25e JAARGANG DINSDAG ib MEI 1934 No. 39 NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR WIERINGEN EN OMSTREKEN WIERINGER COURANT VERSCHIJNT ELKEN DINSDAG en VRIJDAG ABONNEMENTSPRIJS per 3 maanden 1. UITGEVER: CORN. J. BOSKER WIERINGEN. BUREAU Hippolytushoef Wieringen Telef. Intercomm. No. 19. ADVERTENTIëN Van 1 5 regels Iedere regel meer 1 0.50 f 0.10. BÜITENLANDSCH NIEUWS. Overvloedige walvischvangsten. in Poolzee. Volgens schatting van den direc teur van het Museum voor Natuurlij ke Historie te Auksland (Noorwegen), worden eiken zomer door Noorsche schepen in de wateren van de Zuide lijke Poolzee ongeveer 42.000 walvis- schen gevangen. Als dit zoo doorgaat zal het niet lang duren of de walvis- schen in de wateren van de Zuidpool zullen zijn uitgeroeid. Noorwegen heeft feitelijk de laatste jaren een monopolie gekregen voor de walvischvangst. De jachtmethoden zijn zoo gemoderniseerd, dat de ree- ders van een schip ontevreden zijn in dien zij niet minstens 1000 walvisschen per seizoen opleveren. Tweeduizend boeren dakloos Ruim 2000 boeren op de hellingen van de Serra da Estrella zijn dakloos geworden als gevolg van een hevigen storm, gepaard gaande met regen en hagel. Vele jnenschen werden door groote hagelsteenen gewond en dui zend schapen zijn gedood. De verbin dingen zijn verbroken. De Portugee- sche regeering treft alle mogelijke maatregelen om hulp te verleenen. Strijd iusschen roovers en. Zigeuners. In de ojngeving van Smyrna woedt, een hevige strijd tusschen roovers en zigeuners. Zoowel de roovers als de zigeuners zijn vogelvrij verklaarden, doch gewoonlijk zijn de zigeuners, die veel rijker zijn dan de roovers, het meest gevreesd. De moelijkheden zijn ontstaan, doordat een rooverbende 'n zigeunerkamp overviel, de mannen en vrouwen met touwen vastbond en met al hun geld, een groote -som in goud, benevens een groot aantal paar den verdween. De zigeuuers deden, na dat zij zich van de touwen hadden be vrijd, hun beklag bij de politie, doch zij vonden weinig sympathie. Zij heb ben nu aan alle roovers den oorlog verklaard. Reeds is het eenige malen tot een sapientreffen gekomen en het leger roovers, dat Anatolië bevolkt, verkeert in een staat van alarm, daar de zigeunerbenden goed bewapend zijn en verreweg de overhand hebben. Zigeunermuziek in een kerk. In een Hongaarsche stad van Zeven burgen in Maravasarhety hebben de al daar wonende Zigeunerpiusici beslo ten getuigenis af te leggen van hun aanhoorigheid tot de kerk. Zij gingen op zeer origineele wijze te werk. Zij vormden onder leiding van den pri mas, Béla Bimbo, een cfc'kest en vroe gen permissie van den pastoor om in- plaats van orgelmuziek hun eigen or kest in de kerk toe te laten en aan de mis met hun muziek deel te nemen, hetgeen de pastoor toegestemd heeft. Bij het begin speelden ze een ouver ture van Mendelssohn, daarna de brief aria van Tosca, het Ave Maria van Tosca, het Ave Maria van Schubert en Gounod, de Sicciliana van Puccini en een gedeelte van Verdi's Troubadour. FEUILLETON. OM HET GOUD. (102. Kom hier met je hoofd Fatma, dicht bij mijn mond, opdat ik zachtjes spreken en mijn krachten sparen kan. Vaarwel, mijn lie ve Matma Troost mijn broer. Zeg hem, dat slechts een deel van mij gestorven is, omdat jij bij hem blijft en de overeenkomst tus schen ons zoo groot is, dat hij in jou nog altoos de gestorven Feredie zal kunnen zien. Troost Emil, waak over hem, als ik er niet meer zijn zal. Luister nu goed, Fatma, beloof me, dat je mij gehoorzamen zult. Ik beloof het je, Feredie, stamelde Fat ma. Welnu dan, als ik er niet meer ben, als bij Emil de eerste diepe smart eenigszins is verzacht, hef dan voor hem je sluier op, al wordt dat ook door onze zeden verboden, we zijn hier niet in ons land en Murad zal, zoo dra hij vernomen heeft, wat mijn verlangen is, zich niet tegen die handelwijs verzetten en toon Emil je gelaatneem je sluier geheel weg en toon Emil je gestalte, dan zal hij den ken mij voor zich te zien, of liever ons bei den in één persoon. En vanlieverlede zal hij je gaan beminnen. Fatma, zooals hij mij be mind heeft, dat alleen kan hem redden Zweer mij, dat je dat doen zult, wat ik van je verlang, zweer mij dan. Ik zweer het je, antwoordde Fatma wee- nend. Ween niet, sprak Feredie troostend. Ik voel nergens pijn, de dood nadert mij in een zoeten slaap. Geef mij je hand, mijn Fatma De stem der stervende werd al zwakker en zwakker. Zie, God is goed, ging zij voort. Hij schonk ons beiden dezelfde trekken, ik blijf in je voortleven. Je zult Murad's genegenheid in dubbele mate ondervinden en Emil zal zijn liefde voor mij op jou overbrengen. En dat De violen, de bas en de cymbal klon ken prachtig in de oude kerk, de Zigeu nerpiuziek heeft de aanwezigen ge boeid. Na afloop heeft pastoor Jaross namens de geloovigen hartelijk dank gezegd. Het drama te Lorient in Frankrijk. Mevrouw Henriot door haar man vermoord. De groot-grondbezitter Michel Henri ot, de neef van het Kamerlid Henriot en de zoon van een officier van justin tie, heeft bekend, dat hij zijn 19-jarige vrouw heeft gedood, om in het bezit te kopien van het hooge bedrag, waar voor haar leven was verzekerd. Henriot had n.1. een maand gele den voor zijn vrouw een levensverze kering gesloten van SÖ0.Ü00 frs., waar bij uitdrukkelijk werd bepaald, dat de verzekeringssom ook bij een geweld dadige dood zou worden uitgekeerd. Henriot had aanvankelijk verklaard hij zijn vrouw met kogelwonden dood in zijn huis had aangetroffen, toen hij van de jacht terugkeerde. Aangezien zijn verhaal weinig waarschijnlijk leek werd hij nogmaals poor den rechter van instrucie verhoord. Zijn bekente nis heeft groot opzien gebaard. Mevrouw Henriot heeft haar man, met wien zij in September van het vo rig jaar getrouwd is, leeren kennen door een dagblad-advertentie. Zij zou 185.000 francs hebben meegebracht, die in het bedrijf van de zilvervos- kweekerij zijn gestoken. GEMEENTE WIERINGEN. VISSCHERSVEREENIGING D. E. T. V. In principe besloten tot aansluiting: bij de Landelijke - Vereeniging voor kustvisschers. Als lid van de contactcommissie benoemd de heer J. Lont J.Gz. InHotel „Centraal" te Hippolytushoef heeft Zondagmiddag een algemeene vergadering plaats gehad van D.E.T.V. die zeer goed be zet was, honderdvijftien leden hadden aan de oproep gevolg gegeven. Te ongeveer drie uur opende de heer J. J. Tijsen de vergadering met het gebruikelijke welkomswoord, zijn verheugenis er over uit sprekende dat de belangstelling zoo groot is. Spr. wijst er op dat de uitkomsten der vis- scherij slecht zijn en indien er veel visch wordt aangevoerd de prijzen verbazend laag zijn. In verband met de nogal belangrijke agen da, wil spr. voorstellen de notulen van de vorige vergadering niet te lezen en voor ken nisgeving aan te nemen. Waartoe besloten. Hierop is aan de orde het verslag van een gehouden vergadering te Amsterdam, waar aan behalve door D. E. T. V. en de Motorvis- schersvereeniging „Wieringen" werd deelge nomen door de visschersvereenigingen Hel der, Harlingen, Texel, Scheveningen en Urk, om te komen tot een landelijke vereeniging alle kustvisschers omvattende. Wij stippen uit dit verslag het volgende aan Deze vereeniging waarvan tot oprich ting werd besloten, is geboren uit de drang der omstandigheden, plaatselijk kan men niet die kracht en actie meer ontwikkelen die noodzakelijk is om het kustvisscherijbedrijf weer op de been te helpen. Ongeacht de goe de bedoelingen die de Burgemeester van Velsen heeft gehad voor het groot-visscherij - bedrijf IJmuiden, ligt er een groot gevaar in alles komt nagenoeg vanzelf omdat je gelaat, je oogopslag en je lach dezelfde zijn van de arme gestorven Feredie. Vaarwel, Fatma, tot wederziens, mijn geliefde zusterVraag nu aan Emil, aan Murad en aan allen, die mij liefhebben, of ze weer binnenkomen. Het zal nu weldra gedaan zijn Fatma ging en riep Murad en de anderen, die bij de deur wachtten. Zwijgend hadden zich weldra Emil, Murad, Fatma en Andreas om het sterfbed vereenigd, terwijl Azep en de andere bedienden, man nen en vrouwen, met gevouwen handen, ge knield op eenigen afstand lagen te bidden en te weenen. Hoewel hij zeer bleek zag, wist Emil zich met schier bovenmenschelijke inspanning be daard te houden. Hij had Feredie's hand ge grepen en telde de polsslagen. Hun aantal verminderde gestadig in de minuut. Hij leg de zachtjes zijn hand op het hart van het meisje, op dat edele, tot op het laatste oo- genblik voor hem kloppende hart. Eerst voel de hij niets meer, maar langzamerhand, dit was de wondermacht der liefde, deed de hand van den veelbeminden man nog eens dat hart herleven en hergaf ze daaraan nog een weinig kracht. De stervende opende voor het laatst de oo- gen. Zij poogde nog eenmaal te glimlachen, doch zij vermocht het niet meer. Het laatste oogenblik was aangebroken. Emil knielde neder. Feredie zag het hem doen. Vaartwel, mijn vrienden prevelde zij. Ik heb je lief, EmilWeen niet zoo, ik ver laat je niet voor eeuwig, vergeet het niet, dat ik niet voor altijd heenga, ik zal weer voor je verschijnen, spoedig zul je mij weder zien, wedervinden En haar albasten hand, die fijne vingers aan de lippen brengend, wierp zij allen, die haar omgaven, een laatste kushand toe. Feredie was overleden. Emil richtte zich op en verliet met langza me schreden het vertrek, zonder dat iemand, in de zielesmart, die allen schreiend aan het sterfbed deed verwijlen, acht op zijn heen dat men IJmuiden met de visscherij gaat vereenzelvigen. Doch ook buiten IJmuiden om is nog veel visscherij. Eerst wanneer alle visschers zich aaneen gesloten hebben, kan men zich met een ver zoek tot de Regeering wenden om maatrege len te nemen in het belang van de visscherij Erkend werd dat men in de goede tijden van uitvoer naar het buitenland, de binnen- landsche afzet heeft verwaarloosd. Dit wreekt zich nu, de afzet in het binnen land is bij lange niet wat ze zijn kon. Van de vischhandel is nog niet te verwach ten dat zij activiteit aan den dag gaat leggen om de binnenlandsche voorziening ter hand te nemen, het wordt daarom hoog tijd dat de visschers in hun eigen veelbegrepen belang zich daarmede gaan bemoeien. In verband hiermede werd er opgewezen hoe men dit in Stockholm heeft aangepakt. De visschers hebben daar een eigen maat schappij opgericht genaamd „Vischtransport", welke zich ten doelt stelt, aan de bevolking visch te leveren, welke verscher en goedkoo- per is, dan deze tot dusver ontving. De dis tributie geschiedt door middel van visch- winkels, tegen te voren vermelde prijzen. Hiervoor is noodig echter een krachtige or ganisatie, die zulk een zaak behoorlijk kan doen functioneeren. Wanneer de visschers zich zoo aanéénsluiten en toonen dat het hun ernst is, doelbewust aan te sturen op een op leving in hun bedrijf, dan zullen ze zeker kunnen zijn van den steun van de regeering. Dit zijn zoo ongeveer de hoofdtrekken uit het verslag van deze vergadering, hetwelk door de secretaris de heer Jb. Lont werd voorge lezen. De voorzitter zegt dat een deel van het be stuur deze vergadering heeft bijgewoond, voor aansluiting heeft men zich niet uitgesproken, dit wilde men de leden zelf laten uitmaken. Aansluiting zal geld kosten, hoeveel hangt er van af of alle vereenigingen meedoen. Indien Harlingen niet meedoet heeft het ook geen zin voor Wieringen om mee te doen. Indien men echter alle visschers bij elkaar kan krij gen, gelooft spr. dat de bond veel goeds kan doen. Spr. zou gaarne de meening van de verga dering willen hooren. De heer Jb. Bakker zegt dat de motorvis- schers besloten hebben zich aan te sluiten, Wanneer de visschers niet gezamenlijk optre den, zullen zij hun eigen graf graven, de en keling vermag alleen niets meer. Wanneer men nagaat zegt spr. dat wij een dubbeltje per kist voor de haring krijgen en dat ze in Amsterdam voor de ramen liggen voor 4 voor een dubbeltje is dat een bewijs dat er nog wel wat aan visch verdient kan worden. Spr. is sterk voor aansluiting. Nadat er nog onderling wat over is gedis- cuseerd wordt besloten in principe aan te sluiten onder voorbehoud dat Harlingen ook aansluit. De Zeegraskwestie nog in onderzoek. Naar aanleiding van de kwestie over het verdwijnen van het is door D. E. T. V. een adres aan de regeering gericht, waarin men een tegenovergestelde meening naar voren heeft gebracht, als die van de regeerings- adviseurs n.1. dat het verdwijnen zijn oorzaak zou hebben gevonden in een ziekte die van Amerika naar hier zou zijn gekomen. Bij de visscherij was men echter van mee ning dat dit een noodlottig gevolg zou zijn van de Afsluiting. Uit het door D. E. T. V. ontvangen schrij ven is nu gebleken dat een hernieuwd onder zoek door deskundigen plaats heeft. Het rapport hierover-kan spoedig worden verwacht. Minder spuien niet mogelijk. Op een verzoek van D. E. T. V. om wat min der te spuien was in verband met noodzake lijke peil van het IJsselmeer een afwijzende beschikking binnen gekomen. Wel werd toe gezegd om zoo mogelijk een dag van te vo- gaan sloeg. Wankelend ging hij de deur uit. In een der andere vertrekken gekomen, nam hij een Turkschen dolk, die op een tafeltje lag en betrad vervolgens zijn kamer, dezelfde, die Gabrielle Bertara eenmaal had bewoond. Hij zette zich op den kant van zijn bed en stiet zichzelf den dolk in het lichaam. Emil zonk achterover op het bed, in zich zelf mompelend Feredie, ik volg je. Feredie, wacht mij Wederom een gelukkig toeval, waarover Rouquin zich kon verheugen. Fatma was de eerste, zelfs nog vóór Andre as, die, terwijl zij zich de laatste woorden van haar gestorven zuster herinnerde, aan Emil dacht, en zij ontstelde toen zij zijn af wezigheid bemerkte. Ze wendde zich met gedempte stem tot An dreas Uw broeder is weg O, ik bid u, ga hem dadelijk zoeken De toon, waarop die wensch werd geuit, klonk zoo dringend, was zoo angstig, dat An dreas in allerijl heenging om Emil te zoeken. Hij vond de deur van Emirs kamer open en stormde naar binnen. Plotseling bleef hij ech ter als aan den grond genageld staan, hij gilde het uit van schrik en ontzetting. Hij zag Emil op het bed liggen met het ge laat van een doode. Bloed stond er op zijn mond. Een smalle bloedstreep vloeide lang zaam uit de borst op het witte linnen. Kramp achtig omklemden Emil's beide handen het beddelaken alsof ze het wilde stukwringen. Zijn oogen waren vast gesloten de arme man had in de laatste oogenblikken zijns levens het beeld der geliefde als het ware willen vasthouden. Hulpriep Andreas zich vermannend, hulp Mijn broeder is dood, mijn broeder is dood Murad en Fatma en alle anderen in de sterfkamer hoorden dat hulpgeschrei met siddering. De kreet klonk zoo vertwijfeld, zoo doordringend, dat Murad en zijn zuster on willekeurig een blik op Feredie wierpen, in de vreemde, geheel onlogische bezorgdheid, dat de doode het vreeselijke woord mocht heb ren het spuien bekend te maken, zoodat de visschers dan hun want weg kunnen halen. Beide stukken werden voor kennisgeving aangenomen. Benoeming lid Contact-Commissie. Uit een schrijven van den Rijksdienst blijkt dat de regeling welke verleden jaar is getrof fen voor belanghebbenden ingevolge de Z.Z. Steunwet visschende in het IJsselmeer, waar in werd vastgelegd, dat een bepaald bedrag als inkomen zou worden behoeven te worden gewijzigd al naar de uitkomsten der vissche rij, ook voor het tijdvak 1 Juli 1934 tot einde Juni 1935 weer zal gelden. De noodzakelijkheid van een z.g. Contact- Commissie voor voorlichting van de Rijks dienst is echter gebleken, welke uit 13 leden zou moeten bestaan. Voor Wieringen moet één lid aangewezen worden, welke alleen gekozen mag worden uit belanghebbenden die zich aan deze rege ling hebben onderworpen. Teneinde de stemming hiervoor wat te be spoedigen zou de voorzitter gaarne eenige candidaten willen noemen. De vergadering keurt dit goed, waarop na een vrije en herstemming de heer J. Lont J.Gz. wordt gekozen. De heer S. P. de Vries als voorzitter van de pl. Commissie feliciteert de vergadering met deze benoeming. De heer Lont is z.i. de rech te man op de rechte plaats. De heer Lont zegt de vergadering dank voor het vertrouwen in hem gesteld, hij zal naar zijn beste kunnen trachten de belangen van de visschers te behartigen. RONDVRAAG. De heer Jb. Bakker vraagt of het niet geboden zou zijn om te voorko men dat de paling wordt doodgevischt, de maat met 5 c.m. te vergrooten. Er worden groote hoeveelheden kleine pa ling in het IJsselmeer gespuid, die volkomen wordt vernietigd. Indien men de maat zou vergrooten zou het gevaar van doodvisschen niet behoeven plaats te hebben. De voorzitter zegt dat het voorstel van Bak ker prachtig is, maar.de bezwaren zullen komen van de Zuidwal, wat wij hier onder- maatsch noemen is daar eetbare waar. De heer D. Tijsen heeft eenige aanmerkin gen op de adviezen die worden verstrekt voor de Z. Z.-steunwet. Hij heeft hiermede op het oog de mosselen- visschers die buiten deze wet vallen, omdat de mosselenvisschers worden gerekend onder de slachtoffers van de crisis, wat zi. niet het geval is, ook zij die op mosselen visschen hebben nadeel van de afsluitdijk, doordat zij zich nu niet op een andere meer loonende visscherij toe kunnen leggen. Bij monde van de voorzitter en de heer S. P. de Vries wordt er echter op gewezen, dat het bestuur en de plaatselijke Commissie nog dagelijks bezig zijn om een andere ge- dachtengang bij de Rijksdienst ingang te doen vinden, zoowel voor de mosselenvis schers als voor de wiervisschers, die ook niet onder de regeling vallen, echter tot nog toe zonder resultaat. De heer Jn. Smit zou gaame willen dat voor de waardevermindering ook zij nog in aan merking zouden komen die nu buitengesloten zijn. Zal worden verzocht. De voorzitter zegt dat deze week de Inspec teur van de Rijksdienst op Wieringen komt voor eenige besprekingen. Spr. zal trachten een onderzoek te verkrijgen en indien de re sultaten hiervan weer onbevredigend zijn zou spr. willen voorstellen dat het bestuur mach tiging krijgt om zich in verbinding te stellen met de voorzitters van alle kamerfracties. Bijna alle kamerleden waren van oordeel dat de Z. Z. wet zooals de minister hem voor stelde voor de visschers onvoldoende was. De minister beloofde echter een soepeler toepassing,, waarna de kamer zich er mede vereenigde. Tot nog toe wordt de wet echter zeer schriel toegepast, en voor eenige weken heeft spr. met de burgemeester nog een onderhoud bij de Inspecteur gehad, waar wij aanvankelijk met goede moed vandaan gingen, van al de toezeggingen is niets terecht gekomen, zoodat spr. tot de bovengeschetste maatregel wil overgaan als het ook deze week op niets uit loopt. Wordt goedgevonden. Op voorstel van den heer J. Lont J.Gzn. wordt besloten aan de Ontvanger te verzoe ken om voor de kommenvisscherij aan de Zuidkant van de Afsluitdijk een zelfde rege ling te willen treffen als aan de Noordkant geldt, alleen voor Wieringen. De heer Jb. Lont verzoekt belanghebbenden nog de consenten te willen voldoen voor het Amstelmeer. Besloten wordt nog om opnieuw de Wierin- germeer in te pachten. Hierna sluit voorzitter de vergadering. Den Oever. De Muziekvereeniging Apollo" behaalde j.1. Zondag op het Concours te Andijk in de Eerste Afd. Harmonie 'n 2e prijs met 137^ punten. ben vernomen, dat het haar in haar rust mocht hebben gestoord. Murad vloog naar Emil's kamer, Fatma bleef alleen bij het sterfbed. Murad vond Andreas onmachtig aan Emil's voeten. Hij begreep oogenblikkelijk den toe stand, hij begreep, dat Feredie's dood met bloedige letters hier was ingegrift. Emil had zijn uitverkorene geen uur willen overleven. Hoewel Murad door de twee zoo snel op el kander gevolgde gebeurtenissen, die hem als een bliksemstraal hadden getroffen op het hevigst ontroerd was, begaf hem toch zijn te genwoordigheid van geest, niet. Hij vergewis te zich allereerst, of Emil inderdaad dood was. Hij greep een klein stuk kristal en hield dat aan Emil's mond. Hij meende een zacht, nauwelijks merkbaar kloppen van het hart waar te nemen en het kristal werd althans een weinig beslagen. Emil leefde dus nog. En als dit het geval was, bestond er dan misschien niet kans, om hem nog te redden Murad belde en zond Azep in allerijl naar den geneesheer. Deze kwam nog spoediger dan iemand ver wacht had, aangezien hij zich juist naar Mu rad's paleis had begeven, daar hij in overleg met Emil Senechal, Feredie was blijven be handelen dezelfde geneesheer, die op Fere die's verlangen aan Emil zijn hulp had ver leend. Het was een klein mager jongmensch, met bruine gelaatskleurhij heette Ylling- don en was ontegenzeggelijk een bekwaam arts. Dat is een vreeselijk geval, riep hij. Dat moet in een hevigen aanval van koorts zijn geschiedtIk heb iets dergelijks vanmorgen reeds verwacht en zeide daarom, dat men geen wapens in zijn nabijheid moest laten. Die omstandigheid was Murad onbekend, de geneesheer had dit tegen Feredie gezegd en hij deed er dus het zwijgen toe. Dokter Yllingdon verwijderde voorzichtig den dolk uit de wond. Het bloed stroomde nu tappelings. Nog een paar minuten en mijn arme col lega ware gestorven meende de dokter. Hierop onderzocht hij met gefronste wenk- PROVINCIAAL NIEUWS. UITSLAG CONCOURS v.d. VVest- Friesche Bond van Harmonie- en Fan farecorpsen op Zondag j.1. te Andijk. 13 corpsen namen er aan deel. Tweede afd. Fanfare Door Wilskr. Verkr. Venhuizen 2e pr. met 132 p. Cresendo Oude Niedorp le pr. met 146 p. Concordia Abb.- Lambertsch. 2e pr. met 14D/2 p. Eerste afd. Fanfare Onder Ons Hauwert 2e pr. met 136V2 P- Eensgezindheid Heiloo le pr. m. 165 li- Eerste afd. Harmonie Apollo Wieringen <2e pr. met 137^ p. Kunstzin Julianadorp 2e pr. m. 128 p. Uitmuntendheid Fanfare Excelsior Warder, 2e pr. met 135V& p.; Willen is Kunnen Lutjebroek le pr. met 160 p. Eere-afd. Fanfare Andante Oosthuizen le pr. m. 166l/2 p.; West-Frisia Twisk le pr. met 163^ p.; Onder Ons Dirkshorn le pr. m. 177 p.; Ons Genoegen Wijdenes le pr. met 178 p. Eere-wedstrijd Fanfare Ons Genoegen Wijdenes le pr. Onder Ons Dirkshorn i2e pr. De Vriendschap Schoorl 3e pr. Eere-wedstrijd Harmonie De Eendracht Kolhorn 3e pr. Slecht jaar voor Langendijk. Van alle kool en aardappelen (20 pCt. vernietigd. Het jaar 1933 is voor den tuinbouw weer allesbehalve gunstig geweest, wat wel sterk tot uiting komt in het jaarverslag van de Langendijker Groenten-Centrale. Enorme quantiteiten groenten en aardappelen zijn onverkoopbaar ge bleven. Om enkele cijfers te noemen vermelden wij, dat b.v. 3.578.694 Kg. aardappelen en 5.635.670 Kg. kool niet kon worden verkocht en vernietigd moest worden. Dit zijn maar enkele cijfers, behalve deze zijn nog groote quantums bieten, bloemkool e.d. niet in de circulatie gebracht. brauwen en ingehouden adem met de groot ste oplettendheid Emil's hart. We behoeven hier de hoop nog niet op te geven, sprak hij toen, de dolk schijnt te zijn afggestuit, anders was alles reeds gedaan geweest, de zoogenaamde edele deelen zijn ongedeerd. Hij verbond den gekwetste en schreef een versterkingsmiddel voor. Ik kom over een paar uur nog eens terug. Wilt ge mij nu helpen, aldus wendde zich dok ter Yllingdon tot Murad en Andreas, om den patiënt te ontkleeden het is geen gemakke lijke taak, om hem behoorlijk in bed te leg gen. Men deed wat de dokter verlangde. Emil verroerde zich bijna niet. Over die onmacht behoeft ge u niet te beangst te maken, meende de arts, de toe stand kan eenige uren, wellicht eenige dagen voortduren. Mijnheer Senechal zal van tijd tot tijd wel enkele heldere oogenblikken heb ben, maar daarna weer in de vorige verdoo- ving vervallen. Dit is een gevolg van het bloedverlies en van de lichaamszwakte, daar onze patiënt nog niet behoorlijk van zijn zeer ernstige ziekte was hersteld. Maar gij kunt mijn broeder redden, niet waar? vroeg Andreas aan den dokter met bevende stem. Het is moeilijk geval, de grootste voor zichtigheid moet hier in acht worden geno men, antwoordde dokter Yllingdon, waarop hij zich nog eenigen tijd met Murad onder hield over hét droevig afsterven van Feredie, dat deze hem met enkele woorden had mede gedeeld. Eindelijk ging hij heen met de be lofte dien avond nog eens terug te zullen komen. Andreas bleef bij Emil. Murad ging naar Fatma, die nog bij het sterfbed lag neerge knield. Wat zegt de dokter vroeg het meisje in angstige spanning en op den fluisterenden toon, die gewoonlijk in het bijzijn van een geliefden doode wordt in acht genomen. (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Wieringer courant | 1934 | | pagina 1