25e JAARGANG DINSDAG 17 APRIL 1934. No. 31 Nieuws- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR WIERINGEN EN OMSTREKEN OM HET GOUD. WIERINGER COURANT VERSCHIJNT ELKEN DINSDAG en VRIJDAG ABONNEMENTSPRIJS per 3 maanden 1.—. UITGEVER CORN. J. BOSKER WIERINGEN. BUREAU: Hippolytushoef Wieringen Telef. Intercomm. No. 19. ADVERTENTIëN: Van 1 5 regels Iedere regel meer f 0.50 1 0.10. PLANMATIGE VRIJHANDEL. En. wat wij daarvan te verwach ten hebben. Even werd de wereld opgelucht door l de nieuwe „plannen" van Roosevelt met betrekking tot herziening! van de handelsrelaties van Amerika met het I buitenland. Lang duurde deze ontspan f ning evenwel niet de goede voorne mens van Roosevelt bleken van zoo fantastische aard, dat aan hun toepas sing in de practijk nauwelijks viel te denken. Amerika zou alleen dan met I het buitenland over den invoer van be paalde goederen willen onderhande len, indien van te voren nauwkeurig was nagegaan of de betrokken goede ren ook in Amerika zelf zouden kun nen worden gemaakt en zoo ja, wel ken invloed het niet zelf produceeren 1 van die goederen op de werkloosheid zou uitoefenen. Het was, om kort ie gaan, alles wederom planmatigheid, met de bedoeling natuurlijk om het Amerikaansche bedrijfsleven door be- paalde verdragen te bevoordeelen, zon der daartegenover echter te overwe gen, of het buitenland er ook zekere voordeelen van zou kunnen hebben. Maar de alleronaangenaamste verras sing van den laatsten tijd was wel het besluit van Roosevelt tot instelling van een soort van acte van navigatie, waardoor de Engelsche scheepvaart- politiek onder Cromwell eenmaal zoo berucht is geworden. Amerika gaat nu hetzelfde doen, zij het dan ook in om gekeerde richting, daar Amerika, in tegenstelling met het Engeland uit de dagen van Cromwell, grondstof-expor teerend land is. Alle goederen nu, wel ke de Vereenigde Staten uitvoeren, zullen vrijwel zonder uitzondering on der Amerikaansche vlag moeten wor den vervoerd, hetgeen wel de scherp ste vorm van bescherming is, welke zich laat denken. Men vraagt zich dan ook inderdaad af, waarheen de wereld gaat, bevan gen in zoo volstrekt protectionisii- schen waan, dat elk land zich meer en meer als 'n wereld op zichzelf gaat beschouwen. Want men denkc niet, dat het alleen Amerika is, dat zich thans op dit gebied te buiten gaat. Uit de met zoo droeve resultaten be kroonde onderhandelingen tusschen Frankrijken Engeland moge blijken, dat zelfs een land als Engeland, tegen alle redelijke overwegingen in, zijn beschermingspolitiek tot het uiterste tracht op te voeren. Met zijn valuta depreciatie -- het pond sterling volgt vrijwel alle bewegingen van den onbe trouwbaren dollar op den voet heeft het eerst de geheele wereld tegen zich in het harnas gejaagd en instede van daarna een verzoeningsgezinde poli tiek te volgen, voert het nu den strijd om de protectie tot het bittere einde. Frankrijk laat zich daarbij niet onbe tuigd en deelt eveneens rake klappen uit. Als zwaar geharnaste ridders staan de vertegenwoordigers dezer landen nu tegenover elkaar, met het treurige gevolg dat de handelsbetrek kingen onder de toegebrachte slagen geheel dreigen dood te bloeden. Reeds heeft Frankrijk het invoercontigent van koper, nikkel en andere metalen met 75 pCt. verlaagd, waarop Enge land wederom heeft geantwoord met een vrijwel algeheel gebod van invoer van Fransche artikelen. Het spreekt vanzelf, dat Nederland met angst en beven dezen geweldigen strijd tusschen de groote landen volgt. Wat moet er van onze scheepvaart te recht komen, indien Engeland de Ame rikaansche acte van navigatie zou be antwoorden door zijnerzijds eveneens de protectionistische denkbeelden van Cromwell te doen herleven Zou het verstandig zijn als wij aan dien oorlogi gingen piede doen Op waardige wijze hebben wij ons buiten het wapengeweld van den wereldoor log gehouden en men mag zeker de vraag stellen of het niet even zeer ge- wenscht is, dat wij ons ook op een vei- ligen afstand van het thans losgebro ken geweld op handelspolitiek gebied houden. Ongetwijfeld kunnen wij dat. Geen land ter wereld kan ons dwingen tot het nemen van maatregelen, welke wij in strijd achten met ons volksbe lang, dat tenslotte onder alle omstan digheden door het beginsel van den vrijhandel het beste wordt gediend. Helaas blijft ook ten onzent de stroom van crisiswetten aanhouden. Ook wij worden „tot de tanden toe" ge wapend. Het ontwerp van 15 Maart, waarbij bepaald wordt, dat onze Regee ring de bevoegdheid zal krijgen om, inden zij dat wenschelijk acht, verhoo ging of verlaging van invoerrechten reeds in werking te doen treden nog vóórdat de desbetreffende voorstellen door de Kamer zijn aangenomen, is ongetwijfeld een schrede verder op den weg, welke van den vrijhandel af leidt. Wij zullen bij de details van dit ontwerp niet nader stilstaan. Vast staat echter, dat slechts groote behoed zaamheid bij de uitvoering van de nieu we wet, indien het ontwerp althans door de Kamer wordt aangenomen, ons van een zeer bedenkelijk afglijden in de sfeer van protectie kan terughou den. Want al geeft deze Regeering geen aanleiding- tot wantrouwen, waar zij in de mejnorie van toelichting uitdruk kelijk zegt, dat van den nieuwen maat regel geen misbruik zal worden ge maakt, men heeft niet de minste zeker beid dat ook volgende regeeringen dit vertrouwen in even groote mate ver dienen. Terecht is door tegenstanders van het ontwerp reeds opgemerkt, dat er in een tijd van economischen oor log aan bepaalde steunmaatregelen niet valt te ontkomen, doch dat hei vrijelijk hanteeren van het middel der invoerrechten onder alle omstandig heden een weinig gelukkig gekozen vorm van steun geacht moet worden. Zoowel door contingenteering als door het verhoogen van invoerrechten legt men lasten op die groepen van ons volk, welke het buitenlandsche pro duct noodig hebben. Invoerrechten lei den tot een rechtstreeksche verhoo ging van het levensonderhoud en die weelde kan 'n land als Nederland, dat thans meer dan ooit zijn productiekos ten zoo laag mogelijk moet houden, zich niet veroorloven. FEUILLETON 94. En vertel mij eens, viel Andreas in, heb je nu geen succes gehad, heb je nu niet ge vonden, wat je zocht Je bent bekend en beroemd geworden, is het niet Men noemt je naam met onderscheiding, nietwaar Ja, Andreas, ik geloof althans, dat ik het mijzelf gestelde doel volkomen heb bereikt. Ik ben tot de ontdekking gekomen, dat in de meeste gevallen de aandoening van de lon gen wordt veroorzaakt door een plantaardig gedierte, dat was een groote ontdekking en ik heb een middel gevonden ter bestrijding daar van. Je begrijpt, nietwaar, dat dit een groote schrede vooruit is op het veld der wetenschap en ik twijfel er niet aan, dat mijn verslag dienaangaande, hetwelk ik voor de Genees kundige Academie uitwerkte en dezer dagen wil opzenden, groot opzien baren en in alle talen zal worden overgezet. Ja, ik heb een prachtig succes behaald, broeder en je had groot gelijk mij tot mijn plicht terug te roe pen. Ik moet vanavond en vannacht nog druk gaan werken en mijn arbeid voltooien met de aanteekeningen uit mijn praktijk, die ik zoo noodig met schriftelijke getuigenissen van professoren en doctoren zal kunnen sta- ven. En hij deed inderdaad ook, zooals hij had gezegd. Emil bezat in de wijk Passy een kleine wo ning, het benedengedeelte eener villa, Villa Rosa geheeten, waar hij rustig kon studeeren en zijn chemische proeven doen. Daar stoorde hem niemand, want behalve de aan hem ver huurde vertrekken was de villa, die geheel op zich zelf stond, niet bewoond. „Planmatige vrijhandel" schreven wij boven. De hemel moge ons daar voor behoeden. Want er is slechts wei nig noodig om van gejmatigde Plan- wirtschaft tot Zwangswirtschaft, tot een algeheele overheersching van over heidsbemoeiingen, te geraken. En tot een dergelijke Zwangswirtschaft men vergeve ons deze Duitsche ter men behooren ongetwijfeld ook de zoogenaamde vechttarieven, waarop in de memorie van toelichting in het onderhavige wetsontwerp inzake „ta riefsherziening op korten termijn" nog even wordt gezinspeeld. Het voorbeeld van den thans met zulke scherpe mid delen gestreden Fransch-Engelschen tarievenoorlog moet ons dat duidelijk maken. Zonder dat een van beide par tijen er eenig voordeel bij heeft, han teeren zij het moordende wapen uit het arsenaal der protectie, van de ac tieve handelspolitiek tot groote schade van de welvaart der betrokken naties. Wiat moet dan echter een naar alle kan ten zoo kwetsbaar bedrijfsleven als dat van Nederland wel overkomen, als onze regeering haar bezinning eens zou verliezen en bijvoorbeeld met groo te landen een tarievenoorlog zou ont ketenen, zooals er thans een tusschen Frankrijke n Engeland woedt Neen. zwakte is het zeker niet, in dien wij ons tegen dergelijke kracht metingen zouden verzetten. Want sterk is slechts hij, die in kalme be- lieersching zijn krachten voor betere tijden weet te bewaren. Gelukkig geeft onze regeering er bij voortduring blijk van, van deze waarheid ten volle te zijn doordrongen. Wat zijn gedeelte betrof, het bestond, uit vier kamers en een werkplaats, waar hij zijn instrumenten en chemische preparaten had. Het eene vertrek diende als slaapkamer, in een ander stond zijn schrijftafel en zijn bi bliotheek, die alleen uit wetenschappelijke werken bestond, het derde vertrek werd ge bruikt als eetsalon, terwijl het laatste de ont vangkamer was. Het vertrek evenwel, waarin Emil zich bij voorkeur ophield, waar hij studeerde en peins de, was de daareven genoemde werkplaats, zijn chemisch laboratorium. Hier stond ook een groote tafel met een groen kleed, waar op hij de boeken, die hij bij zijn studie noo dig had, uitspreidde Voor die tafel stond een gesloten boekenkast, een kast, die althans gesloten kon worden, waarin Emil teekenin- gen, notitiën, de opgeschreven uitkomsten zij ner studiën en ervaringen als geneesheer, de vruchten van vlijtig dagwerk en lang nacht waken, van den meest den geest vermoeien- den arbeid bewaarde. En de drijfkracht tot al die ontwikkeling, tot al dat onverpoosde werken, waarin was ze voor een groot deel gelegen geweest In zijn liefde. In zijn liefde voor Feredie Zijn hart had den wil gestaald. Toen Emil de rue Bleue verlaten had, nam hij een rijtuig en reed naar het Oosterspoor weg-station, waar, gelijk men zich zal herin neren, hij in de haast om zich naar zijn va der en Andreas te spoeden, zijn bagage had achtergelaten. Van daar bracht hij zijn goederen naar zijn woning in de wijk Passy. Hij had er niet aan gedacht om iemand mede te nemen en thans moest hij zijn kamers zelf op ruimen en zijn koffers uitpakken. Daar de jonge dok ter hulp noodig had, op den duur had hij het toch niet zonder bediende kunnen stellen, wendde hij zich tot den portier van het land huisje en vroeg den man, of deze hem niet een jongen kon bezorgen, zooals hij vroeger, vóór zijn vertrek naar Duitschland, in dat zelfde huis er een gehad had Ja, dat treft nu eens uitmuntend riep .de portier. Ik geloof, dat ik u gauw en goed BINNENLANDSCH NIEUWS. HET MYSTERIE VAN DE REEUWIJKSCHE PLASSEN. Men tast nog steeds in het duister. De Avp. had een onderhoud met den subst.- officier van justitie mr. J. G. .G Meischke, die de zaak in onderzoek heeft en de stukken ijzer en de eigendommen van Wubben in be slag heeft genomen, in de hoop dat zij eenige aanwijzingen kunnen verschaffen. Hij verklaar de, dat aan de Reeuwijksche plassen niets verdachts meer is gevonden. De plaats waar het lijk is aangetroffen is hoogstwaarschijn lijk ook de plek waar W. te water is gegaan. Het is volstrekt niet onaannemelijk, dat de jongeman de eenzaamheid heeft gezocht en zonder dat van misdrijf sprake is, zich iets onherstelbaars heeft aangedaan. Hij zou zich dan zelf het ijzer aangebonden moeten hebben. De heer Alberti, commissa ris van politie te Rotterdam, heeft foto's ge nomen van de wijze, waarop de stukken ijzer zaten vastgesnoerd. Er is een proef genomen, of W. zonder hulp kan hebben gehandeld. Die proef bewees er de mogelijkheid van. De tasch van den jongeman, een gewone schooltasch, welke dubbelgevouwen over het frame van een fiets kan hangen, was met een T-vormig ijzer tegen zijn rug gedrukt. Daaromheen sloot de regenjas, die met een touw en de riemen om het middel was aan getrokken. Met 2 aangebonden ijzeren sta ven links en rechts was de belasting totaal 10 K.G. De mogelijkheid, dat er buiten hem niemand anders aan te pas is gekomen» is bewezen, maar is natuurlijk nog geen waar schijnlijkheid, want deze zou moeten steunen op andere aanwijzingen en deze ontbreken geheel. De vader heeft ontkend, dat de jongen zwaarmoedig was Het eenige,. wat bij den jon gen opmerkelijk is geweest, was dat hij nogal onder den indruk is gekomen van de jongste Mabuse-film Gedachten aan moord. De vader houdt vast aan de veronderstel ling, dat de jongeling is meegelokt om zijn diensten te bewijzen bij een of ander duister plan en dat de bende zich daarna van hem heeft ontdaan. Allicht zou dan daarbij van een auto ge bruik zijn gemaakt. Maar de plaats waar W. te water moet zijn geraakt of geworpen is moeilijk met een auto te bereiken, terwijl hij toch in bedwelmden toestand er naar toe zou zijn gebracht. Want verweerd heeft hij zich niet. Wat de tasch bevatte. Het eenige wat aanwijzingen zou kunnen verschaffen, is wat er in beslag genomen is. De tasch bevatte slechts een passer, een re- kenliniaal, spoorboekje en een paar brieven. Die brieven hielden niets verdachts in, maar zijn door den heer Alberti meegenomen voor scheikundig onderzoek. Verder hield de tasch nog een weekblad van Nov. In (een vóór zijn vertrek naar Den Haag op het station te Haarlem gekochte Haag- sche Post), waaruit mag worden opgemaakt, dat W. reeds van November af in 't water moet hebben gelegen. In Haarlem herinnert men zich niets meer omtrent het verdwijnen van den jongeling, dat perspectieven opent voor een nader onder zoek. Haarlem speurt verder De Haarlemsche politie heeft haar onder zoek in deze geheimzinnige zaak voortgezet. Wederom hebben de rechercheurs tal van personen, die direct of zijdelings in relatie stonden tot het slachtoffer, gehoord, waarbij evenwel geen enkele positieve aanwijzing werd ontvangen, welke het onderzoek ten goede zou kunnen komen. Naar inspecteur Keesom, die het onderzoek te Haarlem leidt, als zijn meening te kennen gaf, wijst alles er op, dat alleen in Den Haag de oplossing van dit drama gevonden zal kunnen worden. Inmiddels heeft de Haagsche politie van de justitie te Rotterdam nog geen verzoek tot het instellen van een onderzoek ontvangen. In politie-kringen te Haarlem is men over tuigd dat zelfmoord uitgesloten moet worden geacht. Geen zelfmoord. De Avp. heeft nog een onderhoud gehad met den burgemeester van Reeuwijk, den heer L. J. Lucasse. Deze zeide, niet de meening te zijn toege daan, dat hier van zelfmoord sprake is. Volgens hem zijn er punten in deze zaak, die in een andere richting dan zelfmoord wijzen. Door de berichten, die tot dusverre versche nen, hebben zich verschillende personen aan gemeld, die meenen, dat zij aanwijzingen kun nen geven. DE WEG OVER DEN AFSLUITDIJK. Aangezien is gebleken dat bij Kornwerder- zand voor het verkeer, komende van Wierin gen, ter hoogte van de haven, waar de weg over den afsluitdijk een flauwe bocht maakt, inzonderheid bij mistig weer, gevaar bestaat te water te geraken, hebben de A.N.W.B. en de K.N.A.C. bij den dienst der Zuiderzeewer ken op het treffen van een voorziening b.v. in den vorm van een seinplank langs het baventalud aangedrongen. CRISISPOSTZEGELS. In aansluiting op een aankondiging van de uitgifte van crisis-postzegels maakt het Nat. Crisiscomite bekend, dat maatregelen zijn getroffen, opdat ook door de plaatselijke cri- siscomité's aan den verkoop kan worden deel genomen, waarbij de opbrengst van door ei gen activiteit verkochte postzegels geheel het betrokken comité ten goede komt. Een circulaire ter zake wordt dezer dagen verzonden. Het N.C.C. doet een beroep op al ler medewerking, dezen verkoop te doen sla gen. Hooldconducteur gedood. Vrijdagmiddag omstreeks 4 uur is bij het oversteken der rails op het station emplacement te Boxtel de hoofdcon ducteur P. van der Made door een trein uit de richting Den Bosch over reden. In 't ziekenhuis te Boxtel, waar heen het slachtoffer werd vervoerd, is hij in den loop van den avond over leden. Kraaien en Kerkbranden. De heer J. Westra van Holthe te As sen schrijft naar aanleiding van het brandgevaar in oude torens o.a. Op jnijn tochten door de provincie in verband met het verzamelen van gege vens heb ik alle torens beklommen en bemerkte dat in vele daarvan sinds ja ren kraaien, duiven en andere vogels hun nesten hadden gemaakt, zoodat er daarboven een opeenhoping was van brandbare takken enz, In een vergadering van het Prov. College van Toezicht, waarvan ik se cretaris ben werd deze zaak besproken en het resultaat was, dat een circu laire daaromtrent aan de Kerkvoogden werd verzonden. Aangeraden werd de galm- en andere gaten van stevig gaas, (geen kippengaas, want dit kan door kraaien worden stukgepikt te voor zien. Verder is gewenscht bij restauratie of nieuwbouw de vloeren van beton te maken. Behoud Locaalspoorweg Hoorn—Medemblik. Onder voorzitterschap van den heer K. Zijp Jzn., voorzitter van de Locaal spoorweg Maatschappij Hoorn-Mede,m- blik, vergaderde Vrijdag in het Koggen huis te Medemblik aandeelhouders van genoemde N.V. Locaalspoor en de commissie van vijf, benoemd in de al- gemeene openbare vergadering van be langhebbenden, op Maandag 19 Maart j.1. gehouden. Er werd besloten, zoo spoedig moge lijk een audiëntie aan te vragen bij den minister van Waterstaat, teneinde daar het behoud van de lijn Hoorn-Me demblik te bepleiten. Ook zal in een adres aan de Staten- Generaal het behoud van de lijn wor den bepleit, terwijl daarnaast eenige Kamerleden zullen worden bezocht, aan wie de belangen tot behoud van- en de nadeelen van opheffing der lijn zul len worden voorgelegd. •-* 33» TAXI TEGEN EEN BOOM. Eén doode, twee gewonden. Vrijdagavond kwart over elf is te Dronrijp een doodelijk verkeersonge val gebeurd. Bij het tramstation aldaar is een vrachtauto, komende uit de richting Franeker, op weg naar Gro ningen tegen een Citax gebotst, die uit de richting Leeuwarden kwam. Ver moedelijk heeft deze laatste een te groote vaart gehad en ook te veel mid den op den weg gereden. Het gevolg was, dat de auto's elkaar met de spat- uit den nood kan helpen. Ik heb namelijk ie mand op het oog, die mij onlangs door een goeden kennis zeer werd aanbevolen. Die man zoekt een betrekking. Zoo heel jong is hij niet meer, omstreeks veertig jaar, maar in alle op zichten een geschikte kerel. Hij heet Jerome en was vroeger ook bediende bij een genees-1 heer in een der buitenwijken. Zou die u niet aanstaan Denkelijk wel. Wil ik hem dadelijk bij u zenden Kan hij dan onmiddellijk in dienst tre den Hij is tenminste al een week of drie bui ten betrekking. Goed, dan wil ik hem wel in dienst ne men, als ik hem namelijk eerst gezien en ge sproken zal hebben. Ik zal hem bij u sturen, dokterMijn neef, dat is mijn goede kennis moet u weten, mijn neef heeft mij zijn adres achtergelaten, rue de la Pompe, nummer drie-en-dertig. En om zeker te werk te gaan, voegde de portier er bij, moest ik hemzelf maar eens gaan ha len, mijn dochter kan zoolang wel op de deur passen. Binnen een uur breng ik u Jerome hier als hij niet, wat ons op het oogenblik minder zou lijken, reeds een anderen dienst gevonden heeft. Ruim een uur na dit gesprek kwam de por tier inderdaad terug en zeide tegen den dok ter Ik heb hem meegebracht, mijnheer Wilt gij hem dadelijk zien Ja, laat hem maar binnenkomen. Ik heb hem het een en ander te vragen. De portier verliet de kamer en opende wel dra de deur weer voor een klein, mager man netje, dat nochtans vrijwel gespierd en sterk was op het oog. Jerome's gelaatskleur was zeer bruin, de donkere oogen hadden iets onrustigs en glui perigs. Zijn haar droeg hij heel kort afge knipt en de onderkant van het gezicht ver toonde de eigenaardige vlekken, die men dik wijls kan waarnemen bij iemand, die zich kort geleden den baard heeft laten afsche ren. Hij was in het grijs, heel eenvoudig en fatsoenlijk gekleed en verscheen met een nieuwen vilten hoed in de hand. Het eerste onderzoek scheen voor den toe- komstigen bediende niet bijzonder gunstig uit te vallen, want de dokter trok zijn wenkbrau wen samen. Het uiterlijk van dien man stond hem geenszins aan, doch zijn houding was goed, hij had iets over zich wat wel aan stipt heid en orde deed denken. Waar heb je alzoo gediend begon Emil. Na het verlaten van den militairen dienst, antwoordde de man, werd ik dadelijk aangesteld als bediende in het laboratorium van den Jardin des Plantes, van daar ging ik naar dokter Deny de Pecq en bleef daar ze ven jaar. En waarom heb je dien dienst verlaten vroeg Emil. Omdat de dokter is overleden, mijnheer, nu ruim drie weken geleden, anders was ik zeker nog bij hem, want ik had van mijn kant geen reden van klagen en mijnheer was ook altijd heel goed over mij tevreden. Heb je getuigschriften Ja, mijnheer Ik zou mij niet bij u heb ben aangemeld, als ik u niet van mijn trouw en eerlijkheid overtuigen kon. Hierop nam de man eenige papieren uit een oude portefeuille, die hij uit zijn borstzak haalde. Hier is het getuigschrift van den Plan tentuin, zei hij, en hier heb ik het attest van mevrouw RaymondDowlères, de dochter van dokter Deny de Pecq, waarin vermeld staat, dat haar vader het volste vertrouwen in mij stelde. En waarom heeft die dame zelf je niet in dienst gehouden Ja, mijnheer, ik geloof, dat die uit zui nigheid er geen mannelijken bediende op na houdt en om u de waarheid te zeggen, ben ikzelf ook liever in dienst bij een heer, bij voorkeur een geneesheer. Heb je je paspoort uit den militairen dienst vroeg Emil verder. Hier ontstond eenig stilzwijgen en zoo de dokter opmerkzaam was geweest in plaats van de getuigschriften in te zien, zou hij mis schien eenige verwarring bij Jerome hebben ontwaard, trouwens niet langer dan een oo genblik. Zeker, natuurlijk, jawel mijnheer, ant woordde de man, maar dit heb ik op het oo genblik niet bij mij het ligt in mijn koffer en ik zal het mijnheer laten zien, zoodra mijnheer dat verlangt. Zeven jaar heb ik gediend en altijd met een blanco strafregis ter na vijf jaar werd ik korporaal en de kapitein zei tegen mij dat ik sergeant zou worden als ik wilde bij teekenen, maar daar had ik niet veel zin in. Wat kun je alzoo uitvoeren hernam Emil. Ik ben niet rijk, voegde hij erbij en ik moet iemand in dienst hebben, die kamenier, boodschappenlooper en, tevens kok is voor het geval ik thuis verkies te blijven eten. De man lachte. Ja, ziet u, mijnheer als men soldaat is geeest en de veldtochten in Italië en Afrika heeft meegemaakt, staan de handen zelden verkeerd. In het soldatenleven leert men zich wel redden en behelpen. Ik ben weliswaar bij dokter Deny nooit kok geweest, maar als het mijnheer nu niet bepaald te doen is om fijne gerechten, dan zal mijnheer over mijn kook kunst niet ontevreden zijn. Dat is nogal goed geantwoord, Jeremo Hoeveel was je loon bij dokter Deny Toen ik pas in dienst kwam, kreeg ik dertig francs per maand, mijnheer, maar dat was tot vijftig opgeklommen, toen de dokter kwam te sterven. Nu, ik geef je dadelijk vijftig francs in de maand, als ik over je tevreden ben. Ga nu heen en haal je goed Jerome kon een beweging van blijdschap nauwelijks onderdrukken. Zijn kleine oogen schitterden. Mag ik dadelijk in dienst treden vroeg hij. Natuurlijk Je bent immera vrij Ja, mijnheer, ik kan over een uurtje hier terug zijn, als mijnheer het verkiest. Best. Hoe eer hoe beter Jerome ging heen. (Wordt vervolgd.)-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Wieringer courant | 1934 | | pagina 1