W. F. GORTER
BOSKER's BOEKHANDEL
ZOMERDIENSTREGELI NG
BONT ALLERLEI.
Een kleine gasfabriek.
Een stuk stevig papier wordt zoodanig
Opgerold, dat een lange trechtervormige
buis ontstaat. Aan den linker kant blijft
öèn kleine opening, terwijl de groote ope-
ïfing aan den anderen kant gesloten wordt,
door het papier eenvoudig om te slaan. Op
Bfet met „a" aangegeven punt wordt nu een
kleine opening geknipt of geboord. Heel
Voorzichtig wordt de buis bij „b" aangesto
ken, Als we nu een brandende lucifer bij de
f/'V <*'7$
'opening „a" houden, zal er na eenige mi
nuten een mooi klein gasvlammetje gaan
Als jullie deze proef willen nemen, doe
het dan boven een emmer water of boven
den gootsteen, zoodat er geen gevaar voor
brand kan bestaan.
OOM KEES.
ALTIJD EERLIJK BLIJVEN!
Seppi's ontmoeting met
de „wolven'.
Een verhaal uit de "bergen.
„Leg nog wat hout op het vuur, Seppi.
Het is koud!"
„Er is niet veel meer," zei de jongen,
terwijl hij een paar blokken op het vuur
gooide. „Ik zal het bosch weer eens ingaan,
om nieuw te zoeken."
„Hoe wil je dat nu doen, er is overal
sneeuw; dan zou je In een spleet kunnen
vallen."
„Ik kan wel merken, dat U al veertien
dagen in bed ligt. Moeder. Anders zou II
net zooals ik, gezien hebben, dat de sneeuw
bijna overal gesmolten is en dat er absoluut
geen gevaar meer is om de bergen in te
gaan."
„Denk je?"
„Ik weet het zeker. Ik zal U overtuigen.
Morgen mag U een paar minuten opstaan;
ik zal Uw stoel bij het raam zetten, dan kunt
U zien, dat er al een paar grassprietjes uit
den grond komen. En ik wed. als ik goed
-;oek, dat ik al een enkel madeliefje zal kun
nen vinden."
„Dus het wordt lente..."
„Ja, Moeder; maar dat wil nog n'et zeg
gen, dat het dan niet meer koud is. Ik zal
Öog een paar flinke bossen droog hout gaan
toeken. Ik heb er nu nog den tijd voor. Over
«en paar weken heb ik misschien werk ge
vonden op een boerderij."
„Werk... ja. kind, dat is noodig; want an
ders staat de ellende voor onze deur."
„Stil moeder. Ik ben nu bijna veertien
jaar en kfk eens hoe groot ik ben en hoe
<terk. Ik zal probeeren of de boeren me wil
len gebruiken bij het poten der aardappelen.
Ik zal mijn best doen, zorgen, dat ze tevre-
Gen over me zijn."
„Dat is goed, Seppi. Zoodra ik beter ben,
zal ik ook zien, dat ik werk krijg. Maar wan
neer zal dat zijn?"
„Wees niet ongerust, Moeder. Als ik iets
verdiend heb, koop ik een of twee schapen.
Die zijn dan het begin van onze kudde. Dan
kimt U daarvoor zorgen, zonder het huis uit
te moeten."
„Een schaap is duur, kind!"
„Ik ga veel geld verdienen, Moeder.
Morgen ga ik naar boer Witzl om te vra
gen of hf me gebruiken kan. En dan zal ik
meteen een paar flinke takkenbossen ver
zamelen."
„Zul je voorzichtig zfn, kind?"
„Ja Moeder".
Het was een armoedig hutje in de Alpen,
waar Seppi met zijn moeder woonde. Ze
woonden er met zfn beiden; de vader was
eenige jaren ervoor in een ravijn gestort en
Seppi was het eenige kind, dat in leven was
gebleven. Toen de vader stierf, was de
moeder in de grootste armoede achterge
bleven. Nu was Seppi oud genoeg om een
beetje geld te gaan verdienen. Helaas was
de moeder ziek geworden en er was het
jeugdige vuur en de moed van een veertien-
jarigen jongen voor noodig om de toekomst
zoo blij en verwachtingsvol in te zien, als
Seppi het deed.
Den volgenden ochtend kwam hij vroolfk
thuis.
..Moeder, ik ben bf boer Witzl aangeno
men voor den heelen zomer. En ik krijg een
aardig loon. Bovendien heeft hf me beloofd
graankorrels te geven, dan kunnen we een
klein korenveldje planten."
Sprakeloos van geluk kuste zijn moeder
hem.
„En nu ga ik hout zoeken. Ik zal een
heeleboel meebrengen, dan hoeft U geen
kou meer te Ifden. En wees maar niet on
gerust; want ik ken de bergen op mfn
duimpje."
Hij vertrekt; achter hem sleept een licht
sleetje, dat met een touw om zfn mid-del
bevestigd is. Dat wordt veel gebruikt in de
bergen, 's Winters over de sneeuw en
's zomers over het droge gras. De jongen
heeft een haak bij zich gestoken, om de
droge takken naar zich toe te halen en een
bijltje om ze als ze te groot zijn, door te
hakken.
Het bosch begint aan den voet van den
berg en strekt zich uit tot daar waar de
kale rotsen beginnen. Men kan merken, dat
de lente begint; er ligt alleen nog sneeuw
op plaatsen, die niet door de zon beschenen
worden. Het bosch is altijd donker.
Seppi begint vol fver. Het is niet moei-
lijk om kleine dorre takjes te vinden; maar
Seppi wil groote stukken droog hout en
c'aarom dringt hij hoe langer hoe dieper het
„Vader, waar is Uw hoed??"
„Ach, die is afgewaaid en nu kan ik hem
nergens meer vinden".
x medeklinker.
x slangachtige visch.
x x x x x hoofdstad van Frankrijk.
x verstandig, knap.
x medeklinker.
Op de kruisjeslijnen komt hetzelfde woord
te staan.
Mijn geheel:
1, 2, 3, 4, 5, 3,
n.
2, 1 lafhartig, bang.
2, 4 houten stok.
6, 7 duivenhok.
5, 6, 7 tobbe, bak.
is een ander woord
voor armstoel.
UT.
Mijn geheel:
1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 4, 5 i3 de hoofdstad
van Denemarken.
3, 4, 4, 5 wortel.
8, 4, 4, 5 niet een.
8, 7, 3, 4, 5 geeuwbeweging maken.
3, 4, 5 om mee te schrijven.
6, 2, 3 plant.
6, 7, 7, 8 heg.
IV.
Goed gerangschikt, geven de volgende let
ters een feestdag, die gauw komt:
a, a, a, d, e, e, g, h, 1, m, r, s, t, v.
V.
x medeklinker.
x niets.
- x meisjesnaam,
x x x x x x x een der W.-Indische eilanden
- x grondstof voor chocolade.
- x gat in het fs; bft.
x klinker.
Op de kruisjeslijnen komt hetzelfde woord
te slaan.
Oplossingen.
I.
P
aal
Parijs
wijs
Fauteuil;
laf, lat, til, teil.
UI.
Kopenhagen;
peen, geen, gapen, pen, hop, haa^
TV.
Hemelvaartsdag.
V.
C
nul
Marie
Curacao
cacao
wak
Een kunstje met lucifers.
Oplossing.
Van iederen buitenkant van het groote
figuur neem je het middelste houtje weg
Er blijven dan werkelijk 5 even grocte vier
kanten over.
TANTE TINE.
EEN GOOCHELTOER.
We nemen een glad en zooveel mogelijk
blaasjesvrij stuk glas en zetten dat, zooals
duidelijk op onze afbeelding is te zien, ver
ticaal op tafel met behulp van twee stevige
dikke boeken. Nu plaatsen we zoowel voor
als achter de plaat een speelkaart en naast
één der kaarten een brandende kaars.
Door heen en weer bewegen van deze
kaart, kunnen we door de glasplaat nu twee
kaarten zien: de eene die er werkelijk staat
en de andere als spiegelbeeld.
Op dit optische trucje berusten een heele
boel goocheltoeren.
OOM KEES.
woud in. Het duurt niet lang of hij heeft
zoo'n groote bos bij elkaar dat hij bij zich
zelf zegt: „Ik zal wel een paar keer moeten
loopen, om dit allemaal naar huls te krij
gen. Morgen dan maar; nu zal ik mijn slee
zoo hoog mogelijk opstapelen. Het begint al
donker te worden en anders wordt Moeder
ongerust."
Het was waar; de zon was ondergegaan
en de duisternis viel snel.. Seppi stapelde
zijn sleetje hoog op en sloeg het pad naar
huis in. Plotseling stond hij stil. Ver
beeldde hij het zich... het was net of er op
eenigen afstand een dier hem voorbij was
gegaan. Wel nee, dat was natuurlijk de
schaduw van een vogel, die opvloog. Hij
spiedde om zich heen; maar zag niets. Ach
wat, hij was toch niet bang? Bang voor een
schaduw!? Er werden ln den omtrek wel
verhalen verteld over wolven; maar dat
waren sprookjes van jaren geleden. Beren?
Er waren er wel; maar ze waren zoo zeld
zaam! Maar... nee, nu vergiste hij zich toch
niet! Tusschen de boomen voor hem, zag hij
de schaduwen van twee dieren; groote
dieren. Seppi was niet bang; maar toch
bekroop hem een onaangenaam gevoel;
hij is heelem&al alleen in het woud, ver van
alle menschenlfke hulp. Met een behendige
beweging, maakt hij het töüw van het
sleetje los. Hf moet in ieder geval vrij
zq'n...
Oh! Voor hem glanzen plotseling twee
paar oogen, groen-lichtende oogen, in de
duisternis. Een onmetelijke angst overvalt
hem. Dat zijn wolven. Maar Seppi zal zieh
verdedigen! Hf grijpt zijn bijl uit zfn riem.
Alles is verdwenen! Zou het toch verbeel
ding geweest zijn? Hf loopt een paar pas
sen. Maar nee, daar verschfnen de lich
tende oogen weer aan zfn rechter kant. Zal
hf zoo hard mogelfk vluchten, de richting
van het dorp uit? Maar hf herinnert zich
eens gelezen te hebben, dat vluchten voor
een wild dier, een verkeerde methode is.
Wolven loopen veel sneller dan menschen,
vooral in een bosch.
Hf weet, dat wolven alleen maar aanval
len als ze honger hebben. Misschien kan hf
dan wel in een boom klimmen... Hf verza-
melt al zfn moed en loopt een paar passen
door. Oogenbllkkelfk verdwfnen de oogen.
Dat geeft, den jongen een beetje moed. Hf
verdubbelt zfn passen. Het zijn misschien
toch geen wolven; maar wat dan wel?
Achter hem kraken takken; de jongen keert
zich met een ruk om. Wat hf vreesde ge
beurt; de dieren schfnen niet van plan hun
prooi te laten ontsnappen en volgen hem.
Maar een dreigende beweging met zfn bfl
is voldoende, om de oogen weer te doen ver
dwfnen. Hf loopt verder; aan het kraken
achter hem, hoort hf, dat hf nog steeds
gevolgd worden. En dat stelt hem gerust;
want hf herinnert zich plots, dat wolven ge-
ruischloos vooruit komen; ze gif den als
schaduwen en alleen aan het lichten hunner
oogen. kan men zien, dat ze er zfn. Seppi
nadert den zoom van het bosch, zfü angst
is iets minder geworden. Welke dieren zou
den het dan zfn, die hem zoo hardnekkig
volgen? De boomen staan al minder dicht
bf elkaar; hij ls nu op een weide, bezaaid
met steenen. Vandaar uit gaat een weg, die
hem in tien minuten bf zfn huis kan bren
gen. Maar de nieuwsgierigheid heeft hem te
pakken... Hf kfkt om, de dieren zfn nog
niet uit het bosch te voorschfn gekomen!
Hf gaat terug; nu schijnen de rollen omge
keerd; de dieren wfken haastig achteruit.
Hij probeert iets anders; de nieuwsgierig
heid heeft hem zoo te pakken, dat hf nu
absoluut wil weten, welke de beesten zijn,
die hem zoo'n angst hebben aangejaagd. Hf
doet weer net, of hij het bosch uitgaat; zijn
ooren zfn wfdgeopend. De twee dieren gaan
hem achterna, doen een paar stappen tus
schen de rotsblokken op de weide... Wat??
Een klaaglfk geblaat weerklinkt door de
tilte. Meteen keert de jongen zich om en
daar ziet hf... twee schapen, die grazen,
grazen in het gras. Heel voorzichtig nadert,
hf hen. „Ik moet ze niet aan het schrikken!
maken," mompelt hij bf zich zelf. Maar de
schapen schijnen in het geheel niet meer
hang te zijn. Ze grazen en grazen, het lijkt
wel of ze uitgehongerd zijn. Hf woelt met
zfn hand door hun dikke vachten en mom
pelt zachtjes vriendelijke klanken, zooals hf
dat de herders vaal: heeft hooren doen.
Nadat ze genoeg gegraasd hebben, neemt hij
bun bij hen vacht en leidt ze langs den weg.
Daar is het huis.
„Wat ben je laat, jongen," zegt Moeders
stem. „Ik was zoo ongerust."
„Ik kan het niet helpen, Moeder; maar
kijk eens, wat ik heb meegebracht, gevon
den in het bosch." En hij brengt de beide
schapen in de keuken en vertelt zijn moeder
wat hf meegemaakt heeft.
„Dat zijn verloren geraakte schapen. Ik
heb gehoord dat er dezen zomer ook eenige
schapen verloren zijn geraakt. Als de her
ders ze dan niet gauw genoeg vinden, nemen
ze aan, d-at ze in een kloof of ravijn gevallen
zijn en omgekomen. Sommige schapen over
winteren dan."
„Maar waarvan leven ze?"
„Ze grazen wat ze kunnen vinden, droog
gras tusschen de sneeuw; blaadjes, die aan
de takken zijn blijven zitten. Daar worden ze
niet vet van en ik wed, dat ook deze dieren
alleen maar beenderen en vacht zijn/'
Seppi onderzoekt de dieren met zorg. Het
zfn groote, stevige schapen, van een mooier
soort dan men gewoonlijk in het dorp ziet.
Ze zfn verschrikkelijk mager. Met 'n beetje
zorg zullen ze wel weer gauw de oude zijn.
„Kfk," zegt hf plotseling verbaasd. „Ze
hebben allebei een half rechteroor."
,Dat zal een herkenningsteeken zijn. Het
bewfst meteen, dat ze aan een kudde be-
iiooren, hier ver uit de buurt. De menschen
hier uit den omtrek merken hun kudde met
inkt of een brandmerk."
„Een merk?"
„Ja, en dat zal ons helpen om hun eige
naar terug te vinden."
„Eigenaar, oh Moeder, moeten we ze dan
teruggeven...
„Ja, kind; ze zijn toch niet van ons. Mor
gen ga je naar den burgemeester, vragen
wat we doen moeten."
„T~ ik was al zoo blf!"
hebt er ook nog niet over nagedacht,
kin e vreugde zou niet van langen duur
ge zijn; want je geweten zou zfn gaan
Je eerlfkheid zou er tegen in op-
amen om je het eigendom van an-
2 te eigenen."
3pi's vroolf kheid was verdwenen. Hij
te schapen in het kleine stalletje en
2n maaltijd klaar voor zfn Moeder
:elf. Tevergeefs probeert Moeder
:e vroolijken.
aet wel, dat U gelf k hebt", zegt hij
„Maar ik had onderweg al zulke
Jannen gemaakt over onze kudde,
t een beetje wennen aan het idee,
ze weer moeten missen."
.olgenden ochtend ging hij naar den
ester en vertelde daar alles.
□t een eerlfke jongen, Seppi" zei de
ester. „Een heeleboel menschen
Jouw plaats de dieren stilletjes ge-
hebben. Als het dan later gemerkt
•:den ze een hoop la9t gehad hebben.
ner me toevallig, dat ik vorigen
nen gedeelte van den berg verhuurd
had aan een boer, die er een heele groote
kudde ilct grazen. Het merk was het halve
rechteroor. Ik zal hem schrfven. Kom dan
spr
sta
der
brr
he:
tei
me
Ik
dat
I
bur
bur
zou-
hoi»
was,
Ik 1
zomt:
VOOR DE KNAPPER7B.
Een kunstje mei lucifers.
Voer het vormen van onderstaande fi
guur heb je 24 lucifers noodig. De opgave
bestaat nu daaruit, dat er 4 lucifers weg
genomen moeten worden en wel zco, dat er
c'an 5 even groote vierkanten overblijven.
Oplossing staat onder de oplossingen der
raadsels.
TANTE TINE.
SNOEPSTERTJE.
.Loire. zeg me eens na: vrouwtje geef
me wat lekkers. Daar houd ik zooveel van!
Vrouwtje, geef me wat chocola en wat
zuurtjes! Heb je me begrepen, Lorre? Zeg
het dan na!"
Of Lorre het begrepen heeft; het is een
papegaai, die alle3 nazegt, wat hij hoort.
Dien ochtend roept hij voor het eerst, wat
Suze hem nu al acht dagen lang, heimelijk
leert.
„Vrouwtje, lekkers voor Lorr; choco-
laadjes voor Lorre!"
Moeder, die zit te naaien, kijkt op; maar
maakt geen enkele beweging orn aan Lor
res verlangen te voldoen. Maar dat is Suzes
bedoeling niet en Moeder verwondert er
zich over met welke hardnekkigheid Suze de
wenschen van de papegaai vervult.
„Mama, mag ik hem wat lekkers geven?
Mag ik?"
Moeder, wier verbazing overgegaan is in
de overtuiging, dat haar dochtertje iets
in haar schild voert, staat het toe.
„Wel ja, doe jij het maar. Ik heb wel wat
anders te doen". En ze verlaat het vertrek.
Dat is juist wat Suze wenscht; ze laat
geen minuut verloren gaan. Uit het buffet
pakt ze een heeleboel bonbons, die ze in
baar zak stopt. Zoo vlug ze kan, besmeert
ze een groote boterham dik met jam, waar
ze dan gretig haar tanden inzet.
„Dat is een pracht maniertje", denkt de
ondeugende snoepster. „Dat kan ik vaak
doen. Moeder twffelt er geen minuut aan,
of Lorre eet al dat lekkers op. Het gaat
goed zoo".
Toch niet zoo erg goed; want aan de
koffietafel geeft Moeder haar een paar
droge boterhammen.
Als Suze verbaasd kijkt, zegt ze
„Ja, meisje, als Lorre zooveel snoept, kan
ik jou niets geven. Dat begrijp je zeker
wel".
Suze weet niet, dat Moeder door de kier
van de openstaande deur alles gehoord en
gezien heeft; maar ze is niet zoo dom of
ze begrijpt wel, dat Moeder haar leelfké
streek geraden heeft.
Ze schaamt" zich heel erg en doet het iq
het vervolg dan ook niet meer.
DINA VAN Z.
Hoe Broertje voor het eerst naar
ging
over een week maar terug; dan kan
ik antwoord hebben. Ik vind, dat je
voor je eerlijk gedrag wel een beloo
ning toekomt."
Het duurde lang voor de week
om was.
Eindelfk den zesden dag verscheen
de burgemeester zelf in de kleine
hut. „Ik heb goed nieuws voor je,
Seppi", riep hij van verre. „De eige
naar van de schapen, een rijke boer.
heeft me vanochtend geantwoord en
hf schreef me, dat de verloren scha
pen al opgeschreven waren bij de on
kosten en dat hf zfn berekeningen
niet meer over wilde maken. En om
dat de vinder zoo eerlijk was, ze aan
te geven, mag hf ze als belooning houden
Seppi wist nie^s te zeggen. Eindelijk stol
terde hij: „Wilt U dien mfnheer heel harte-
lfk bedanken uit naam van Moeder en mij.'
„Dat zal ik", antwoordde de burgemeester.
Toen lachend: „En dank nu maar je goede
gestornte, dat de wilde wolven, die ja dien
avond ontmoette veranderd zijn in twee
vriendelfke schapen!" ,r
E. W.
Beu je nu al weer terug uit school,
Zusje?"
„Ach, wat moet ik daar nu leeren. D<t
jufrouw weet zelf niets; want ze vraagt
ons aldoor!"
Kapitaal en Reserve 70.000.000.
AMSTERDAM DEN HAAG ROTTERDAM.
Verhuurt in hare in het Kantoor Hippolytushoef
te Wieringen geplaatste Safekast, loketten ter
berging van waarden enz.
HUURPRIJS f 6.- PER JAAR.
Credieten-Deposito's, Rekening-courant, Effec
ten, Conpons. 150 Kantoren.
Beëedigd Makelaar Schagen
Tel. No. 13,
belast zich nret het opmaken van
boedelscheidingen, Successie, Me
mories (naar eigen schatting)
koopacten, ruilingen, huurcon
tracten, enz. en het verstrekken
van gelden onder hypothecair
verband.
Geeft advies in
HIPPOLYTUSHOEF M1DDENMEER
heeft reeds voor U de
DER NEDERLANDSCHE SPOORWEGEN,
Zitdag te Hippolytushoef ten
huize van N. KOK aan de Nieuw-
straat, lederen
ZATERDAG van 10—2 nor.
COÖPERATIEVE BOERENLEENBANK
WIERINGEN.
i;
GEWIJZIGDE zituren van den Kassier
TE DEN OEVER
MAANDAGMIDDAG van half twee tot half vier
TE HIPPOLYTUSHOEF
WOENSDAGMIDDAG van half twee tot half vier