25e JAARGANG
DINSDAG 17 APRIL 1934.
No. 31
Nieuws- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR
WIERINGEN EN OMSTREKEN
OM HET GOUD.
WIERINGER COURANT
VERSCHIJNT ELKEN
DINSDAG en VRIJDAG
ABONNEMENTSPRIJS
per 3 maanden 1.—.
UITGEVER
CORN. J. BOSKER WIERINGEN.
BUREAU:
Hippolytushoef Wieringen
Telef. Intercomm. No. 19.
ADVERTENTIëN:
Van 1 5 regels
Iedere regel meer
f 0.50
1 0.10.
PLANMATIGE VRIJHANDEL.
En. wat wij daarvan te verwach
ten hebben.
Even werd de wereld opgelucht door
l de nieuwe „plannen" van Roosevelt
met betrekking tot herziening! van de
handelsrelaties van Amerika met het
I buitenland. Lang duurde deze ontspan
f ning evenwel niet de goede voorne
mens van Roosevelt bleken van zoo
fantastische aard, dat aan hun toepas
sing in de practijk nauwelijks viel te
denken. Amerika zou alleen dan met
I het buitenland over den invoer van be
paalde goederen willen onderhande
len, indien van te voren nauwkeurig
was nagegaan of de betrokken goede
ren ook in Amerika zelf zouden kun
nen worden gemaakt en zoo ja, wel
ken invloed het niet zelf produceeren
1 van die goederen op de werkloosheid
zou uitoefenen. Het was, om kort ie
gaan, alles wederom planmatigheid,
met de bedoeling natuurlijk om het
Amerikaansche bedrijfsleven door be-
paalde verdragen te bevoordeelen, zon
der daartegenover echter te overwe
gen, of het buitenland er ook zekere
voordeelen van zou kunnen hebben.
Maar de alleronaangenaamste verras
sing van den laatsten tijd was wel het
besluit van Roosevelt tot instelling
van een soort van acte van navigatie,
waardoor de Engelsche scheepvaart-
politiek onder Cromwell eenmaal zoo
berucht is geworden. Amerika gaat nu
hetzelfde doen, zij het dan ook in om
gekeerde richting, daar Amerika, in
tegenstelling met het Engeland uit de
dagen van Cromwell, grondstof-expor
teerend land is. Alle goederen nu, wel
ke de Vereenigde Staten uitvoeren,
zullen vrijwel zonder uitzondering on
der Amerikaansche vlag moeten wor
den vervoerd, hetgeen wel de scherp
ste vorm van bescherming is, welke
zich laat denken.
Men vraagt zich dan ook inderdaad
af, waarheen de wereld gaat, bevan
gen in zoo volstrekt protectionisii-
schen waan, dat elk land zich meer
en meer als 'n wereld op zichzelf gaat
beschouwen. Want men denkc niet,
dat het alleen Amerika is, dat zich
thans op dit gebied te buiten gaat.
Uit de met zoo droeve resultaten be
kroonde onderhandelingen tusschen
Frankrijken Engeland moge blijken,
dat zelfs een land als Engeland, tegen
alle redelijke overwegingen in, zijn
beschermingspolitiek tot het uiterste
tracht op te voeren. Met zijn valuta
depreciatie -- het pond sterling volgt
vrijwel alle bewegingen van den onbe
trouwbaren dollar op den voet heeft
het eerst de geheele wereld tegen zich
in het harnas gejaagd en instede van
daarna een verzoeningsgezinde poli
tiek te volgen, voert het nu den strijd
om de protectie tot het bittere einde.
Frankrijk laat zich daarbij niet onbe
tuigd en deelt eveneens rake klappen
uit. Als zwaar geharnaste ridders
staan de vertegenwoordigers dezer
landen nu tegenover elkaar, met het
treurige gevolg dat de handelsbetrek
kingen onder de toegebrachte slagen
geheel dreigen dood te bloeden. Reeds
heeft Frankrijk het invoercontigent
van koper, nikkel en andere metalen
met 75 pCt. verlaagd, waarop Enge
land wederom heeft geantwoord met
een vrijwel algeheel gebod van invoer
van Fransche artikelen.
Het spreekt vanzelf, dat Nederland
met angst en beven dezen geweldigen
strijd tusschen de groote landen volgt.
Wat moet er van onze scheepvaart te
recht komen, indien Engeland de Ame
rikaansche acte van navigatie zou be
antwoorden door zijnerzijds eveneens
de protectionistische denkbeelden
van Cromwell te doen herleven
Zou het verstandig zijn als wij aan
dien oorlogi gingen piede doen Op
waardige wijze hebben wij ons buiten
het wapengeweld van den wereldoor
log gehouden en men mag zeker de
vraag stellen of het niet even zeer ge-
wenscht is, dat wij ons ook op een vei-
ligen afstand van het thans losgebro
ken geweld op handelspolitiek gebied
houden. Ongetwijfeld kunnen wij dat.
Geen land ter wereld kan ons dwingen
tot het nemen van maatregelen, welke
wij in strijd achten met ons volksbe
lang, dat tenslotte onder alle omstan
digheden door het beginsel van den
vrijhandel het beste wordt gediend.
Helaas blijft ook ten onzent de
stroom van crisiswetten aanhouden.
Ook wij worden „tot de tanden toe" ge
wapend. Het ontwerp van 15 Maart,
waarbij bepaald wordt, dat onze Regee
ring de bevoegdheid zal krijgen om,
inden zij dat wenschelijk acht, verhoo
ging of verlaging van invoerrechten
reeds in werking te doen treden nog
vóórdat de desbetreffende voorstellen
door de Kamer zijn aangenomen, is
ongetwijfeld een schrede verder op
den weg, welke van den vrijhandel af
leidt. Wij zullen bij de details van dit
ontwerp niet nader stilstaan. Vast
staat echter, dat slechts groote behoed
zaamheid bij de uitvoering van de nieu
we wet, indien het ontwerp althans
door de Kamer wordt aangenomen,
ons van een zeer bedenkelijk afglijden
in de sfeer van protectie kan terughou
den. Want al geeft deze Regeering geen
aanleiding- tot wantrouwen, waar zij
in de mejnorie van toelichting uitdruk
kelijk zegt, dat van den nieuwen maat
regel geen misbruik zal worden ge
maakt, men heeft niet de minste zeker
beid dat ook volgende regeeringen dit
vertrouwen in even groote mate ver
dienen. Terecht is door tegenstanders
van het ontwerp reeds opgemerkt, dat
er in een tijd van economischen oor
log aan bepaalde steunmaatregelen
niet valt te ontkomen, doch dat hei
vrijelijk hanteeren van het middel der
invoerrechten onder alle omstandig
heden een weinig gelukkig gekozen
vorm van steun geacht moet worden.
Zoowel door contingenteering als door
het verhoogen van invoerrechten legt
men lasten op die groepen van ons
volk, welke het buitenlandsche pro
duct noodig hebben. Invoerrechten lei
den tot een rechtstreeksche verhoo
ging van het levensonderhoud en die
weelde kan 'n land als Nederland, dat
thans meer dan ooit zijn productiekos
ten zoo laag mogelijk moet houden,
zich niet veroorloven.
FEUILLETON
94.
En vertel mij eens, viel Andreas in, heb
je nu geen succes gehad, heb je nu niet ge
vonden, wat je zocht Je bent bekend en
beroemd geworden, is het niet Men noemt
je naam met onderscheiding, nietwaar
Ja, Andreas, ik geloof althans, dat ik het
mijzelf gestelde doel volkomen heb bereikt.
Ik ben tot de ontdekking gekomen, dat in de
meeste gevallen de aandoening van de lon
gen wordt veroorzaakt door een plantaardig
gedierte, dat was een groote ontdekking en ik
heb een middel gevonden ter bestrijding daar
van. Je begrijpt, nietwaar, dat dit een groote
schrede vooruit is op het veld der wetenschap
en ik twijfel er niet aan, dat mijn verslag
dienaangaande, hetwelk ik voor de Genees
kundige Academie uitwerkte en dezer dagen
wil opzenden, groot opzien baren en in alle
talen zal worden overgezet. Ja, ik heb een
prachtig succes behaald, broeder en je had
groot gelijk mij tot mijn plicht terug te roe
pen. Ik moet vanavond en vannacht nog druk
gaan werken en mijn arbeid voltooien met de
aanteekeningen uit mijn praktijk, die
ik zoo noodig met schriftelijke getuigenissen
van professoren en doctoren zal kunnen sta-
ven.
En hij deed inderdaad ook, zooals hij had
gezegd.
Emil bezat in de wijk Passy een kleine wo
ning, het benedengedeelte eener villa, Villa
Rosa geheeten, waar hij rustig kon studeeren
en zijn chemische proeven doen. Daar stoorde
hem niemand, want behalve de aan hem ver
huurde vertrekken was de villa, die geheel
op zich zelf stond, niet bewoond.
„Planmatige vrijhandel" schreven
wij boven. De hemel moge ons daar
voor behoeden. Want er is slechts wei
nig noodig om van gejmatigde Plan-
wirtschaft tot Zwangswirtschaft, tot
een algeheele overheersching van over
heidsbemoeiingen, te geraken. En tot
een dergelijke Zwangswirtschaft
men vergeve ons deze Duitsche ter
men behooren ongetwijfeld ook de
zoogenaamde vechttarieven, waarop
in de memorie van toelichting in het
onderhavige wetsontwerp inzake „ta
riefsherziening op korten termijn" nog
even wordt gezinspeeld. Het voorbeeld
van den thans met zulke scherpe mid
delen gestreden Fransch-Engelschen
tarievenoorlog moet ons dat duidelijk
maken. Zonder dat een van beide par
tijen er eenig voordeel bij heeft, han
teeren zij het moordende wapen uit
het arsenaal der protectie, van de ac
tieve handelspolitiek tot groote schade
van de welvaart der betrokken naties.
Wiat moet dan echter een naar alle kan
ten zoo kwetsbaar bedrijfsleven als
dat van Nederland wel overkomen,
als onze regeering haar bezinning eens
zou verliezen en bijvoorbeeld met groo
te landen een tarievenoorlog zou ont
ketenen, zooals er thans een tusschen
Frankrijke n Engeland woedt
Neen. zwakte is het zeker niet, in
dien wij ons tegen dergelijke kracht
metingen zouden verzetten. Want
sterk is slechts hij, die in kalme be-
lieersching zijn krachten voor betere
tijden weet te bewaren. Gelukkig geeft
onze regeering er bij voortduring blijk
van, van deze waarheid ten volle te
zijn doordrongen.
Wat zijn gedeelte betrof, het bestond, uit
vier kamers en een werkplaats, waar hij zijn
instrumenten en chemische preparaten had.
Het eene vertrek diende als slaapkamer, in
een ander stond zijn schrijftafel en zijn bi
bliotheek, die alleen uit wetenschappelijke
werken bestond, het derde vertrek werd ge
bruikt als eetsalon, terwijl het laatste de ont
vangkamer was.
Het vertrek evenwel, waarin Emil zich bij
voorkeur ophield, waar hij studeerde en peins
de, was de daareven genoemde werkplaats,
zijn chemisch laboratorium. Hier stond ook
een groote tafel met een groen kleed, waar
op hij de boeken, die hij bij zijn studie noo
dig had, uitspreidde Voor die tafel stond een
gesloten boekenkast, een kast, die althans
gesloten kon worden, waarin Emil teekenin-
gen, notitiën, de opgeschreven uitkomsten zij
ner studiën en ervaringen als geneesheer, de
vruchten van vlijtig dagwerk en lang nacht
waken, van den meest den geest vermoeien-
den arbeid bewaarde.
En de drijfkracht tot al die ontwikkeling,
tot al dat onverpoosde werken, waarin was ze
voor een groot deel gelegen geweest In zijn
liefde. In zijn liefde voor Feredie Zijn hart
had den wil gestaald.
Toen Emil de rue Bleue verlaten had, nam
hij een rijtuig en reed naar het Oosterspoor
weg-station, waar, gelijk men zich zal herin
neren, hij in de haast om zich naar zijn va
der en Andreas te spoeden, zijn bagage had
achtergelaten.
Van daar bracht hij zijn goederen naar
zijn woning in de wijk Passy. Hij had er niet
aan gedacht om iemand mede te nemen en
thans moest hij zijn kamers zelf op ruimen
en zijn koffers uitpakken. Daar de jonge dok
ter hulp noodig had, op den duur had hij het
toch niet zonder bediende kunnen stellen,
wendde hij zich tot den portier van het land
huisje en vroeg den man, of deze hem niet
een jongen kon bezorgen, zooals hij vroeger,
vóór zijn vertrek naar Duitschland, in dat
zelfde huis er een gehad had
Ja, dat treft nu eens uitmuntend riep
.de portier. Ik geloof, dat ik u gauw en goed
BINNENLANDSCH NIEUWS.
HET MYSTERIE VAN DE REEUWIJKSCHE
PLASSEN.
Men tast nog steeds in het duister.
De Avp. had een onderhoud met den subst.-
officier van justitie mr. J. G. .G Meischke,
die de zaak in onderzoek heeft en de stukken
ijzer en de eigendommen van Wubben in be
slag heeft genomen, in de hoop dat zij eenige
aanwijzingen kunnen verschaffen. Hij verklaar
de, dat aan de Reeuwijksche plassen niets
verdachts meer is gevonden. De plaats waar
het lijk is aangetroffen is hoogstwaarschijn
lijk ook de plek waar W. te water is gegaan.
Het is volstrekt niet onaannemelijk, dat de
jongeman de eenzaamheid heeft gezocht en
zonder dat van misdrijf sprake is, zich iets
onherstelbaars heeft aangedaan.
Hij zou zich dan zelf het ijzer aangebonden
moeten hebben. De heer Alberti, commissa
ris van politie te Rotterdam, heeft foto's ge
nomen van de wijze, waarop de stukken ijzer
zaten vastgesnoerd. Er is een proef genomen,
of W. zonder hulp kan hebben gehandeld.
Die proef bewees er de mogelijkheid van.
De tasch van den jongeman, een gewone
schooltasch, welke dubbelgevouwen over het
frame van een fiets kan hangen, was met
een T-vormig ijzer tegen zijn rug gedrukt.
Daaromheen sloot de regenjas, die met een
touw en de riemen om het middel was aan
getrokken. Met 2 aangebonden ijzeren sta
ven links en rechts was de belasting totaal
10 K.G. De mogelijkheid, dat er buiten hem
niemand anders aan te pas is gekomen» is
bewezen, maar is natuurlijk nog geen waar
schijnlijkheid, want deze zou moeten steunen
op andere aanwijzingen en deze ontbreken
geheel.
De vader heeft ontkend, dat de jongen
zwaarmoedig was Het eenige,. wat bij den jon
gen opmerkelijk is geweest, was dat hij nogal
onder den indruk is gekomen van de jongste
Mabuse-film
Gedachten aan moord.
De vader houdt vast aan de veronderstel
ling, dat de jongeling is meegelokt om zijn
diensten te bewijzen bij een of ander duister
plan en dat de bende zich daarna van hem
heeft ontdaan.
Allicht zou dan daarbij van een auto ge
bruik zijn gemaakt. Maar de plaats waar W.
te water moet zijn geraakt of geworpen
is moeilijk met een auto te bereiken, terwijl hij
toch in bedwelmden toestand er naar toe zou
zijn gebracht. Want verweerd heeft hij zich
niet.
Wat de tasch bevatte.
Het eenige wat aanwijzingen zou kunnen
verschaffen, is wat er in beslag genomen is.
De tasch bevatte slechts een passer, een re-
kenliniaal, spoorboekje en een paar brieven.
Die brieven hielden niets verdachts in,
maar zijn door den heer Alberti meegenomen
voor scheikundig onderzoek.
Verder hield de tasch nog een weekblad van
Nov. In (een vóór zijn vertrek naar Den Haag
op het station te Haarlem gekochte Haag-
sche Post), waaruit mag worden opgemaakt,
dat W. reeds van November af in 't water
moet hebben gelegen.
In Haarlem herinnert men zich niets meer
omtrent het verdwijnen van den jongeling,
dat perspectieven opent voor een nader onder
zoek.
Haarlem speurt verder
De Haarlemsche politie heeft haar onder
zoek in deze geheimzinnige zaak voortgezet.
Wederom hebben de rechercheurs tal van
personen, die direct of zijdelings in relatie
stonden tot het slachtoffer, gehoord, waarbij
evenwel geen enkele positieve aanwijzing
werd ontvangen, welke het onderzoek ten
goede zou kunnen komen.
Naar inspecteur Keesom, die het onderzoek
te Haarlem leidt, als zijn meening te kennen
gaf, wijst alles er op, dat alleen in Den Haag
de oplossing van dit drama gevonden zal
kunnen worden.
Inmiddels heeft de Haagsche politie van de
justitie te Rotterdam nog geen verzoek tot
het instellen van een onderzoek ontvangen.
In politie-kringen te Haarlem is men over
tuigd dat zelfmoord uitgesloten moet worden
geacht.
Geen zelfmoord.
De Avp. heeft nog een onderhoud gehad
met den burgemeester van Reeuwijk, den heer
L. J. Lucasse.
Deze zeide, niet de meening te zijn toege
daan, dat hier van zelfmoord sprake is.
Volgens hem zijn er punten in deze zaak,
die in een andere richting dan zelfmoord
wijzen.
Door de berichten, die tot dusverre versche
nen, hebben zich verschillende personen aan
gemeld, die meenen, dat zij aanwijzingen kun
nen geven.
DE WEG OVER DEN AFSLUITDIJK.
Aangezien is gebleken dat bij Kornwerder-
zand voor het verkeer, komende van Wierin
gen, ter hoogte van de haven, waar de weg
over den afsluitdijk een flauwe bocht maakt,
inzonderheid bij mistig weer, gevaar bestaat
te water te geraken, hebben de A.N.W.B. en
de K.N.A.C. bij den dienst der Zuiderzeewer
ken op het treffen van een voorziening b.v.
in den vorm van een seinplank langs het
baventalud aangedrongen.
CRISISPOSTZEGELS.
In aansluiting op een aankondiging van de
uitgifte van crisis-postzegels maakt het Nat.
Crisiscomite bekend, dat maatregelen zijn
getroffen, opdat ook door de plaatselijke cri-
siscomité's aan den verkoop kan worden deel
genomen, waarbij de opbrengst van door ei
gen activiteit verkochte postzegels geheel het
betrokken comité ten goede komt.
Een circulaire ter zake wordt dezer dagen
verzonden. Het N.C.C. doet een beroep op al
ler medewerking, dezen verkoop te doen sla
gen.
Hooldconducteur gedood.
Vrijdagmiddag omstreeks 4 uur is bij
het oversteken der rails op het station
emplacement te Boxtel de hoofdcon
ducteur P. van der Made door een
trein uit de richting Den Bosch over
reden. In 't ziekenhuis te Boxtel, waar
heen het slachtoffer werd vervoerd, is
hij in den loop van den avond over
leden.
Kraaien en Kerkbranden.
De heer J. Westra van Holthe te As
sen schrijft naar aanleiding van het
brandgevaar in oude torens o.a.
Op jnijn tochten door de provincie in
verband met het verzamelen van gege
vens heb ik alle torens beklommen en
bemerkte dat in vele daarvan sinds ja
ren kraaien, duiven en andere vogels
hun nesten hadden gemaakt, zoodat
er daarboven een opeenhoping was van
brandbare takken enz,
In een vergadering van het Prov.
College van Toezicht, waarvan ik se
cretaris ben werd deze zaak besproken
en het resultaat was, dat een circu
laire daaromtrent aan de Kerkvoogden
werd verzonden. Aangeraden werd de
galm- en andere gaten van stevig gaas,
(geen kippengaas, want dit kan door
kraaien worden stukgepikt te voor
zien.
Verder is gewenscht bij restauratie
of nieuwbouw de vloeren van beton te
maken.
Behoud Locaalspoorweg
Hoorn—Medemblik.
Onder voorzitterschap van den heer
K. Zijp Jzn., voorzitter van de Locaal
spoorweg Maatschappij Hoorn-Mede,m-
blik, vergaderde Vrijdag in het Koggen
huis te Medemblik aandeelhouders
van genoemde N.V. Locaalspoor en de
commissie van vijf, benoemd in de al-
gemeene openbare vergadering van be
langhebbenden, op Maandag 19 Maart
j.1. gehouden.
Er werd besloten, zoo spoedig moge
lijk een audiëntie aan te vragen bij den
minister van Waterstaat, teneinde
daar het behoud van de lijn Hoorn-Me
demblik te bepleiten.
Ook zal in een adres aan de Staten-
Generaal het behoud van de lijn wor
den bepleit, terwijl daarnaast eenige
Kamerleden zullen worden bezocht,
aan wie de belangen tot behoud van- en
de nadeelen van opheffing der lijn zul
len worden voorgelegd.
•-* 33»
TAXI TEGEN EEN BOOM.
Eén doode, twee gewonden.
Vrijdagavond kwart over elf is te
Dronrijp een doodelijk verkeersonge
val gebeurd. Bij het tramstation aldaar
is een vrachtauto, komende uit de
richting Franeker, op weg naar Gro
ningen tegen een Citax gebotst, die uit
de richting Leeuwarden kwam. Ver
moedelijk heeft deze laatste een te
groote vaart gehad en ook te veel mid
den op den weg gereden. Het gevolg
was, dat de auto's elkaar met de spat-
uit den nood kan helpen. Ik heb namelijk ie
mand op het oog, die mij onlangs door een
goeden kennis zeer werd aanbevolen. Die man
zoekt een betrekking. Zoo heel jong is hij niet
meer, omstreeks veertig jaar, maar in alle op
zichten een geschikte kerel. Hij heet Jerome
en was vroeger ook bediende bij een genees-1
heer in een der buitenwijken. Zou die u niet
aanstaan
Denkelijk wel.
Wil ik hem dadelijk bij u zenden
Kan hij dan onmiddellijk in dienst tre
den
Hij is tenminste al een week of drie bui
ten betrekking.
Goed, dan wil ik hem wel in dienst ne
men, als ik hem namelijk eerst gezien en ge
sproken zal hebben.
Ik zal hem bij u sturen, dokterMijn
neef, dat is mijn goede kennis moet u weten,
mijn neef heeft mij zijn adres achtergelaten,
rue de la Pompe, nummer drie-en-dertig. En
om zeker te werk te gaan, voegde de portier
er bij, moest ik hemzelf maar eens gaan ha
len, mijn dochter kan zoolang wel op de deur
passen. Binnen een uur breng ik u Jerome
hier als hij niet, wat ons op het oogenblik
minder zou lijken, reeds een anderen dienst
gevonden heeft.
Ruim een uur na dit gesprek kwam de por
tier inderdaad terug en zeide tegen den dok
ter
Ik heb hem meegebracht, mijnheer
Wilt gij hem dadelijk zien
Ja, laat hem maar binnenkomen. Ik heb
hem het een en ander te vragen.
De portier verliet de kamer en opende wel
dra de deur weer voor een klein, mager man
netje, dat nochtans vrijwel gespierd en sterk
was op het oog.
Jerome's gelaatskleur was zeer bruin, de
donkere oogen hadden iets onrustigs en glui
perigs. Zijn haar droeg hij heel kort afge
knipt en de onderkant van het gezicht ver
toonde de eigenaardige vlekken, die men dik
wijls kan waarnemen bij iemand, die zich
kort geleden den baard heeft laten afsche
ren. Hij was in het grijs, heel eenvoudig en
fatsoenlijk gekleed en verscheen met een
nieuwen vilten hoed in de hand.
Het eerste onderzoek scheen voor den toe-
komstigen bediende niet bijzonder gunstig uit
te vallen, want de dokter trok zijn wenkbrau
wen samen. Het uiterlijk van dien man stond
hem geenszins aan, doch zijn houding was
goed, hij had iets over zich wat wel aan stipt
heid en orde deed denken.
Waar heb je alzoo gediend begon Emil.
Na het verlaten van den militairen
dienst, antwoordde de man, werd ik dadelijk
aangesteld als bediende in het laboratorium
van den Jardin des Plantes, van daar ging ik
naar dokter Deny de Pecq en bleef daar ze
ven jaar.
En waarom heb je dien dienst verlaten
vroeg Emil.
Omdat de dokter is overleden, mijnheer,
nu ruim drie weken geleden, anders was ik
zeker nog bij hem, want ik had van mijn
kant geen reden van klagen en mijnheer was
ook altijd heel goed over mij tevreden.
Heb je getuigschriften
Ja, mijnheer Ik zou mij niet bij u heb
ben aangemeld, als ik u niet van mijn trouw
en eerlijkheid overtuigen kon.
Hierop nam de man eenige papieren uit
een oude portefeuille, die hij uit zijn borstzak
haalde.
Hier is het getuigschrift van den Plan
tentuin, zei hij, en hier heb ik het attest van
mevrouw RaymondDowlères, de dochter
van dokter Deny de Pecq, waarin vermeld
staat, dat haar vader het volste vertrouwen
in mij stelde.
En waarom heeft die dame zelf je niet
in dienst gehouden
Ja, mijnheer, ik geloof, dat die uit zui
nigheid er geen mannelijken bediende op na
houdt en om u de waarheid te zeggen, ben
ikzelf ook liever in dienst bij een heer, bij
voorkeur een geneesheer.
Heb je je paspoort uit den militairen
dienst vroeg Emil verder.
Hier ontstond eenig stilzwijgen en zoo de
dokter opmerkzaam was geweest in plaats
van de getuigschriften in te zien, zou hij mis
schien eenige verwarring bij Jerome hebben
ontwaard, trouwens niet langer dan een oo
genblik.
Zeker, natuurlijk, jawel mijnheer, ant
woordde de man, maar dit heb ik op het oo
genblik niet bij mij het ligt in mijn koffer
en ik zal het mijnheer laten zien, zoodra
mijnheer dat verlangt. Zeven jaar heb ik
gediend en altijd met een blanco strafregis
ter na vijf jaar werd ik korporaal en de
kapitein zei tegen mij dat ik sergeant zou
worden als ik wilde bij teekenen, maar daar
had ik niet veel zin in.
Wat kun je alzoo uitvoeren hernam
Emil. Ik ben niet rijk, voegde hij erbij en ik
moet iemand in dienst hebben, die kamenier,
boodschappenlooper en, tevens kok is voor
het geval ik thuis verkies te blijven eten.
De man lachte.
Ja, ziet u, mijnheer als men soldaat is
geeest en de veldtochten in Italië en Afrika
heeft meegemaakt, staan de handen zelden
verkeerd. In het soldatenleven leert men zich
wel redden en behelpen. Ik ben weliswaar bij
dokter Deny nooit kok geweest, maar als het
mijnheer nu niet bepaald te doen is om fijne
gerechten, dan zal mijnheer over mijn kook
kunst niet ontevreden zijn.
Dat is nogal goed geantwoord, Jeremo
Hoeveel was je loon bij dokter Deny
Toen ik pas in dienst kwam, kreeg ik
dertig francs per maand, mijnheer, maar dat
was tot vijftig opgeklommen, toen de dokter
kwam te sterven.
Nu, ik geef je dadelijk vijftig francs in
de maand, als ik over je tevreden ben. Ga nu
heen en haal je goed
Jerome kon een beweging van blijdschap
nauwelijks onderdrukken. Zijn kleine oogen
schitterden.
Mag ik dadelijk in dienst treden vroeg
hij.
Natuurlijk Je bent immera vrij
Ja, mijnheer, ik kan over een uurtje
hier terug zijn, als mijnheer het verkiest.
Best. Hoe eer hoe beter
Jerome ging heen.
(Wordt vervolgd.)-