III
25e JAARGANG
VRIJDAG 6 APRIL 1934.
No. 28
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR
WIERINGEN EN OMSTREKEN
OM HET GOUD.
WIERINGER COURANT
VERSCHIJNT ELKEN
DINSDAG en VRIJDAG
ABONNEMENTSPRIJS
per 3 maanden f 1.
BUREAU
ADVERTENTIëN
UITGEVER
Hippolytushoef Wieringen
Van 1 5 regels
f 0.50
CORN. J. BOSKER WIERINGEN.
Telef. Intercomm. No. 19.
Iedere regel meer
f 0.10.
BINNENLANDSCH NIEUWS.
WILD-WEST AVONTUUR TE OSS.
Journalist maakt kennis met
„de familie."
Het stadje Oss doet de laatste jaren wel
van zich spreken. Het buitengewoon groote
aantal branden en misdrijven heeft het een
bedenkelijke vermaardheid bezorgd, en de
reporters van dag- en weekbladen zwermen
er de laatste weken heen, teneinde te trach
ten in de geheimen van „de familie" of het
milieu", waarmede men de groep der bevol
king, wier criminaliteit welhaast legendarisch
is geworden, aanduidt, door te dringen. In
hun gewonen doen zijn deze lieden tamelijk
tam, misschien een weinig brani-achtig, maar
zeker niet gevaarlijk. Dat wordt ietwat an
ders, indien zij op een Zaterdagavond bij el
kaar zijn in een van hun kroegen en rijkelijk
aan god Bacchus geofferd hebben. Dan ko
men zij in hun „sfeer" en dan is het goed op
een afstand te blijven. Maar de journalist, die
speurt naar kopy, kan er van verzekerd we
zen dan te vinden wat hij zoekt.
De vertegenwoordiger van een weekblad
(Het Leven) was een dag of tien geleden naar
Oss gegaan. Hij zwierf er rond, vergezeld van
een fotograaf, en had het terrein van zijn
operaties gekozen in de omgeving van den
Berghemscheweg, waar hij al spoedig had uit
gevonden, dat in het café van Van der Wie
len, bijgenaamd „De Berghemsche Boer", zich
in de klandizie van „de familie" mocht ver
heugen. De journalist wenschte geen half
werk te doen en trok avond aan avond naar
het café, waar hij met de bezoekers een praat
je maakte, met hen ging kaarten en intus-
schen hun doen en laten nauwkeurig gade
sloeg. Zijn metgezel, de fotograaf, zette zich
in een hoekje, gewapend met een filmcamera
en legde de meest sprekende oogenblikken op
de gevoelige plaat vast. Hij ging daarbij om
zichtig te werk, maar het alziend oog van
den kastelein kreeg hem in de gaten. Deze
waarschuwde de „zware jongens", die overi
gens de journalistieke belangstelling niet
onaardig vinden. Maar dit ging hun toch al
te ver, zoodat het Zaterdagavond tot een
uitbarsting kwam.
De reporter zat rustig te kaarten, er wer
den biertjes gedronken, er werden moppen
getapt en de fotograaf filmde. Toen stond
plotseling een der aanwezigen op, stevende
naar den fotograaf toe en voor dat deze wist
wat er gebeurde, was hem zijn camera af
handig gemaakt, mitsgaders al zijn materi
aal. De cameraman protesteerde, de journa
list kwam zijn makker te hulp. en het geluk
te hem het toestel terug te krijgen De opna
men wenschte men evenwel niet terug te
geven, en daarover ontstond een woordewis
seling, waarin zich steeds meer personen
mengden. Toen ging plotseling het licht uit,
er werden klappen uitgedeeld en toen be
leefde de reporter de sensatie dat „de fami
lie" in actie kwam. Er werd met messen ge
worpen en in het volslagen duister werd een
stevig robbertje gevocnten. Het gevolg was,
dat de journalist, toen hij zich uit het vech
tende kluwen bevrijd had, onmiddellijk ge
neeskundige hulp moest gaan inroepen, ten
einde een diepe steekwonde in zijn hoofd te
laten verbinden. De fotograaf kwam er met
een paar flinke opstoppers af.
Gemeentepolitie en marechaussee waren
spoedig van het gebeurde op de hoogte en
kwamen eens bij den gewonden schrijver in-
formeeren, wat er eigenlijk gebeurd was. Deze
bleek niet bereid hun de primeur van het re
laas te schenken, en nam een hardnekkig
stilzwijgen in acht, hetgeen hem door „de
familie" zeker niet verbeterd zou worden. Een
oogenblik heeft de man er over gedacht de
kennismaking met het illustre gezelschap,
ondanks zijn onaangenaam avontuur, voort
te zetten, maar Zondagavond was hij blijk
baar tot het inzicht gekomen, dat het beter
was te verdwijnen en hij ging met den trein
uit Oss, vele ervaringen in zijn journalistieke
loopbaan rijker
FEUILLETON.
RUZIE MET MES BESLECHT.
Zaterdagnacht is in een café in de Gelgin-
genstraat te Groningen ruzie ontstaan tus-
schen een 47-jarigen koopman en een 37-ja
rigen vleeschdrager. De eerste kreeg zulk een
slag op het gelaat, dat hij op het politiebu
reau moest worden verbonden. Van daar
begaf hij zich onmiddellijk weer naar de Gel-
gingenstraat en wachtte den vleeschdrager
op. Toen deze op straat kwam, bracht hij
hem met een mes een steek in den hals toe,
vlak bij den slagader. De getroffene moest nu
op het politiebureau worden verbonden.
De koopman zal wegens poging tot moord
vervolgd worden.
VIJFDUIZEND ;TON TARWB NAAR
ENGELAND.
Er zijn 5000 ton Nederlandsche tarwe naar
Engeland vervoerd. Hoewel deze tarwe beter
is dan de Duitsche die eveneens daarheen ver
scheept wordt moet zij daarmee in prijs con-
curreeren. De prijs komt ongeveer op f 2.65.
Van bevoegde zijde meldt men dat het niet
waarschijnlijk is dat Nederland nog veel tar
we op de vrije markt zal brengen.
Indien echter af en toe tarwe op de vrije bin-
nenlandsche markt wordt geplaatst is het
mogelijk dat daarvan een deel naar Engeland
gaat. Indien de meelfabrieken deze tarwe niet
kunnen plaatsen blijft alleen bestemming
voor veevoer over en daarvoor heeft tarwe te
veel concurrenten in andere granen. De En-
gelsche graanhandel en meelindustrie hebben
een opmerkelijk opnemingsvermogen. Engeland
kan alle tarwe gebruiken mits zij maar goed
koop is. De Engelsche meelindustrie koopt
niet meer op voorraad voor langen termijn.
Zij heeft zich heelemaal ingesteld op het op
pikken van tarwe die onverkocht verladen is
of die zich in handen bevindt van regeerings
lichamen of derzelve verkoopsagenturen, die
hun voorraden moeten liquideeren. Deze ver
koopstactiek is een belemmering voor prijs
herstel, maar zij is een voordeel voor den koo
per, die niet op voorraad behoeft te koopen
en dagelijks hier en daar een restant of een
onverkochte partij kan opdoen, die de verkoo
per graag van de hand doet omdat hij opslag
kosten moet betalen als hij ze aanhoudt.
BENAUWD HALF-UURTJE.
Drie kwartier in een liftkooi.
Brandweer bracht uitkomst.
In een flatgebouw aan de Euterpestraat te
Amsterdam hebben mr. R. J. Schmidt, zijn
echtgenoote en moeder Dinsdagmiddag onge
veer drie kwartier gevangen gezeten in een
liftkooi. De motor van de lift was blijkbaar
defect geraakt, toen de kooi naar beneden
ging. Het gevolg was, dat de kooi doorschoot
en tot onder de gelijkstraat gelegen deur
doorzakte. De deur kon echter niet meer
worden geopend, terwijl ook de schachtdeur
niet meer open wilde. Er bleef voor het drie
tal niets anders over dan zich in het onver
mijdelijke te schikken en van tijd tot tijd
luidkeels om hulp te roepen. Na ongeveer een
half uur werden de opgeslotenen opgemerkt,
waarna onmiddellijk de hulp van de brand
weer werd ingeroepen. Na het stukzagen van
de deur kondden de drie gevangenen uit hun
benarde positie worden bevrijd.
PAST OP UW BANDEN.
Diefstallen van reservewielen.
Den laatsten tijd is er in Amsterdam weer
een hausse van diefstallen van reserve-auto
banden. Zoo zijn er gedurende de Paaschda-
gen alleen in West weer vier van personen
auto's gestolen. Er schijnt een groep lieden
te zijn, die zich op dezen tak van roof sport
toelegt. Men zij derhalve gewaarschuwd en
verankere zijn reserve-banden zoo goed mo
gelijk.!
AUTO BIJ HAARLEM TE WATER.
Alle inzittenden gered.
Maandagavond ongeveer zes uur is een au
to met vier personen bij Haarlem in de Leid-
sche vaart terechtgekomen. Alle inzittenden
(91.
Naast het bed van Andreas werd een veld
bed geplaatst. Lydia ging, volgens Emil's ver
langen daarop liggen en bood hem haar lin
kerarm. De dokter verbond dien met den rech
terarm van den zieke en maakte met de punt
van zijn lancet een opening in een der hoofd
aderen van den arm der jonge vrouw en in
dien van Andreas. Het warme bloed van Ly
dia vloeide druppel voor druppel in de koude
bloedarme aderen van den stervende.
Op Lydia's gelaat vertoonde zich een blijde
lach. Van lieverlede ontstond er echter een
soort vermoeienis in haar voelen en denken,
haar gelaatskleur werd min of meer vaal, het
was, alsof haar een floers voor de oogen
kwam, er overviel haar een gevoel van duize
ligheid, de kamer draaide met haar rond en
het bed as in haar verbeelding een schip op
een sterk deinende zee. Zij sloot haar oogen.
Voor heden was het genoeg. Te veel toevoer
van bloed had den lijder in zijn toestand doo-
delijk kunnen zijn.
Emil sloot de kleine wond op ieders arm en
verbond die vervolgens naar de regelen der
kunst.
Na een paar seconden opende Lydia toen
het verband om haar arm was gelegd, weer
haar oogen en zag dat de operatie was afge
loopen
Als er over twee uur geen verbetering
valt te bespeuren, fluisterde Emil, loopt het
met hem af.
Op die uitspraak zweeg het drietal. Zij ble
ven bij het ziekbed en wachtten op de din
gen, die komen zouden, wel wetend dat in het
zwakke lichaam van Andreas op dit oogenblik
e#n hevige strijd was begonnen op leven en
zijn gered.
Een 47-jarig schoolhoofd uit Haarlemmer
meer bestuurde de auto. Naast hem zat zijn
18-jarige zoon en achterin zaten zijn vrouw
en zijn 20-jarige dochter. De auto reed langs
de Leidschevaart in de richting Haarlem, toen
de bestuurder plotseling een motorrijder zag,
die links uitweek. De autobestuurder gooide
zijn stuur om, kwam daardoor op de linker
zijde van den weg en reed een wielrijder aan.
Daarna schoot de auto te water, waar de
wagen ondersteboven terecht kwam. Het on
geluk gebeurde voor het huis van dr. de
Graaf. Diens 20-jarige zoon zag het, sprong
onmiddellijk te water, sloeg een ruit van de
auto in en bevrijdde op deze wijze alle inzit
tenden. Zij bleken ongedeerd te zijn.
Erger was de wielrijder er aan toe. Met zeer
zware verwondingen is hij in een ziekenhuis
opgenomen.
De motorrijder was doorgereden hij is nog
niet gevonden.
KINDEREN REDDEN ZUIGELING.
Maandagmiddag is, naar „Het Volk" meldt,
een felle brand uitgebroken op het gehucht
Veldmolen, onder de gemeente Uden, waar
door de kapitale boerderij met stalling en
schuur van den landbouwer Van Asseldonk
geheel door het vuur is verwoest. De kinderen,
die alleen thuis waren, ontdekten eensklaps,
dat door onbekende oorzaak brand was uit
gebroken in het achterhuis van de boerderij.
Het vuur vond daar voedsel in het aanwezige
hooi en stroo en lekte reeds aan het rieten
dak.
De brandweer werd gealarmeerd, doch in
middels breidde de vuurzee zich uit. Ofschoon
de kinderen van den schrik geheel van streek
waren, snelden de beide oudsten van elf en
twaalf jaar onmiddellijk naar de huiskamer,
waar het jongste kind in de wieg lag. De bei
de kinderen slaagden erin, de zuigeling uit
het brandende huis te redden.
Ook de omwonenden waren te hulp geko
men, doch ofschoon alle pogingen in het werk
werden gesteld, gelukte het niet meer, om
het vee uit de fel brandende boerenbehuizing
te redden. Vier koeien, twee kalveren, een
paard, zes varkens en ongeveer 80 kippen
kwamen jammerlijk in de vuurzee om.
De brandweer was wel op het terrein van
den brand verschenen, doch zij kon niets
tegen de vlammenzee uitrichten. De boerderij
met stalling en landbouwschuur is geheel in
de asch gelegd. De geheele inboedel benevens
den landbouwinventaris is verloren gegaan.
De aanzienlijke schade wordt door verzeke
ring gedekt.
DUITSCH GRAAN TEGEN SCRIPS.
Nederlandsche markt overvoerd.
De Hdbl. correspondent meldt uit Rotter
dam Wij vernemen dat er op de 10.000 ton
Duitsche tarwe die onlangs door de regeering
zijn aangekocht geen nieuwe partij zal vol
gen. De Nederlandsche markt is op het oo
genblik vrijwel overvoerd met aanbod, hetwelk
met het weideseizoen op handen moeiüjk te
verwerken is. Dat is nog meer met de Duische
rogge dan met de tarwe het geval hoewel de
eerste sinds de prijsverlaging eenigen aftrek
vindt. Practisch verhindert zij vrijwel den
handel in andere buitenlandsche roggesoor-
ten, maar niettemin zal er nog geruimen tijd
mee heen gaan voor de Duitsche rogge in han
den der Nederlandsche regeering geheel ge-
plaatst is. Tegen dien tijd zal het tijdstip van
den oogst van rogge hier te lande niet ver
meer verwijderd zijn. Met de wetenschap voor
oogen, dat de markt thans moeilijk aanbie
dingen van eenigen omvang die in handen
van één lichaam liggen, kan opnemen, is er
voorloopig weinig kans op nieuwe zaken in
granen van regeeringswege met welk land
ook. Als bij den handel bekend wordt dat de
Graancentrale een partij graan in handen
heeft voor de regeering met de luiquidatie
waarvan eenige tijd gemoeid is gaat daarvan
;ooveel druk op de markt uit, dat men derge
lijke experimenten niet steeds kan herhalen.
Voor tarwe komt daar nog de omstandigheid
bij dat de Graancentrale zoowel Nederland
sche als Duitsche tarwe verkoopt tegen den
zelfden prijs, namelijk f2.65 per 100 Kg., hoe
wel de Nederlandsche tarwe van betere qua-
liteit is. De voortdurend loopende geruchten
dat Nederland ook nog Fransche tarwe zou
koopen, die in zooverre een feitelijke basis
hebben dat inderdaad over dergelijke zaken
wel eens gesproken is zullen dan ook wel ge
ruchten blijven. Tarwe die voor broodberei
ding niet of slechts in geringe mate te bezi
gen is kan de Nederlandsche markt nu een
maal niet meer plaatsen. De inkrimping van
den uitvoer van producten van onzen veesta
pel werkt ook belemmerend op den graanhan
del, want de Nederlandsche graanhandel
vindt zijn basis in de levering van voergranen.
Des middags na schooltijd werd de „revo
lutie" gespeeld. De kinderen, gewapend met
houten sabels en steenen, die zij met katapul
ten wegschoten, leverden een geregelden slag.
Volgens de regelen der kunst werden gevan
genen gemaakt en de „Heimwehr" richtte
een concentratie-kamp in. Volgens de rege
len van het standrecht werd een der kinde
ren, behoorende tot den repüblikeinschen
Schutzbund, tot den dood door de strop ver
oordeeld. De elf-jarige jongen, die deze rol
vervulde, werd naar den opgehangen sociaal-
democratischen leider Wallisch genoemd.
Het vonnis zou onmiddellijk worden voltrok
ken en met behulp van een stevig touw werd
de knaap aan een boom opgehangen en ter
wijl de knaap om hulp begon te schreeuwen,
vluchtten de kinderen.
De moeder van den jongen, die het hulpge
roep hoorde, snelde toe en kon tijdig het
touw doorsnijden en den jongen, die reeds
bewusteloos was, redden.
100.000 WERKLOOZEN MINDER.
Het aantal werkloozen in Groot-Brittannië
bedroeg op 19 Maart 2.201.577 of 116.332 min
der dan op 19 Februari en 574.607 minder dan
in dezelfde periode van het vorig jaar.
INGEZONDEN STUKKEN.
BUITENLANDSCH NIEUWS.
ALLE soorten WOLLEN kleeding, kousen en
sokken (ook de allerfijnste.) WIJ BREIEN
alles le kwaliteit. JAAP SNOR, Zuidstraat 19.
(Let op den Gelen Winkel.) Voor Wieringen
bij Jb. Kaleveld.
AMERIKA ANSCH.
Amerika is het werelddeel, waar ijverige
menschen worden geboren, die, als zij het
tot iets hebben gebracht, zich haasten om
mededeeling te doen van hun „opkomst". De
krantenjongen, die petroleummagnaat werd
de bankbediende, die door eigen toedoen,
maar door een heeleboel geluk daarnaast,
zich mag inlijven bij de categorie der milli-
onairs, vertellen een ieder, die het wel, en
die het niet wil hooren, dat zij in hun jeugd
onvermoeid hebben gewerkt. Zóó lang en zóó
hard, dat een „gewoon mensch" er niet bij
kan Vele Amerikanen, die wat hebben ge
presteerd in hun leven, haasten zich om van
de daken te verkondigen, dat zij als jongelui
achttien of twintig uur per dag werkten.
Of de Amerikanen zelf zijn gaan twijfelen
aan die verhalen, of dat men eens wilde on
derzoeken, of er nog zulke werkezels bestaan,
vermeldt de geschiedenis niet, maar het ge
beurde niet lang geleden, dat men in de Ver-
eenigde Staten een onderzoek instelde, welke
burger de meeste en de drukste bezigheden
had. Spoedig bleek, dat zekere Robbins uit
Whitesville den eerepalm mocht wegdragen.
Deze vlijtige man is ongetrouwd en heeft
dus den tijd aan zich zelf. Hij is directeur van
een dagblad, dat in zijn woon- en geboorte
stad druk wordt gelezen. Om er zeker van te
zijn,, dat de boel marcheert, schrijft hij alle
berichten zelf, zet en corrigeert ze, maakt de
krant op, fungeert daarna voor drukker en
verstuurt alle bladen.
Toch schijnen al deze bezigheden 's mans
dag nog niet te vullen, want als klerk op het
stadhuis verdient hij een aardig duitje. Als
hij, na gedanen arbeid, thuis komt, vindt hij
noch zijn eten klaar noch zijn bed gespreid.
De hulp van een dienstbode acht hij niet noo
dig. Hij helpt zich zelf, kookt rustig zijn eigen
soepje, braadt, bakt, stooft als een hotelkok.
Wanneer hij slaapt en öf hij slaapt, is een
mysterie. Maar zijn werk doet hij trouw, daar
staan zij, die de enquête hebben geleid, borg
voor.
KINDEREN SPELEN.REVOLUTIE
Een elf-jarige jongen opgehangen.
In de gemeente Steyermühl in Stiermar
ken hebben kinderen een nieuw spel bedacht,
dat noodlottige gevolgen had kunnen hebben.
Zij speelden de „Februari-revolutie", waarbij
de kinderen zich in twee groepen verdeelden
de republikeinsche Schutzbund en de Heim
wehr.
Wieringen, 6/4 1934.
Mijnheer de Redacteur,
Beleefd verzoekende, voor het onder
staande 'n plaatsje in uw blad, bij voor
baat mijn dank.
Daar er in uw blad van Vrijdag 1.1.
in de Raadsvergadering sprake was
van het wegruimen van die geursalon
(waterplaats) in de Noorderweg te Den
Oever, trok dit mijn geheele aandacht,
doch hoe verder ik las, hoe droeviger
het mij te moede werd, totdat ik einde
lijk de krant weg wierp, een slag op de
tafel gaf en zei „nu blijft dat misse
lijke ding er toch weer staan." Mijn
dank aan de Heeren M. Kooi en Weth.
Tijsen die hun best deden om dat sme
rige ding te verwijderen, doch zij had
den geen succes, men wil nog probee-
ren iemand te vinden om dat ding
schoon te houden. Ik wil de Iïeeren
dan wel even zeggen, dat zij dan die
per in de beurs moeten tasten, dan dat
zij voor mij wenschten te doen, want
voor 10 gulden, zegge tien gulden per
jaar, zullen de Heeren wel nieünand
vinden om die kajuit schoon te houden
Ik sta er gewoonweg paf van dat
er nog raadsleden zijn, die dat smeri
ge ding nog langer tot ergernis van
de Oeversche burgers, in de Noorder
weg willen laten staan, want het is
niet alleen de ondragelijke stank die
er soms van zich uitlaat, maar ook de
liederlijke staaltjes die er soms wor
den uitgehaald, en dat op klare dag,
en dat vlak voor mijn glazen. Mijne
Heeren B. en W. indien die geursalon
(waterplaats) niet in April verwijderd
wordt, zal ik het eigenhandig doen.
Mijnheer de Redacteur, U nogmaals
dankend voor de verleende plaatsruir/i
te. G. Baijs, Den Oever.
dood.
Gelijk Emil had voorspeld, verliepen er twee
uur, zonder dat er in den toestand van den
patiënt ook maar de geringste verandering
viel op te merken. In het derde uur evenwel
schenen toch de levensgeesten eenigszins te
zijn opgewekt, de oogen vertoonden een wei
nig glans, de blikken waren niet zoo levenloos
meer. Omtrent de zwakte viel nog niets te
zeggen, maar de koorts was blijkbaar aan het
afnemen. De verschijnselen mochten derhalve
gunstig heeten.
De drie omstanders wachtten vol spanning.
Nog een uur ging voorbij toen werd de oog
opslag van den zieke rustiger, maar zijzelf
scheen te lijden aan een vreeselijk gevoel van
vermoeienis.
Naarmate Andreas' bewustzijn terugkeerde
ontwaakte Lydia's angst van door hem her
kend te zullen worden. Zij had geen kracht
genoeg, om op dit oogenblik van hem een be
straf f enden, verwijtenden blik, een blik van
afkeer te kunnen verdragen en verliet de
kamer.
Nog een uur ging voorbij.
Thans vestigde Andreas een verbaasden
blik, eerst op Valentin, toen op zijn broeder.
Een glimlach verhelderde zijn gelaat.
Andreas riep Emil en drukte zijn hand,
die op het dek lag.
Emilstamelde de zieke, goed verstaan
baar.
De herkenning had plaats gehad, maar
werd onmiddellijk ook door een onmacht ge
volgd. Emil legde zijn broeder met moeder
lijke zachtheid goed en nadat de lijder nog
eenmaal tot bewustzijn was gekomen, viel hij
in een vasten slaap.
Is hij gered fluisterde Valentin.
Ik durf het nog niet zeggen, antwoordde
Emil met een weemoedig schouderophalen.
Voor het oogenblik is het gevaar van sterven,
volgens menschelijke begrippen voorbij, maar
wie zegt ons, hoe morgen.de toestand zal zijn!
Den volgenden dag scheen Andreas nog
even zwak te zijn als te voren en Emil, die
vreesde Lydia al te veel te zullen afmatten,
wilde niet tot een tweede bloedoverbrenging
besluiten, alhoewel hij dat nu voor gunstig
hield.
Lydia was evenwel zoo sterk en zoo flink
en ze smeekte zoo dringend, dat zij de vrees
van den jongen dokter tot zwijgen wist te
brengen, waarop dan ook werkelijk de twee
de overbrenging van bloed plaats vond.
Op den avond van dien dag vertoonde zich
bij den zieke eenige beterschap.
Het veldbed bleef nu des nachts voortdurend
naast het ziekbed en daarop rustte Lydia, wel
wat afgemat, maar toch altijd gekleed, om
den zieke bij te staan als dat noodig mocht
blijken zijn kussens goed te leggen en hem
al die kleine diensten van een pleegzuster te
bewijzen.
Halverwege den nacht had Emil, die groote
behoefte aan rust begon te gevoelen, zich in
en andere kamer voor een paar uren te sla
pen gelegd.
Lydia en Andreas bevonden zich alleen in
het ziekenvertrek.
Er stond een brandende lamp op een kast
je, doch gedekt met een kap, zoodat het ver
trek slechts door een zacht en mat licht ver
helderd werd.
Het was doodstil in de kamer en zelfs de
pendule had men elders geplaatst, opdat het
tikken den zieke niet zou storen in zijn rust.
Er gingen twee uren aldus voorbij. Toen
werd Lydia uit haar sluimering wakker en
trad op het ziekbed toe.
Andreas lag nog steeds in een rustigen
slaap.
Hij is gered dacht ze. Ik heb hem ge
red voegde zij met innige blijdschap erbij
Lydia kon tevreden zijn, ze had daartoe het
volste recht, want aan haar offervaardigheid
was de patiënt werkelijk zijn aanvankelijke
beterschap verschuldigd.
Zij legde zich weer op het veldbed, doch de
slaap ontweek haar oogen, zij bleef wakker.
Opeens hoorde zij eenige beweging op het
ziekbed, zij zag op, doch begroef dadelijk
daarop haar gelaat in haar kussens en sloot
haar oogen.
Andreas was ontwaakt en tot bewustzijn
gekomen. Hij keek naar zijn verpleegster, ter
wijl hij zich, steunend op zijn arm, halver
wege hield opgericht. Het hart van de arme
Lydia stond bijna stil van schrik. Geen geluid
kwam over haar lippen. Zij wenschte dood te
zijn. Als hij haar herkende, wat zou hij doen,
wat zou hij zeggen
Andreas zag de kamer, die hij van kinds
been af bewoond had, rond. Daar stonden de
oude meubels, al de hem zoo welbekende voor
werpen. Zijn bewustzijn keerde volkomen te
rug, hij dacht na.
Wat doet hier dat veldbed, dacht hij.
Wie ligt daar
Hij zag langer en scherper toe. Maar hij
kon in die halve duisternis niets nauwkeurig
onderscheiden en boog zich daarom voorover.
Lydia hield het gezicht van hem afgewend,
maar het lange loshangende haar was het,
dat haar verried.
Daar ligt een vrouw fluisterde Andre
as. Een vrouw, hier bij mij, wie kan dat zijn
En hij maakte een beweging om zich op te
richten, doch viel terug, hij was te zwak om
lang in een zittende houding te blijven en een
diepe zucht ontsnapte hem.
Bij dit geluid stond Lydia op.
Het schijnsel der lamp viel op haar bleek
Andreas zag haar, herkende haar en strek
te onwillekeurig zijn handen uit, als om haar
van zich af te weren.
Lydia, Lydia riep hij op een toon vol
schrik.
Er ontstond een diep stilzwijgen tusschen
die twee. Lydia waagde het nauwelijks adem
te halen en de zieke lag weer roerloos op zijn
bed.
Andreas vroeg, zichzelf af of hij niet een
benauwenden droom had, of hetgeen hij
meende te zien niet een droombeeld van de
koorts kon zijn. Eindelijk geheel tot zichzelf
gekomen, zei hij halfluid
Neen, ik droom niet, ik ben wakker, vol
komen wakker
En hij vond de kracht om zijn bed te ver
GEMEENTE WIERINGEN.
N. V. t. a. v. Alcoh. dr. Afd. Wieringen.
Zaterdag 14 April, 's avonds om 8 uur geeft
bovengenoemde vereeniging haar jaarlijksche
propaganda-avond.
Ditmaal spelen leden van de Zusterafdee-
ling uit Andijk het tooneelstuk van de beken-
laten en waggelend, zich steunend aan ieder
meubelstuk, dat onder zijn bereik kwam,
sleepte hij het afgematte lichaam voort tot
de plek, waar Lydia bevend en met neergesla
gen oogen voor hem stond. Hij raakte haar
even aan, alsof hij zoodoende zichzelf over
tuigen wilde, dat hij niet in zijn koorts din
gen had aanschouwd, die in werkelijkheid niet
bestonden.
Lydia hield haar oogen dicht, haar adem
Lydia, Lydia, zei hij nu, jij bent het, ik
herken je Wat doe je hier Hoe durfde je
het wagen, hier bij mij te komen
Ja, ik ben het, Andreas, antwoordde Ly
dia daarop. Jaag mij niet weg, ik ben hier
gekomen, omdat je zoo zwaar ziek was, omdat
je leven in gevaar verkeerde en omdat nie
mand anders je behoorlijk verplegen kon en
je bij gebrek aan een zorgvuldige behandeling
had moeten sterven
Heb je zelf mij dan niet gedood, onge
lukkige
Andreas, heb medelijden met mij,
smeekte de jonge vrouw. Denk thans niet aan
hetgeen gebeurd is Ik heb meer geleden
dan jij Als je gestorven waart zou ik je niet
overleefd hebben.
Andreas antwoordde daarop niet, hij scheen
na te denken, hij zocht zich het verleden te
herinneren en in zijn geest doemde opnieuw
het ontzettend tooneel op, waarbij Rouquin
hem doodelijk had getroffen met zijn mede
deeling omtrent Lydia's afschuwelijke gedrag,
door hem te zeggen, wie en wat die vrouw
was.
Het is dus waar, het is dus alles de waar
heid mompelde hij.
Wat toch vroeg de arme Lydia. Zij wist
wel, wat Andreas meende, doch beproefde
voor hem den waren toestand zoolang moge
lijk te verbergen.
Wat je man, wat Rouquin gezegd heeft
Lydia boog het hoofd. Zij had de kracht
niet om te antwoorden, zij wilde ook geen
onwaarheid zeggen.
(Wordt vervolgd.)