, waar Dr. J. J. Th. Doyer, Inspec-
FEUILLETON.
Het was een heerlijke zomernacht en hel
der scheen de maan.
Wie ook verder de „Morgue" mocht voorbij
gaan, niemand zou op het vermoeden zijn
gekomen, dat daarbinnen zonderlinge dingen
gebeurden.
De wagen met zijn last was op het binnen
plein aangekomen.
De waker van de „Morgue" was de kar ge
naderd en kreeg nu ook de twee politiediena
ren uit de voorstad in het oog.
Dat is vreemd, zei hij, doch nog zonder
eenigen argwaan, ik ken je geen van beiden
Zeker nog niet lang in functie in Saint-Denis?
Neen, antwoordde een der agenten, pas
een dag of acht
Juistdat moet wel zoo zijn, maar wie
waren dan je voorgangers
Op die vraag gaf men geen antwoord.
Nu speelde er zich een tooneel af, zoo vlug,
dat men het nauwelijks in een gelijke tijd
ruimte zou kunnen vertellen.
De koetsier pakte den waker van achteren
beet en zijn handen klemden zich zoo vast
om diens keel, dat de man zonder een hoor
baren kreet te uiten voor dood ineenzonk.
De beide politiedienaren wierpen zich op
den neergevallene, knevelden hem aan armen
en beenen en staken hem een prop in den
mond, om elk geluid, dat hij zou willen ma
ken, te verstikken. Toen hij daar zoo neerlag,
niet in staat om zich te verroeren of een
kreet te uiten, trokken zij hem naar een hoek
van het binnenplein, zonder zich verder om
hem te bekommeren.
Uit den wagen kroop nu een man, hij, die
voor een doode had gespeeld, wiens gelaat
hier en daar ontveld was en bloedige strie-
teur der volksgezondheid en voorzitter der
„Commissie voor malariabestrijding door de
bevolking in Noordholland" voor een aandach
tig gehoor de film toelichtte.
Bij de geregeld ondernomen inspecties van
woningen en woongelegenheden werd met
voldoening geconstateerd, dat op meer doel
matige wijze dan tevoren werd gebruik ge
maakt van de aangebracht gaasbescherming.
Een bezwaar blijft bestaan door het onbe
schermd laten der W.C.-raampjes. Nog kan
worden opgemerkt, dat de bestrijding door
het spuiten van Shelltox zeer populair is ge
worden in den polder. Er zal het volgend
werkjaar naar gestreefd worden de aanschaf
fing der spuitmiddelen zooveel mogelijk te
doen geschieden door de gebruikers. De goe
de samenwerking met den Wieringermeerarts
heeft bevorderd, dat de eerste malariaver
schijnselen terstond zijn onderkend. Het is
geboden, dat ook de volgende jaren de noodi-
ge waakzaamheid wordt betrachtdaarbij
kan worden voortgebouwd op de in deze eer
ste jaren gelegde grondslagen voor de bestrij
ding der malaria door de bevolking.
Bevolking. In totaal had de polder op 1 Ja
nuari 1934 1800 inwoners.
Lager Onderwijs. Op 16 December 1933 wa
ren te Slootdorp 135, te Middenmeer 152
schoolgaande kinderen. Aangezien het ge
middeld aantal leerlingen over 1933 voor bei
de scholen 133 bedroeg, kunnen de vier leer
krachten voor 1934 gehandhaafd blijven.
Landbouwcursussen. Te Slootdorp en Mid
denmeer is een algemeene landbouwcursus
georganiseerd door de Dorpscommissie de
gebruikelijke subsidie werd aangevraagd en
verkregen. De cursussen, waarvoor voldoende
deelneming bestaat, worden geleid door de
plaatselijke hoofden der scholen, die hiertoe
beiden de bevoegdheid hebben.
Cursus bemestingsleer.
Voor de bedrijfsleiders en andere belang
stellenden is, eveneens door de Dorpscom
missie, een cursus in bemestingsleer georga
niseerd, welke door het hoofd der school te
Middenmeer wordt gegeven. In vervolg op de
zen cursus zullen enkele lezingen worden ge
houden. De cursus telt een zestigtal belang
stellenden.
Algemeene ontwikkelingsavonden. Gedu
rende den winter 1933/34 worden vanwege de
Dorpscommissie een aantal lezingen gehou
den, waartoe een twaalftal ingezetenen zich
bereid verklaarden. De causerieën worden
gehouden over onderwerpen van algemeenen
of technischen aardhet gehoor wordt in de
gelegenheid gesteld zelf onderwerpen aan te
geven, welke men gaarne eens behandeld
zoude zien. Voor zoover kan worden nagegaan
bestaat voor deze avonden veel belangstelling-,
welke echter voor de verafwonenden zeer
door de weersomstandigheden wordt beïnvloed
Uit de inkomsten (f 0.10 per persoon) kunnen
de onkosten, waaronder een abonnement voor
lichtbeelden, worden bestreden.
BINNENLANDSCH NIEUWS.
Verboden Sweepstake-loten.
Op last der Justitie in beslag:
genomen.
Naar „de Nieuwsbron" meldt wor
den op last der Justitie op alle eendin-
gen gericht tot de Hospital Trust te
Dublin (Ierland), die de bekende, hier
te lande verboden sweepstake-loten
uitgeeft, bij de posterijen beslag ge
legd.
De sweepstake-loten zijn zooals men
weet, hier te lande verboden. Derhal
ve heeft de Justitie het recht een brief,
gericht aan de Hospital Trust te Du
blin in beslag; te nemen. Dit is geen
schending van het briefgeheim.
Art. 8bis van de Loterij-wet bepaalt
n.1., dat de opsporingsambtenaren te
allen tijde bevoegd zijn o.m. in beslag
te nemen al hetgeen redelijkerwijs ver
moed kan worden bestemd te zijn ge
weest of gediend te hebben tot het ple-
van een overtreding dezer wet.
Dat beteekent dus dat voor een in
beslagname een redelijk vermoeden
voldoende is.
Zendingen daarentegen naar Du
blin gericht aan het adres van parii-
culiere personen, die wellicht agenten
zijn der onderneming, zijn niet in be
slag genomen.
De bedoeling der Justitie is met
kiacht den handel in sweepstake-lo
ten hier te lande tegen te gaan, om al
dus te voorkomen dat honderdduizen
den guldens onnoodig het land ver
laten.
Guus Weitzel naar Zwitserland
Voor herstel van gezondheid.
De heer Guus Weitzel, omroeper
van de A.V.R.O., die reeds eenigen
tijd wegens ziekte geen dienst heeft
kunnen doen, zal op 1 Maart a.s. voor
den tijd van een half jaar voor her
stel van gezondheid naar Zwitserland
vertrekken.
In Den Haag 18 millioen verzwegen.
Nog, steeds loopt de termijn, waarin
men nog straffeloos „vergeten" of te
weinig betaalde belasting kan vol
doen. In de residentie hebben zich tot
nu toe volgens de „Tel." een kleine
zeven honderd zondaars aangemeld,
585 gevallen zijn daarvan behandeld,
ruim 100 moeten nog aan de beurt ko
men. Die 585 gevallen met een totaal
inkomen van f 1.250.000 hebben geza
menlijk een vermogen van 18 millioen
gulden verzwegen, waarvan zij thans
nog belasting moeten betalen.
Onjuiste Belasting-Aangiften.
Herstel tot 1 Mei mogelijk.
De Minister van Financiën verzoekt
ons te willen mededeelen, dat de ter
mijn, gedurende welken gelegenheid
bestaat om onjuiste belasting-aangif
ten straffeloos te verbeteren, wordt
verlengd tot 1 Mei 1934.
Na dien datum zullen bij het ont
dekken van verzwegen bedragen, de
bepalingen der wet in haar volle streng
heid worden toegepast.
Een wenk aan Automobilisten.
Bij de bewaakte spoorweg-overgan
gen komen veelvuldig verkeersonge
vallen voor. Volgens een mededeeling
van den Minister van Waterstaat in
de Tweede Kamer was dit aantal in
een jaar tijds niet minder dan 376.
Aangezien onlangs een noodlottig
ongeval is geschied, dat wederom het
gevolg was van 't al of niet voldoende
opvolgen van de voorschriften betref
fende het verbod tot het voeren van
verblindende verlichting, geven de
A.N.W.B. en de K.N.A.C. den wegge
bruikers ten sterkste in overweging,
zoowel in hun eigen belang als in dat
van de algemeene verkeersveiligheid
bij de nadering van of het stilstaan
voor de afsluitboomen van spoorweg
overgangen terdege rekening te hou
den met het bepaalde in artikel 19
van het motor- en rijwiel-reglement,
men vertoonde. Dat was Bontemps.
In den voerman zal menig lezer aan de
kracht en de koelbloedigheid waarmee hij te
werk ging, reeds Rouquin zelf hebben her
kend. De twee gewaande politie-mannen wa
ren Laguyane en Papillon, welke laatste, zoo
als men zich herinneren zal, op Bois-Tordu
een der bewakers van vader Bertara was ge
weest.
Rouquin had deze onderneming persoonlijk
willen leiden, omdat, naar hij meende, het
welslagen ervan een waarborg werd voor zijn
veiligheid en zijn leven. Door een der ambte
naren van de politie-prefectuur, die hem
voor goed geld veel goede diensten bewees,
het was dezelfde, die hem aan het autogra-
fisch afschrift van Gabrielle's brief had ge
holpen, had Rouquin een wettig bevelschrift
met stempel en al tot opneming in de „Mor
gue" bekomen.
Na den waker onschadelijk te hebben ge
maakt, drongen twee der booswichten, Bon
temps en Lagyane, het hoofdgebouw binnen,
Rouquin en Papillon bleven bij den wagen.
Je zult hem natuurlijk wel herkennen
vroeg Laguyane.
- Natuurlijk, antwoordde de bandiet, het
is immers een lijk van eigen maaksel
Met de lantaarn van den waker kwamen
zij van het binnenplein in het eerste lokaal.
Zij zagen overal rond.
- Hier is niets, zei Laguyane.
- Van dit vertrek komen wij bij de „ten
toonstellingsplaats", als ik mij niet vergis,
verklaarde Bontemps.
Laguyane ging met de lantaarn het andere
sombere lokaal binnen. Ze behoefden zich
niet ongerust te maken van buiten gezien te
kunnen worden, want overal waren de lui
ken zorgvuldig gesloten.
Er lagen bij de vensters drie dooden, drie
mannen.
Laguyane wendde het hoofd om.
Welke is het vroeg hij.
Bontemps antwoordde niet. Hij zag doods
bleek en hield het gelaat met een paar oogen,
die uit hun kassen schenen te zullen sprin-
■n.1. dat een motorrijtuig, dat zich op
een weg bevindt tusschen een half
uur na zonsopgang en een half uur
vóór zonsopgang, geen verblindende
verlichting mag voeren, voor zoover
de weg is gelegen binnen een bebouw
de kom eener gemeente, wanneer het
rijtuig een ander motorrijtuig, een rij
wiel, een ander rij- of voertuig, of een
rij- of trekdier of vee tegenkomt van
het oogenblik af, dat het op 100 M. ge
naderd is, tot het oogenblik waarop
een ontmoeting is geschied.
Nieuwe mogelijkheid voor
IJselmeervisschers.
Kan botvangst herleven
Wij lezen in het „Hbld."
De Andijker visscher C. de Vries
heeft enkele jaren geleden een partij;
jonge bot uitgezet in den zoogenaam-
den put bij den proefpolder, dus in
zoet water. Later, toen deze bot vol
wassen was geworden, werden daar
alleen groote botten gevangen. Jonge
exemplaren werden niet aangetroffen,
evenmin als tegenwoordige in 't IJsel
meer.
Zooals men weet plant de bot zich
wel in de Noordzee voort en in het.
voorjaar -- vooral in Mei trekken de
jonge vischjes als van ouds door de
zeegaten binnen, maar zij worden
thans bij uhn tocht naar de vroegere
Zuiderzee door den afsluitdijk gestuit.
Deze mededeeling berust op de erva
ringen, die visschers in het voorjaar
van 1933 buiten den afsluitdijk heb
ben opgedaan. Men ving daar verle
den jaar flinke hoeveelheden jonge
bot, die natuurlijk weer zoo spoedig
mogelijk aan de zee (buiten den dijk)
werd teruggegeven. Indien nu dit voor
jaar en wel voornamelijk in Mei, een
flinke Zuiderzee-botter met een drie-
of viertal werklooze visschers werd
bemand en dit vaartuig voer dagelijks
langs de kamers der haring- en ansjo-
visvisschers, dan konden deze zeker
groote massa's jonge bot overnemen
om die; dan binnen den afsluitdijk
weer te laten zwemmen.
Wellicht zou hier een taak voor onze
regeering gelegen zijn, om de door de
af sluit ingswerken buiten emplooi ge
komen zuiderzeevisschers weer aan
de verdienste te brengen.
Gevangene ontsnapt.
Uit een trein Arnhem-Utrecht.
Bij Zuilen weer gegrepen.
Zaterdagmiddag heeft, naar het
,Utr. Dgbl." meldt, een gevangene,
die op transport was onder de hoede
van twee Rijksveldwachters, kans ge
zien om uit den trein, waarmee hiji
van Arnhem naar Utrecht reisde, te
ontsnappen. Ter hoogte van Bunnik
zeide de arrestant, dat hij even naar
de W.C. wilde, wat werd toegestaan.
Een van de veldwachters ging met den
man mee en posteerde zich voor de
deur van de W.C., terwijl de man naar
binnen ging. Het duurde geruimen tijd,
voor de arrestant terugkeerde, en toen
begon de politieman argwaan te krij
gen. Met behulp van een sleutel, die
in het bezit is van het treinpersoneel,
werd de W.C. geopend en toen bleek de
gevangene gevlogen. Vermoedelijk is
gen, straks gevestigd op het lichaam van
den doode, die daar op een steenen plaat lag
en wiens glazigen oogen hem op een vreese-
lijke wijze schenen aan te staren. Bontemps
beefde over al zijn ledenzijn tanden klap
perden en zijn knieën knikten.
Wat'drommel, riep Laquyane, zeg dan
toch, of het deze is, dien we hebben moeten
Ik kan niet, ik kan niet, stamelde de
moordenaar.
Bontemps wilde wegloopen, maar hij zonk
zonder nog een voet te hebben verzet, spra
keloos neer, terwijl hij onafgewend het oog
op zijn slachtoffer gevestigd hield. Dit was
de algemeen bekende en toch zoc zonderlinge
aantrekkingskracht, die de doode op zijn
moordenaar uitoefent.
Die gewetenlooze schurk had voor levenden
geen vrees. Zijn hand omklemde het moor
dend staal zonder siddering maar het weer-
looze lijk, dat daar lag, werkte als verlam
mend op hem, vervulde hem met angst en
afgrijzen.
Komaan, wees geen kind riep Laguy
ane, pak op
Ik kan niet. Hij ziet mij zoo akelig aan
kwam er van Bontemps bevende lippen.
Nu, dan kan ik het wel, bromde de reus.
Dat beduidt niets.
Maar hij wenkte toch ook den binnenko
menden Papillon, die niet begreep waarom
zijn makkers zoolang wegbleven, om naderbij
te treden en hem behulpzaam te zijn.
Met hun beiden hieven zij Senechal's lijk
op en droegen het in de met een zeildoek over
dekte .kar.
Dadelijk daarop verliet Rouquin met de
drie andere booswichten, met den wagen en
met het lijk van Senechal, het sombere ge
bouw.
Op de binnenplaats bleef de ongelukkige
v/aker van de „Morgue" achter, niet in staat
om eenige beweging te maken of een hoor
baren kreet te uiten, met zijn hoofd tegen
den muur gedrukt, met opgezwollen banden
en voeten, tengevolge van het stijve binden,
dat men had gedaan.
Hij had wel het een en ander van hetgeen
er om hem heen gebeurd was gezien, maar
gelijk men dat in een akeligen benauwden
droom pleegt te zien, zonder er zich behoor
lijk rekenschap van te kunnen geven.
Thans waren de als politie-dienaren ver-
kleede mannen, Laguyane en Papillon niet
meer noodig ja, hun bijzijn kon zelfs gevaar
lijk worden. Daarom verwijderen zij zich van
den wagen, waarop alleen Rouquin en Bon
temps achterbleven.
Rouquin voerde den wagen voortdurend
langs den linkeroever der Seine.
Eindelijk bereikte men een bootje, dat aan
de kade lag vastgesnoerd. Niemand bevond
zich daarop. Het kleine vaartuig behoorde
aan Rouquin.
De wagen werd tot stilstaan gebracht en
Bontemps, die nu ruimschoots den tijd gehad
had, om zijn „aandoening" te overwinnen,
sprong van den bok en onderzocht het terrein
om te zien of alles wel veilig was. Hij keerde
spoedig terug, hij had geen patrouille ge
hoord, geen enkelen nachtelijken wandelaar
gezien, alles was en bleef rustig.
De beide mannen grepen nu het lijk, dat
in een voor dat doel medegebracht laken was
gewikkeld en tilden het in de boot.
Rouquin ging er in zitten en greep de rie
men, terwijl Bontemps naar de ledige kar te
rugkeerde.
Terwijl deze, door Bontemps bestuurd, ver
der langs de kade doorreed, verdween het
bootje, dat door de krachtige riemslagen van
Rouquin pijlsnel het water doorkliefde met
het lijk van Senechal, dat nog door niemand
was herkend.
Een uur later kwamen de twee gendarmes,
die er bij waren geweest, toen Rouquin met
zijn vracht voor de „Morgue" op het openen
van het groote hek stond te wachten, weer
over dezelfde brug. Hun ronde liep ten einde
en ze mochten naar hun politiepost terugkee-
ren, maar het weer .was zoo heerlijk, dat zij
daarbij niet de minste haast maakten. Zij
bleven zelfs op de brug een poosje bij het
verfrisschende water staan, waarin zich het
hij uit het raampje van de W.C. gekro
pen en heeft hij gebruik gemaakt van
een oogenblik, dat de trein wat langza
mer reed, o,m eraf te springen, zonder
dat iemand het bemerkte. Na aan
komst van den trein te Utrecht heb
ben de veldwachters zich onmiddellijk
met de Centrale Recherche in verbin
ding gesteld te Utrecht, die samen
met hen de wederopsporing van den
vluchteling ter hand namen.
De vluchteling heeft kans gezien,
om van de spoorbaan Bunnik Utrecht
te bereiken en was blijkbaar voorne
mens zijn heil te zoeken in Amster
dam, in verband met welk plan hij
den Amsterdamsche straatweg was op
gegaan. Zooals velen tegenwoordig
plegen te doen, hij riep op den Amster
damsche straatweg een hem passeg-
rende auto aan, aan den bestuurder
vragende of hij mee mocht rijden, 4e
richting van Amsterdam uit.
De chauffeur heeft dit goedgevon
den, maar kort nadat de auto zich
weer in beweging had gesteld werd de
wagen aangehouden door Rijks politie
De chauffeur van de auto ontkende,
dat hij juist tevoren een passagier had
opgenomen, maar toen de politie-be-
ambten de auto openden, vonden zij
den vluchteling wel degelijk achterin
gezeten.
Deze deed nog even een poging om
er opnieuw van door te gaan, maar de
Rijksveldwachters hadden hem gauw-
stevig te pakken en brachten hem di
rect over naar Utrecht, waar hij werd
opgesloten in het Huis van Bewaring.
De auto waarin hij werd aangehou
den, was inmiddels doorgereden in de
richting Maarssen men had te veel
bemoeienis met den vluchteling, om
ook nog aandacht te schenken aan den
autobestuurder. Men had den arres
tant weer in handen en dat was na
tuurlijk het voornaamste.
BUITENLANDSCH NIEUWS.
De schipbreukelingen van de
„Tsjeljoeskin".
Ofschoon er allerlei voorbereidingen
worden getroffen om de ruim hon
derd personen (onder wie 7 vrouwen,
2 kinderen en een kindje van vier
maanden) der bemanning van de
Tsjeljoeskin", die een kamp heeft op
geslagen op de ijsvlakte van de Pool-
zee bij N.O. Siberië, te hulp te komen,
is er nog niets bereikt. De comman
dant der expeditie professor Schmidt
is voortdurend in contact met draad-
looze stations en uit de berichten
blijkt, dat men den moed nog, niet
heeft verloren al wordt het ge
vaar steeds grooter.
Het stoomschip „Smolensk" is
zoo aan het voornemen gevolg is ge
geven den 20sten met drie vliegtui
gen vertrokken van Wladiwostok,
met bestemming naar Providence-
baai. De „Stalingrad" tracht van Petro
pavlovsk (Kam'sjratka) af het noorde
lijk deel van Bering-zee te bereiken.
Het schip heeft twee vliegtuigen aan
boord. Sleden met honden moesten
tengevolge van het drijvend pakijs de
pogingen om bij de schipbreukelingen
licht der volle maan zoo prachtig weer spie
gelde.
Plotseling drong een eigenaardig geluid tot
hen door. Het klonk als een doodssnik en
moest bepaald uit de „Morgue" afkomstig zijn.
Hoor je dat? vroeg de een aan den
ander.
Ja was het antwoord.
Zij luisterden met gespamien aandacht en
waarlijk zij hoorden weer iets.
Dat komt uit de „Morgue", dat is zeker!
Ja, daaraan valt zelfs niet te twijfelen.
Zij liepen op het doodenhuis toe. De gewo
ne deur was gesloten, het venster van de
oppasserswoning eveneens. Van binnen was
alles donker, want alvorens heen te gaan,
had Laguyane het licht uitgedaan.
Toen zij evenwel langs het ijzeren hek kwa
men, om van daar op het binnenplein te
zien, bemerkten zij, dat het eenvoudig toege
haald, maar niet als gewoonlijk op slot was.
Zij traden binnen.
Eerst bespeurden zij niets verdachts, doch
een nieuw steunen vestigde hun aandacht op
een donkeren hoek der binnenplaats, waar
zij zich heen spoedden, om te stuiten op een
man, die aan handen en voeten gebonden,
met een prop in den mond, daar was neer
gesmeten.
De bewaker werd van zijn prop en zijn boei
en bevrijd en toen hij zich weer bewegen en
spreken kon, vertelde hij wat er volgens zijn
meening moest gebeurd zijn.
De diefstal van het lijk had omstreeks mid
dernacht plaats gevonden en op dit oogenblik
sloeg het reeds twee uur op den kerktoren
van Notre-Dame. Het was derhalve nutteloos,
om nu nog de kar te willen opsporen. De boos
doeners hadden twee uur den tijd gehad om
zich met hun prooi uit de voeten te maken.
Er werd aan alle politiebureaux van het ge
beurde bericht gezonden, doch dat was,, gelijk
men ook wel van te voren wist, vruchtelooze
moeite.
Parijs ontwaakte, de dag brak aan, de zon
verhief zich stralend in volle zomerpracht.
(Wordt vervolgd.)