WIJ BREIEN
25e JAARGANG
VRIJDAG 18 MEI 1934
No. 4o
pip NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR
WIERINGEN EN OMSTREKEN
OM HET GOUD
Bij een te kort
aan gras
«WIERINGER COURANT
VERSCHIJNT ELKEN
DINSDAG en VRIJDAG
ABONNEMENTSPRIJS
per 3 maanden 1.
UITGEVER:
CORN. J. BOSKER WIERINGEN.
BUREAU
Hippolytushoef Wieringen
Telef. Intercomm. No. 19.
ADVERTENTIëN
Van 1 5 regels
Iedere regel meer
f 0.50
1 0.10.
PINKSTEREN.
Te allen ij de werd de mensch maar al te
veel instinctmatig er toe gedreven in denge-
ne, die naast hem leefde en werkte, een vij
and te zien. Te allen tijde hebben de men-
schen alle krachten ingespannen om zich
boven anderen te verheffen. Onze heden-
daagsche maatschappij is helaas niet
viij van dit kwaad en niets zou gemakkelijker
zijn dan voorbeelden van dezen huichelach-
tigen en verborgen strijd te geven, die voor
geen enkel middel tot verderf terugdeinst,
die met ergerlijke zorgeloosheid belastert en
die met een ongeloofelijke lichtzinnigheid
tweedracht zaait. Tussehen ons en onze me-
demenschen worden slagboomen opgericht,
die wij, in plaats van te trachten ze uit den
weg te ruimen, versterken en hooger maken.
Omdat wij er niet in slagen geheel en al in
de gedachten van anderen door te dringen,
hebben er voortdurend wrijvingen plaats en
dan zijn woordenwisselingen, twisten, onop
houdelijke en onverbiddelijke strijd het ge
volg.
Verre van te trachten een einde aan inwen
dige verdeeldheid te maken, kweeken wij de
ze nog dikwijls aan. Zeer vaak hebben wij
ons uit zorgeloosheid, misschien zelfs uit haat
en afgunst, tot kwaadspreken laten verleiden.
Zeer vaak worden wij door de trotsche en
verderfelijke eerzucht bezield om onzen buur
man, onzen vriend, onzen broeder in fortuin
of in succes te overtreffen. Zeer vaak koeste
ren wij tegen den een of anderen mede-
mensch gevoelens van afgunst, waardoor wij
hem als een mededinger beschouwen, dien
men ten onder moet brengen. En zoo dragen
wij er toe bij deze wereld tot een slagveld te
maken, waarop de zielen elkaar wonden en
dooden zoo onderhouden wij de droevigste
onverdraagzaamheid. Hoe zouden wij in vrede
kunnen leven, zoolang wij in het diepst van
ons hart gevoelens van haat, afgunst en trots
aankweeken Neen, eendracht zal slechts
tussehen menschen kunnen heerschen, wan
neer ons leven de verwezenlijking onzer in
tieme gedachten zal zijn geworden wanneer
wij het gebod van een geweten, bezield dooi
den geest van vrede en verdraagzaamheid zul
len nakomen.
Maar wij zullen dezen geest van verdraag
zaamheid slechts volledig deelachtig kunnen
worden op den dag, waarop wij zullen inzien,
dat niemand er zich op kan beroemen, de
waarheid in pacht te hebben,-op den dag,
waarop wederzijdsche eerbied de grondslag
van alle maatschappelijke betrekkingen zal
worden, eerbied voor de menschen, eerbied
voor de woorden, de daden en de gedachten,
die eens anders persoonlijkheid niet aantas
ten.
Laten wij allen in den beperkten kring,
waarin wij ons bewegen, vredestichters zijn
En, onder dezen naam moet men geen zwak
wezen verstaan, dat bang is voor strijd en
dat, willoos, om wrijvingen of netelige om
standigheden te vermijden, met het kwaad
schippertNeen, de vredestichter is een
mensch, in wiens ziel eendracht heerscht en
wiens innerlijke vrede naar buiten straalt en
rust brengt. Van hem gaat een sfeer van orde
en waarheid uit, die ver boven kleinzieligheid
en laagheid van deze wereld doet stijgen. De
mensch, die vrede in zich draagt, bezit de
gave de harten tot elkaar te brengen, hij legt
afgunstigen en boosaardigen het zwijgen op,
hij spreekt woorden van verzoening en goed
heid, hij voorkomt vijandschap en twist.
Vele eeuwen geleden werd een groep men
schen, door den Heiligen Geest bezield. Zij
vormden, zooals de geschiedenis ons leert,
slechts één hart en één ziel. Zij hadden be
grepen, dat vele twisten, veel tweedracht,
vele wraaknemingen vroeg of laat voor de
broederlijke liefde zullen wijken, zooals de
duisternis wijkt voor het licht. Laten wij
naar hun voorbeeld, trachten in eenzelfde
geest en in eenzelfde gedachte vereenigd te
FEUILLETON.
zijn. Laten wij door gemeenschappelijk lijden,
door het werk vereenigd zijn, dat, om doel
treffend en vruchtbaar te worden, de ont
plooiing van al onze krachten eischt. Laten
wij, ondanks alle meeningsverschillen, veree
nigd zijn en wij zullen een geheel, een on
wrikbaar lichaam vormen, als een machtige
ketting, waarvan evenwel sommige schakels
zich aan tegenovergestelde uiteinden Bevin
den
In den tijd als de onze, waarin de geestdrift
voor het goede niet zoo bijzonder hoog ge
spannen is, waarin luide jammertonen op
gaan over gemis aan moreele veerkracht, in
zulk een tijd is het Pinksterfeest een schoone
dag, welken wij met geheel onze ziel een har
telijk welkom toeroepen. Moge dit feest voor
ons allen beteekenen vermeerdering van ons
geloof, verfrissching onzer hoop en verster
king onzer liefde.
Doos 30 en 60ct. nff
DE 18 MEI - VOLKENBONDSDAG.
Met groote opgewektheid en geestdrift is
herhaaldelijk den 18den Mei als Volkenbonds
dag in ons land gevierd.
Maar in dezen tijd zullen velen zich afvra
gen of het nog zin heeft voor de vredesbewe
ging te arbeiden, nu zoo zienderoogen deze
beweging in belangrijkheid achteruitgaat.
Nog maar enkele jaren geleden werd krachtig
opgewekt tot internationale samenwerking,
werd gewezen op de noodzakelijkheid van
internationale saamhoorigheid, en reeds nu
dreigen deze zoo uiterst belangrijke vraag
stukken op den achtergrond te geraken. Daar
entegen wordt het nationalisme aangeprezen
als het hoogste goed. Wat een Briand en een
Stresemann met krachtige overtuiging hebben
verdedigd, wordt thans reeds als een geheel
verouderde opvatting verworpen.
In deze verwarrende tijden vol oppervlak
kige leuzen schijnt men volkomen te verge
ten, dat eng nationalisme altijd tot botsingen
en oorlogen heeft geleid en ook zal leiden.
Evenals de burgers zijn onderworpen aan het
recht in de Staat, zoo zijn de Staten onder
worpen aan de internationale rechtsregelen.
Maar van internationale rechtsregelen en van
een Volkenbond wil men tegenwoordig veelal
niets meer hooren. De Volkenbond zou heb
ben afgedaan.
Velen zien volkomen over 't hoofd dat natio
naai gevoel, dat liefde voor het vaderland in
't geheel niet het bevorderen van internatio
nalisme uitsluit. Ja, dat juist wie zijn vaderland
lief heeft, zal trachten de internationale saam
hoorigheid te bevorderen, om het land de
rampspoeden van een oorlog te besparen.
Maar dat alles schijnt men volledig te verge
ten en overal hoort men verkondigen, dat de
Volkenbond dood is en dat het beste maar is
niet meer over dien Bond der Volken te
spreken. Duitschland en Japan zijn uitgetre
den, de Vereenigde Staten houden zich nog
steds afzijdig. De Europeesche politiek wordt
weer gevoerd buiten Genève om op de oude
wijze van vóór 1914. Onder deze omstandig
heden vraagt misschien menigeen zich af of
het nog zin heeft de Volkenbondsdag te her
denken.
Gelukkig kunnen wij volmondig antwoor
den, dat het nu juist meer dan ooit noodza
kelijk is te getuigen voor den Volkenbond. In
tijden van voorspoed en bloei heeft de Vol
kenbond onze steun misschien weinig van
noode, maar in de tijden die wij thans door
maken, mag geen enkele pacifist den Volken-
(103.
Hij meent hem te kunnen redden, ant
woordde Fatma's broeder evenzoo op gedemp-
ten toon.
Nu boog Fatma zich over het witte onbe
weeglijke gelaat van den doode en Feredie's
voorhoofd met haar lippen beroerend prevel
de zij
Hoor je het, mijn lieve zuster, hoor je
het Emil zal niet sterven
En men had kunnen gelooven, dat thans in
de schaduw van het Oostersche scherm, dat
het bed in een twijfelachtig schemerlicht hul
de, een straal van erkentelijkheid die van bo-
venaardschen oorsprong scheen te zijn, langs
het 'zachte gelaat der afgestorvene gleed dat
zij begreep, wat men haar had gezegd en dat
een lachje van gelukzaligheid die strakke
trekken voor een oogenblik ontspande.
XXXVI.
Dokter Yllingdon had zich niet vergist,
Emil bleef in leven. Maar het kwam even
eens uit, dat, tengevolge van zijn uiterst
zwakken toestand, de gekwetste dagen achter
een zonder bewustzijn, zonder bijna een tee-
ken van leven te geven, daar neerlag.
En dat duurde nog veel langer, dan de ge
neesheer in het begin verondersteld had. In
waarheid kwam Emil gedurende de eerste
twee weken niet tot bewustzijn, al scheen het
ook, dat hij bij wijlen een enkel helder oo
genblik had. Murad en Andreas meenden
eens waar te nemen, dat hij hen aankeek,
want zijn blikken waren eerst ernstig op hen
gevestigd en waarden toen door het vertrek,
alsof hij zich rekenschap zocht te geven van
zijn toestand en zijn omgeving, maar hij
sprak geen enkel woord. Het was hen aan te
zien, dat de pogingen, die hij aanwendde om
zich de dingen te herinneren, hem pijnlijk
aandeden, want dan legde hij zijn hand zwaar
tegen zijn voorhoofd, ongetwijfeld omdat hij
geen opkomende gedachten kon vatten, om
dat iedere voorstelling, die hij zich maakte,
op hetzelfde oogenblik weer verdween. Hij
wachtte tot zijn begripsvermogen verbeterd
zou zijn.
Sedert veertien dagen, zoolang als hij nu
wederom bedlegerig was, had hij in zijn ijlen
de koortsen en verwarde droomen telkens
een en dezelfde verschijning voor oogen. Maar
dat kon niets anders dan verbeelding zijn,
zoo drong hij zichzelf op, daar het wezen zelf
immers gestorven was. In die heldere oogen-
blikken stelde hij zichzelf de vraag, of de he-
melsche verschijning werkelijkheid of schijn
was geweest. Hij spande daarbij zijn denk
en bevattingsvermogen tot het uiterste in, en
hij eindigde met te gelooven, dat hetgeen hem
was verschenen geen zinsbegoocheling kon
zijn geweest. Maar wat dan
Terwijl hij in de crisis verkeerde en dulde-
looze pijnen had te doorstaan het was reeds
avond geworden, hij bevond zich alleen en
alles was in schemerlicht gehuld wentelde
hij zich in zijn bed om en om en beet in zijn
linnengoed, om het niet uit te gillen van
pijn. Opeens uitte hij toch een kreet, hij kon
het niet laten, een luiden smartelijken kreet.
Daar zag Emil voor zich, op den achter
grond der kamer, een deur openen en de
zware portières, die daarvoor hingen, gingen
opzij de. Daar trad iemand binnen, een vrouw.
Zij trad op hem toe, haar voeten raakaten
wel den grond aan, doch geruischloos, als de
verschijning uit een andere wereld.
Emil zag dit, doch kon in de halve duister
nis de gelaatstrekken der vrouw niet onder
scheiden.
Zij naderde het bed.
Hij leed ontzettend veel. Tegen wil en dank
moest hij blijven kreunen.
De verschijning stond eindelijk vlak bij
Emils bed en strekte een harer armen uit.
Zij legde haar hand op het linnen, dat de
bond zijn steun onthouden.
Het is niet waar, dat de Bond „dood" zou
zijn. Die schande is de menschheid gelukkig
nog bespaard gebleven.
Ja, er zijn zelfs lichtpunten. Henderson
geeft zijn pogingen om de ontwapeningscon
ferentie nog te redden niet op. En al mogen
onze verwachtingen niet hoog gespannen zijn,
vaststaat, dat talrijke leden van den Bond
zich tot het uiterste zullen inspannen om al
thans iets te bereiken.
Misschien zullen oude vraagstukken zooals
b.v. dat der garanties weer herleven. Maar
dan juist is het zoo ontzettend noodig de
menschheid rustig en overtuigend over der
gelijke vraagstukken in te lichten. Nooit meer
dan nu is de bestaansnoodzakelijkheid van
„Volkenbond en Vrede", gebleken.
Daar zijn nog meerdere lichtpunten. Wij
denken aan de mogelijkheid van toetreding
van Rusland, aan de terugkeer van Duitsch
land. Herhaaldelijk wordt gearbeid in deze
richting. Het is onnoodig te zeggen, dat de
Volkenbond zeer in aanzien zou toenemen,
indien inderdaad deze twee groote staten lid
zouden worden.
De mogelijkheid dat een hervorming van
den Volkenbond nog eens aan de orde gesteld
wordt, schijnt niet uitgesloten. Ook dan zal
„Volkenbond en Vrede" een taak van voor
lichting en leiding hebben te vervullen. Wan
neer wij dan tot de 18e Mei herdenking terug
keeren, dan moeten wij constateeren dat al
is er dan geen reden tot vreugde, dat al heeft
de Volkenbond in den laatsten tijd veel te
leurstelling gebracht, er geen reden is tot
wanhopen. De vredesbeweging heeft dikwijls
voor ontzaggelijke moeilijkheden gestaan. De
zen dien overwonnen te worden.
Deze 18de Meidag moge voor ons dan geen
dag van groote vreugde zijn, zij zij ons juist
een aansporing „Volkenbond en Vrede" in het
belang van den wereldvrede met onze uiterste
krachten te steunen.
Wij moeten door deze moeilijke tijden,
moeilijk zoowel nationaal als internationaal,
ons heen worstelen. De komende jaren zullen
voor den vrede misschien beslissend zijn. Hoe
sterker de vredesbeweging is, hoe grooter de
kans op vrede Daarom in de eerste plaats
zal deze 18den Mei viering voornamelijk er op
gei'icht dienen te zijn de Vereeniging „voor
Volkenbond en Vrede" te versterken.
Van deze Vereeniging zal in de komende
jaren veel gevergd worden. Gesterkt door een
groote aanhang, zal zij haar taak getwijfeld
zoo goed mogelijk volbrengen.
Inschrijving Handelsregister Alkmaar.
Nieuwe Zaken
Den Helder Leesbibliotheek „Tuindorp",
(eig. H. K. Sustrath), Bloemstraat 4.
Wijzigingen
C. van Os, Laat 189, heeren- en kinderklee-
ding. Overgegaan aan Gebr. van Os.
Bergen :Pension „Frisia" (eig. Gez. Nieu-
wenhuis), Bergen aan Zee, Zeeweg 25—27.
Vennootschap ontbonden.
Gastrlcum J. C. de Graaf, Bakkum, Bak-
kumerstraat 91 a, radio- en electrotechnisch
bureau enz. Filiaal gevestigd te Castricum,
Overtoom 25.
Zuid-Scahrwoude Coop. Boerenleenbank
en repareeren ALLE soorten WOLLEN klee
ding, kousen en sokken, (ook de allerfijnste)
Voor nieuw werk zijn wij no. I. JAAP SNOR,
Den Helder, Zuidstraat 19. (Let op den Gelen
Winkel.) Voor Wieringen bij Jb. Kaleveld.
borst van den lijder bedekte en liet ze zacht
jes daarop rusten.
Het kwam Emil voor, dat de pijn vermin
derde en plotseling geheel ophield. Hij sloot
zijn oogen, het was waar, hij leed niet meer
en sliep in.
Toen hij na enkele minuten weer ontwaak
te, want zijn slaap was door droomen ge
stoord, zag hij niemand meer bij zich. Hij
meende gedroomd te hebben, temeer, daar
hij gedacht had Feredie voor zich te zien.
want dat was inderdaad haar gestalte geweest
haar grootte, dezelfde wijze van doen, dezelf
de gratie, dezelfde zachte, fijne hand, ja
zelfs hetzelfde parfum, waarmede Feredie's
verschijning placht gepaard te gaan. Maar
het gelaat had hij niet kennen herkennen,
want daartoe was het te duister geweest.
En Emil Senechal verviel weer in zijn vroe
gere bewusteloosheid.
Er verliepen wederom eenige dagen. De
zieke sliep veel en ontwaakte enkele malen
om kort daarop weer in te slapen, zonder zich
een behoorlijk begrip te hebben gevormd van
zijn toestand en van zijn omgeving.
Op zekeren nacht richtte Emil zich, steu
nend op zijn handen, halverwege in zijn bed
op. Hij slaakte een kreet, daar was dezelfde
verschijning, die hem reeds eenmaal was ver
schenen, die hij reeds aanschouwd had. En
heden brandde een lamp, die van de zolde
ring afhing en de verschijning van het hoofd
tot de voeten verlichtte, zoodat niets in de
schaduw bleef. Hij zag de albasten gelaats
kleur, de schoone, gloedvolle oogen, de roode
lippen en het glinsterend zwarte haar.
Zij lachte weemoedig, met haar blikken op
hem gevestigd, en de glimlach werd duidelij
ker en helderder, hoe meer hij haar aanzag.
Emil drukte zijn handen tegen zijn hoofd.
Feredie, Feredie, ben je het werkelijk
Hij strekte zijn armen naar haar uit, doch
dat bleek te veel gevergd te zijn van zijn
zwakke krachten, de handen vielen machte
loos terug en hijzelf weder in onmacht. Het
scheen hem toe, dat men hem in het leven
had teruggeroepen, dat teedere handen hem
verpleegden, met groote liefde en de uiterste
II G. A. Statutenwijziging.
Opheffingen
AlkmaarComm. Venn. Wessels en Co.,
koffiehuisbedrijf, Hoogstraat 11 J. van Za-
linge, winkel in kruidenierswaren, Laat 61.
Castricum Wed. P. Keetbaas, winkel in
zuivelproducten, Dorpsstraat 31.
BINNENLANDSCH NIEUWS,
NIEUWESCHILD.
Invoer van Zeegras.
Hoewel de Waddenzee hier geen
zeegras meer oplevert, is er toch op
Nieuweschild nog bedrijvigheid in
dit artikel. De firma B. J. Gelder, Am
sterdam, importeert zeegras uit Zwe
den. Het komt met zeetjalken naar
hier. Het zeegras is niet van de kwali
teit, welke hier geoogst werd. Het is
kort en onsterk. Het heeft een vaal
groene kleur en is zoutachtig. Vanuit
het schip wordt het naar Nieuwe
schild vervoerd, ojn aldaar in slooten
geverscht en vervolgens op het land ge
droogd te worden. De kleur wordt dan
veel mooier en het zeegras droger en
zoeter. Daarna wordt het weer goed ge
perst en verpakt. Dit alles geeft op
Nieuweschild aardig bedrijvigheid.
Tex. Cvt.
Door een bierglas getroffen.
Tijdens de Kermis te Lutjewinkel
is Zondagavond omstreeks 10 uur. ze
kere K. uit Nieuwe Niedorp, bij een
twist zoodanig door een bierglas ge
troffen, dat de neus vrijwel werd door
gesneden en een gapende wonde boven
het oog werd werd veroorzaakt.
Spoedig ingeroepen geneeskundige
hulp van Dr. de Boer uit Nieuwe Nie
dorp was onmiddellijk aanwezig die
het eerste verband legde.
Maandagmorgen is de getroffene
overgebracht naar het Centraal Zie
kenhuis te Alkmaar, waar zijn toe
stand redelijk is.
Een uitgebreid politie-onderzoek
is gaande en reeds is tegen enkele in
woners uit Kolhorn proces-verbaal op
gemaakt.
OVERVAL IN OYEN BIJ OSS.
Een doode, en een zwaar ge
wonde. Twee verdachten aan
gehouden.
Dinsdagnacht is in het dorpje Oyen
aan de Maas een gruwelijke misdaad
gepleegd, waarbij de 68-jarige Toon
Verhoeven werd gedood en diens 60-
jarige broeder Piet zwaar gewond werd
Omstreeks twaalf uur zijn drie ban
dieten de woning van de gebroeders
Verhoeven, welke aan den Dijk staat,
binnengedrongen, door een raam aan
de achterzijde open te breken. Zij heb
ben bet geheele huis doorzocht en daar
bij groote verwoestingen aangericht. Al
le kasten en laden werden opengebro
ken en de inhoud over den vloer ver
spreid. De inbrekers vonden echter
niets van hun gading. Zij zijn daarna
het slaapvertrek van de beide oude
mannen binnengedrongen en sprongen
in de bedstede, waar een hevige wor
steling ontstond. Toen de gebroeders
Verhoeven luidkeels om hulp begon
nen te roepen, werden zij door de in-
voorzichtigheid.
Toen Emil daarop weer ontwaakte, zag hij
Andreas en Murad bij zijn bed. Hij trachtte
langs omwegen van hen te weten te komen,
of ze hem niet konden inlichten omtrent de
geheimzinnige verschijning van den afgeloo-
pen nacht, maar ze wisten blijkbaar niets.
Feredie is mij verschenenmompelde
hij. Het was een droom, maar een heerlijke,
zalige droom
In den loop van dien dag verloor hij betrek
kelijk weinig het bewustzijn. Dokter Yllingdon
was van meening, dat de genezing nu wel
spoedig zou volgen en dat het voor hem min
der noodzakelijk was, zoo dikwijls terug te
komen.
Hij gaf niettemin zijn orders, dat men hem
dadelijk moest laten roepen als de koorts on
verhoopt mocht toenemen. Hij zei dit alleen
voorzichtigheidshalve, want hij was het met
zichzelf vrijwel eens, dat er nu voor dèn pa
tiënt weinig of niets te duchten was.
Op zekeren dag nochtans ontwaakte Emil,
na een onrustigen nacht, zeer afgemat. Hij
veronderstelde meer dan hij het zag, dat de
zon stralend tegen het neergelaten gordijn
scheen. Hij greep de bel, die onder zijn be
reik stond en kort daarop verscheen een van
Murad's Armenische bedienden.
Emil beduidde hem, dat hij het venster
moest openmaken.
Hij had een vreeselijke behoefte aan fris-
sche lucht, hij meende te zullen stikken, na
zoo langen tijd te zijn ingesloten hij volgde
een drukkenden last op de borst en wilde vrij
ademhalen.
De Armeniër gehoorzaamde en trok zich
terug, na duidelijk in het Fransch te hebben
gevraagd, of mijnheer hem nog iets anders
te bevelen had.
Het was een schoone morgenstond de heer
lijke zonneschijn en de frischheid in de na
tuur vormden een scherpe tegenstelling met
het bleeke gelaat en de droefenis des harten
van den jongeman, die daar aan het ziekbed
gekluisterd lag. De natuur kan zoo wreed zijn,
ze was stralend, vol liefde, blijdschap en le
ven, terwijl Emil de bitterste pijn doorstond
voedert U in de weide het voor-
deeligst:
Bertels' Lijnzaadkoekjes
met suiker of
Bertels' Ratio-koekjes.
Deze koekjes munten uit boven
andere koeken door hooge
voedingswaarde en zeer laag
vochtgehalte.
Bestelt bij Uw voederhande
laar of aankooporganisatie.
BERTELS' Oliefabrieken N.V.
Amsterdam. e
brekers met een stuk ijzer afgeranseld.
Zij sleepten de beide mannen uit hun
bed en bonden hen aan elkaar vast,
waarna zij met een ijzer zoolang op
hen sloegen, tot zij geen teeken van le
ven jneer gaven. Daarna hebben zij
het bed doorzocht en daarin eeri geld
kistje met ongeveer f 40 gevonden.
Door het openbreken van de achter
deur hebben zij de woning verlaten.
De 60-jarige Piet Verhoeven was, hoe
wel zwaar gewond, toch bij bewustzijn
gebleven. Met zijn tanden slaagde hij
erin het touw door te bijten, waarmee
hij aan zijn broer gekneveld was. Toen
bemerkte hij, dat deze reeds was over
leden. Hij heeft zich meer dood dan le
vend naar de woning van een buurman
begeven, dien hij met veel moeite wist
te wekken. Deze heeft dadelijk den bur
gemeester van het gebeurde op de
hoogte gesteld, die zich onmiddellijk
in verbinding stelde met de marechaus
see te Oss en het parket te 's-Hertogen-
bosch waarschuwde. Spoedig was de
politie ter plaatse en stelde een uitge
breid onderzoek in, waarbij een spoor
wees in de richting van Oss.
Met een groote politiemacht werd
dat gedeelte van Oss afgezet, waar zich
de beruchte bende bevindt. Bij allen
werd huiszoeking verricht. In de wo
ning van twee beruchte typen, werden
in een badkuip bebloede kleeren aan
getroffen. Beide mannen zijn gearres
teerd en in de marechaussee-kazerne
opgesloten. Zij ontkennen hardnekkig,
zich aan het misdrijf te hebben schul-
j gejnaakt, doch er zijn zeer sterke
aanwijzingen, die op hun schuld wij
zen. Zij zijn naar Den Bosch overge
bracht en ter beschikking van den Of
ficier van Justitie gesteld.
Bij het onderzoek kwam vast te
staan dat Toon Verhoeven vrijwel on
middellijk door den zwaren slag op
zijn schedel gedood moet zijn, Piet Ver
hoeven vertoonde zware verwondin
gen aan het achterhoofd en het gelaat;
hij is in het St. Anna-Ziekenhuis te Oss
opgenomen. Zijn toestand is zorgwek
kend.
Verdachten zwijgen
In den loop van den morgen hebben
marechaussee en gemtecnte-politie
van Oss nog een groot aantal personen
en doodziek was.
De zon prijkte aan een wolkenloozen blau
wen hemel. Het gezang der vogels klonk vroo
lijk uit het geboomte van het park.
Het was, alsof er op dezen dag een nieuwe
lente was ingetreden, vol van liefde en ge
not. Een zachte wind speelde door het gebla
derte, verfrischte de lucht, deed de venster
gordijnen heen en weer gaan en bereikte als
't ware streelend ook het bed van den zieke.
Hij hoorde het gekletter der fonteinen in het
park en de lucht, die over het water dreef
en de bloembedden kuste, drong heerlijk be-
zwaangerd met den geur van rozen en anje
lieren in Emil's kamer.
De jongeman richtte zich een weinig op en
ondersteunde zijn hoofd met de hand.
Opeens vernam hij een zacht geruisch ach
ter zich. Hij wendde zich om en uitte daar
bij een kreet, waarin blijdschap en schrik op
een zonderlinge wijze waren dooreengemengd.
Feredie, Feredie, riep hij.
Hij hield zijn hand tegen de oogen, alsof
hij het gezicht niet vertrouwde en zichzelf
overtuigen wilde dat hij de verschijning niet
in een droom waarnam. Toen liet hij de hand
weder zinken en herhaalde
Feredie, Feredie
In zijn kamer, dicht bij hem, stond een
beeldschoon meisje, evenals Feredie op Oos
tersche wijze gekleed, maar zij droeg den
sluier niet, den langen, witten, ondoorzichti-
gen sluier, die de Turksche vrouwen geheel
pleegt te omhullen en alleen de oogen vrij
laat, den sluier, die op het hoofd met een
edelsteen bevestigd wordt of ook wel met
een enkele bloem aldaar wordt versierd.
Het gelaat der jongedame was dus onbe
dekt en volkomen dat van Feredie. Dat wa
ren dezelfde fijne en sprekende lijnen, de
zelfde droomerige gazellen-oogen, het was
werkelijk Feredie, de geliefde Feredie stond
levend voor hem, alleen met dit verschil dat
Feredie's gelaat steeds een uitdrukking had
van stille tevredenheid, terwijl op dit gelaat
een trek van smart geteekend stond.
(Wordt vervolgd.).