25e JAARGANG
DINSDAG ib MEI 1934
No. 39
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR
WIERINGEN EN OMSTREKEN
WIERINGER COURANT
VERSCHIJNT ELKEN
DINSDAG en VRIJDAG
ABONNEMENTSPRIJS
per 3 maanden 1.
UITGEVER:
CORN. J. BOSKER WIERINGEN.
BUREAU
Hippolytushoef Wieringen
Telef. Intercomm. No. 19.
ADVERTENTIëN
Van 1 5 regels
Iedere regel meer
1 0.50
f 0.10.
BÜITENLANDSCH NIEUWS.
Overvloedige walvischvangsten. in
Poolzee.
Volgens schatting van den direc
teur van het Museum voor Natuurlij
ke Historie te Auksland (Noorwegen),
worden eiken zomer door Noorsche
schepen in de wateren van de Zuide
lijke Poolzee ongeveer 42.000 walvis-
schen gevangen. Als dit zoo doorgaat
zal het niet lang duren of de walvis-
schen in de wateren van de Zuidpool
zullen zijn uitgeroeid.
Noorwegen heeft feitelijk de laatste
jaren een monopolie gekregen voor de
walvischvangst. De jachtmethoden
zijn zoo gemoderniseerd, dat de ree-
ders van een schip ontevreden zijn in
dien zij niet minstens 1000 walvisschen
per seizoen opleveren.
Tweeduizend boeren dakloos
Ruim 2000 boeren op de hellingen
van de Serra da Estrella zijn dakloos
geworden als gevolg van een hevigen
storm, gepaard gaande met regen en
hagel. Vele jnenschen werden door
groote hagelsteenen gewond en dui
zend schapen zijn gedood. De verbin
dingen zijn verbroken. De Portugee-
sche regeering treft alle mogelijke
maatregelen om hulp te verleenen.
Strijd iusschen roovers en. Zigeuners.
In de ojngeving van Smyrna woedt,
een hevige strijd tusschen roovers en
zigeuners. Zoowel de roovers als de
zigeuners zijn vogelvrij verklaarden,
doch gewoonlijk zijn de zigeuners, die
veel rijker zijn dan de roovers, het
meest gevreesd. De moelijkheden zijn
ontstaan, doordat een rooverbende 'n
zigeunerkamp overviel, de mannen
en vrouwen met touwen vastbond en
met al hun geld, een groote -som in
goud, benevens een groot aantal paar
den verdween. De zigeuuers deden, na
dat zij zich van de touwen hadden be
vrijd, hun beklag bij de politie, doch
zij vonden weinig sympathie. Zij heb
ben nu aan alle roovers den oorlog
verklaard. Reeds is het eenige malen
tot een sapientreffen gekomen en het
leger roovers, dat Anatolië bevolkt,
verkeert in een staat van alarm, daar
de zigeunerbenden goed bewapend
zijn en verreweg de overhand hebben.
Zigeunermuziek in een kerk.
In een Hongaarsche stad van Zeven
burgen in Maravasarhety hebben de al
daar wonende Zigeunerpiusici beslo
ten getuigenis af te leggen van hun
aanhoorigheid tot de kerk. Zij gingen
op zeer origineele wijze te werk. Zij
vormden onder leiding van den pri
mas, Béla Bimbo, een cfc'kest en vroe
gen permissie van den pastoor om in-
plaats van orgelmuziek hun eigen or
kest in de kerk toe te laten en aan de
mis met hun muziek deel te nemen,
hetgeen de pastoor toegestemd heeft.
Bij het begin speelden ze een ouver
ture van Mendelssohn, daarna de brief
aria van Tosca, het Ave Maria van
Tosca, het Ave Maria van Schubert en
Gounod, de Sicciliana van Puccini en
een gedeelte van Verdi's Troubadour.
FEUILLETON.
OM HET GOUD.
(102.
Kom hier met je hoofd Fatma, dicht bij
mijn mond, opdat ik zachtjes spreken en
mijn krachten sparen kan. Vaarwel, mijn lie
ve Matma Troost mijn broer. Zeg hem, dat
slechts een deel van mij gestorven is, omdat
jij bij hem blijft en de overeenkomst tus
schen ons zoo groot is, dat hij in jou nog
altoos de gestorven Feredie zal kunnen zien.
Troost Emil, waak over hem, als ik er niet
meer zijn zal. Luister nu goed, Fatma, beloof
me, dat je mij gehoorzamen zult.
Ik beloof het je, Feredie, stamelde Fat
ma.
Welnu dan, als ik er niet meer ben, als
bij Emil de eerste diepe smart eenigszins is
verzacht, hef dan voor hem je sluier op, al
wordt dat ook door onze zeden verboden, we
zijn hier niet in ons land en Murad zal, zoo
dra hij vernomen heeft, wat mijn verlangen
is, zich niet tegen die handelwijs verzetten
en toon Emil je gelaatneem je sluier geheel
weg en toon Emil je gestalte, dan zal hij den
ken mij voor zich te zien, of liever ons bei
den in één persoon. En vanlieverlede zal hij
je gaan beminnen. Fatma, zooals hij mij be
mind heeft, dat alleen kan hem redden
Zweer mij, dat je dat doen zult, wat ik van je
verlang, zweer mij dan.
Ik zweer het je, antwoordde Fatma wee-
nend.
Ween niet, sprak Feredie troostend. Ik
voel nergens pijn, de dood nadert mij in een
zoeten slaap. Geef mij je hand, mijn Fatma
De stem der stervende werd al zwakker en
zwakker.
Zie, God is goed, ging zij voort. Hij
schonk ons beiden dezelfde trekken, ik blijf
in je voortleven. Je zult Murad's genegenheid
in dubbele mate ondervinden en Emil zal zijn
liefde voor mij op jou overbrengen. En dat
De violen, de bas en de cymbal klon
ken prachtig in de oude kerk, de Zigeu
nerpiuziek heeft de aanwezigen ge
boeid. Na afloop heeft pastoor Jaross
namens de geloovigen hartelijk dank
gezegd.
Het drama te Lorient in Frankrijk.
Mevrouw Henriot door haar
man vermoord.
De groot-grondbezitter Michel Henri
ot, de neef van het Kamerlid Henriot
en de zoon van een officier van justin
tie, heeft bekend, dat hij zijn 19-jarige
vrouw heeft gedood, om in het bezit te
kopien van het hooge bedrag, waar
voor haar leven was verzekerd.
Henriot had n.1. een maand gele
den voor zijn vrouw een levensverze
kering gesloten van SÖ0.Ü00 frs., waar
bij uitdrukkelijk werd bepaald, dat de
verzekeringssom ook bij een geweld
dadige dood zou worden uitgekeerd.
Henriot had aanvankelijk verklaard
hij zijn vrouw met kogelwonden dood
in zijn huis had aangetroffen, toen hij
van de jacht terugkeerde. Aangezien
zijn verhaal weinig waarschijnlijk leek
werd hij nogmaals poor den rechter
van instrucie verhoord. Zijn bekente
nis heeft groot opzien gebaard.
Mevrouw Henriot heeft haar man,
met wien zij in September van het vo
rig jaar getrouwd is, leeren kennen
door een dagblad-advertentie. Zij zou
185.000 francs hebben meegebracht,
die in het bedrijf van de zilvervos-
kweekerij zijn gestoken.
GEMEENTE WIERINGEN.
VISSCHERSVEREENIGING D. E. T. V.
In principe besloten tot aansluiting:
bij de Landelijke - Vereeniging voor
kustvisschers. Als lid van de
contactcommissie benoemd de heer
J. Lont J.Gz.
InHotel „Centraal" te Hippolytushoef heeft
Zondagmiddag een algemeene vergadering
plaats gehad van D.E.T.V. die zeer goed be
zet was, honderdvijftien leden hadden aan
de oproep gevolg gegeven.
Te ongeveer drie uur opende de heer J. J.
Tijsen de vergadering met het gebruikelijke
welkomswoord, zijn verheugenis er over uit
sprekende dat de belangstelling zoo groot is.
Spr. wijst er op dat de uitkomsten der vis-
scherij slecht zijn en indien er veel visch
wordt aangevoerd de prijzen verbazend laag
zijn.
In verband met de nogal belangrijke agen
da, wil spr. voorstellen de notulen van de
vorige vergadering niet te lezen en voor ken
nisgeving aan te nemen. Waartoe besloten.
Hierop is aan de orde het verslag van een
gehouden vergadering te Amsterdam, waar
aan behalve door D. E. T. V. en de Motorvis-
schersvereeniging „Wieringen" werd deelge
nomen door de visschersvereenigingen Hel
der, Harlingen, Texel, Scheveningen en Urk,
om te komen tot een landelijke vereeniging
alle kustvisschers omvattende.
Wij stippen uit dit verslag het volgende
aan Deze vereeniging waarvan tot oprich
ting werd besloten, is geboren uit de drang
der omstandigheden, plaatselijk kan men niet
die kracht en actie meer ontwikkelen die
noodzakelijk is om het kustvisscherijbedrijf
weer op de been te helpen. Ongeacht de goe
de bedoelingen die de Burgemeester van
Velsen heeft gehad voor het groot-visscherij -
bedrijf IJmuiden, ligt er een groot gevaar in
alles komt nagenoeg vanzelf omdat je gelaat,
je oogopslag en je lach dezelfde zijn van de
arme gestorven Feredie. Vaarwel, Fatma, tot
wederziens, mijn geliefde zusterVraag nu
aan Emil, aan Murad en aan allen, die mij
liefhebben, of ze weer binnenkomen. Het zal
nu weldra gedaan zijn
Fatma ging en riep Murad en de anderen,
die bij de deur wachtten.
Zwijgend hadden zich weldra Emil, Murad,
Fatma en Andreas om het sterfbed vereenigd,
terwijl Azep en de andere bedienden, man
nen en vrouwen, met gevouwen handen, ge
knield op eenigen afstand lagen te bidden en
te weenen.
Hoewel hij zeer bleek zag, wist Emil zich
met schier bovenmenschelijke inspanning be
daard te houden. Hij had Feredie's hand ge
grepen en telde de polsslagen. Hun aantal
verminderde gestadig in de minuut. Hij leg
de zachtjes zijn hand op het hart van het
meisje, op dat edele, tot op het laatste oo-
genblik voor hem kloppende hart. Eerst voel
de hij niets meer, maar langzamerhand, dit
was de wondermacht der liefde, deed de
hand van den veelbeminden man nog eens
dat hart herleven en hergaf ze daaraan nog
een weinig kracht.
De stervende opende voor het laatst de oo-
gen. Zij poogde nog eenmaal te glimlachen,
doch zij vermocht het niet meer.
Het laatste oogenblik was aangebroken.
Emil knielde neder.
Feredie zag het hem doen.
Vaartwel, mijn vrienden prevelde zij.
Ik heb je lief, EmilWeen niet zoo, ik ver
laat je niet voor eeuwig, vergeet het niet,
dat ik niet voor altijd heenga, ik zal weer voor
je verschijnen, spoedig zul je mij weder zien,
wedervinden
En haar albasten hand, die fijne vingers
aan de lippen brengend, wierp zij allen, die
haar omgaven, een laatste kushand toe.
Feredie was overleden.
Emil richtte zich op en verliet met langza
me schreden het vertrek, zonder dat iemand,
in de zielesmart, die allen schreiend aan het
sterfbed deed verwijlen, acht op zijn heen
dat men IJmuiden met de visscherij gaat
vereenzelvigen. Doch ook buiten IJmuiden
om is nog veel visscherij.
Eerst wanneer alle visschers zich aaneen
gesloten hebben, kan men zich met een ver
zoek tot de Regeering wenden om maatrege
len te nemen in het belang van de visscherij
Erkend werd dat men in de goede tijden
van uitvoer naar het buitenland, de binnen-
landsche afzet heeft verwaarloosd.
Dit wreekt zich nu, de afzet in het binnen
land is bij lange niet wat ze zijn kon.
Van de vischhandel is nog niet te verwach
ten dat zij activiteit aan den dag gaat leggen
om de binnenlandsche voorziening ter hand
te nemen, het wordt daarom hoog tijd dat de
visschers in hun eigen veelbegrepen belang
zich daarmede gaan bemoeien.
In verband hiermede werd er opgewezen
hoe men dit in Stockholm heeft aangepakt.
De visschers hebben daar een eigen maat
schappij opgericht genaamd „Vischtransport",
welke zich ten doelt stelt, aan de bevolking
visch te leveren, welke verscher en goedkoo-
per is, dan deze tot dusver ontving. De dis
tributie geschiedt door middel van visch-
winkels, tegen te voren vermelde prijzen.
Hiervoor is noodig echter een krachtige or
ganisatie, die zulk een zaak behoorlijk kan
doen functioneeren. Wanneer de visschers
zich zoo aanéénsluiten en toonen dat het hun
ernst is, doelbewust aan te sturen op een op
leving in hun bedrijf, dan zullen ze zeker
kunnen zijn van den steun van de regeering.
Dit zijn zoo ongeveer de hoofdtrekken uit het
verslag van deze vergadering, hetwelk door
de secretaris de heer Jb. Lont werd voorge
lezen.
De voorzitter zegt dat een deel van het be
stuur deze vergadering heeft bijgewoond, voor
aansluiting heeft men zich niet uitgesproken,
dit wilde men de leden zelf laten uitmaken.
Aansluiting zal geld kosten, hoeveel hangt er
van af of alle vereenigingen meedoen. Indien
Harlingen niet meedoet heeft het ook geen
zin voor Wieringen om mee te doen. Indien
men echter alle visschers bij elkaar kan krij
gen, gelooft spr. dat de bond veel goeds kan
doen.
Spr. zou gaarne de meening van de verga
dering willen hooren.
De heer Jb. Bakker zegt dat de motorvis-
schers besloten hebben zich aan te sluiten,
Wanneer de visschers niet gezamenlijk optre
den, zullen zij hun eigen graf graven, de en
keling vermag alleen niets meer. Wanneer
men nagaat zegt spr. dat wij een dubbeltje
per kist voor de haring krijgen en dat ze in
Amsterdam voor de ramen liggen voor 4 voor
een dubbeltje is dat een bewijs dat er nog
wel wat aan visch verdient kan worden.
Spr. is sterk voor aansluiting.
Nadat er nog onderling wat over is gedis-
cuseerd wordt besloten in principe aan te
sluiten onder voorbehoud dat Harlingen ook
aansluit.
De Zeegraskwestie nog in onderzoek.
Naar aanleiding van de kwestie over het
verdwijnen van het is door D. E. T. V. een
adres aan de regeering gericht, waarin men
een tegenovergestelde meening naar voren
heeft gebracht, als die van de regeerings-
adviseurs n.1. dat het verdwijnen zijn oorzaak
zou hebben gevonden in een ziekte die van
Amerika naar hier zou zijn gekomen.
Bij de visscherij was men echter van mee
ning dat dit een noodlottig gevolg zou zijn
van de Afsluiting.
Uit het door D. E. T. V. ontvangen schrij
ven is nu gebleken dat een hernieuwd onder
zoek door deskundigen plaats heeft.
Het rapport hierover-kan spoedig worden
verwacht.
Minder spuien niet mogelijk.
Op een verzoek van D. E. T. V. om wat min
der te spuien was in verband met noodzake
lijke peil van het IJsselmeer een afwijzende
beschikking binnen gekomen. Wel werd toe
gezegd om zoo mogelijk een dag van te vo-
gaan sloeg. Wankelend ging hij de deur uit.
In een der andere vertrekken gekomen, nam
hij een Turkschen dolk, die op een tafeltje
lag en betrad vervolgens zijn kamer, dezelfde,
die Gabrielle Bertara eenmaal had bewoond.
Hij zette zich op den kant van zijn bed en
stiet zichzelf den dolk in het lichaam.
Emil zonk achterover op het bed, in zich
zelf mompelend
Feredie, ik volg je. Feredie, wacht mij
Wederom een gelukkig toeval, waarover
Rouquin zich kon verheugen.
Fatma was de eerste, zelfs nog vóór Andre
as, die, terwijl zij zich de laatste woorden
van haar gestorven zuster herinnerde, aan
Emil dacht, en zij ontstelde toen zij zijn af
wezigheid bemerkte.
Ze wendde zich met gedempte stem tot An
dreas
Uw broeder is weg O, ik bid u, ga hem
dadelijk zoeken
De toon, waarop die wensch werd geuit,
klonk zoo dringend, was zoo angstig, dat An
dreas in allerijl heenging om Emil te zoeken.
Hij vond de deur van Emirs kamer open en
stormde naar binnen. Plotseling bleef hij ech
ter als aan den grond genageld staan, hij
gilde het uit van schrik en ontzetting.
Hij zag Emil op het bed liggen met het ge
laat van een doode. Bloed stond er op zijn
mond. Een smalle bloedstreep vloeide lang
zaam uit de borst op het witte linnen. Kramp
achtig omklemden Emil's beide handen het
beddelaken alsof ze het wilde stukwringen.
Zijn oogen waren vast gesloten de arme man
had in de laatste oogenblikken zijns levens
het beeld der geliefde als het ware willen
vasthouden.
Hulpriep Andreas zich vermannend,
hulp Mijn broeder is dood, mijn broeder is
dood
Murad en Fatma en alle anderen in de
sterfkamer hoorden dat hulpgeschrei met
siddering. De kreet klonk zoo vertwijfeld, zoo
doordringend, dat Murad en zijn zuster on
willekeurig een blik op Feredie wierpen, in
de vreemde, geheel onlogische bezorgdheid,
dat de doode het vreeselijke woord mocht heb
ren het spuien bekend te maken, zoodat de
visschers dan hun want weg kunnen halen.
Beide stukken werden voor kennisgeving
aangenomen.
Benoeming lid Contact-Commissie.
Uit een schrijven van den Rijksdienst blijkt
dat de regeling welke verleden jaar is getrof
fen voor belanghebbenden ingevolge de Z.Z.
Steunwet visschende in het IJsselmeer, waar
in werd vastgelegd, dat een bepaald bedrag
als inkomen zou worden behoeven te worden
gewijzigd al naar de uitkomsten der vissche
rij, ook voor het tijdvak 1 Juli 1934 tot einde
Juni 1935 weer zal gelden.
De noodzakelijkheid van een z.g. Contact-
Commissie voor voorlichting van de Rijks
dienst is echter gebleken, welke uit 13 leden
zou moeten bestaan.
Voor Wieringen moet één lid aangewezen
worden, welke alleen gekozen mag worden
uit belanghebbenden die zich aan deze rege
ling hebben onderworpen.
Teneinde de stemming hiervoor wat te be
spoedigen zou de voorzitter gaarne eenige
candidaten willen noemen.
De vergadering keurt dit goed, waarop na
een vrije en herstemming de heer J. Lont
J.Gz. wordt gekozen.
De heer S. P. de Vries als voorzitter van de
pl. Commissie feliciteert de vergadering met
deze benoeming. De heer Lont is z.i. de rech
te man op de rechte plaats.
De heer Lont zegt de vergadering dank
voor het vertrouwen in hem gesteld, hij zal
naar zijn beste kunnen trachten de belangen
van de visschers te behartigen.
RONDVRAAG. De heer Jb. Bakker vraagt
of het niet geboden zou zijn om te voorko
men dat de paling wordt doodgevischt, de
maat met 5 c.m. te vergrooten.
Er worden groote hoeveelheden kleine pa
ling in het IJsselmeer gespuid, die volkomen
wordt vernietigd. Indien men de maat zou
vergrooten zou het gevaar van doodvisschen
niet behoeven plaats te hebben.
De voorzitter zegt dat het voorstel van Bak
ker prachtig is, maar.de bezwaren zullen
komen van de Zuidwal, wat wij hier onder-
maatsch noemen is daar eetbare waar.
De heer D. Tijsen heeft eenige aanmerkin
gen op de adviezen die worden verstrekt voor
de Z. Z.-steunwet.
Hij heeft hiermede op het oog de mosselen-
visschers die buiten deze wet vallen, omdat
de mosselenvisschers worden gerekend onder
de slachtoffers van de crisis, wat zi. niet het
geval is, ook zij die op mosselen visschen
hebben nadeel van de afsluitdijk, doordat zij
zich nu niet op een andere meer loonende
visscherij toe kunnen leggen.
Bij monde van de voorzitter en de heer
S. P. de Vries wordt er echter op gewezen,
dat het bestuur en de plaatselijke Commissie
nog dagelijks bezig zijn om een andere ge-
dachtengang bij de Rijksdienst ingang te
doen vinden, zoowel voor de mosselenvis
schers als voor de wiervisschers, die ook niet
onder de regeling vallen, echter tot nog toe
zonder resultaat.
De heer Jn. Smit zou gaame willen dat voor
de waardevermindering ook zij nog in aan
merking zouden komen die nu buitengesloten
zijn.
Zal worden verzocht.
De voorzitter zegt dat deze week de Inspec
teur van de Rijksdienst op Wieringen komt
voor eenige besprekingen. Spr. zal trachten
een onderzoek te verkrijgen en indien de re
sultaten hiervan weer onbevredigend zijn zou
spr. willen voorstellen dat het bestuur mach
tiging krijgt om zich in verbinding te stellen
met de voorzitters van alle kamerfracties.
Bijna alle kamerleden waren van oordeel
dat de Z. Z. wet zooals de minister hem voor
stelde voor de visschers onvoldoende was.
De minister beloofde echter een soepeler
toepassing,, waarna de kamer zich er mede
vereenigde.
Tot nog toe wordt de wet echter zeer schriel
toegepast, en voor eenige weken heeft spr.
met de burgemeester nog een onderhoud bij
de Inspecteur gehad, waar wij aanvankelijk
met goede moed vandaan gingen, van al de
toezeggingen is niets terecht gekomen, zoodat
spr. tot de bovengeschetste maatregel wil
overgaan als het ook deze week op niets uit
loopt.
Wordt goedgevonden.
Op voorstel van den heer J. Lont J.Gzn.
wordt besloten aan de Ontvanger te verzoe
ken om voor de kommenvisscherij aan de
Zuidkant van de Afsluitdijk een zelfde rege
ling te willen treffen als aan de Noordkant
geldt, alleen voor Wieringen.
De heer Jb. Lont verzoekt belanghebbenden
nog de consenten te willen voldoen voor het
Amstelmeer.
Besloten wordt nog om opnieuw de Wierin-
germeer in te pachten.
Hierna sluit voorzitter de vergadering.
Den Oever. De Muziekvereeniging
Apollo" behaalde j.1. Zondag op het
Concours te Andijk in de Eerste Afd.
Harmonie 'n 2e prijs met 137^ punten.
ben vernomen, dat het haar in haar rust
mocht hebben gestoord.
Murad vloog naar Emil's kamer, Fatma
bleef alleen bij het sterfbed.
Murad vond Andreas onmachtig aan Emil's
voeten. Hij begreep oogenblikkelijk den toe
stand, hij begreep, dat Feredie's dood met
bloedige letters hier was ingegrift. Emil had
zijn uitverkorene geen uur willen overleven.
Hoewel Murad door de twee zoo snel op el
kander gevolgde gebeurtenissen, die hem als
een bliksemstraal hadden getroffen op het
hevigst ontroerd was, begaf hem toch zijn te
genwoordigheid van geest, niet. Hij vergewis
te zich allereerst, of Emil inderdaad dood
was. Hij greep een klein stuk kristal en hield
dat aan Emil's mond. Hij meende een zacht,
nauwelijks merkbaar kloppen van het hart
waar te nemen en het kristal werd althans
een weinig beslagen. Emil leefde dus nog. En
als dit het geval was, bestond er dan misschien
niet kans, om hem nog te redden
Murad belde en zond Azep in allerijl naar
den geneesheer.
Deze kwam nog spoediger dan iemand ver
wacht had, aangezien hij zich juist naar Mu
rad's paleis had begeven, daar hij in overleg
met Emil Senechal, Feredie was blijven be
handelen dezelfde geneesheer, die op Fere
die's verlangen aan Emil zijn hulp had ver
leend. Het was een klein mager jongmensch,
met bruine gelaatskleurhij heette Ylling-
don en was ontegenzeggelijk een bekwaam
arts.
Dat is een vreeselijk geval, riep hij. Dat
moet in een hevigen aanval van koorts zijn
geschiedtIk heb iets dergelijks vanmorgen
reeds verwacht en zeide daarom, dat men
geen wapens in zijn nabijheid moest laten.
Die omstandigheid was Murad onbekend,
de geneesheer had dit tegen Feredie gezegd
en hij deed er dus het zwijgen toe.
Dokter Yllingdon verwijderde voorzichtig
den dolk uit de wond. Het bloed stroomde nu
tappelings.
Nog een paar minuten en mijn arme col
lega ware gestorven meende de dokter.
Hierop onderzocht hij met gefronste wenk-
PROVINCIAAL NIEUWS.
UITSLAG CONCOURS v.d. VVest-
Friesche Bond van Harmonie- en Fan
farecorpsen op Zondag j.1. te Andijk.
13 corpsen namen er aan deel.
Tweede afd. Fanfare
Door Wilskr. Verkr. Venhuizen 2e pr.
met 132 p. Cresendo Oude Niedorp
le pr. met 146 p. Concordia Abb.-
Lambertsch. 2e pr. met 14D/2 p.
Eerste afd. Fanfare
Onder Ons Hauwert 2e pr. met 136V2 P-
Eensgezindheid Heiloo le pr. m. 165 li-
Eerste afd. Harmonie
Apollo Wieringen <2e pr. met 137^ p.
Kunstzin Julianadorp 2e pr. m. 128 p.
Uitmuntendheid Fanfare
Excelsior Warder, 2e pr. met 135V& p.;
Willen is Kunnen Lutjebroek le pr.
met 160 p.
Eere-afd. Fanfare
Andante Oosthuizen le pr. m. 166l/2 p.;
West-Frisia Twisk le pr. met 163^ p.;
Onder Ons Dirkshorn le pr. m. 177 p.;
Ons Genoegen Wijdenes le pr. met
178 p.
Eere-wedstrijd Fanfare
Ons Genoegen Wijdenes le pr.
Onder Ons Dirkshorn i2e pr.
De Vriendschap Schoorl 3e pr.
Eere-wedstrijd Harmonie
De Eendracht Kolhorn 3e pr.
Slecht jaar voor Langendijk.
Van alle kool en aardappelen
(20 pCt. vernietigd.
Het jaar 1933 is voor den tuinbouw
weer allesbehalve gunstig geweest,
wat wel sterk tot uiting komt in het
jaarverslag van de Langendijker
Groenten-Centrale.
Enorme quantiteiten groenten en
aardappelen zijn onverkoopbaar ge
bleven. Om enkele cijfers te noemen
vermelden wij, dat b.v. 3.578.694 Kg.
aardappelen en 5.635.670 Kg. kool niet
kon worden verkocht en vernietigd
moest worden. Dit zijn maar enkele
cijfers, behalve deze zijn nog groote
quantums bieten, bloemkool e.d. niet
in de circulatie gebracht.
brauwen en ingehouden adem met de groot
ste oplettendheid Emil's hart.
We behoeven hier de hoop nog niet op
te geven, sprak hij toen, de dolk schijnt te
zijn afggestuit, anders was alles reeds gedaan
geweest, de zoogenaamde edele deelen zijn
ongedeerd.
Hij verbond den gekwetste en schreef een
versterkingsmiddel voor.
Ik kom over een paar uur nog eens terug.
Wilt ge mij nu helpen, aldus wendde zich dok
ter Yllingdon tot Murad en Andreas, om den
patiënt te ontkleeden het is geen gemakke
lijke taak, om hem behoorlijk in bed te leg
gen.
Men deed wat de dokter verlangde.
Emil verroerde zich bijna niet.
Over die onmacht behoeft ge u niet te
beangst te maken, meende de arts, de toe
stand kan eenige uren, wellicht eenige dagen
voortduren. Mijnheer Senechal zal van tijd
tot tijd wel enkele heldere oogenblikken heb
ben, maar daarna weer in de vorige verdoo-
ving vervallen. Dit is een gevolg van het
bloedverlies en van de lichaamszwakte, daar
onze patiënt nog niet behoorlijk van zijn
zeer ernstige ziekte was hersteld.
Maar gij kunt mijn broeder redden, niet
waar? vroeg Andreas aan den dokter met
bevende stem.
Het is moeilijk geval, de grootste voor
zichtigheid moet hier in acht worden geno
men, antwoordde dokter Yllingdon, waarop
hij zich nog eenigen tijd met Murad onder
hield over hét droevig afsterven van Feredie,
dat deze hem met enkele woorden had mede
gedeeld. Eindelijk ging hij heen met de be
lofte dien avond nog eens terug te zullen
komen.
Andreas bleef bij Emil. Murad ging naar
Fatma, die nog bij het sterfbed lag neerge
knield.
Wat zegt de dokter vroeg het meisje in
angstige spanning en op den fluisterenden
toon, die gewoonlijk in het bijzijn van een
geliefden doode wordt in acht genomen.
(Wordt vervolgd.)